Nederlands bbp per inwoner in 2023 op vierde plek in EU

Het Nederlandse bruto binnenlands product (bbp) per inwoner was in 2023 bijna 58.000 euro. Nederland staat daarmee op de vierde plaats binnen de Europese Unie, net als in 2022. Het bbp per inwoner was net als een jaar eerder anderhalf keer zo groot als het EU-gemiddelde van bijna 38.000 euro. Dit blijkt uit cijfers van het CBS en Eurostat.

Luxemburg heeft binnen de Europese Unie het hoogste bbp per inwoner van de bevolking. Dit komt door het relatief grote aantal financiële instellingen in het land, en doordat veel mensen in Luxemburg werken maar er niet wonen. Op de tweede plek staat Ierland, waar ook veel buitenlandse multinationals gevestigd zijn, gevolgd door Denemarken en Nederland. Bulgarije heeft met bijna 15.000 euro het laagste bbp per inwoner in de Europese Unie. Dit is ruim twee en een half keer zo laag als het EU-gemiddelde.

Nederland stijgt een plekje na correctie voor verschillen in prijsniveau

De verschillen in prijspeil tussen landen kunnen aanzienlijk zijn. Zo kun je bijvoorbeeld in Nederland met 1 euro minder goederen kopen dan in Bulgarije. Om het bbp per inwoner tussen landen beter te vergelijken corrigeert Eurostat voor de prijsverschillen tussen landen. Het bbp per inwoner in Bulgarije is ongeveer een kwart van dat van Nederland. Na correctie voor het prijspeil is het bbp per inwoner van Bulgarije ongeveer de helft van het bbp per inwoner van Nederland.

Nederland schuift in de ranglijst bij het bbp per inwoner gecorrigeerd voor prijsniveau een plekje op naar de derde plaats. Het prijspeil in Nederland is lager dan in Denemarken, waardoor Nederland Denemarken voorbij gaat.

Aandeel van individuele consumptie in Nederland lager dan EU

Een andere maatstaf voor de materiële welvaart in een land is de werkelijke individuele consumptie per inwoner, ook gecorrigeerd voor prijspeil. Deze bestaat uit de consumptieve bestedingen van huishoudens, de consumptie van instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens en de individuele consumptie door de overheid. De werkelijke individuele consumptie is in Nederland bijna 30.000 euro, oftewel 61% van het bbp. Daarmee staat Nederland op de vierde plaats. Het gemiddelde in de EU is 65%.

In Luxemburg en Ierland is de werkelijke individuele consumptie laag als aandeel van het bbp. Landen met veel (buitenlandse) bedrijven hebben doorgaans een lager aandeel van de werkelijke consumptie per inwoner in het bbp. Luxemburg blijft eerste op de ranglijst, maar het verschil met andere landen is kleiner. Ierland zakt naar de zevende plek. Op basis van de werkelijke individuele consumptie per inwoner, gecorrigeerd voor prijspeil, staat Oostenrijk op de tweede plaats in de EU, terwijl het op basis van het bbp per inwoner op de vijfde plaats staat.