In 2024 had 27% van de zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) een schuld bij de Belastingdienst. Bij zelfstandigen met personeel (zmp’ers) was dit 31%. Dat is minder dan een jaar eerder, maar de schuldbedragen zijn wel hoger geworden. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Tijdens de coronacrisis verdubbelde het aandeel zelfstandigen met een belastingschuld. In 2024 nam dat weer wat af, maar het ligt nog altijd hoger dan voor de crisis. Onder werknemers in loondienst steeg het percentage met een belastingschuld tijdens de coronacrisis licht naar 6%, maar daalde in 2024 weer naar 5%.
Belastingschuld in doorsnee toegenomen
De doorsneeschuld van zelfstandigen is in 2024 verder opgelopen, naar bijna 2,700 euro per zmp’er en bijna 1,900 euro per zzp’er. Doorsnee betekent dat de helft een lager schuldbedrag heeft, en de helft een hoger bedrag. De doorsneebelastingschuld van zelfstandigen stijgt al sinds 2021. Ruim 22.000 zmp’ers en 67.000 zzp’ers hadden een belastingschuld van meer dan 10.000 euro.
In totaal stond er begin 2024 bij de Belastingdienst een schuld van 5,5 miljard euro open: 3,0 miljard euro van zzp’ers, 1,4 miljard euro van werknemers en 1,1 miljard euro van zmp’ers. Begin 2019 ging het nog om 2,4 miljard voor de drie groepen samen. Bij werknemers is schuld vaker problematisch
Hoewel zelfstandigen vaker een belastingschuld hebben dan werknemers, is die schuld voor werknemers wel iets vaker problematisch. Van de werknemers met belastingschulden heeft 35% een problematische schuld. Onder zzp’ers is dit 33% en onder zmp’ers 30%. Dit aandeel is voor elke groep toegenomen sinds 2021. De toename was het grootst onder zmp’ers, vooral tijdens de coronacrisis.
Zelfstandigen met belastingschuld vaker een negatief vermogen
Zelfstandigen met een belastingschuld hebben vaker een negatief vermogen dan zelfstandigen zonder schuld. Een negatief vermogen betekent dat de schulden hoger zijn dan de waarde van de bezittingen. Onder zzp’ers met een belastingschuld heeft 22% een negatief vermogen, tegenover 7% bij zzp’ers zonder schuld. Een meerderheid van de zelfstandigen met een belastingschuld heeft een vermogen van boven de 100.000 euro. Een relatief groot deel daarvan bestaat uit bedrijfsvermogen. Bij zelfstandigen zonder belastingschuld komen zulke hoge vermogens nog vaker voor.
| Vermogen, 2024* | |||||
| Kenmerken | Negatief (%) | 0 tot 20.000 euro (%) | 20.000 tot 100.000 euro (%) | 100.000 tot 200.000 euro (%) | 200.000 euro of meer (%) |
| Zmp’ers zonder belastingschuld | 4,19 | 2,61 | 5,83 | 7,02 | 80,36 |
| Zmp’ers met belastingschuld | 10,84 | 3,08 | 8,06 | 10,18 | 67,84 |
| Zzp’ers zonder belastingschuld | 6,71 | 8,92 | 10,32 | 9,61 | 64,43 |
| Zzp’ers met belastingschuld | 21,6 | 8,60 | 10,58 | 11,72 | 47,51 |
| Werknemers zonder belastingschuld | 10,83 | 13,94 | 12,77 | 15,61 | 46,85 |
| Werknemers met belastingschuld | 38,31 | 12,89 | 9,77 | 11,25 | 27,78 |
| *voorlopige cijfers | |||||
44 procent van de zzp’ers in de bouw heeft belastingschuld
Bij zzp’ers komen belastingschulden het vaakst voor in de bouw: 44% van alle zzp’ers in die bedrijfstak heeft hiermee te maken. Dat is meer dan in 2019, toen dit nog 24% was. Ook bij zmp’ers in de bouw is dit toegenomen, van 15% naar 34 procent. Bij zmp’ers komen belastingschulden het vaakst voor in de bedrijfstak overheid, onderwijs en zorg. Daar heeft 40% van de zmp’ers een belastingschuld. In 2019 was dit nog 12%.











