Context breidt aansprakelijkheidspraktijk verder uit met de komst van Kees Heijboer


Per 1 november 2020 is mr. Kees Heijboer B Ec (35) verbonden aan Context B.V. als expert en consultant. Hij is gespecialiseerd in het behandelen van productaansprakelijkheidszaken en recall-schades. Zijn aandachtsgebieden liggen met name bij agrarische producten, voedingsmiddelen en industriële grondstoffen en fabricaten.

Kees is afkomstig van Sedgwick, waar hij 10,5 jaar werkzaam is. Aanvankelijk als Legal Counsel bij rechtsvoorganger Cunningham Lindsey en de afgelopen ruim acht jaar als Major & Complex Loss Expert.  Hij heeft jarenlang ervaring als senior schade-expert in de co-assurantiemarkt bij Sedgwick. Daarnaast was hij coördinator voor internationale aansprakelijkheidsschades voor de captives van verschillende multinationals. Kees heeft zijn studie Bedrijfskunde aan de Hogeschool Inholland in Rotterdam afgerond en heeft zijn bachelor Nederlands recht en master Bedrijfsrecht aan de Rechtenfaculteit van de Erasmus Universiteit Rotterdam behaald.

“We zijn blij Kees te mogen verwelkomen. Behalve met zijn ruime ervaring als expert brengt hij als Millennial de volgende generatie in ons team”, aldus  managing partner Michael Blonk. Het team van aansprakelijkheidsexperts van Context bestaat daarmee uit Jeroen van de Mortel, Inge Winter en Kees Heijboer. Zij zijn allen zeer ervaren specialisten en bieden opdrachtgevers ondersteuning bij de behandeling van aansprakelijkheidsclaims en recalls op alle mogelijke gebieden.

