IG&H: Pan-Europese ambities op de Nederlandse verzekeringsmarkt: Internationalisering zet door met significante groei van het aandeel buitenlandse spelers

 

Terwijl protectionisme de kop opsteekt in Europa en de Verenigde Staten, speelt zich in de verzekeringsmarkt een tegengesteld fenomeen af: internationalisering. Zowel intermediairs als verzekeraars zoeken over de landsgrenzen heen naar nieuwe mogelijkheden, meldt IG&H  in een recente publicatie.

Buitenlandse overnames binnen het intermediaire speelveld zijn aan de orde van de dag. Neem de recente overname van Quintes door Brown & Brown. En op de verzekeringsmarkt hebben Rhion, MaasLloyd en QBE zich sterk gevestigd. Tegelijkertijd zien we met de toetreding van NN tot de Duitse markt het omgekeerde gebeuren. De trend van internationalisering brengt zowel kansen als bedreigingen mee voor Nederlandse spelers en hun klanten.

Internationalisering bij intermediairs

De Nederlandse intermediaire verzekeringsmarkt bevindt zich momenteel in een derde overnamegolf. Rick Verweij, Manager Insurance bij IG&H: “Na de golven van door private equity gesteunde overnames en de groei van consolidators, zien we nu grote internationale brokers met Pan-Europese ambities de markt betreden.”Het marktaandeel van buitenlandse spelers is inmiddels zelfs tot 20% gegroeid in de intermediaire zakelijke schademarkt en 17% in de intermediaire particuliere schademarkt. Deze partijen investeren in verdere acquisities binnen Nederland en zien Nederland als springplank voor Europese groei.

Internationale intermediairs richten zich veelal op de zakelijke markt, waardoor er voor Nederlandse intermediairs voornamelijk kansen liggen door te focussen op niches zoals arbeidsongeschiktheid en inkomen, of door in te zetten op hun lokale netwerk en gerichte klantbediening. Tegelijkertijd vormt de concurrentie van internationale brokers een bedreiging doordat zij schaalvoordelen, uitgebreide expertise en een breed netwerk aan risicodragers benutten waarover Nederlandse intermediairs niet of in mindere mate beschikken.

 

Internationalisering bij verzekeraars

Hoewel grootschalige overnames van Nederlandse verzekeraars door buitenlandse partijen zeldzaam zijn, blijven buitenlandse spelers hun positie versterken via het relatief eenvoudig te betreden en aantrekkelijke co-assurantie en volmachtkanaal. Daarnaast hebben buitenlandse verzekeraars een andere of hogere risk appetite en kunnen daarmee een groter deel van de markt bedienen. Buitenlandse verzekeraars hebben inmiddels een derde van de Nederlandse schademarkt in handen

 

 

Nationale verzekeraars kunnen internationalisering – net als intermediairs – het hoofd bieden door te focussen op doelgroepen (branches of niches), lokale proposities en gerichte klantbediening. Ook kan een focus op de particuliere markt zinvol zijn, aangezien buitenlandse partijen zich voornamelijk richten op de zakelijke markt. Tegelijkertijd verzwakt de concurrentiepositie van nationale verzekeraars door de internationalisering van het intermediair – waarbij samenwerking gezocht wordt met internationale risicodragers. Klanten kunnen op die manier bijvoorbeeld makkelijker over grenzen heen bediend worden.

Omgekeerd is eenzelfde beweging te zien van Nederlandse intermediairs en verzekeraars die naar het buitenland kijken. Ook zij grijpen internationalisering aan voor groei. Zo breiden spelers als Alpina en Yellow Hive uit naar België en Duitsland. Terwijl NN ook de weg naar Duitsland inslaat via de volmacht en Achmea actief de verkenning over de Nederlandse grens doet.

Blik op de toekomst

Kortom, de verzekeringsmarkt breekt grenzen af, terwijl protectionisme juist wereldwijd oprukt. Jan-Pieter van der Helm, Managing Director Insurance bij IG&H: ‘Alles wijst erop dat internationalisering in de schademarkt de komende jaren doorzet. Dit biedt kansen voor alle betrokken partijen: verzekeraars, intermediairs én klanten. De internationale schaalvoordelen maken scherpere tarieven, betere oplossingen en internationale klantbediening mogelijk. Hierbij is verdere digitalisering en succesvolle integratie van overgenomen partijen cruciaal. Voor gevestigde spelers betekent dit dat flexibiliteit, schaalbaarheid en heldere keuzes tussen lokaal specialisme of internationale verbreding cruciaal worden om relevant te blijven.’

En voor de klant? Als verzekeraars en intermediairs de benoemde succesfactoren invullen, profiteert de internationale klant van dienstverlening die beter aansluit bij het karakter van de organisatie. De lokale klant krijgt meer aandacht van gespecialiseerde lokale spelers. Beide type klanten staan straks wellicht sterker dan ooit in een steeds dynamischer wordende verzekeringsmarkt.

 

###

 

 

Essentiële Controlepunten Brandveiligheid 2025 verschenen

20 november 2024

De 2025 editie van ‘Essentiële Controlepunten Brandveiligheid’ is verschenen. De uitgave maakt duidelijk waarop je bij het bouwen, verbouwen en beheer van gebouwen in ieder geval moet letten wat betreft de brandveilige bouwmaterialen, constructies en rookbeheersing systemen.

Essentiële Controlepunten Brandveiligheid is een gezamenlijke publicatie van Brandweer Nederland, Vereniging Bouw & Woningtoezicht Nederland en BBN Brandveilig Bouwen Nederland en wordt jaarlijks geactualiseerd uitgebracht om bij te dragen aan de borging van wettelijke eisen brandveiligheid in gebouwen.
De nieuwe editie is gratis te downloaden op de website van BBN Brandveilig Bouwen Nederland met de daarbij behorende checklist: www.bbn.nu

Transparantie over loonsysteem loont in krappe arbeidsmarkt

Rotterdam, 27 november 2024 – Mercer, een bedrijf van Marsh McLennan (NYSE: MMC), wereldleider in het helpen van klanten bij het realiseren van hun investeringsdoelstellingen, het vormgeven van de toekomst van werk en het verbeteren van de gezondheids- en pensioenresultaten voor hun medewerkers, bracht vorige maand het Global Pay Transparency Survey Report 2024 uit.

 

Vanaf 2026 geldt in Europa de EU Pay Transparency-wetgeving. Deze wet verplicht werkgevers om niet alleen te rapporteren over de beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen, maar ook om actie te ondernemen om dit probleem aan te pakken. Het recente Pay Transparency Rapport van Mercer laat zien hoe belangrijk het is dat organisaties zich meer gaan focussen om aan wetgeving te voldoen. Naast een wettelijke verplichting, draagt het namelijk ook bij aan de perceptie van werknemers over hun huidige en toekomstige werkgever. Het Global Pay Transparency rapport is gebaseerd op de antwoorden van meer dan 1.000 bedrijven wereldwijd.

 

Drijfveren

De realisatie dat loontransparantie belangrijk is voor de tevredenheid van werknemers, verdient nog aandacht. Uit het onderzoek blijkt namelijk dat 77% van de respondenten naleving van regelgeving als belangrijkste drijfveer ervaart voor de strategie rond loontransparantie. Slechts iets meer dan 50% ziet toenemende werknemerstevredenheid en voldoen aan de waarden en normen van het bedrijf als aanvullende drijfveer.

 

“Het is tijd voor bedrijven om werk te maken van loontransparantie. Dit zien we ook terug in de actualiteit. Bijvoorbeeld vakbond CNV die vorige week eiste dat Heineken inzicht geeft in de verschillen tussen de salarissen van mannelijke en vrouwelijke werknemers. Het was voor het eerst dat een vakbond deze eis in een ultimatum stelde. Maar ik verwacht zeker niet voor het laatst,” zegt Derk Koole, Business Leader Career bij Mercer en expert op het gebied van transparantie in beloningsstrategieën.

 

Werk aan de winkel

Bijna 7 van de 10 onderzochte werkgevers wereldwijd (69%) is het erover eens dat kandidaat-werknemers loontransparantie verwachten. Dit komt echter niet overeen met het aantal werkgevers dat al transparantie biedt. Amerikaanse organisaties lopen voorop met 1 op de 5 bedrijven die een strategie voor loontransparantie heeft ontwikkeld. In Europa (exclusief het VK en Ierland) heeft slechts 7% van de organisaties een strategie geïmplementeerd, ondanks dat de wetgeving rond loontransparantie in de EU in 2026 van kracht wordt.

 

“De weg naar loontransparantie is uitdagend, maar in een krappe arbeidsmarkt biedt het ook kansen aan werkgevers die de uitdaging aangaan,” vervolgt Koole. “Het rapport laat zien dat 78% van de werknemers van mening is dat transparantie in beloning het vertrouwen in de organisatie vergroot. Daarnaast geeft 65% van de respondenten aan dat ze eerder geneigd zijn om bij een werkgever te blijven werken die open is over beloningsstructuren.”

