Om het ondernemingsklimaat in Nederland te bevorderen vraagt het Nederlandse bedrijfsleven om minder fiscale regeldruk, verlaging van de lasten op arbeid en het belonen van verduurzaming. Deze prioriteiten worden nagenoeg gelijkelijk gedeeld door kiezers die in 2023 hebben gestemd op de partijen die nu in de peilingen bovenaan staan: PVV, CDA, GroenLinks/PvdA, VVD en D66. |
Onderzoek van Nextens fiscale software onder ondernemers met personeel en financieel managers in aanloop naar Prinsjesdag, laat zien dat het bedrijfsleven onverminderd zucht onder de fiscale regeldruk. In vergelijkbaar onderzoek van Nextens van augustus 2024 vond 63% van de respondenten de overheidsregelingen voor bedrijven te complex.
Het meest rechtse kabinet ooit, zoals Schoof-1 bij het aantreden in juli 2024 werd genoemd, heeft hier geen verandering in gebracht. Na vermindering van regeldruk wordt verlaging van de lasten op arbeid, bijvoorbeeld via lagere werkgeverspremies, genoemd als wenselijke fiscale maatregel om het ondernemingsklimaat in Nederland te bevorderen. Een beter ondernemingsklimaat wordt gezien als noodzakelijk om de economische groei aan te jagen. De Nederlandse economie kromp in 2023, groeide in 2024 met 1,0% en voor 2025 wordt een groei van 1,1% verwacht. |
De behoefte aan minder regeldruk en verlaagde arbeidskosten leeft in alle grote politieke stromingen. Uit een reeks mogelijkheden noemde een derde van de respondenten beide fiscale maatregelen als meest wenselijk. Op de derde plaats staat het belonen van verduurzaming via gerichte aftrekposten, subsidies of vrijstellingen. Die verduurzamingswens leeft vooral bij respondenten die in 2023 hebben gestemd op GroenLinks/PvdA en D66. Op de vierde plaats komt verlaging van het mkb-tarief in de vennootschapsbelasting; deze wens leeft meer bij VVD-stemmers dan onder de grote centrumlinkse partijen. |
Arbeidsmigratie
De respondenten konden ook kiezen voor diverse maatregelen die het inhuren van goedkope arbeidsmigranten kunnen beteugelen. Vooral belastingvoordeel voor ondernemers die investeren in lokale arbeidskrachten kan rekenen op brede steun, met name bij VVD, PVV en CDA. Minder steun, maar wel breed gedeeld, kregen de volgende fiscale maatregelen: gerichtere controle en handhaving op schijnzelfstandigheid en malafide uitzendconstructies, de invoering van een werkgeversbijdrage bij langdurige inzet van buitenlandse tijdelijke arbeidskrachten en het afschaffen van subsidies of fiscale voordelen voor sectoren die structureel afhankelijk zijn van laagbetaalde arbeid. Voor een investeringsaftrek voor het verbeteren van arbeidsomstandigheden is nauwelijks belangstelling. Ook niet voor het afschaffen van subsidies of fiscale voordelen voor sectoren die structureel afhankelijk zijn van laagbetaalde arbeid. Ook een hoger minimumloon kan arbeidsmigratie afremmen, omdat het de concurrentiepositie van Nederland ten opzichte van andere landen verkleint en dit het voor werkgevers minder aantrekkelijk maakt om laagbetaalde arbeidskrachten uit het buitenland te halen. Deze maatregel is vooral gewenst door PVV-, GroenLinks/PvdA- en D66-stemmers, veel minder door VVD-stemmers, met het CDA daar tussenin. Extra fiscale prikkels voor het aannemen van personeel met een vast contract wordt vooral gewenst door PVV-stemmers, iets minder door stemmers van andere grote partijen. |
Meer overeenkomsten dan verschillen
Ook voor andere mogelijke fiscale maatregelen is er eenstemmigheid in het bedrijfsleven. Onder de respondenten die in 2023 op een van de partijen hebben gestemd die nu de peilingen aanvoeren, zijn er hooguit accentverschillen. Zo wordt het stimuleren van investeringen in digitalisering en automatisering via investeringsaftrek vooral door D66-stemmers gewenst, iets minder door de andere grotere partijen. Uitbreiding van fiscale stimulansen voor innovatie en R&D is voor alle partijen welkom, waarbij de PVV-stemmers hier het minst belangstelling in hebben. Verhoging van de zelfstandigenaftrek voor zzp’ers en kleine ondernemers is ook breed gedeeld. |