Nederlandse werkvloeren worden steeds diverser, maar dat betekent niet automatisch dat werknemers zich ook meer geaccepteerd en gelijk behandeld voelen. Dat concludeert het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in een onderzoek dat dinsdag verschijnt. Werknemers met een migratieachtergrond ervaren vaak ongelijkheid en uitsluiting, ook bij werkgevers die nadrukkelijk proberen de diversiteit op hun werkvloer te vergroten. Dat probleem is volgens de onderzoekers groter bij organisaties met een gevariëerd werknemersbestand dan bij homogene bedrijven.
Volgens het SCP heeft inmiddels ruim een kwart van de werkenden in Nederland een migratieachtergrond. Toch werkt nog altijd een op de vier mensen op een werkplek met nauwelijks diversiteit. Zo is in de steden de samenstelling van de werkvloer vaak divers: 67% van de stedelingen werkt in een gemengde omgeving. In meer landelijke gemeenten is dat maar 22%.
Diversiteit vs inclusie
Meer diversiteit betekent bovendien niet automatisch meer inclusie. Werknemers met een migratieachtergrond geven juist vaker aan discriminatie te ervaren in diverse organisaties, dan mensen die werken in een meer homogene werkomgeving. Ook op werkplekken met veel tijdelijke contracten ervaren mensen met een migratieachtergrond doorgaans minder inclusie, doordat werknemers op zulke werkplekken minder tijd hebben om onderling vertrouwen op te bouwen.
Discriminatie op de werkvloer blijft echter vaak onzichtbaar, stelt het SCP, omdat die meestal subtiel is en moeilijk bespreekbaar. Daardoor melden werknemers eventuele misstanden maar zelden. Leidinggevenden zijn zich daardoor vaak niet bewust van de uitsluiting, waardoor talent niet optimaal wordt benut of medewerkers zelfs vertrekken.
Het SCP adviseert werkgevers daarom niet alleen bij het aantrekken van nieuwe werknemers naar extra diversiteit te streven, maar ook actief uitsluiting en achterstelling op de bestaande werkvloer tegen te gaan en kritisch te kijken naar manieren van doen en denken die binnen een organisatie normaal gevonden worden.”