Het aantal automobilisten dat onder invloed van drugs achter het stuur kruipt, neemt alsmaar toe. Dat blijkt uit cijfers van de politie. ‘Het is een groot probleem.’
Voor het rijden onder invloed van drugs of medicijnen (al dan
niet in combinatie met alcohol) werden in het eerste half jaar van 2020
meer dan 5.800 bestuurders op de bon geslingerd. Dat aantal ligt, ondanks de
coronaperiode waarin het relatief rustig was op de weg, ruim 16% hoger ten
opzichte van de eerste zes maanden van 2019, toen er bijna 5.000
processen-verbaal werden opgemaakt.
Zorgwekkend
Paul Broer, landelijk projectleider Infrastructuur (onder meer verkeer) bij de
politie noemt de aantallen zorgwekkend. ‘Het is een groot probleem, dat in alle
lagen van de bevolking speelt. Niet alleen jongeren worden betrapt met drugs op
achter het stuur, ook veertigers en vijftigers stappen onder invloed van
verdovende middelen in de auto en brengen daarmee de verkeersveiligheid in
gevaar.’
Onder meer aan de hand van speekseltesten – bijna 1.000 per maand
– constateert de politie dat automobilisten met allerlei soorten drugs op
de weg op gaan: van wiet en xtc-pillen tot coke, speed en lachgas. Met alle
gevolgen van dien. ‘Weggebruikers die onder invloed zijn voelen zich vaak
superieur, rijden roekeloos en herkennen de gevaren niet. Helaas zijn er
regelmatig dodelijke ongevallen, waarbij drugs in het spel is’, vertelt Paul.
Noodzaak
Hij pleit dan ook voor een voorlichtingscampagne om automobilisten nog eens
extra te wijzen op de gevaren van verdovende middelen. ‘Dit soort zaken kunnen
gewoon niet in het verkeer. Je brengt niet alleen jezelf, maar ook andere
verkeersdeelnemers in gevaar. Daar mag best wat extra aandacht voor komen. De
cijfers liegen er niet om: de noodzaak is er.’