 

Over Mercer’s 2024 Global Pay Transparency Survey

De 2024 Global Pay Transparency Survey van Mercer werd online uitgevoerd van 15 april tot 15 mei 2024. In totaal namen 1.160 bedrijven uit 45 landen deel aan het onderzoek. Ongeveer 35% van de deelnemende bedrijven is gevestigd in Europa (Continentaal Europa en de Nordics), 32% in de Verenigde Staten, 22% in Canada, 7% in het Verenigd Koninkrijk en Ierland, en 4% in Azië.

 

Insurers make the case for parametrics in the face of rising climate risk

Parima Taipei delegates agree coverage needs updating in face of evolving risk

Nicholas PrattNovember 26, 2024

Aftermath of Typhoon Krathon, Kaohsiung, Taiwan – October 2024. Credit: Shutterstock/Andy.LIU

Traditional insurance may still be the most important tool to manage climate risk but more needs to be done by both risk managers and insurers to properly mitigate this rapidly expanding exposure.

These measures include greater use of alternative transfer risk (ART), including parametrics, as well as updating climate models, investment in resilience measures and adoption of new building codes to ensure more structural integrity.

This was the conclusion from a panel debate on climate change and risk management that took place during the recent conference in Taipei held by the Pan-Asia Risk and Insurance Management Association (Pairma).

“Everyone is aware of the increased severity and frequency of extreme weather events,” said Jeremy Lau, chief underwriting officer, QBE Asia.

“We have good models but they need to be updated, so it is getting tougher for traditional P&C insurers. Coverage needs to be adapted but this is an ongoing process.

“We are working with brokers and conducting surveys on how to better cover this risk. And insurers need to be more transparent about loss experience. There has to be a conversation.”

“Traditional insurance is still one of the most important tools for climate risk transfer,” said Antonio Kam, head of insurance, Asia Pacific, BASF. “There are more products for us to consider and that is always important.”

The increase in natural catastrophes in Taiwan has also led to greater involvement of risk engineers and the advocation for more resilience in buildings, noted Ling Chu Su, risk engineer, HDI Global SE.

“Building features for high risks is important and all have an impact on losses from weather events. Windstorms might damage buildings and impact operations. We have to strengthen structural integrity and protect against water shortages,” she said.

Parametric insurance has also become more prominent, and incorporating these index-based products into a traditional insurance portfolio is a good example of the collaboration between insurers and insureds that is so necessary, according to Ben Qin, head of North Asia & Australia, Descartes Underwriting.

“We are looking to address coverage gaps in the market due to cost, capacity and coverage. Clients are facing pain points across lines in these three areas,” said Qin. “Traditional insurers are basing their pricing on the past. We are seeing a lot of insurers withdrawing from the natcat market in certain locations.

“For parametrics, the point is we are covering specific risks, so we are happy to provide capacity in these high-risk areas. The pain areas that traditional insurers would take is where we focus on,” said Qin.

It is also important to test the parameters when there is an event, said QBE’s Lau. “If a company is experiencing a lot of losses, we have to explore why. Is it nature? Is it bad luck? Is it bad internal practices?”

For example, there may be business continuity planning issues or a failure to comply with building codes. “We are doing a lot of surveying. And if a parametric product doesn’t work, you can change the policy,” said Lau.

This is where the expertise of the risk engineers is critical in terms of site visits to identify gaps in coverage as well as any vulnerabilities in the company’s risk management, said Lau.

It is also important to ensure the index at the heart of parametric policies is effective and accurate. Qin identifies three important factors – accuracy, availability and independence.

“Technology developments and data-processing capabilities mean that parametric index may match clients’ exposure better than traditional insurers,” said Qin. “The availability of the index is also important, as is the frequency that it is updated. And the index must be independently maintained and not manipulated or adjusted by the insurer or the insureds.”

Verzekeraars pleiten voor parametrische dekking in het licht van stijgend klimaatrisico

Afgevaardigden Parima Taipei zijn het erover eens dat de dekking moet worden geactualiseerd met het oog op veranderende risico’s

Nicholas PrattNovember 26, 2024

Kaohsiung, Taiwan – 3 oktober 2024: (Tyfoon Krathon) Internationaal nummer 2418, level 17 supersterke windstoot. Zware schade in Kaohsiung. Nasleep van tyfoon Krathon, Kaohsiung, Taiwan – oktober 2024. Krediet: Shutterstock/Andy.LIU

Traditionele verzekeringen zijn misschien nog steeds het belangrijkste instrument om klimaatrisico’s te beheren, maar zowel risicobeheerders als verzekeraars moeten meer doen om deze snel groeiende blootstelling op de juiste manier te beperken.

 

Deze maatregelen omvatten een groter gebruik van alternatieve overdrachtsrisico’s (ART), waaronder parametrische modellen, evenals het updaten van klimaatmodellen, investeringen in veerkrachtmaatregelen en het aannemen van nieuwe bouwvoorschriften om meer structurele integriteit te garanderen.

 

Dit was de conclusie van een paneldebat over klimaatverandering en risicobeheer dat plaatsvond tijdens de recente conferentie in Taipei van de Pan-Asia Risk and Insurance Management Association (Pairma).

 

“Iedereen is zich bewust van de toegenomen ernst en frequentie van extreme weersomstandigheden”, zei Jeremy Lau, chief underwriting officer van QBE Asia.

 

“We hebben goede modellen, maar die moeten worden bijgewerkt, dus het wordt moeilijker voor traditionele P&C-verzekeraars. De dekking moet worden aangepast, maar dit is een doorlopend proces.

 

“We werken samen met makelaars en doen onderzoek naar hoe we dit risico beter kunnen dekken. En verzekeraars moeten transparanter zijn over schade-ervaringen. Er moet een gesprek plaatsvinden.”

 

“Traditionele verzekeringen zijn nog steeds een van de belangrijkste instrumenten voor de overdracht van klimaatrisico’s”, zegt Antonio Kam, hoofd verzekeringen, Azië-Pacific, BASF. “Er zijn meer producten die we kunnen overwegen en dat is altijd belangrijk.”

 

De toename van natuurrampen in Taiwan heeft ook geleid tot een grotere betrokkenheid van risico-ingenieurs en het pleidooi voor meer veerkracht in gebouwen, aldus Ling Chu Su, risico-ingenieur, HDI Global SE.

 

“Gebouwkenmerken voor hoge risico’s zijn belangrijk en hebben allemaal invloed op verliezen door weersomstandigheden. Windstormen kunnen gebouwen beschadigen en de bedrijfsvoering beïnvloeden. We moeten de structurele integriteit versterken en ons beschermen tegen watertekorten,” zei ze.

 

Parametrische verzekeringen zijn ook prominenter geworden en het integreren van deze op indexen gebaseerde producten in een traditionele verzekeringsportefeuille is volgens Ben Qin, hoofd Noord-Azië & Australië bij Descartes Underwriting, een goed voorbeeld van de noodzakelijke samenwerking tussen verzekeraars en verzekerden.

 

“We zijn op zoek naar oplossingen voor hiaten in de dekking als gevolg van kosten, capaciteit en dekking. Klanten worden geconfronteerd met pijnpunten op deze drie gebieden”, aldus Qin. “Traditionele verzekeraars baseren hun prijsstelling op het verleden. We zien dat veel verzekeraars zich op bepaalde locaties terugtrekken uit de natcat-markt.

 

“Voor parametrics gaat het erom dat we specifieke risico’s dekken, dus we bieden graag capaciteit aan in deze gebieden met een hoog risico. Wij richten ons op de pijngebieden die traditionele verzekeraars zouden nemen”, aldus Qin.

 

Het is ook belangrijk om de parameters te testen wanneer zich een gebeurtenis voordoet, aldus Lau van QBE. “Als een bedrijf veel verliezen lijdt, moeten we onderzoeken waarom. Is het de natuur? Is het pech? Zijn het slechte interne praktijken?”

 

Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van problemen met de continuïteitsplanning of het niet naleven van bouwvoorschriften. “We doen veel onderzoek. En als een parametrisch product niet werkt, kun je het beleid veranderen”, aldus Lau.

 

Dit is waar de expertise van de risico-ingenieurs van cruciaal belang is in termen van bezoeken ter plaatse om hiaten in de dekking te identificeren, evenals kwetsbaarheden in het risicomanagement van het bedrijf, aldus Lau.

 

Het is ook belangrijk om ervoor te zorgen dat de index in het hart van het parametrische beleid effectief en nauwkeurig is. Qin onderscheidt drie belangrijke factoren: nauwkeurigheid, beschikbaarheid en onafhankelijkheid.

 

“Technologische ontwikkelingen en gegevensverwerkingsmogelijkheden betekenen dat de parametrische index beter kan aansluiten bij de blootstelling van klanten dan traditionele verzekeraars”, aldus Qin. “De beschikbaarheid van de index is ook belangrijk, net als de frequentie waarmee de index wordt bijgewerkt. En de index moet onafhankelijk worden onderhouden en mag niet worden gemanipuleerd of aangepast door de verzekeraar of de verzekerden.”

