Een op de zes toeleveranciers auto-industrie lijdt verlies


Europese toeleveranciers van de auto-industrie verduurzamen hun toeleveringsketens, maar ze staan voor de uitdaging om deze inspanningen te financieren uit bestaande activiteiten en het sentiment in de sector is niet erg optimistisch. Beleidsmakers moeten de nodige stappen zetten om ondersteuning te bieden, maar de industrie zal ook harder moeten werken om voorop te blijven lopen.

Uit CLEPA’s eigen onderzoek naar duurzaamheidsrapporten blijkt dat leveranciers groene en circulaire strategieën toepassen in hun waardeketens. Terwijl de productie van voertuigen de afgelopen twee jaar is toegenomen, hoewel nog steeds onder het niveau van voor de pandemie, zijn er opmerkelijke verbeteringen doorgevoerd in het terugdringen van de CO2-uitstoot en het verbeteren van de recyclinginspanningen. 

In een steekproef van 27 bedrijven daalde de CO2-uitstoot gerelateerd aan de eigen activiteiten tussen 2021 en 2022 met 4,5%, grotendeels dankzij een aanzienlijke toename van het gebruik van hernieuwbare energie, dat nu 41% van het totale energieverbruik bedraagt. Terwijl de afvalproductie in deze periode met ongeveer 9% toenam, meldden leveranciers een lichte stijging in de recycling en terugwinning van productieafval, tot 93% in 2022. Bovendien strekken duurzaamheidsinitiatieven zich uit tot het herfabriceren van onderdelen en het maken van nieuwe onderdelen van gerecyclede materialen, wat de duurzaamheid van de sector ten goede komt. 

Dit zijn bemoedigende bevindingen, maar deze trend moet worden vastgehouden en uitgebreid met bedrijfsopbrengsten om de Green Deal-doelstellingen te halen. Volgens de laatste inzichten van de CLEPA Pulse Check, een tweejaarlijks onderzoek dat in samenwerking met McKinsey wordt uitgevoerd, is het echter zorgwekkend dat meer dan de helft van de leveranciers (56%) een winstgevendheid van minder dan 5% rapporteert, waarbij 17% verlies rapporteert. Niet minder zorgwekkend is het feit dat de EU relatief minder directe buitenlandse investeringen aantrekt, wat in schril contrast staat met de groei in de VS, vooral in de batterijproductie, wat de uitdagingen van het industriebeleid van de EU onderstreept. 

Om het concurrentievermogen van de EU-industrie op het gebied van e-mobiliteit te vergroten, moet het beleid de toeleveringsketens voor grondstoffen en batterijen optimaliseren, de uitrol van oplaadinfrastructuur versnellen, de administratieve lasten verminderen en inspelen op de behoeften aan vaardigheden en energie.  Het is ook belangrijk om vast te houden aan het beginsel van technologie-open regelgeving. De discussie over CO2-normen voor zware bedrijfsvoertuigen (HDV’s) moet gericht zijn op het juiste kader voor een gezonde concurrentie tussen elektrificatie, waterstof (verbranding), e-trailers, duurzame hernieuwbare brandstoffen en andere toekomstige innovaties om de uitstoot snel en kosteneffectief te verminderen. Op die manier worden verschillende technologische sterktes ingezet voor verschillende gebruikssituaties. De #TruckDiversity-campagne van CLEPA benadrukt het belang van een verscheidenheid aan schone technologieën voor HDV’s om ambitieuze CO2-reductiedoelstellingen te behalen. 

De Europese Commissie heeft ook ambitieuze doelen gesteld voor de digitale transitie. Zonder een snelle goedkeuring van een sectorspecifiek voorstel voor toegang tot gegevens aan boord van voertuigen zal de gegevensmarkt echter afgesloten blijven. Vooruitgang boeken met dit voorstel zal de ontwikkeling van nieuwe bedrijfsmodellen mogelijk maken en de groei in de mobiliteitssector stimuleren.

De verantwoordelijkheid ligt echter niet alleen bij de beleidsmakers. Europese bedrijven zijn gewend aan wereldwijde concurrentie, maar toch gelooft slechts 17% van de leveranciers dat hun kostenstructuur en prijzen kunnen concurreren met Chinese bedrijven. En slechts 25% vindt dat ze voldoende wendbaar en responsief zijn bij het nemen van beslissingen of dat hun productontwikkelingscycli snel genoeg zijn. De rest voelt zich neutraal of “onvoldoende” voorbereid. Hoewel de industrie alles in huis heeft om baanbrekende technologie op de markt te brengen, zal ze meer inspanningen moeten leveren om haar concurrentievoordeel te versterken (en in sommige opzichten te herwinnen).