“Uit een hittekaart die de TU Delft voor Den Haag maakte, kwam naar voren dat van alle steden in Nederland, Den Haag de meeste hitte-eilanden heeft. Met de zee in de buurt werd eerder aan een verkoelend effect gedacht. Teveel versteende oppervlakte was de boosdoener. Zorgwekkend, dat was het. Vanaf dat moment is het klimaat nadrukkelijker meegenomen in het gemeentelijke groenbeleid. Den Haag zet dan ook vol in om een klimaatbestendige stad te worden”, schrijft Groene Steden voor een Duurzaam Europa, een initiatief van de ENA (European Nurserystock Association) en boomkwekerij-organisaties uit België, Bulgarije, Denemarken, Duitsland, Engeland, Frankrijk en Nederland.
Op weg naar een klimaatbestendige stad, is volgens hen een grote rol weggelegd voor bomen. Daarbij wordt dankbaar gebruik gemaakt van het bomenarboretum, dat de gemeente samen met TU Delft heeft opgezet. Daaruit moet duidelijkheid komen welke bomencombinaties het meest effectief zijn om hittestress te beperken. Er is een sortimentslijst opgesteld, waaruit beplantingsmodellen zijn ontstaan. Ze helpen bij het optimaliseren van de beplanting langs lanen en andere plekken waar het te warm is. De opgave is om tot een planmodel te komen, waarbij het klimaat in en om de stad zo goed mogelijk geborgd wordt de komende decennia. Dit onderzoek loopt nog twee jaar (2022). Daarnaast wordt voor de lange termijn gezocht naar (inheemse) soorten die het beste passen in de stad. In Den Haag bijvoorbeeld doen eiken, beuken, iepen en esdoorns het erg goed.
Programma bomen
De invloed van bomen op het stadsklimaat is groot. Hittestress, wateroverlast, luchtkwaliteit én het sociale klimaat hebben baat bij bomen. “Met meer dan 100.000 bomen in Den Haag kun je nu al zeggen dat het jaarlijks anderhalf tot 2 miljoen euro opbrengt aan CO2-vastlegging”, weet Leendert Koudstaal, beleidsadviseur Groen en Bomen. “Het is niet zomaar dat de EU zich op dit moment oriënteert over de aanplant van twee miljard bomen. De grote steden zijn zich nu al aan het beraden hoe we dit als Nederland kunnen organiseren. Het nog dit jaar op te richten nationaal platform bomen (NPV), wil een Programma Bomen opstellen voor de VNG, zodat alle gemeentes het kunnen gaan gebruiken. Eigenlijk zou iedere gemeente een masterplan groen en bomen paraat moeten hebben. Als zo’n masterplan goed wordt verankerd in het gemeentebeleid dan heb je het groen altijd goed op orde.”
Groene kapitaal
Koudstaal is nauw betrokken bij de uitvoering van de Haagse Agenda Groen. Dit is de beleidsnotitie die vanaf 2015 leidend is en jaarlijks een update krijgt door aanvullende nota’s over natuur, wonen en groen. “We zien het Haagse groen als een vorm van kapitaal met ecologische, maatschappelijke en economische waarde”, zegt hij. Die waarden zijn uitgewerkt in zes thema’s: gezondheid, ontspanning, klimaat, biodiversiteit, imago en ontwikkeling.
Het is lastig om groen in waarde uit te drukken, maar er worden stappen gemaakt. Het berekeningsmodel ITree zorgde in 2019 voor een doorbraak in het uitdrukken van de economische waarde van bomen. Het model is in verschillende Nederlandse gemeentes beleidsmatig ingepast en is inmiddels een internationale standaard geworden. Voor de waardeberekening van parken en gazons met struiken en vaste planten is er een afgeleid model van I-Tree, I-Tree Eco. Door de waarde van groen in geld vast te leggen, kan het ook op de kapitaalgoederenbalans worden opgenomen en dat betekent een automatische plaats in het gemeentelijke structurele beleid.
Vergroeningsopgave
Dat de kwaliteit van groen aansluiting moet houden op de ontwikkelingen
van de stad van morgen, is een opgave waarvoor een brede verantwoordelijkheid
geldt. De ambities, thema’s en kaarten in de Agenda Groen vormen het
richtinggevend toetsingskader. Ook bewoners moeten zich aangesproken voelen.
Koudstaal: “Meer dan 40% van het oppervlakte van de stad is in particuliere
handen. Als gemeente alleen kun je best wel stappen zetten, maar als je het
samen met de bewoners doet, kun je veel grotere slagen maken. Wij delen als
gemeente gratis bomen uit; ook voor balkons en daken en stimuleren de aanleg
van dakgroen en verticaal groen.”
Aan gemeentes, projectontwikkelaars en architecten de kunst en uitdaging om
groeninclusiviteit uit te dragen. Koudstaal adviseert: “Bij de uitgifte van
grond moet direct aangetekend worden dat een hoogwaardige openbare ruimte
vereist is. Dus niet de hele oppervlakte voltekenen met gebouwen, maar direct
ook het groen intekenen. Die normen en richtlijnen moeten direct al door de
stedenbouwers worden toegepast in de beginfase van het project. Projectontwikkelaars
moeten gedwongen worden om groeninclusief te bouwen. Als je ontwerp niet aan
die standaarden kan voldoen, dan komt je ontwerp niet in aanmerking.”
Kijk voor meer informatie over groen in openbare ruimten op nl.thegreencity.eu