Brokers urge risk managers to embrace ERM and be more strategic

Nicholas PrattNovember 26, 2024

Adam Peckman, Aon

Risk managers must align their work with the company’s business goals in order to avoid just pursuing risk management for risk management’s sake, according to brokers.

They should also make better use of the data they work with by ensuring it can be fed into senior executives’ decision making and try to be more positive in their outlook to avoid risk managers being tagged with the dreaded ‘business disablers’ moniker.

Brokers from Marsh and Aon were addressing an audience of risk managers at the Pan-Asia Risk and Insurance Management Association (Parima) conference held in Taiwan.

These may be familiar messages that have been repeated for many years within the risk management industry but there at least appears to be signs of progress in areas such as business continuity management.

According to Sean Lin, head of Marsh Advisory, Marsh Taiwan, and Marshall Lee, managing director, head of climate and sustainability, Marsh McLennan Asia, companies in Taiwan are adopting BCM in greater numbers.

“A lot of insurance buyers are focused on BCM due to the supply chain disruption they suffered during the pandemic,” said Lee.

In addition, more companies are aligning themselves with various International Standard Organisation (ISO) frameworks, said Lee. For example, companies within supply chains are increasingly required to comply with ISO 22301, a standard specifically for BCM.

The same standard is also being used as the basis for firms’ geopolitical risk assessments, while business impact analysis has also become very important, according to Lee.

“You have to know who your stakeholders are and you have to know how long it will take to recover from any disruptions in your operations. And when you develop various supply chain strategies, you must ensure they align with the company’s sustainability values,” said Lee. “Otherwise, you are just wasting your company’s resources.”

The importance of alignment was also emphasised by Adam Peckman, head of risk consulting and cyber solutions, Asia Pacific, Aon.

He highlighted an apparent disconnect between the risks prioritised by business leaders in the region and the amount of insurance purchased by risk managers. According to Aon’s analysis, AI has become hugely important in business performance but risk managers are not yet able to talk about the cost of AI risk.

It is a similar scenario with cyber risk. While business leaders have identified it as a top risk, the insurance market is relatively small, with just $18bn in gross written premium globally.

“This is because we do not as an industry quantify the risk in a meaningful way,” said Peckman. “As risk managers, you do all of this fantastic work but how does that feed into decision making?”

“Matching risk to risk capital and balance sheet protection is the ultimate aim but risk managers do not emphasise the positive side enough and how they create value. It is not just about identifying risks but linking them to better business performance,” said Peckman.

Makelaars sporen risicomanagers aan om ERM te omarmen en strategischer te zijn

Nicholas PrattNovember 26, 2024

Adam Peckman, hoofd risicoadvies en cyberoplossingen, Azië-Pacific, Aon Adam Peckman, Aon

Risicomanagers moeten hun werk afstemmen op de bedrijfsdoelstellingen om te voorkomen dat ze alleen maar aan risicomanagement doen omwille van het risicomanagement, aldus makelaars.

 

Ze moeten ook beter gebruik maken van de gegevens waarmee ze werken door ervoor te zorgen dat deze kunnen worden gebruikt in de besluitvorming van senior executives en ze moeten proberen positiever te zijn in hun kijk op de zaken om te voorkomen dat risicomanagers het gevreesde etiket ‘business disablers’ opgeplakt krijgen.

 

Makelaars van Marsh en Aon spraken een publiek van risicomanagers toe op de Pan-Asia Risk and Insurance Management Association (Parima) conferentie in Taiwan.

 

Dit zijn misschien bekende boodschappen die al jaren worden herhaald binnen de risicomanagementsector, maar er lijken in ieder geval tekenen van vooruitgang te zijn op gebieden zoals bedrijfscontinuïteitsbeheer.

 

Volgens Sean Lin, hoofd Marsh Advisory, Marsh Taiwan, en Marshall Lee, managing director, hoofd klimaat en duurzaamheid, Marsh McLennan Asia, gaan bedrijven in Taiwan steeds meer over tot BCM.

 

“Veel verzekeringskopers richten zich op BCM vanwege de verstoring van de toeleveringsketen tijdens de pandemie”, aldus Lee.

 

Daarnaast sluiten meer bedrijven zich aan bij verschillende kaders van de International Standard Organisation (ISO), aldus Lee. Bedrijven in toeleveringsketens moeten bijvoorbeeld steeds vaker voldoen aan ISO 22301, een norm die specifiek is gericht op BCM.

 

Dezelfde norm wordt ook gebruikt als basis voor de beoordeling van geopolitieke risico’s door bedrijven, terwijl de analyse van de bedrijfsimpact ook erg belangrijk is geworden, aldus Lee.

 

“Je moet weten wie je stakeholders zijn en je moet weten hoe lang het duurt om te herstellen van eventuele verstoringen in je activiteiten. En wanneer je verschillende supply chain-strategieën ontwikkelt, moet je ervoor zorgen dat ze in lijn zijn met de duurzaamheidswaarden van het bedrijf,” aldus Lee. “Anders verspil je alleen maar de middelen van je bedrijf.”

 

Het belang van afstemming werd ook benadrukt door Adam Peckman, hoofd risicoadvies en cyberoplossingen, Azië-Pacific, Aon.

 

Hij benadrukte dat er een duidelijk verschil is tussen de risico’s die bedrijfsleiders in de regio als prioriteit zien en de hoeveelheid verzekeringen die risicomanagers aanschaffen. Volgens de analyse van Aon is AI enorm belangrijk geworden voor de bedrijfsprestaties, maar zijn risicomanagers nog niet in staat om over de kosten van AI-risico’s te praten.

 

Het is een vergelijkbaar scenario met cyberrisico. Hoewel bedrijfsleiders het hebben aangemerkt als een toprisico, is de verzekeringsmarkt relatief klein, met slechts 18 miljard dollar aan bruto geschreven premie wereldwijd.

 

“Dit komt omdat we als industrie het risico niet op een zinvolle manier kwantificeren”, zegt Peckman. “Als risicomanagers doen jullie al dit fantastische werk, maar hoe wordt dat verwerkt in de besluitvorming?”

 

“Het afstemmen van risico op risicokapitaal en balansbescherming is het uiteindelijke doel, maar risicomanagers benadrukken niet genoeg de positieve kant en hoe ze waarde creëren. Het gaat niet alleen om het identificeren van risico’s, maar om ze te koppelen aan betere bedrijfsprestaties,” aldus Peckman.

Parima Taiwan: Firms face generational challenge over talent shortage

Nicholas PrattNovember 25, 2024

Steve Tunstall, general secretary, Parima

Attracting and retaining staff has become one of the most challenging risks facing corporations in Asia thanks to increased global competition, generational differences and cultural challenges.

However, it is possible to overcome these obstacles by promoting internal opportunities and the smart use of technology.

This was the main takeaway from a panel session devoted to human resources (HR) risk at the recent Pan Asia Risk and Insurance Management Association (Parima) conference, held in Taiwan for the first time.

The audience were told of the plan devised by Philippines-based conglomerate Ayala Corporation and its 50,000 employees.

Xandra Feliza B Galang, talent management head, strategic human resources, corporate resources group at Ayala Corporation, told how the company ran a group-wide assessment that revealed three of the top 20 risks were related to talent shortage.

“When Ayala ran the assessment, there were three aspects to the talent risk – attracting the right people, attracting them at the right time, and retaining them,” said Feliza B Galang.

“And we are operating in a more competitive market. We’re not only competing against local organisations but global ones – Google, Microsoft and a whole host of start-ups.”

There are also different ways of working, as was evident during the lockdown when there was a mass move to home-based working – a trend that continued post-pandemic.

According to Feliza B Galang, companies have to reimagine their talent acquisition strategy. “From HR’s perspective, it is a common strategy to attract, develop and retain. That’s the normal framework,” she said.

“But we have changed that – let’s be bolder, let’s be better. Instead of looking externally, let’s look internally first. Let’s leverage the skills we have within the organisation and empower our employees. We will give you a menu and you can design your career path with us.”

While the concept is simple, the implementation is not simple when there are more than 50,000 employees involved, added Feliza B Galang.

The team has produced a three-year roadmap and is currently developing an AI-based system that uses algorithms to match people with suitable roles within the organisation. In addition, all employees are trained to use a ‘career compass’, which Feliza B Galang describes as a “google maps for employees”.

However, challenges remain over generational and cultural differences, she said.

“We had to understand the different aspirations of different generations through one-to-one interviews. There are some changes. Younger generations are more impatient and many are not planning to stay long. They have a career path all mapped out.”

However, there are core values that appeal to all generations. “Everyone wants to be recognised and praised,” said Feliza B Galang.

Her comments about generational challenges were shared by her fellow panellists.