  Wederom uitbreidingen bij BosBoon Expertise: Jurgen Baumann versterkt aansprakelijkheidsteam, Mariska Pennings keert terug naar afdeling Personenschade     Jurgen Baumann treedt per 1 december a.s. in dienst bij BosBoon Expertise. “Met veel plezier kijk ik ernaar uit het aansprakelijkheidsteam van BosBoon te gaan versterken”, schrijft hij zelf op LinkedIn.   Baumann deed in september 2011 zijn intrede in de schade-expertisebranche als schade-expert bij Crawford & Company, waar hij ruim 6,5 jaar heeft gewerkt, waarvan de laatste 1,5 jaar als  Strategic Accountmanager en Cyber Incident Manager. Na een uitstapje van eveneens 1,5 jaar bij de Veiligheidsregio Twente als Adviseur Verzekeringen, keerde hij vorig jaar oktober terug in de expertisebranche als schade-expert bij Lengkeek. “Met Jurgen zetten we een mooie stap naar de toekomst en zetten we onze aansprakelijkheidsafdeling nog nadrukkelijker op de kaart. Zijn kennis en ervaring op Cyber gebeid sluit perfect aan bij de wensen van onze opdrachtgevers”, aldus Twan Meulendijks.   Mariska Pennings komt de gelederen wederom versterken Na een korte onderbreking van twee jaar, waarin Mariska actief was als belangenbehartiger bij Atlas Letselschade, keert Mariska Pennings per 1 januari 2021 terug bij BosBoon Expertise als senior-expert Personenschade. De Personenschade van BosBoon Expertise blijft groeien en met een ervaren kracht als Mariska zetten wij wederom een stap naar een nog sterkere Personenschade-afdeling. Hein Michels, branche coördinator Personenschade binnen BosBoon Expertise voegt toe: “Het was destijds zo jammer dat Mariska vertrok, vooral omdat haar kwaliteiten geprezen werden door opdrachtgevers. Gelukkig is ze binnen kort weer terug en kan ze de draad weer snel oppakken binnen onze mooie team” Mariska is  sinds 2001 werkzaam in de personenschadebranche, aanvankelijk 14 jaar lang bij Raasveld  Expertise en daarna ruim 3,5 jaar bij BosBoon Expertise als  Register-Expert Personenschade en Aansprakelijkheid.        ·   l James van der Heiden en Willem van Gils haken aan bij de Haas | van Oosterhout   Per 1 november zetten maritieme experts James van der Heiden en Willem van Gils hun carrière voort bij het nieuwe expertise bureau van Jeroen de Haas en Peer van Oosterhout.   James van der Heiden (42) was 14 jaar werkzaam als maritiem expert bij BMT en was daar hoofd van de tankerafdeling. Naast tankers en chemicaliën heeft James een brede oriëntatie in nautische en technische aangelegenheden alsmede schade aan (mega) jachten waarvoor hij de internationale opleiding bij de YDSA afgerond heeft. Voorafgaand aan zijn carrière als expert heeft James gevaren op tankers en containerschepen, laatst als kapitein bij de Clearwater Group (tankers). Daarnaast heeft hij de opleiding tot maritiem officier (nautisch en scheepswerktuigkundige) afgerond aan de Hogere Zeevaartschool in Rotterdam. James heeft tevens ervaring als gerechtsdeskundige.   Willem van Gils (33) is gecertificeerd hoofdwerktuigkundige en heeft gevaren bij Heerema Marine Contractors, en is daarna 3 jaar werkzaam geweest bij BMT als technische expert. Willem is gespecialiseerd in machine- en casco schades aan boord van schepen, wal-installaties en heeft daarnaast uitgebreide ervaring met claims op het gebied van brandstofkwaliteit.   “De toetreding van James en Willem betekent voor ons nieuwe kantoor een geweldige impuls in de versterking van ons dienstenpakket. Naast de kennis die beide heren met zich meebrengen, hebben beiden ook aangetoond over excellente onderzoeks- en rapportage vaardigheden te beschikken die goed van pas komen in het concept dat we als kantoor willen uitdragen en waar opdrachtgevers uiteindelijk hun voordeel mee kunnen doen.”       Artium Experts versterkt zich met werktuigbouwkundig schade-expert Ronald Nels   Artium Experts heeft zich per 1 november jl. versterkt met een nieuwe  werktuigbouwkundige schade-expert op kantoor Barendrecht: Ronald Nels.   Hij is 36 jaar en heeft, na zijn opleiding tot maritiem officier, meerdere jaren gevaren en in de scheepsbouw gewerkt. Bij Artium Experts gaat hij zich richten op de behandeling van technische schades in de branche ATV en maritiem. Door de komst van Ronald telt Artium Experts nu 15 medewerkers, onder wie elf schade-expertise, verspreid over de beide vestigingen in Rotterdam/Barendrecht en oogeveen     Frits von Römer aan de slag als Programmamanager Beurs & Serviceproviding bij Havelaar & van Stolk   Bij Havelaar & van Stolk is begin deze week Frits von Römer aan de slag gegaan als Programmamanager Beurs & Serviceproviding. Hij is sinds 1994 werkzaam in de assurantiemakelaardij, grotendeels voor zijn eigen bedrijf: Fritz! Makelaars in Assurantiën en Von Römer Consultancy. Sinds september 2017 werkte hij als Register Makelaar in Assurantiën bij Schreuder Verzekert.        CFD-voorzitter Edwin Herdink: “Onaangenaam verrast door ‘draaiende’ minister van Financiën  over consultatievoorstel” “Vorige week werd ik onaangenaam verrast door het nieuws dat de minister van Financiën, anders dan in zijn consultatievoorstel, was gedraaid ten aanzien van actieve provisietransparantie voor schadeverzekeringen”, schrijft Edwink Herdink, voorzitter van de Commissie Financiële Dienstverlening (CFD) in een reactie in de gisteren verschenen van de nieuwsbrief.  

“De minister schrijft dat hij door de consultatie tot het besluit gekomen is. Een onbegrijpelijk besluit, want ook ik had kennis genomen van deze reacties en kon niet anders concluderen dan dat deze in meerderheid in lijn lagen met het gepubliceerde consultatievoorstel. 

De grote vraag is nu: waarom heeft de minister gekozen voor een gekleurde minderheidsvisie? En is de minister daarmee gezwicht voor de lobby van het Verbond van Verzekeraars? Twee jaar van intensief overleg met branchegenoten en andere stakeholders is immers achteloos terzijde geschoven.Daarnaast is het zeer bedenkelijk dat de minister zijn besluit koppelt aan Covid-19. Een ongefundeerde correlatie waarmee de minister buiten het dossier stapt en aan geloofwaardigheid inboet.

