In Amsterdam groeide de industrie ook, alleen is deze gemeente voor zijn economie minder afhankelijk van deze bedrijfstak. Door groei in de groot-en detailhandel nam de economie van Amsterdam met 3,9% wel bovengemiddeld toe. De vijf grootste steden van Nederland hebben allen geprofiteerd van de relatief sterk aanwezige groot-en detailhandel.
Rotterdam kent in zijn economie ook relatief veel industrie. Maar doordat het soort industrie in Rotterdam anders is dan in Eindhoven was de groei toch minder sterk. Met een economische groei van 3,3%t zat Rotterdam nog wel boven het Nederlands gemiddelde. Utrecht en Den Haag zijn voor hun economie beide minder afhankelijk van de industrie. In Utrecht werd de groei licht getemperd door een krimp in de financiële instellingen; met 3,2%t had de domstad een iets bovengemiddelde groei. De matige groei van de overheid leidde in Den Haag tot de laagste economische groei van de vijf grootste steden (2,6 procent).