“Gen Z and Gen Alpha don’t need a safety net. They’re not scared. There’s no fear factor. They always have a back-up plan – they can set up a business on Instagram,” said Steve Tunstall, co-founder, director and general secretary, Parima.

The fact that the conference featured a panel on HR risk showed just how much more important this issue has become for risk managers, added Tunstall. “Things are moving so quickly and the risk within HR has never been more important.”

Tunstall, born in the UK, relocated to Asia, as did fellow panellist Tyn van Amelsfoort, born in the Netherlands, who is regional security director, Asia Pacific, for Hong Kong-based AtkinsRealis and a Parima board member.

“Mobility is also important. I moved from Europe to Hong Kong,” said Van Amelsfoort. “But that creates some cultural challenges in terms of different nationalities.”

“This is where DEI will be important as globalisation increases,” added Feliza B Galang, “We call it cultural agility to make sure we continually grow.”

Mergers and acquisitions also bring similar cultural challenges, said Annacel Natividad, chief risk officer and sustainability head, Aboitiz Food Group and president of Parima. “Thanks to acquisitions, we are now operating in eight countries and our number one risk is people risk,” said Natividad.

“There is a different culture in each country and we’re not fully integrated yet. Risk is driven by how we optimise the talent in each country. There are also language barriers.”

According to Tunstall, the international expansion of Asian companies is only going to increase and therefore it is important to address the HR implications of this trend, not just at both a company and nation level.

“In the 20th century it was western conglomerates. But this is the Asian century and these companies will look to grow internationally. There is often some fear and trepidation about moving abroad – family, schools and the impact on your job prospects at home. In Asia, these conversations are only just beginning.”

For example, Singapore has recently introduced a national government initiative designed to support companies expanding overseas. The Overseas Markets Immersion Programme, launched on November 15, will provide funding to companies looking to send staff to other countries. This funding will cover 70% of their salary and relocation costs for nine months.

Parima Taiwan: Firms face generational challenge over talent shortage

Nicholas PrattNovember 25, 2024

Steve Tunstall, general secretary, Parima

Attracting and retaining staff has become one of the most challenging risks facing corporations in Asia thanks to increased global competition, generational differences and cultural challenges.

However, it is possible to overcome these obstacles by promoting internal opportunities and the smart use of technology.

This was the main takeaway from a panel session devoted to human resources (HR) risk at the recent Pan Asia Risk and Insurance Management Association (Parima) conference, held in Taiwan for the first time.

The audience were told of the plan devised by Philippines-based conglomerate Ayala Corporation and its 50,000 employees.

Xandra Feliza B Galang, talent management head, strategic human resources, corporate resources group at Ayala Corporation, told how the company ran a group-wide assessment that revealed three of the top 20 risks were related to talent shortage.

“When Ayala ran the assessment, there were three aspects to the talent risk – attracting the right people, attracting them at the right time, and retaining them,” said Feliza B Galang.

“And we are operating in a more competitive market. We’re not only competing against local organisations but global ones – Google, Microsoft and a whole host of start-ups.”

There are also different ways of working, as was evident during the lockdown when there was a mass move to home-based working – a trend that continued post-pandemic.

According to Feliza B Galang, companies have to reimagine their talent acquisition strategy. “From HR’s perspective, it is a common strategy to attract, develop and retain. That’s the normal framework,” she said.

“But we have changed that – let’s be bolder, let’s be better. Instead of looking externally, let’s look internally first. Let’s leverage the skills we have within the organisation and empower our employees. We will give you a menu and you can design your career path with us.”

While the concept is simple, the implementation is not simple when there are more than 50,000 employees involved, added Feliza B Galang.

The team has produced a three-year roadmap and is currently developing an AI-based system that uses algorithms to match people with suitable roles within the organisation. In addition, all employees are trained to use a ‘career compass’, which Feliza B Galang describes as a “google maps for employees”.

However, challenges remain over generational and cultural differences, she said.

“We had to understand the different aspirations of different generations through one-to-one interviews. There are some changes. Younger generations are more impatient and many are not planning to stay long. They have a career path all mapped out.”

However, there are core values that appeal to all generations. “Everyone wants to be recognised and praised,” said Feliza B Galang.

Her comments about generational challenges were shared by her fellow panellists.

“Gen Z and Gen Alpha don’t need a safety net. They’re not scared. There’s no fear factor. They always have a back-up plan – they can set up a business on Instagram,” said Steve Tunstall, co-founder, director and general secretary, Parima.

The fact that the conference featured a panel on HR risk showed just how much more important this issue has become for risk managers, added Tunstall. “Things are moving so quickly and the risk within HR has never been more important.”

Tunstall, born in the UK, relocated to Asia, as did fellow panellist Tyn van Amelsfoort, born in the Netherlands, who is regional security director, Asia Pacific, for Hong Kong-based AtkinsRealis and a Parima board member.

“Mobility is also important. I moved from Europe to Hong Kong,” said Van Amelsfoort. “But that creates some cultural challenges in terms of different nationalities.”

“This is where DEI will be important as globalisation increases,” added Feliza B Galang, “We call it cultural agility to make sure we continually grow.”

Mergers and acquisitions also bring similar cultural challenges, said Annacel Natividad, chief risk officer and sustainability head, Aboitiz Food Group and president of Parima. “Thanks to acquisitions, we are now operating in eight countries and our number one risk is people risk,” said Natividad.

“There is a different culture in each country and we’re not fully integrated yet. Risk is driven by how we optimise the talent in each country. There are also language barriers.”

According to Tunstall, the international expansion of Asian companies is only going to increase and therefore it is important to address the HR implications of this trend, not just at both a company and nation level.

“In the 20th century it was western conglomerates. But this is the Asian century and these companies will look to grow internationally. There is often some fear and trepidation about moving abroad – family, schools and the impact on your job prospects at home. In Asia, these conversations are only just beginning.”

For example, Singapore has recently introduced a national government initiative designed to support companies expanding overseas. The Overseas Markets Immersion Programme, launched on November 15, will provide funding to companies looking to send staff to other countries. This funding will cover 70% of their salary and relocation costs for nine months.

 

arima Taiwan: Bedrijven staan voor generatie-uitdaging door tekort aan talent

Nicholas Pratt25 november 2024

Steve Tunstall, algemeen secretaris, Parima Steve Tunstall, algemeen secretaris, Parima

Het aantrekken en behouden van personeel is een van de grootste uitdagingen geworden voor bedrijven in Azië, dankzij de toegenomen wereldwijde concurrentie, generatieverschillen en culturele uitdagingen.

 

Het is echter mogelijk om deze obstakels te overwinnen door interne mogelijkheden te stimuleren en slim gebruik te maken van technologie.

 

Dit was de belangrijkste conclusie van een paneldiscussie over HR-risico’s tijdens de recente Pan Asia Risk and Insurance Management Association (Parima) conferentie, die voor het eerst in Taiwan werd gehouden.

 

Het publiek kreeg te horen over het plan van het Filippijnse conglomeraat Ayala Corporation en zijn 50.000 werknemers.

 

Xandra Feliza B Galang, hoofd talentmanagement, strategic human resources, corporate resources group bij Ayala Corporation, vertelde hoe het bedrijf een groepsbrede beoordeling uitvoerde waaruit bleek dat drie van de 20 grootste risico’s te maken hadden met een tekort aan talent.

 

“Toen Ayala de beoordeling uitvoerde, waren er drie aspecten aan het talentrisico – de juiste mensen aantrekken, ze op het juiste moment aantrekken en ze behouden,” zei Feliza B Galang.

 

“En we opereren in een markt met meer concurrentie. We concurreren niet alleen met lokale organisaties, maar ook met wereldwijde organisaties – Google, Microsoft en een hele reeks start-ups.”

 

Er zijn ook andere manieren van werken, zoals duidelijk werd tijdens de lockdown, toen massaal werd overgeschakeld op thuiswerken – een trend die zich na de pandemie voortzette.

 

Volgens Feliza B Galang moeten bedrijven hun strategie voor het aantrekken van talent opnieuw bekijken. “Vanuit HR-perspectief is het een gebruikelijke strategie om personeel aan te trekken, te ontwikkelen en te behouden. Dat is het normale kader”, zegt ze.

 

“Maar we hebben dat veranderd – laten we moediger zijn, laten we beter zijn. In plaats van naar buiten te kijken, kijken we eerst intern. Laten we gebruik maken van de vaardigheden die we binnen de organisatie hebben en onze medewerkers de kracht geven. We geven je een menu en je kunt samen met ons je carrièrepad uitstippelen.”

 

Hoewel het concept eenvoudig is, is de implementatie niet eenvoudig als er meer dan 50.000 werknemers bij betrokken zijn, voegt Feliza B Galang toe.

 

Het team heeft een driejarig stappenplan opgesteld en ontwikkelt momenteel een AI-gebaseerd systeem dat algoritmes gebruikt om mensen te matchen met geschikte rollen binnen de organisatie. Daarnaast worden alle werknemers getraind in het gebruik van een ‘loopbaankompas’, dat Feliza B Galang omschrijft als een “google maps voor werknemers”.