Het is nu aan de Kamerleden, van de vaste commissie voor Financiën, om goed kennis te nemen van de diverse consultatiereacties en waar mogelijk deze democratische dwaling terug te draaien. Gedurende het overleg is overigens ook duidelijk geworden hoe wenselijk het is dat intermediaire verzekeraars serieus hun verbondsbestuur gaan bijsturen. Ik heb dit eerder aangegeven. In het bijzonder denk ik aan Aegon, ASR en Nationale Nederlanden, die zichzelf graag presenteren als intermediairvriendelijk. Hoogste tijd dat zij de daad bij het woord gaan voegen. 

Tot slot, het vertrouwen van de klant wordt niet op papier gewonnen maar door persoonlijke betrokkenheid. En dit is waar alleen de adviseur acteert. Om deze hierbij te ondersteunen zal CFD op een gelegen tijdstip een nieuw concept ontvouwen om de adviseur en zijn klant toekomstbestendig van dienst te zijn.” 

   Onderzoek NN: Communicatie pensioenakkoord cruciaal voor kwetsbare groepen   Veel Nederlanders zijn nog grotendeels onbekend met de inhoud van het pensioenakkoord. De helft van hen heeft geen idee welke gevolgen het akkoord kan hebben voor hun eigen pensioensituatie. En 77% van de mensen die wel verwachtingen hebben, denkt dat de gevolgen negatief zijn. Dit blijkt uit een onderzoek onder ruim 1.200 Nederlanders in loondienst tussen de 25 en 65 jaar van marktonderzoeksbureau Kien in opdracht van Nationale-Nederlanden.    In aanloop naar de Pensioendriedaagse van 3 tot en met 5 november geeft Annemieke Visser-Brons, directeur Nationale-Nederlanden Pensioen aan dat ‘de tijd dringt om werkenden goed te informeren. En dat geldt dubbel voor kwetsbare groepen. Er is vernieuwde, betrokken en toegesneden communicatie nodig, communicatie waar we deze groepen nu wel mee kunnen bereiken.’      Gezamenlijke communicatiekans De verandering van de pensioenregels biedt bij uitstek een kans voor overheid, sociale partners en pensioenuitvoerders om samen te kijken hoe ze Nederlanders veel meer kunnen betrekken bij hun pensioen. Zo blijkt uit het onderzoek dat een meerderheid (61%) van de werkende Nederlanders wel iets gehoord heeft over het pensioenakkoord, maar weinig weet van de inhoud. Slechts 1,7% van de werknemers weet (redelijk) veel van het akkoord en begrijpt de informatie volledig.   Pensioen lijkt werkenden niet erg bezig te houden. Ruim minder dan de helft (44%) van de werknemers vraagt bijvoorbeeld naar de pensioenregeling bij een nieuwe baan. Vrouwen lijken iets minder pensioenbewust dan mannen. Zo weet 41% van de ondervraagde mannen hoeveel de werkgever ongeveer voor het pensioen betaalt, maar weet slechts 29% van de vrouwen dit.   Onbekend maakt onbemind Dit gebrek aan kennis van de nieuwe pensioenregels en het beperkte pensioenbewustzijn zijn niet zonder risico. Voor de mensen die wél verwachtingen van de gevolgen hebben, geldt: hoe minder kennis van de inhoud, hoe negatiever ze zijn over de gevolgen van het pensioenakkoord. Ook voor pensioen maakt onbekend onbemind. Visser-Brons: “Het nieuwe pensioenakkoord moet juist zorgen voor een persoonlijker en transparanter pensioen: meer keuzes en invloed op het uiteindelijke pensioen. Maar alleen nieuwe regels invoeren is niet voldoende. Mensen moeten deze regels ook begrijpen, én erop vertrouwen dat ze leiden tot een volwaardig pensioen.”   