PwC komt met drie analytische perspectieven op het aanpassingsvermogen van de bouwsector: Kan deze zich aanpassen aan de toekomst?

 

Om toekomstbestendig te worden, moet de bouwsector de productiviteit verhogen, verduurzamen en zich voorbereiden op het leveren van de stijgende infrastructuurbehoeften, stellen Marjon Scholten, bouwsector-expert bij PwC en hoofdeconoom Barbara Baarsma.

De sector staat onder toenemende druk: beperkte fysieke ruimte, personeelstekorten en milieutechnische en infrastructurele beperkingen vragen om een herverdeling van schaarse productiefactoren naar activiteiten die productief zijn, weinig milieubelastend en minder afhankelijk van laagwaardig arbeid zijn.

In maart 2025 publiceerde PwC een studie over ‘Toekomstbestendig maken van de Nederlandse economie’. In dit rapport worden vijftien sectoren binnen het commerciële domein, over de periode 1995-2023, vanuit drie verschillende perspectieven onderzocht: hun positie in de economie, hun economische bijdrage en hun afhankelijkheid van schaarse productiefactoren.

De sectoren die het meest centraal staan, een significante bijdrage leveren aan de economie en slechts in beperkte mate afhankelijk zijn van schaarse productiemiddelen, zijn de sectoren met het grootste potentieel voor duurzame groei. Onze analyse beoordeelt de bouwsector aan de hand van drie analytische lenzen: centraliteit, economische betekenis en afhankelijkheid van schaarse productiefactoren.

Centraliteit

Deze lens kijkt naar de rol van de sector in nationale productieprocessen. De bouwsector staat op de tweede plaats qua centraliteit. Dat is niet zo vreemd, want de sector is in zekere mate betrokken bij alles wat gebouwd moet worden. Door deze centrale positie speelt de bouw een cruciale rol in de werking van de economie. Hoewel de sector verbonden is met alle uithoeken van de economie, zijn er met name nauwe productieketen-gerelateerde verbindingen (uitgedrukt in toegevoegde waarde) met zakelijke dienstverlening en industrie.

Economische betekenis

De bouwsector is de zevende sector qua economische omvang (aandeel in het bbp) en groei van arbeidsproductiviteit in Nederland, maar staat op de vijfde plek van onderen als het gaat om uitgaven aan onderzoek en ontwikkeling (O&O). Investeren in O&O is niet alleen essentieel voor innovatie binnen de sector zelf, maar draagt ook bij aan productiviteitsverhogende innovaties in andere sectoren.

Gegeven maatschappelijke factoren zoals de woningcrisis, de energietransitie, klimaatverandering, verouderde Nederlandse infrastructuur en de noodzaak tot versterking van de nationale defensie, zal de bouwsector de komende decennia een essentiële rol spelen. De sector is fundamenteel voor het realiseren van voldoende woningen, klimaatbestendig waterbeheer, een robuust energienet, veilig drinkwater en betrouwbare bruggen, tunnels en viaducten.

Hoewel de sector te maken heeft met uitdagingen zoals regelgeving, netcongestie, personeelstekorten, bescheiden productiviteitsgroei, stijgende vraag en een complex macro-economisch klimaat, wordt verwacht dat de bouwsector de komende jaren gestaag blijft groeien.

Afhankelijkheid van schaarse productiefactoren

Over het algemeen presteert de bouwsector relatief goed op het gebied van efficiënt gebruik van schaarse productiefactoren, met een vierde plaats (waarbij één het beste of het laagste gebruik betekent), maar er blijven uitdagingen op het gebied van arbeid, kapitaal, emissies en fysieke ruimte. Wat arbeid betreft is de sector de vijfde grootste werkgever van Nederland, maar kampt zij nog steeds met personeelstekorten, wat een belangrijke rem is op de groei van arbeidsproductiviteit. Op het gebied van kapitaal laten gegevens van 1995 tot 2023 zien dat de kapitaalproductiviteit in het bedrijfsleven met 32% is gestegen, terwijl deze in de bouwsector in dezelfde periode met bijna 15% is gedaald.

Wat emissies betreft, behoort de bouwsector tot de acht grootste uitstoters van broeikasgassen, vierde qua zure equivalenten (stikstof) en heeft zij het op drie na laagste watergebruik. Duurzaamheid en circulariteit blijven daarom belangrijke trends die om transformatie vragen bij bouwbedrijven.

Fysieke ruimte vormt eveneens een belemmering, want de sector is de derde qua afhankelijkheid van fysieke ruimte: veel activiteiten zijn locatiegebonden en zonder ingrijpende economische herstructurering is er weinig groei mogelijk in het beschikbare oppervlak.

Samenvattend is de bouwsector van groot belang voor de Nederlandse economie vanwege haar centrale rol in productieprocessen en haar economische omvang. Tegelijkertijd kampt de sector met lage O&O-uitgaven, trage groei van arbeidsproductiviteit en afhankelijkheid van schaarse productiefactoren. De vraag naar bouwdiensten zal alleen maar toenemen, dus de sector moet manieren vinden om de arbeidsproductiviteit te verhogen en haar duurzaamheids- en circulariteitsambities waar te maken om toekomstbestendig te worden.

Download de analyse Vijf analytische lenzen op de bouwsector