 

Er zijn echter nog uitdagingen op het gebied van generatie- en cultuurverschillen, zegt ze.

 

“We moesten de verschillende aspiraties van de verschillende generaties begrijpen door middel van één-op-één interviews. Er zijn enkele veranderingen. Jongere generaties zijn ongeduldiger en velen zijn niet van plan lang te blijven. Ze hebben hun carrièrepad al helemaal uitgestippeld.”

 

Er zijn echter kernwaarden die alle generaties aanspreken. “Iedereen wil erkend en geprezen worden,” zei Feliza B Galang.

 

Haar opmerkingen over de generatie-uitdagingen werden gedeeld door haar collega-panelleden.

 

“Gen Z en Gen Alpha hebben geen vangnet nodig. Ze zijn niet bang. Er is geen angstfactor. Ze hebben altijd een back-up plan – ze kunnen een bedrijf opzetten op Instagram,” zei Steve Tunstall, medeoprichter, directeur en algemeen secretaris van Parima.

 

Het feit dat de conferentie een panel over HR-risico’s had, liet zien hoeveel belangrijker dit onderwerp is geworden voor risicomanagers, voegde Tunstall eraan toe. “Dingen gaan zo snel en de risico’s binnen HR zijn nog nooit zo belangrijk geweest.”

 

Tunstall, geboren in het Verenigd Koninkrijk, verhuisde naar Azië, net als mede panellid Tyn van Amelsfoort, geboren in Nederland, die regionaal security director, Asia Pacific, is voor het in Hong Kong gevestigde AtkinsRealis en bestuurslid is van Parima.

 

“Mobiliteit is ook belangrijk. Ik ben van Europa naar Hongkong verhuisd”, zegt Van Amelsfoort. “Maar dat creëert een aantal culturele uitdagingen in termen van verschillende nationaliteiten.”

 

“Dit is waar DEI belangrijk zal zijn naarmate de globalisering toeneemt,” voegde Feliza B Galang toe, ”We noemen het culturele flexibiliteit om ervoor te zorgen dat we voortdurend blijven groeien.”

 

Fusies en overnames brengen ook vergelijkbare culturele uitdagingen met zich mee, aldus Annacel Natividad, chief risk officer en hoofd duurzaamheid bij Aboitiz Food Group en voorzitter van Parima. “Dankzij overnames zijn we nu actief in acht landen en ons grootste risico is het mensenrisico”, zegt Natividad.

 

“In elk land heerst een andere cultuur en we zijn nog niet volledig geïntegreerd. Het risico wordt bepaald door hoe we het talent in elk land optimaliseren. Er zijn ook taalbarrières.”

 

Volgens Tunstall zal de internationale expansie van Aziatische bedrijven alleen maar toenemen en daarom is het belangrijk om de HR-implicaties van deze trend aan te pakken, niet alleen op bedrijfs- maar ook op nationaal niveau. “In de 20e eeuw waren het westerse conglomeraten. Maar dit is de Aziatische eeuw en deze bedrijven zullen internationaal willen groeien. Er is vaak wat angst en vrees om naar het buitenland te verhuizen – familie, scholen en de impact op je kansen op werk thuis. In Azië beginnen deze gesprekken nu pas.”

 

Singapore heeft bijvoorbeeld onlangs een nationaal overheidsinitiatief geïntroduceerd om bedrijven te ondersteunen die naar het buitenland willen uitbreiden. Het Overseas Markets Immersion Programme, dat op 15 november van start is gegaan, biedt financiering aan bedrijven die personeel naar andere landen willen sturen. Deze financiering dekt 70% van hun salaris en verhuiskosten gedurende negen maanden.

 

 

Strategisch partnerschap DP Survey Group met Horjus Marine Consultancy

DP Survey Groep is een strategische samenwerking aangegaan met Horjus Marine Consultancy.

Het in Almere gevestigde marine consultancybedrijf, met een vijftal werknemers, legt zich toe op het uitvoeren van garantie-inspecties en consultancywerkzaamheden op het gebied van transport in het zee-, lucht-, weg- en spoorvervoer, waarbij Heavy Lift-activiteiten één van de specialismes vormt.

Het partnerschap heeft ook gevolgen voor het dienstverleningspalet van TOP Expertise, onderdeel van de DP Survey Group. En dan met name op Marine-gebied, dat onder leiding staat van Arjan Honing.

De DP Survey Groep is, door dit partnerschap, nu uitgebreid met een extra team van ervaren surveyors op het vlak van Marine Consultancy, Engineering en Marine Warranty. Door de samenwerking heeft de DP Survey groep nu ook de beschikking over een SOMWS geaccrediteerde surveyor.

Met deze stap hebben DP Survey Groep en Team Horjus hun positie versterkt om strategische projecten overal ter wereld te bedienen. De best-in-class standaarden die onze klanten al meer dan 30 jaar kennen en waarderen, zullen nu gegarandeerd nog vele jaren blijven bestaan.

De Marine Consultancy binnen de DP Survey Groep is een team van surveyors met vele jaren ervaring in zee-, lucht-, weg- en spoorvervoer. Het team bestaat uit experts met verschillende achtergronden, variërend van voormalige zeelieden tot engineers en Naval architects.

Daarnaast maakt het gebruik van een sterk en breed netwerk van eigen en lokale surveyors over de hele wereld, om klanten de best mogelijke diensten en flexibiliteit voor hun projecten te kunnen bieden.

De kernspecialiteit in de samenwerking tussen DP Survey Groep en Team Horjus is het uitvoeren van garantie-inspecties. Dankzij jarenlange ervaring in de scheepvaart en Heavy Lift operaties, kunnen wij klanten voorzien van consultancy op maat voor elk soort vraagstuk met betrekking tot de projectplanning, uitvoering of andere complexiteiten tijdens de transportfase. Dit omvat bijvoorbeeld verpakkingsadvies, transportengineering of haalbaarheidsstudies.

Het Partnerschap biedt een breed scala aan diensten in verschillende sectoren van de scheepvaartindustrie, zoals Wind, Power Generation, Offshore en andere: Het gaat onder meer om schade-inspecties, bergings-, opslag- en conditie-inspecties, laden, stuwen en vastzetten, schaderegeling en claims, port captaincy, QHSE-audits, installatie van zware lasten op funderingen, kabellegwerkzaamheden, RoRo- en ballastplanning, IT-oplossingen en haalbaarheidsstudies.

Door dit Partnerschap breidt ook TOP Expertise haar werkzaamheden op het Marine vlak in ons land uit, waar momenteel twee medewerkers zich in dit gebied bezighouden: Arjan Honing en Bert Post. Behalve in Nederland en België is DP Survey Group mede door participaties in andere bedrijven gevestigd in Duitsland, Polen, Frankrijk, Spanje, Afrika en de USA.

Stijgende cyberrisico’s: grote ondernemingen, toeleveringsketens en belangrijke industrieën in het vizier

Bedrijven met een omzet van >50 miljoen dollar hebben 2,5x meer kans op cyberincidenten

Het aantal aanvallen op de toeleveringsketen is sinds 2021 vervijfvoudigd, met 431%

De productiesector is het meest kwetsbaar voor cyberdreigingen

PLEASANTON, Californië, 21 november 2024 – Bedrijven met een omzet van meer dan $50 miljoen (£40,5 miljoen) hebben 2,5x meer kans om te maken te krijgen met cyberincidenten – dat blijkt uit een nieuw Cyber ​​Roundup Report dat vandaag is gepubliceerd door Cowbell, een toonaangevende leverancier van cyberincidenten. verzekeringen voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) en middelgrote bedrijven.

 

Het nieuwe rapport van Cowbell is gebaseerd op een uitgebreide driejarige dataset van meer dan 46 miljoen MKB-bedrijven in de VS, het VK en Japan en onderscheidt zich van andere wereldwijd.

 

Het rapport belicht niet alleen de frequentie van aanvallen onder grotere organisaties, maar werpt ook licht op de verhoogde kwetsbaarheid van kleinere MKB-bedrijven als gevolg van de beperkte middelen op het gebied van cyberbeveiliging, en de escalerende dreiging van aanvallen op de toeleveringsketen en sectorspecifieke cyberblootstelling.

 

Jack Kudale, oprichter en CEO van Cowbell, besprak de bevindingen van het rapport en zei: “Het digitale tijdperk heeft een aantal ongelooflijke mogelijkheden voor bedrijfsgroei geopend. Maar in één adem brengt het ook een complex geheel van cyberrisico’s met zich mee. Over de hele linie zien we dat cybercriminelen profiteren van interconnectiviteit, automatisering en opkomende tools zoals AI om steeds geavanceerdere aanvallen uit te voeren.”

 

De belangrijkste bevindingen zijn onder meer:

 

Het aantal aanvallen op de toeleveringsketen is sinds 2021 met 431% toegenomen, wat wijst op een groeiende kwetsbaarheid in onderling verbonden bedrijfsecosystemen.