Groepen die al kwetsbaar zijn als het om pensioen gaat, lopen extra risico als de nieuwe regels worden ingevoerd. Visser-Brons: “We zien in de samenleving kwetsbare groepen die juiste en vooral effectieve communicatie en dienstverlening nodig hebben. Zij verdienen bij de overgang naar de nieuwe regels gerichte aandacht. Je ziet vooral dat parttimers, lager opgeleiden en jongeren bijna niets weten van de inhoud van het pensioenakkoord. Communicatie hierover, toegespitst op de persoonlijke situatie, is van wezenlijk belang. Een andere groep die risico’s loopt zijn werknemers die van baan (willen) veranderen. Door de overgang naar de nieuwe regels kunnen zij er opeens flink op achteruitgaan in pensioen.”   Mensen begeleiden bij pensioenkeuzes Nationale-Nederlanden pleit voor meer aandacht voor betrokken en echt persoonlijke communicatie. Informeren is stap één naar meer betrokkenheid bij pensioen zodat mensen zich bewust worden van hun huidige financiële positie. Niet alleen als de regels veranderen, maar óók als hun eigen situatie verandert.   Visser-Brons: “Dit betekent mensen begeleiden bij pensioenkeuzes die voor hén op dat moment relevant zijn, op een manier die bij hen past. Zo houden wij in onze communicatie rekening met de doelgroep. Een ander initiatief hebben we samen met het Nibud ontwikkeld: het Geldplan Pensioen en aandacht voor diverse levensgebeurtenissen zoals scheiden. Tijdens de Pensioen3daagse staan we uitgebreid stil bij de gevolgen van het pensioenakkoord met een social media campagne. We verwijzen met banners naar de nn.nl/mijnpensioen. Op deze website staan verschillende artikelen met handige feitjes over het pensioenakkoord. We blijven graag in gesprek met deelnemers, sociale partners, overheid en pensioenuitvoerders om onze initiatieven om mensen tot actie over te laten gaan te toetsen en te verbeteren.”   Kanttekeningen NN en EY bij Pensioenakkoord: Hoe verder met de bestaande regelingen?   Op dit moment wordt er hard gewerkt aan de uitwerking van de plannen zoals die in de Hoofdlijnennotitie van het Pensioenakkoord zijn vastgelegd. Over de uitwerking van de bestaande premieregelingen zijn er zorgen. In onderstaande samenvatting van de White Paper Pensioenakkoord geven Nationale-Nederlanden en EY HVG Law enkele kanttekeningen en een handreiking voor een oplossing.   Op 3 en 4 november komt de Tweede Kamer bijeen voor een rondetafelgesprek over het Pensioenakkoord. Dan wordt er gesproken over de uitwerking van de plannen zoals die in de Hoofdlijnennotitie door de stuurgroep uitwerking pensioenakkoord zijn voorgesteld. In de Hoofdlijnennotitie staan de maatregelen genoemd die het pensioenstelsel moeten verbeteren en meer toekomstbestendig moeten maken. In grote lijnen steunen we de maatregelen, maar niet in alle details. Want hoewel de voorgestelde aanpassingen zeker bijdragen aan het behalen van de gestelde doelen, bestaan er ten aanzien van bestaande premieregelingen enkele zorgen.   Doelstelling De doelstelling van het Pensioenakkoord is onder meer om te zorgen voor een betere aansluiting bij ontwikkelingen in de samenleving en arbeidsmarkt, maar deze aansluiting dreigt juist minder te worden. Zo zou het niet nodig moeten zijn de bestaande premieregelingen te wijzigen aangezien deze in de huidige vorm al voldoen aan de doelstellingen van het Pensioenakkoord. Verzekeraars en PPI’s voeren al vele jaren premieregelingen uit voor allerlei soorten werkgevers en werknemers in uiteenlopende branches. Deze regelingen beperken zich niet enkel tot een aanvulling op basispensioenregelingen. Integendeel, vanwege de eenvoud van de systematiek, de betaalbaarheid en lage uitvoeringskosten is ook het midden- en kleinbedrijf een belangrijke afnemer van dit soort pensioenregelingen. Het gaat daarbij om ruim 1 miljoen deelnemers. Daarbij zien we de afgelopen jaren onmiskenbaar een beweging vanuit uitkeringsovereenkomsten (DB) naar premieregelingen (DC).    