Eén op de vijf werkenden in Nederland betaalt de reiskosten voor woon-werkverkeer zelf, blijkt uit recent onderzoek van CNV. Dat roept vragen op over de verantwoordelijkheid van werkgevers en de mogelijkheden voor werknemers om een vergoeding te krijgen.
Werkgevers zijn wettelijk niet verplicht om reiskosten te vergoeden, waardoor werknemers dit niet kunnen afdwingen. Dat betekent dat veel werkenden geen vergoeding krijgen, of slechts een bedrag dat de kosten niet volledig dekt. Werkgevers mogen bovendien maar een maximale vergoeding belastingvrij betalen. Die vergoeding is niet altijd toereikend. Meestal staan de regels over reiskosten in cao’s of arbeidsovereenkomsten, maar werknemers doen er goed aan om ook het personeelsreglement te bestuderen. Dit document kan uitkomst bieden voor een reiskostenvergoeding. Het is daarnaast verstandig voor werknemers om te informeren naar de beschikbare regelingen en vergoedingsmogelijkheden binnen het bedrijf. Onderhandelen bij indiensttreding Een manier om het probleem aan te pakken is door bij indiensttreding te onderhandelen over een reiskostenvergoeding. Dit kan voorkomen dat werknemers later voor verrassingen komen te staan en zorgt voor duidelijkheid en tevredenheid over de vergoeding. De beste oplossing blijft echter het gesprek aangaan met de werkgever. Werknemers en werkgevers kunnen samen kijken naar mogelijke afspraken over reiskostenvergoeding. Dit voorkomt onduidelijkheid en onvrede over de vergoeding en kan leiden tot een betere verstandhouding tussen werkgever en werknemer. Expertquote Pascal Besselink (DAS) |