Soaring cyber risks: Large enterprises, supply chains and key industries in the crosshairs

·         Businesses with >$50m revenue are 2.5x more likely to face cyber incidents

·         Supply chain attacks increased fivefold, up by 431%, since 2021

·         Manufacturing sector is most vulnerable to cyber threats

PLEASANTON, Calif., Nov. 21, 2024 – Businesses with revenues exceeding $50 million (£40.5m) are 2.5x more likely to face cyber incidents – that’s according to a new Cyber Roundup Report published today by Cowbell, a leading provider of cyber insurance for small and medium-sized enterprises (SMEs) and middle-market businesses.

Drawing on a vast three-year data set from over 46 million SMEs across the US, UK, and Japan, Cowbell’s new report stands apart from others globally.

As well as spotlighting the frequency of attacks among larger organizations, the report also sheds light on the heightened vulnerability of smaller SMEs due to limited cybersecurity resources, and the escalating threat of supply chain attacks and industry-specific cyber exposure.

Discussing the report findings, Cowbell founder and CEO Jack Kudale said: “The digital age has opened up some incredible avenues for business growth. But in the same breath, it’s also brought a complex set of cyber risks. Across the board, we’re seeing cybercriminals capitalize on interconnectivity, automation, and emerging tools like AI to launch increasingly sophisticated attacks.”

Soaring cyber risks: Large enterprises, supply chains and key industries in the crosshairs

·         Businesses with >$50m revenue are 2.5x more likely to face cyber incidents

·         Supply chain attacks increased fivefold, up by 431%, since 2021

·         Manufacturing sector is most vulnerable to cyber threats

PLEASANTON, Calif., Nov. 21, 2024 – Businesses with revenues exceeding $50 million (£40.5m) are 2.5x more likely to face cyber incidents – that’s according to a new Cyber Roundup Report published today by Cowbell, a leading provider of cyber insurance for small and medium-sized enterprises (SMEs) and middle-market businesses.

Drawing on a vast three-year data set from over 46 million SMEs across the US, UK, and Japan, Cowbell’s new report stands apart from others globally.

As well as spotlighting the frequency of attacks among larger organizations, the report also sheds light on the heightened vulnerability of smaller SMEs due to limited cybersecurity resources, and the escalating threat of supply chain attacks and industry-specific cyber exposure.

Discussing the report findings, Cowbell founder and CEO Jack Kudale said: “The digital age has opened up some incredible avenues for business growth. But in the same breath, it’s also brought a complex set of cyber risks. Across the board, we’re seeing cybercriminals capitalize on interconnectivity, automation, and emerging tools like AI to launch increasingly sophisticated attacks.”

 

Key findings include:

·         Supply chain attacks have surged by 431% since 2021, indicating a growing vulnerability in interconnected business ecosystems.

·         The manufacturing sector emerges as the most at-risk, with cyber risk scores 11.7% below the global average – a finding driven by the sector’s reliance on automation and the sensitivity of its intellectual property.

·         Public administration and educational services also face elevated risks, particularly from ransomware attacks, with a 70% increase in attacks on educational institutions over the past year.

·         Five risky technology categories were identified, and include operating systems, content management tools, virtualization technologies, server-side technologies, and business applications.

 Kudale continues: “This report underscores one particularly critical reality: no business – large, small, or niche – is immune to cyber threats. Larger organizations are key targets because of their vast data and complex operations, while smaller businesses are at risk due to supply chain vulnerabilities and limited cybersecurity resources. The latter may face a lower frequency of attacks overall, however, the consequences of a single incident can be devastating, including significant financial losses, crippling downtime and business interruption, and, in some cases, closure. The stark 70% rise in attacks on educational institutions, many under-resourced, highlights how vulnerable underprepared sectors can be.”

In addition to the report’s key findings, Cowbell provides businesses with practical recommendations for cyber risk management, emphasizing the role of comprehensive third-party risk management, technology risk prioritization, and the importance of regular employee training and robust Incident Response Plans (IRPs).

“To stay resilient, leaders across businesses of all sizes and sectors need to prioritize cybersecurity just as they would any other core aspect of their operations. At Cowbell, we’re committed to equipping SMEs and mid-market businesses with the insights and resources they need to protect themselves in this evolving threat landscape,” Kudale adds.

To learn more and download the full report now.

• De productiesector komt naar voren als de meest risicovolle sector, met cyberrisicoscores die 11,7% onder het mondiale gemiddelde liggen – een bevinding die wordt gedreven door de afhankelijkheid van de sector van automatisering en de gevoeligheid van zijn intellectuele eigendom.

• Openbaar bestuur en onderwijsdiensten worden ook geconfronteerd met verhoogde risico’s, vooral als gevolg van ransomware-aanvallen, waarbij het aantal aanvallen op onderwijsinstellingen het afgelopen jaar met 70% is toegenomen.

• Er zijn vijf risicovolle technologiecategorieën geïdentificeerd, waaronder besturingssystemen, contentmanagementtools, virtualisatietechnologieën, server-side technologieën en bedrijfsapplicaties.

Kudale vervolgt: “Dit rapport onderstreept een bijzonder cruciale realiteit: geen enkel bedrijf – groot, klein of niche – is immuun voor cyberdreigingen. Grotere organisaties zijn belangrijke doelwitten vanwege hun enorme hoeveelheid data en complexe activiteiten, terwijl kleinere bedrijven risico lopen vanwege kwetsbaarheden in de toeleveringsketen en beperkte cyberbeveiligingsmiddelen. Deze laatste kunnen in het algemeen te maken krijgen met een lagere frequentie van aanvallen, maar de gevolgen van een enkel incident kunnen verwoestend zijn, waaronder aanzienlijke financiële verliezen, verlammende downtime en bedrijfsonderbrekingen, en in sommige gevallen zelfs sluiting. De sterke stijging van 70% in aanvallen op onderwijsinstellingen, waarvan er vele over onvoldoende middelen beschikken, onderstreept hoe kwetsbaar slecht voorbereide sectoren kunnen zijn.”

Naast de belangrijkste bevindingen van het rapport biedt Cowbell bedrijven praktische aanbevelingen voor het beheer van cyberrisico’s, waarbij de nadruk wordt gelegd op de rol van alomvattend risicobeheer van derden, het prioriteren van technologische risico’s en het belang van regelmatige werknemerstraining en robuuste Incident Response Plans (IRP’s).

“Om veerkrachtig te blijven, moeten leiders in bedrijven van elke omvang en in elke sector prioriteit geven aan cyberbeveiliging, net zoals ze dat bij elk ander kernaspect van hun activiteiten zouden doen. Bij Cowbell willen we het midden- en kleinbedrijf uitrusten met de inzichten en middelen die ze nodig hebben om zichzelf te beschermen in dit evoluerende dreigingslandschap”, voegt Kudale toe.

Voor meer informatie en download nu het volledige rapport

 

 

Dienstensector goed voor ruim drie kwart van de Nederlandse economie

26-11-2024 06:30

© Hollandse Hoogte / Peter HilzHet belang van de dienstensector voor de Nederlandse economie is in vergelijking met 1950 sterk toegenomen. De dienstensector was in 2023 goed voor 77 procent van de totale toegevoegde waarde in Nederland. In 1950 was dat 49 procent. Het toegenomen economische belang is ook terug te zien op de arbeidsmarkt: 4 op de 5 gewerkte uren werden in 2023 besteed aan dienstverlening. Dit blijkt uit een analyse van het CBS in het kader van het 125-jarig jubileum.

De dienstverlening kan worden gesplitst in een commercieel en een niet-commercieel deel. Commerciële dienstverlening is gericht op het maken van winst. Dit zijn bedrijven die zich bezighouden met handel, transport, horeca, communicatie, financiën, vastgoed, en zakelijke diensten. Deze bedrijven waren in 2023 goed voor 54 procent van de totale toegevoegde waarde in Nederland. Toegevoegde waarde is de waarde van de productie minus de kosten van ingekochte goederen en diensten en geeft de bijdrage aan de economie weer.

De niet-commerciële dienstverlening bestaat uit de bedrijfstakken overheid, onderwijs, zorg en de cultuur, recreatie en overige dienstverlening. Deze diensten waren in 2023 goed voor 23 procent van de totale toegevoegde waarde.

Het belang van de dienstensector nam tot 2016 gestaag toe tot 79 procent van de toegevoegde waarde. Sindsdien is het aandeel van deze sector in de economie licht gedaald. Dat is onder meer toe te schrijven aan de groei van de machine-industrie, de energievoorziening en de bouwnijverheid. Hierdoor nam het aandeel van de goederenproducenten weer toe.

195019601970198019902000201020200255075100Aandeel in totale toegevoegde waarde1)

Commerciële dienstverlening

Niet-commerciële dienstverlening

Goederenproducenten

%

1)De data voor eerdere jaren zijn op basis van andere methoden, waardoor er methodebreuken zijn in 1995 en 1969.