Bij deze regelingen is de ingelegde premie het uitgangspunt. Deze premie is afhankelijk van de leeftijd en wordt met behulp van staffels bepaald; met het toenemen van de leeftijd, neemt ook het premiepercentage toe. Voor werkgevers en werknemers is in dit systeem de pensioenopbouw duidelijk; er vindt geen herverdeling van middelen plaats tussen (leeftijds-) groepen en er worden geen beloftes gedaan die tot teleurstellingen in de toekomst kunnen leiden. De risico’s, zoals overlijden en lang leven, worden gedeeld. Beleggen van het pensioengeld gebeurt veelal volgens met leeftijd corresponderende lifecycle-principes. En er wordt altijd collectief belegd, waarmee wordt voldaan aan de doelstellingen uit de Hoofdlijnennotitie. Er lijkt dus op voorhand geen directe noodzaak om deze bestaande premieregelingen aan te passen bij de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel.    Wij begrijpen en steunen de afschaffing van de doorsneesystematiek bij de introductie van een vlak premiepercentage voor bestaande middelloonregelingen. Erkend is dat bij het afronden van het pensioenakkoord de bestaande premieregelingen pas in een laat stadium van de uitwerking aan de orde is gekomen en dat deze bestaande premie- en overgangsregeling nog verdere uitwerking vraagt.   We vragen ons af waarom ook de bestaande premieregelingen in beginsel omgezet moeten worden én of de effecten hiervan voldoende inzichtelijk zijn. Deze transitie levert verschillende uitdagingen en daarmee ongewenste neveneffecten, die niet in het belang van de deelnemers en werkgevers zijn. We zetten deze op een rij:   Compensatie bij overstap naar een vlakke premie
Net als bij pensioenfondsen met een middelloonregeling zou de overstap naar een vlakke premie gepaard moeten gaan met compensatie voor deelnemers in de gevallen dat ze toekomstige pensioenopbouw mislopen. Het blijkt bij premieregelingen niet mogelijk om dit kostenneutraal op te lossen en daarom is in de Hoofdlijnennotitie een overgangsmaatregel voorgesteld. De maatregel houdt in dat bestaande deelnemers pensioen blijven opbouwen volgens de huidige regels en dat nieuwe deelnemers pensioen opbouwen volgens de nieuwe systematiek. Hierbij is een vlak premiepercentage het uitgangspunt. De overgangsmaatregel is bedoeld om de effecten bij overgang naar een vlakke premie zoveel mogelijk te beperken. Dit is uiteraard goed bedoeld en zou een oplossing moeten bieden voor bestaande premieregelingen. Maar het heeft ook een aantal ongewenste effecten, waardoor wij geen voorstander van deze oplossing zijn en ervoor pleiten de huidige systematiek voor premieregelingen te handhaven.     Pensioengat bij baanwissel is ongewenst
Deelnemers krijgen onbedoeld met een pensioengat te maken als zij van baan wisselen. Zij bouwen voortaan pensioen op met een vlakke leeftijdsonafhankelijke premie en gaan daardoor minder inleggen dan vereist is voor een adequate pensioenvoorziening. Dit kunnen zij achteraf niet meer corrigeren. Hiermee wordt de arbeidsmobiliteit bemoeilijkt.   Jonge werknemers benadeeld
Werkgevers zijn vrij om zelf een premiepercentage vast te stellen. In de nieuwe regeling gaat de pensioenpremie voor jonge mensen flink omhoog. Dit kan voor werkgevers met veel jonge werknemers aanleiding zijn om minder dan het maximale percentage aan pensioen in te leggen omdat zij anders veel duurder uit zijn dan nu het geval is. Hierdoor zullen jonge werknemers vanaf het begin al een lager pensioen opbouwen, wat zij straks niet meer kunnen inhalen.

