Economie groeit met 0,4 procent in eerste kwartaal 2022

Volgens de tweede berekening van het CBS is het bruto binnenlands product (bbp) in het eerste kwartaal van 2022 met 0,4% gegroeid ten opzichte van het vierde kwartaal van 2021. De groei is vooral toe te schrijven aan de toegenomen consumptie door huishoudens. De tweede berekening van het bbp wordt ongeveer 85 dagen na afloop van het kwartaal gepubliceerd.

Het groeicijfer van het eerste kwartaal 2022 is opwaarts bijgesteld. Bij de eerste berekening, die is gepubliceerd op 17 mei, kwam de groei ten opzichte van het vierde kwartaal van 2021 uit op 0,0%. Vooral de grotere groei van de consumptie door huishoudens en de kleinere daling van de overheidsconsumptie droegen bij aan de opwaartse bijstelling van de bbp-groei.

De absolute bijstelling bij de tweede berekening van de kwartaal-op-kwartaalgroei ten opzichte van de eerste berekening was de afgelopen vijf jaar (2017-2021) gemiddeld 0,09 procentpunt. De twee uitersten bedroegen -0,3 en 0,7 procentpunt, allebei in 2021. Bij elke nieuwe berekening van het bbp bepaalt het CBS ook opnieuw de seizoengecorrigeerde reeks van de eerder gepubliceerde kwartalen. Dit heeft tot een bijstelling geleid van de bbp-groei van het eerste kwartaal van 2021 van -0,5 naar 0,1%, van het derde kwartaal van 2021 van 2,0 naar 1,5% en van het vierde kwartaal van 2021 van 1,0 naar 0,7%. Ook de groei van de eerste drie kwartalen van 2020 is bijgesteld.

Met de publicatie van de tweede berekening van het eerste kwartaal van 2022 worden ook herziene jaarcijfers van 2020 (definitief) en 2021 (voorlopig) gepubliceerd. Op basis van nieuw beschikbaar gekomen informatie is de economische groei in 2021 aangepast van 5,0 naar 4,9%. De economische krimp in 2020 is definitief vastgesteld op 3,9%, dat was 3,8% bij de vorige berekening.

Groei ten opzichte van het eerste kwartaal van 2021

Ten opzichte van een jaar eerder groeide de economie in het eerste kwartaal met 6,7%. Volgens de eerste berekening was dat 7,0%. De groei is vooral toe te schrijven aan de consumptie door huishoudens, het handelssaldo en de overheidsconsumptie.

De bijstelling komt vooral door de grotere groei van de invoer van goederen en diensten, terwijl de groei van de uitvoer iets kleiner was. Hierdoor was de bijdrage aan de groei van het handelssaldo kleiner dan bij de eerste berekening. De bijdrage van de consumptie door huishoudens was daarentegen groter.

Volgens de tweede berekening groeide het aantal banen van werknemers en zelfstandigen in het eerste kwartaal met 109.000 ten opzichte van het vierde kwartaal van 2021. De eerste berekening kwam uit op een toename van 127.000 banen.Ten opzichte van het eerste kwartaal van 2021 waren er in het eerste kwartaal van 2022 volgens de tweede berekening 537.000 banen van werknemers en zelfstandigen meer. Dat was bij de eerste berekening 518.000.