Download CSVToon tabel

Aandeel in totale toegevoegde waarde1)
Jaar Commerciële dienstverlening (%) Niet-commerciële dienstverlening (%) Goederenproducenten (%)
1950 33,8 15,4 50,8
1951 34,2 15,1 50,7
1952 33,4 15,1 51,5
1953 32,9 15,1 52,0
1954 33,0 15,5 51,5
1955 33,8 15,7 50,6
1956 34,3 15,8 49,9
1957 33,7 16,3 50,0
1958 33,0 16,8 50,2
1959 33,1 16,5 50,4
1960 32,9 16,3 50,8
1961 33,4 16,8 49,8
1962 33,9 17,5 48,6
1963 34,3 17,9 47,8
1964 33,7 18,3 48,0
1965 33,6 18,7 47,7
1966 33,3 19,4 47,3
1967 33,5 19,8 46,6
1968 33,5 19,8 46,7
1969 36,7 20,6 42,7
1970 37,2 21,0 41,8
1971 37,2 21,9 40,9
1972 37,0 22,7 40,3
1973 37,6 22,9 39,6
1974 36,8 23,3 39,9
1975 37,2 25,1 37,7
1976 37,1 25,1 37,8
1977 38,2 25,7 36,1
1978 39,2 26,0 34,8
1979 39,1 26,4 34,6
1980 38,9 26,2 34,9
1981 38,4 25,9 35,7
1982 39,1 26,2 34,7
1983 40,3 25,7 34,0
1984 40,5 24,3 35,2
1985 40,7 23,9 35,4
1986 42,9 23,8 33,2
1987 43,8 24,4 31,9
1988 44,2 23,8 32,0
1989 44,7 23,0 32,2
1990 45,0 22,9 32,1
1991 45,8 22,7 31,5
1992 46,6 23,0 30,4
1993 47,3 23,4 29,4
1994 48,2 22,8 29,1
1995 48,5 22,3 29,1
1996 49,6 21,8 28,6
1997 50,9 21,4 27,7
1998 52,1 21,0 26,9
1999 53,0 20,9 26,0
2000 53,3 20,6 26,1
2001 52,5 21,1 26,4
2002 52,5 22,2 25,3
2003 52,3 22,9 24,8
2004 52,5 23,0 24,5
2005 52,4 22,7 24,9
2006 52,5 22,2 25,2
2007 53,2 21,8 25,0
2008 52,7 22,1 25,2
2009 52,3 24,1 23,6
2010 52,4 24,4 23,2
2011 52,4 24,3 23,3
2012 52,1 24,6 23,3
2013 52,4 24,7 22,8
2014 53,7 24,6 21,7
2015 54,5 24,1 21,4
2016 54,9 24,1 21,0
2017 55,0 23,7 21,3
2018 55,0 23,6 21,4
2019 55,2 23,6 21,2
2020 54,7 23,8 21,5
2021 54,8 23,4 21,8
2022 54,6 22,7 22,7
2023 54,5 22,8 22,7
1)De data voor eerdere jaren zijn op basis van andere methoden, waardoor er methodebreuken zijn in 1995 en 1969.

Aandeel zakelijke diensten meer dan verdubbeld sinds 1969

Tussen 1969, het eerste jaar waarvoor er gedetailleerde data beschikbaar zijn, en 2023 is de structuur van de Nederlandse economie veranderd. Het aandeel van de totale toegevoegde waarde van bedrijven in de industrie (-12,6 procentpunt), landbouw en visserij (-4,3 procentpunt) en de bouwnijverheid (-3,7 procentpunt) is flink gedaald. Daar staat tegenover dat het aandeel van de dienstverlening zoals specialistische zakelijke diensten (+5,6 procentpunt), verhuur en overige zakelijke diensten (+5,1 procentpunt), onroerend goed (+4,0 procentpunt) en de gezondheidszorg (+3,7 procentpunt) is toegenomen.

IndustrieGroot- en detailhandelBouwnijverhijdOpenbaar bestuuren overheidsdienstenLandbouwOnderwijsVervoer en opslagGezondheids- en welzijnszorgFinanciële dienstverleningOnroerend goedOverige dienstverleningSpecialistische zakelijke dienstenEnergie en waterInformatie & CommunicatieVerhuur en overigezakelijke diensten0510152025Aandeel in totale toegevoegde waarde1)

2023

1969

%

1)De data voor eerdere jaren zijn op basis van andere methoden, waardoor er methodebreuken zijn in 1995 en 1969.

Download CSVToon tabel

Aandeel in totale toegevoegde waarde1)
Bedrijfstak 2023 (%) 1969 (%)
Industrie 12,0 24,6
Groot- en detailhandel 13,2 13,1
Bouwnijverhijd 5,0 8,7
Openbaar bestuur
en overheidsdiensten
7,1 7,9
Landbouw 1,9 6,2
Onderwijs 4,9 5,8
Vervoer en opslag 4,5 5,4
Gezondheids- en welzijnszorg 8,5 4,8
Financiële dienstverlening 5,4 4,2
Onroerend goed 8,0 3,9
Overige dienstverlening 4,3 3,8
Specialistische zakelijke diensten 9,4 3,7
Energie en water 3,7 3,2
Informatie & Communicatie 4,9 2,3
Verhuur en overige
zakelijke diensten
7,3 2,2
1)De data voor eerdere jaren zijn op basis van andere methoden, waardoor er methodebreuken zijn in 1995 en 1969.

Ruim 80 procent gewerkte uren in dienstverlening

De toename van de dienstverlenende producenten in de economie is ook terug te zien op de arbeidsmarkt. In 2023 was de dienstverlening goed voor zo’n 81 procent van de totale gewerkte uren, ten opzichte van 58 procent in 1969, het eerste jaar waarvoor vergelijkbare data beschikbaar zijn. Het aandeel is echter de laatste tien jaar niet meer gegroeid.

Het groeiende aandeel van de dienstensector in het totaal aantal gewerkte uren ging samen met de grotere deelname van vrouwen aan de arbeidsmarkt. Waar in 1969 vrouwen nog goed waren voor 23 procent van het totaal aantal gewerkte uren, was dit gestegen tot bijna 41 procent in 2023. In de goederensector is het aandeel door vrouwen gewerkte uren in deze periode verder afgenomen.

Productie industrie bijna 20 keer hoger dan 100 jaar geleden

26-11-2024 06:30

© ANP / Peter HilzDe productie van de industrie was in 2023 bijna 20 keer hoger dan honderd jaar geleden. Dat komt neer op een gemiddeld groeipercentage van 3 procent per jaar. In de afgelopen honderd jaar is de samenstelling van de industrie sterk veranderd. In het kader van zijn 125-jarig bestaan besteedt het CBS dit jaar extra aandacht aan historische ontwikkelingen.

De CBS-statistieken over de productie van de industrie gaan terug tot 1922. In de jaren twintig en dertig waren vooral industrieën zoals textiel, scheepsbouw en voedselverwerking belangrijk in Nederland. Na de Tweede Wereldoorlog was de wederopbouw een belangrijke factor voor een sterke groei van de industrie. In 1974 was de productie van de industrie meer dan vier keer hoger dan in 1949. De oliecrises in de jaren zeventig zorgden voor stijgende kosten en een stagnerende productie. Vanaf de jaren tachtig werden een aantal industrieën verplaatst naar landen met lagere loonkosten. Hierdoor begon de industrie steeds meer te focussen op hoogwaardige productie en technieken en trok de groei weer aan. Sinds de eeuwwisseling is de industrie blijven groeien, ondanks de impact van de financiële crisis en de coronapandemie.