Gelijke behandeling? De overgangsregeling zorgt ervoor dat werkgevers straks twee regelingen naast elkaar krijgen: de nieuwe en de oude. Dit kan leiden tot een ongelijke behandeling en pensioenopbouw op basis van leeftijd bij arbeid. Dit zadelt werkgevers op met een probleem dat zij met de huidige voorstellen niet kunnen oplossen. Kostenstijging voor werkgevers
De voorgestelde overgangsmaatregel leidt tot hogere kosten voor werkgevers vanwege complexe administraties. Het gevaar bestaat dat dit bij budgetneutraliteit leidt tot nog lagere premies met als gevolg dat er niet een adequaat niveau voor pensioenen wordt bereikt.

Tot slot
Alle spelers in het pensioenveld –werknemers, pensioengerechtigden, werkgevers en pensioenuitvoerders– krijgen een behoorlijke kluif aan het invoeren van de maatregelen uit het pensioenakkoord. Van iedereen wordt heel wat gevraagd. Bij de overgang naar het nieuwe stelsel hebben de bij een middelloon betrokken partijen uitzicht op een beter eindresultaat, zo vermeld de Hoofdlijnennotitie. Het zou dan ook heel jammer zijn en kan ook niet de bedoeling zijn als de positie en pensioenopbouw van deelnemers in een bestaande premieregeling wordt aangetast, terwijl deze pensioenregelingen reeds voldoen aan de doelstellingen van het Hoofdlijnennotitie.     Pensioenthermometer Aon:  Dekkingsgraden pensionfondsen verder onder druk  De gemiddelde dekkingsgraadvan de Nederlandse pensioenfondsen is in oktober gedaald van 95% naar 94%. De verder dalende rente zorgde voor een toename van de verplichtingen. Toenemende spanningen zorgden daarnaast voor een daling van de aandelenmarkten. Dat blijkt uit de Pensioenthermometer van Aon, die dagelijks de hoogte van de gemiddelde dekkingsgraad bijhoudt.

De beleidsdekkingsgraad, gebaseerd op de gemiddelde dekkingsgraad van de afgelopen twaalf maanden, is stabiel gebleven op 95%. Deze dekkingsgraad ligt boven het aangepaste tijdelijke wettelijk vereiste minimum van 90%. De hogere dekkingsgraden van voor de Coronacrisis zullen echter in dit gemiddelde nog vervangen worden door de huidige lagere dekkingsgraden. Het blijft daardoor de vraag of alle fondsen uit de gevarenzone zijn aan het eind van het jaar.
De rente daalde in oktober verder. De gehele rentecurve daalde onder het niveau van eind vorige maand door het nerveuze sentiment op de financiële markten. Per saldo daalde in een maand tijd de risicovrije rente over de eerste 30 jaar met gemiddeld 5 basispunten. De Ultimate Forward Rate (UFR), waarmee pensioenfondsen de waarde van hun toekomstige verplichtingen berekenen, bleef stabiel op 1,8%. Door de rentedaling nam de waarde van de verplichtingen toe met ongeveer 1%.

Spanning loopt op
In oktober liep wereldwijd het aantal Coronabesmettingen weer snel op waardoor veel Europese landen opnieuw strenge maatregelen troffen om de besmettingen te beteugelen. Deze beperkende maatregelen hebben uiteindelijk een negatief effect op de verwachte economische groei, die in Europe net weer herstellende was. Ondertussen herstelde de Chinese economie fors. Gedurende oktober nam de spanning toe rondom enkele bekende thema’s. De Brexit-onderhandelingen werden toch weer opgepakt, maar er blijven hierover enkele hete hangijzers bestaan. Een goede uitkomst is van groot belang voor de economische ontwikkeling van het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie. De spannende verkiezingsstrijd om het Amerikaanse presidentschap kreeg de laatste weken veel aandacht. De strijd gaat hard tegen hard, zodat zelfs over het economische steunprogramma nog geen akkoord is. Dit maakte beleggers nerveus en had een negatief effect op de aandelenmarkten.

Op de financiële markten zorgde de spanning voor een daling van wereldwijde aandelen met bijna 2%. De aandelen van ontwikkelde markten daalden met 2,8% terwijl de opkomende markten, gesteund door de Chinese aandelenmarkt, stegen met 2,7%. Binnen de vastrentende waardenportefeuille zorgden een lager kredietrisico en de lagere rente voor positieve resultaten op de obligatiemarkt bij bedrijfsobligaties en emerging market debt. De rentedaling in oktober had een positief effect op de rentegevoelige staatsobligaties en renteswaps, waardoor de vastrentende waardenportefeuille met 1,4% steeg. De negatieve resultaten op aandelen werden gecompenseerd door de vastrentende portefeuille, waardoor de totale portefeuille met 0,1% nauwelijks rendement behaalde.

