Uit de resultaten van het pensioensurvey van Aon blijkt dat werkgevers rustig aan doen met de voorbereiding op de noodzakelijke veranderingen in hun pensioenregeling. “De meeste werkgevers begrijpen wat de noodzakelijke veranderingen inhouden, maar zijn tegelijkertijd nog niet tot actie overgegaan”, zegt Frank Driessen, CEO Wealth Solutions Aon Nederland. “Werkgevers doen er goed aan nu al te beginnen met de voorbereiding om straks alles op tijd geregeld te hebben.”
Nu de Wet toekomst pensioenen (Wtp) een feit is, staat Nederland voor de uitdaging om een enorme transitie van de pensioenregelingen door te voeren. Aon vroeg 78 bedrijven en organisaties in hoeverre zij bezig zijn met de impact van de nieuwe pensioenwet op hun eigen pensioenregeling. Een ruime meerderheid gaf aan zich voldoende bewust te zijn van de wijzigingen in de pensioenen. Uit andere vragen blijkt dat het daar ook grotendeels bij is gebleven. Maar liefst 45% van de werkgevers is nog niet begonnen aan de voorbereiding, of is nog in een heel vroeg stadium.
Werkgevers verlamd door complexiteit
Het lijkt er dan ook op dat werkgevers de voorbereiding voor zich uit schuiven.
Ze zien het meest op tegen de complexiteit van de transitie en denken wellicht
nog meer dan genoeg tijd te hebben. De datum dat alle pensioenregelingen
aangepast moeten zijn, is 1 januari 2028. “Dat lijkt nog ver weg”, zegt
Driessen, “maar om een pensioenregeling aan te passen aan de nieuwe wet, moet
er veel gebeuren. In gesprek met klanten horen we vaak de vraag: ‘Wat is de
hoogte van de vlakke premie van andere werkgevers in onze branche?’ Het is
logisch dat werkgevers benieuwd zijn naar wat de rest doet, maar het is nog te
vroeg om daar antwoord op te geven. Het is zaak dat werkgevers eerst inzicht in
hun huidige situatie krijgen, een tijdspad vaststellen en hun wensen voor de
toekomstige pensioenregeling bepalen.”
Ga in gesprek met ondernemingsraad
Om deze vragen te beantwoorden is zowel de werkgever als de medewerker nodig.
Deze periode kan dus goed gebruikt worden om in gesprek te gaan met de
ondernemingsraad. Bijvoorbeeld over wat te doen met het nabestaandenpensioen,
of over de eventuele compensatie voor bepaalde groepen medewerkers, omdat
straks iedereen dezelfde premie gaat betalen. Uit de survey blijkt dat de
meeste werkgevers ervoor kiezen om compensatie te bieden via het pensioen of
via een combinatie van het pensioen en het loon. Driessen: “Maar liefst 25%
geeft aan geen compensatie te bieden of hierover nog geen beslissing te hebben
genomen. Voor Nederlandse begrippen is dat opvallend hoog”.
Communicatie is essentieel
Op het moment dat er meer inzicht is en men weet waar men naar toe wil, is het
tijd om in gesprek te gaan met de pensioenadviseur. Op de vraag hoe
respondenten informatie over de Wtp verkrijgen, geeft maar liefst 84% aan een
adviseur nodig te hebben. “Niet alleen vanwege de complexiteit, maar ook
vanwege de aangescherpte communicatievoorschriften”, vult Driessen aan. “Vanuit
de Wtp is de werkgever verplicht de deelnemers ‘te begeleiden bij het maken van
de keuzes’. Dat gaat veel verder dan alleen ‘informeren’ zoals tot nu toe het
geval was. Goede communicatie naar de medewerkers is dus essenteel, tijdens en
ná de transitie. Wij pleiten er voor dat deelnemers het recht krijgen op een
persoonlijk gesprek om geïnformeerd te worden over hun persoonlijke
pensioensituatie.”