192219321942195219621972198219922002201220220501002575125Productie-index industrie2023=100

Download CSVToon tabel

Productie-index industrie
Jaar Productie-index industrie (2023=100)
1922 5,0
1923 5,0
1924 5,7
1925 6,5
1926 7,2
1927 7,2
1928 7,9
1929 9,3
1930 7,9
1931 7,2
1932 7,2
1933 7,2
1934 7,2
1935 7,2
1936 7,9
1937 8,6
1938 8,6
1939
1940
1941
1942
1943
1944
1945
1946
1947
1948
1949 9,3
1950 10,8
1951 11,5
1952 11,5
1953 12,5
1954 13,8
1955 14,7
1956 15,6
1957 16,3
1958 16,3
1959 17,9
1960 19,9
1961 20,7
1962 21,7
1963 22,9
1964 25,0
1965 26,3
1966 27,4
1967 28,2
1968 30,4
1969 33,4
1970 34,6
1971 35,4
1972 36,9
1973 39,1
1974 41,1
1975 38,8
1976 41,1
1977 40,9
1978 41,7
1979 42,7
1980 42,6
1981 42,1
1982 41,6
1983 42,8
1984 45,6
1985 47,0
1986 48,7
1987 49,7
1988 51,1
1989 53,4
1990 55,2
1991 55,7
1992 56,3
1993 56,0
1994 58,9
1995 61,1
1996 61,9
1997 62,9
1998 64,8
1999 67,0
2000 71,8
2001 71,7
2002 71,8
2003 71,2
2004 73,8
2005 75,5
2006 78,1
2007 82,8
2008 81,7
2009 74,6
2010 79,7
2011 82,4
2012 81,8
2013 80,9
2014 81,8
2015 82,2
2016 84,8
2017 87,5
2018 90,6
2019 89,6
2020 86,8
2021 93,5
2022 100,6
2023 100,0

Textiel, kleding en leer piekt in jaren zestig

De Nederlandse textiel-, kleding- en lederindustrie kende vanaf de jaren vijftig een bloeiperiode met een sterke groei van de productie. De productie van de kledingindustrie bereikte in 1964 een piek en was toen in tien jaar tijd verdubbeld. Deze industrieën waren vooral gecentreerd in enkele gebieden zoals Tilburg, Waalwijk en Enschede. Vanaf halverwege de jaren zestig begon de productie te krimpen als gevolg van toenemende concurrentie uit landen met lagere loonkosten. In 2023 was de productie van de kleding- en lederindustrie meer dan gehalveerd ten opzichte van de piek in de jaren zestig. De productie van de textielindustrie is in diezelfde periode met een kwart gekrompen.

195319631973198319932003201320230100200300Productie-index textiel-, kleding-, en leerindustrie

Textielindustrie

Kledingindustrie

Leer- en schoenenindustrie

2023=100

Download CSVToon tabel

Productie-index textiel-, kleding-, en leerindustrie
Jaar Textielindustrie (2023=100) Kledingindustrie (2023=100) Leer- en schoenenindustrie (2023=100)
1953 84,9 115,5 142,8
1954 90,4 130,6 155,5
1955 93,4 141,7 167,6
1956 98,9 158,8 170,5
1957 99,2 155,5 163,0
1958 92,0 154,2 157,8
1959 102,8 169,9 172,8
1960 109,3 183,7 170,5
1961 112,8 206,0 185,5
1962 113,2 201,4 190,1
1963 121,7 218,5 198,1
1964 128,0 233,6 213,1
1965 123,8 224,4 212,5
1966 130,6 223,1 210,2
1967 120,5 193,6 205,6
1968 127,8 206,0 207,9
1969 138,9 207,3 200,4
1970 137,3 196,8 180,8
1971 138,6 198,7 182,5
1972 137,7 197,4 181,3
1973 134,1 192,4 176,6
1974 134,4 192,7 176,9
1975 124,2 178,1 163,4
1976 128,6 184,4 169,3
1977 115,1 164,9 151,5
1978 116,9 167,5 153,8
1979 115,3 165,2 151,7
1980 108,0 154,9 142,2
1981 98,9 141,8 130,2
1982 102,1 146,4 134,4
1983 99,5 142,7 131,1
1984 98,8 141,7 130,1
1985 100,8 144,5 132,7
1986 109,3 156,8 144,0
1987 101,4 145,5 133,7
1988 102,6 147,1 135,1
1989 105,1 156,0 134,3
1990 106,8 167,7 136,0
1991 104,3 173,1 133,7
1992 101,8 150,2 131,0
1993 100,2 155,3 148,2
1994 98,7 160,4 143,3
1995 95,2 144,4 122,1
1996 95,9 128,4 107,9
1997 98,1 122,2 116,1
1998 107,9 115,7 114,3
1999 112,3 103,5 107,6
2000 117,3 99,1 122,7
2001 115,8 97,9 121,2
2002 110,7 93,6 115,9
2003 108,3 91,5 113,4
2004 95,1 80,4 99,6
2005 95,8 81,0 100,6
2006 98,2 83,0 104,1
2007 105,1 88,9 111,7
2008 102,2 86,5 108,7
2009 88,8 75,1 92,9
2010 100,2 84,7 105,6
2011 103,8 83,8 109,0
2012 100,8 81,6 101,6
2013 102,7 78,3 100,8
2014 104,6 77,1 106,7
2015 107,2 76,8 107,1
2016 105,1 79,5 101,0
2017 113,4 80,3 107,8
2018 117,1 81,6 106,6
2019 111,9 79,0 117,7
2020 104,0 72,6 97,2
2021 111,0 81,6 111,4
2022 108,4 90,0 111,9
2023 100,0 100,0 100,0

Tabaksindustrie nagenoeg verdwenen

Vanaf de jaren vijftig kende de tabaksindustrie in Nederland een sterk groeiende productie voor zowel de binnenlandse markt als voor de export. Vanaf de jaren zeventig nam de bewustwording over de gezondheidsrisico’s van roken toe. Dit leidde tot strengere regelgeving, campagnes om de consumptie te verminderen, en hogere accijnzen. Hierdoor kromp de productie van de tabaksindustrie sterk in de jaren daarna. Tegenwoordig ligt de productie van deze industrie 97 procent lager dan tijdens de piek in 1973.

1953196319731983199320032013202301 0002 0003 0004 000Productie-index tabaksindustrie2023=100

Download CSVToon tabel

Productie-index tabaksindustrie
Jaar Tabaksindustrie (2023=100)
1953 1693,8
1954 1783,8
1955 1810,5
1956 1905,4
1957 1942,6
1958 1926,4
1959 1961,3
1960 2031,0
1961 2167,9
1962 2205,2
1963 2321,1
1964 2383,5
1965 2534,3
1966 2352,7
1967 2502,7
1968 2577,2
1969 2626,7
1970 2687,4
1971 2770,9
1972 3138,9
1973 3512,5
1974 3060,3
1975 2524,5
1976 2474,3
1977 2599,1
1978 2028,6
1979 2009,9
1980 1538,2
1981 1414,2
1982 1248,9
1983 1244,0
1984 1066,5
1985 836,4
1986 607,8
1987 553,5
1988 553,5
1989 626,5
1990 703,5
1991 748,9
1992 713,2
1993 721,3
1994 789,4
1995 846,1
1996 804,0
1997 813,7
1998 835,6
1999 821,0
2000 861,5
2001 858,3
2002 999,3
2003 921,5
2004 880,1
2005 896,0
2006 889,4
2007 938,7
2008 841,9
2009 842,2
2010 810,4
2011 839,1
2012 781,9
2013 753,0
2014 465,5
2015 167,2
2016 157,3
2017 163,9
2018 158,2
2019 155,4
2020 166,7
2021 149,3
2022 123,9
2023 100,0

Machine-industrie nieuwe motor Nederlandse industrie

Sinds 1990 is de productie van de machine-industrie meer dan vervijfvoudigd. Daarmee is deze een stuk harder gegroeid dan de industrie als geheel, die in dezelfde periode met 81 procent is gegroeid. Aanvankelijk draaide de sector vooral om standaard productiemachines, maar inmiddels is deze steeds meer gespecialiseerd in geavanceerde machines voor sectoren als de halfgeleiderindustrie en medische technologie. Vooral tussen 2016 en 2023 is de machine-industrie sterk gegroeid, meer dan een verdrievoudiging van de productie.

19901995200020052010201520200501002575125Productie-index machine-industrie

Machine-industrie

Totale industrie

2023=100

Download CSVToon tabel

Productie-index machine-industrie
Jaar Machine-industrie (2023=100) Totale industrie (2023=100)
1990 16,7 55,2
1991 17,1 55,7
1992 16,6 56,3
1993 16,8 56,0
1994 18,1 58,9
1995 19,4 61,1
1996 20,4 61,9
1997 21,7 62,9
1998 22,2 64,8
1999 21,1 67,0
2000 24,8 71,8
2001 23,2 71,7
2002 22,4 71,8
2003 23,7 71,2
2004 26,8 73,8
2005 27,1 75,5
2006 29,4 78,1
2007 31,7 82,8
2008 30,4 81,7
2009 24,7 74,6
2010 29,9 79,7
2011 32,1 82,4
2012 31,3 81,8
2013 31,3 80,9
2014 33,1 81,8
2015 32,9 82,2
2016 32,0 84,8
2017 37,3 87,5
2018 45,8 90,6
2019 53,2 89,6
2020 56,5 86,8
2021 71,6 93,5
2022 94,8 100,6
2023 100,0 100,0

Minder mensen werkzaam in de industrie

Honderd jaar geleden werkte 28 procent van de werkzame beroepsbevolking in de industrie. In de jaren na de Tweede Wereldoorlog groeide dat door tot een piek in 1960, toen een derde van de werkzame beroepsbevolking actief was in de industrie. In de decennia daarna daalde het aandeel steeds verder. In 2023 was iets meer dan 8 procent van de werkzame beroepsbevolking actief in de industrie. Ook in absolute aantallen lag het aantal industriële banen in 2023 lager dan tijdens de piek van 1960. De groei van arbeidsproductiviteit heeft ervoor gezorgd dat de productie van de industrie in deze periode is blijven groeien.