Kortingsdreiging onverminderd groot
Leken pensioenfondsen net uit de gevarenzone eind augustus, lijkt de situatie nu weer onder druk te komen. Kortingsdreigingen zullen dit jaar mogelijk nog meevallen, maar het is de vraag wat er de komende jaren gaat gebeuren. Met een gemiddelde dekkingsgraad van 94% zitten fondsen gemiddeld nog fors onder de benodigde 104%, die voor dit jaar weliswaar is aangepast naar 90%. Uit het transitiekader moet blijken wat de vereiste dekkingsgraad wordt in de jaren tot 2026. Minister Koolmees zal de uitwerking van het transitiekader indienen met het wetsvoorstel Pensioenakkoord. De fondsen krijgen de komende jaren nog te maken met de dalende UFR, die een behoorlijke impact op de dekkingsgraad zal hebben. DNB heeft becijferd dat uitgaande van de stand per eind augustus een korting van 10% in 2022 dreigt. “Ook dit jaar blijft het spannend hoe de laatste maanden gaan uitpakken voor de dekkingsgraad” zegt Frank Driessen, Chief Executive Officer van Aon’s Retirement Solutions. “Het blijft onzeker hoe de coronacrisis zich verder ontwikkelt en wat dat voor de financiële markten betekent. Daarnaast hebben we nog een Brexit en de Amerikaanse presidentsverkiezingen.”

Tweede Kamer laat zich informeren
Komende week laten de Kamerleden in de commissie Sociale Zaken & Werkgelegenheid (SZW) zich informeren over diverse aspecten van het pensioenakkoord via een rondetafelgesprek. Het doel hiervan is om de informatiepositie van de Kamer te versterken. In het rondetafelgesprek zal de commissie, verdeeld over afzonderlijke blokken, met diverse partijen zoals experts/praktijkdeskundigen en toezichthouders spreken over genoemde onderwerpen. Aon schuift hierbij aan voor de onderwerpen communicatie en uitvoerbaarheid. De commissiebijeenkomst is live te volgen via de website van de Tweede Kamer. Een position paper van Aon over dit thema is op onze website te downloaden.“Communicatie is ons inziens de belangrijkste uitdaging bij de introductie van het nieuwe pensioenstelsel. De nieuwe contracttypen die worden geïntroduceerd zijn complex. Daarnaast zien wij dat bij het huidige systeem het gemiddelde pensioenbewustzijn al laag is. Ook zien we dat er een sterke koppeling is met het inkomen. Wij pleiten er daarom voor om communicatie niet het sluitstuk te laten zijn, maar juist een zeer prominente rol te geven in de overgang naar en tijdens de daadwerkelijke uitvoering van het nieuwe stelsel.”, aldus Aon.  “Duidelijk is dat een effectieve vorm van pensioencommunicatie straks multi-channel moet zijn”, zegt Driessen. “Algemene hoofdlijnen worden via massacommunicatie verspreid. Voor pensioendeelnemers is het echter belangrijk dat er daarnaast zoveel mogelijk op individueel niveau wordt gecommuniceerd. Alleen op deze manier krijgen zij straks inzicht in hun totale financiële huishouding en kunnen ze op basis daarvan ook gefundeerde keuzes maken.”
Verbond waarschuwt voor negatieve gevolgen pensioenakkoord   Het pensioenakkoord leidt tot forse problemen voor deelnemers aan bestaande premieregelingen. Het Verbond waarschuwt in een position paper voor deze negatieve gevolgen. “Zo kunnen de gevolgen voor de pensioenopbouw van de deelnemers en/of de pensioenlasten van werkgevers substantieel zijn. Als kabinet, sociale partners en parlement dat aanvaardbaar vinden, dan moet er in elk geval worden gezorgd voor specifieke en duidelijke communicatie over de risico’s en uitbreiding van individuele mogelijkheden om het pensioentekort aan te vullen”, stelt het Verbond van Verzekeraars in het position paper, dat is aangeboden aan de Tweede Kamer voor een rondetafelgesprek over de uitwerking van het pensioenakkoord.   Hier kunt u de volledige position paper  inzien. DDoS-aanvallen nemen af:
daling van 73% in Q3, maar jaar-op-jaar stijging blijft