PwC’s Economic Policy Uncertainty Index; Binnenlandse onrust stuwt Nederlandse beleidsonzekerheid opnieuw omhoog

Nu de Verenigde Staten handelsakkoorden hebben gesloten met de meeste landen, is de wereldwijde economische onzekerheid voorlopig afgenomen. Maar Nederland beweegt in tegenovergestelde richting. De meest recente update van PwC’s Economic Policy Uncertainty (EPU) Index laat zien dat de wereldwijde beleids­onzekerheid is afgenomen ten opzichte van april 2025.

De EPU-NL, die alleen gaat over de Nederlandse beleids­onzekerheid meet, is echter sterk toegenomen. Opnieuw zijn de indexen uit elkaar gaan lopen, wat aantoont dat binnenlandse politieke en beleidsmatige instabiliteit nu de belangrijkste bron van onzekerheid zijn voor Nederlandse bedrijven.

Prinsjesdag zorgt voor piek in onzekerheid

September liet een opvallende stijging zien in de EPU-NL. De belangrijkste oorzaak was Prinsjesdag, de dag waarop het dubbel-demissionaire kabinet zijn plannen voor het komende jaar presenteerde in de Miljoenennota. Juist omdat dit jaar weinig nieuwe beleidsmaatregelen werden aangekondigd, leidde het tot brede onzekerheid over toekomstige belastingen, subsidies en begrotingsstabiliteit. De media berichtten expliciet over wantrouwen in de begrotingsplannen van de overheid.

 

Politieke instabiliteit versterkt het effect

Deze piek stond niet op zichzelf. De bredere context van een demissionair kabinet dat op weg is naar verkiezingen versterkte het gevoel van onvoorspelbaarheid. In meerdere sectoren — van infrastructuur tot zorg en klimaat — wezen artikelen in de media (de basis voor de EPU) op beleidsverlamming, een gebrek aan strategische richting en afnemende betrouwbaarheid van de uitvoering. De dubbel-demissionaire status is een symbool geworden van politieke stuurloosheid, wat het vertrouwen in het vermogen van het land om langetermijn­beleid te voeren ondermijnt.

Hoofdeconoom Barbara Baarsma van PwC: “Het Nederlandse investeringsklimaat is duidelijk verslechterd door deze onzekerheid. Het (Centraal Bureau voor de Statistiek) kwam in juli met cijfers naar buiten waaruit bleek dat de investeringen van bedrijven achterblijven bij hun inkomen. Hopelijk zorgt de formatie van een nieuw kabinet na de verkiezingen eind oktober voor een stabiel politiek en daarmee investeringsklimaat.”

Ommezwaai in klimaat- en energiebeleid vergroot twijfel

Daarbovenop kwamen ontwikkelingen in het klimaat- en energiebeleid. Een rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) bevestigde dat Nederland niet op koers ligt en waarschijnlijk zijn wettelijk bindende klimaatdoelen voor 2030 zal missen. Dit rapport vergroot het risico op rechtszaken en versterkt zorgen over de geloofwaardigheid van het beleid. De situatie werd verergerd door toenemende verwarring over en beleidswijzigingen in het klimaat- en energiebeleid, waardoor investeerders geen duidelijkheid hebben over de toekomstige richting van de groene transitie.

PwC –partner en duurzaamheidsexpert Alexander Spek: “Bedrijven hebben bovenal stabiele regelgeving nodig van overheden om te kunnen investeren in initiatieven die op lange termijn waarde creëren en bijdragen aan een veerkrachtige samenleving. Onze analyse van de verschillende standpunten van politieke partijen laat een grote spreiding zien in plannen voor klimaatbeleid, stimuleringsmaatregelen en heffingen, inclusief terugdraaiing van bestaande regelgeving. Dit is allesbehalve de stabiliteit die zo hard nodig is.”

Baarsma: “Een stabiel investeringsklimaat is essentieel voor duurzame bedrijfsinvesteringen. Dit zijn immers vaak langetermijn­investeringen. Toch is het belangrijk te benadrukken dat verduurzaming van bedrijfsprocessen en ketens grote voordelen kan opleveren voor bedrijven zelf, bijvoorbeeld op het gebied van leveringszekerheid.”

Groeiende kloof tussen mondiale en Nederlandse trends

Terwijl internationale onzekerheid (voor zolang het duurt) afneemt door stabilisatie van handelsconflicten, blijft de Nederlandse beleidsomgeving volatiel. Deze groeiende kloof geeft aan dat de huidige golf van onzekerheid steeds meer een binnenlandse oorsprong heeft. Baarsma: “De laatste drie kabinetten zijn voortijdig gevallen. Bovendien was de formatie van deze kabinetten een langdurig en ingewikkeld proces. Sinds 2021, toen het kabinet Rutte III viel, zijn er feitelijk geen beleidskeuzes gemaakt die bijdragen aan structurele groeicapaciteit. Deze politieke impasse heeft een binnenlandse oorzaak en komt daarom tot uiting in de EPU voor Nederland.”

Binnenlands bestuur en (gebrek aan) stabiel beleid zijn nu belangrijke bepalende factoren voor het investeringsklimaat. Zonder een stabiel en geloofwaardig kader bestaat het risico dat bedrijven opnieuw de beslissingen uitstellen die nodig zijn voor duurzame groei.