Terwijl de lonen in nagenoeg alles sectoren fors stegen, daalde het gemiddelde inkomen van de Europese boer. Tussen 2022 en 2023 schommelt de daling tussen -12% en -22%. Ook profiteerden boeren niet van de voedselinflatie in tegenstelling tot detailhandel en voedingsindustrie. Dat blijkt uit een recente rapportage van kredietverzekeraar Allianz Trade. De kredietverzekeraar becijferde dat sinds het vierde kwartaal van 2021 zowel de producentenprijzen alsook de detailhandelsprijzen van levensmiddelen veel sterker stegen dan de prijs van agrarische producten. Johan Geeroms, Director Risk Underwriting Benelux van Allianz Trade wijst op het zwakke prijszettingsvermogen binnen de agrarische sector. “Het ontbreekt boeren aan voldoende onderhandelingsmacht. Tegelijkertijd worden ze wel geconfronteerd met toenemende regulering en hogere kosten voor energie, meststoffen, transport en landarbeiders.” Bij het onderzoek naar de inkomensongelijkheid richtte Allianz Trade zich op de vier grootste landen in de EU, Duitsland, Frankrijk, Spanje en Italië. Daarbij is gekeken naar het gemiddelde inkomen per land. “Als je inzoomt zie je binnen de agrarische sector wel verschillen. In Nederland bijvoorbeeld hebben pluimvee- en varkenshouders een prima tijd achter de rug. Terwijl melkveehouders en akkerbouwers juist flink inleverden.” Verstoring Geeroms schetst waarom boeren steeds meer in de knel komen: “De sector is heel kapitaalintensief geworden. Boeren zoeken schaalvergroting vanwege de lage prijzen. Dat vraagt enorme investeringen. Dat is voor zo’n boer ingrijpend; dat raakt z’n hele leven. Tegelijkertijd heeft die boer te maken met politici die werken van verkiezing tot verkiezing. Door de volatiliteit van de wetgeving en rechtsonzekerheid komt het verdienmodel van boeren in de knel. De terugverdientijd van hun investeringen is ongewis.” Volgens Geeroms moet de Europese landbouwsector het onmogelijke verzoenen: “Enerzijds vergroenen en anderzijds open staan voor een globaliserende wereld die niet overal gebonden is aan dezelfde strenge regels rond milieu.” Ook de toenemende administratieve rompslomp is volgens Geeroms funest. De gevolgen zijn groot. De landbouwproductiviteit (output per boer) is de afgelopen vijf jaar in veel Europese landen snel gedaald. Zoals in grote landen als Frankrijk en Spanje. Maar zeker ook in Nederland. Ons land loopt voorop bij het verlies aan productiviteit. Volgens Geeroms zal Europa in actie moeten komen. “We zullen regels moeten stroomlijnen en vereenvoudigen. Dat moet Brussel niet op eigen houtje doen maar in nauw overleg met stakeholders en landbouworganisaties om te bezien waar compromissen mogelijk zijn. Ook zal er toezicht moeten komen op de detailhandel en voedingsindustrie om ervoor te zorgen dat boeren eerlijk worden betaald.” Volgens Geeroms is er in Europa steeds meer bereidheid om daadwerkelijk maatregelen te nemen. Hij wijst op de Europese Commissie die gisteren haar voorstel introk om het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen tegen 2030 te halveren. |