De prijzen van diensten in Nederland stijgen sneller dan die van goederen. Alleen tijdens de COVID pandemie werd deze trend doorbroken door problemen met de levering van goederen. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van DNB.
De prijsstijging van een goed of dienst in vergelijking met andere goederen of diensten wordt een relatieve prijsstijging genoemd. Voorbeelden hiervan zijn de prijzen van chocolade of bungalowparken, die recentelijk sneller zijn gestegen dan het algemene prijsniveau.Na een tijdelijke pauze tijdens de pandemie keert de relatieve prijs van diensten ten opzichte van goederen terug naar de langetermijntrend. Het monetaire beleid van de centrale bank richt zich op een stabiele ontwikkeling van het algemene prijsniveau en heeft via de beleidstarieven slechts een beperkte invloed op de relatieve prijzen in de economie op de lange termijn. Tijdelijke afwijkingen van de langetermijntrend geven echter inzicht in de inflatiedynamiek.
Langetermijntrend
De prijzen van diensten stijgen doorgaans sneller dan die van goederen. Net als in andere landen van de eurozone vertoont de relatieve prijs van diensten ten opzichte van goederen daarom een positieve langetermijntrend. Hiervoor zijn twee belangrijke redenen.Ten eerste is de vraag naar diensten de afgelopen jaren gestaag toegenomen. Naarmate de inkomens stijgen, geven mensen relatief meer uit aan diensten, waardoor de prijzen van diensten stijgen. In Nederland is de consumptie van diensten ten opzichte van goederen de afgelopen 20 jaar met ongeveer 10% gestegen.
Ten tweede stijgt de productiviteit in de goederensector doorgaans sneller dan in de dienstensector. Daardoor kunnen goederen in de loop der tijd efficiënter worden geproduceerd en dalen de goederenprijzen. Bovendien zijn goederen beter verhandelbaar dan diensten. De concurrentie op de internationale markten en de toenemende toegang tot lagere arbeidskosten in het buitenland drukken de goederenprijzen nog meer.Deze factoren zorgden ervoor dat de prijsstijging van goederen laag bleef vóór de pandemie, terwijl de prijzen van diensten gestaag bleven stijgen,. Dit resulteerde in een positieve langetermijntrend in de relatieve prijs van diensten.
Pandemische schok en herstel
Tussen 2021 en 2023 werd de trend tijdelijk verstoord door twee grote schokken: verstoringen in de toeleveringsketens van grondstoffen en de energiecrisis. Beide schokken veroorzaakten scherpe prijsstijgingen voor goederen. Tegelijkertijd verminderden contactbeperkende maatregelen de vraag naar diensten, zoals gastvrijheid en reizen, terwijl de vraag naar goederen toenam.De verschuiving in de vraag van diensten naar goederen droeg bij aan de tijdelijke daling van de relatieve prijs van diensten. Deze afwijking van de trend viel samen met de recente periode van hoge inflatie, met een piek in het tweede kwartaal van 2023 toen de diensteninflatie meer dan 7% bedroeg en de goedereninflatie meer dan 8%.
In het voorjaar van 2023 begon in Nederland, net als in andere landen, een fase van normalisatie. De energieprijzen waren weer gedaald na een piek eind 2022 en de problemen in de toeleveringsketen waren opgelost. Als gevolg daarvan nam de goedereninflatie af, terwijl de prijzen van diensten sterk bleven stijgen als gevolg van de toenemende vraag. Dit leidde vanaf de zomer van 2023 tot een stijging van de relatieve prijs van diensten, hoewel deze nog steeds onder de langetermijntrend blijft. Tegelijkertijd daalde de kerninflatie en ligt deze nu dichter bij, maar nog steeds boven, het niveau van vóór de pandemie. De aanhoudend hoge diensteninflatie valt dus samen met het herstel van de relatieve dienstenprijs naar de trend.
Toekomstige trends
Ondanks de ingezette normalisering is het niet zeker dat de relatieve prijs terugkeert naar de trend van voor de pandemie. De pandemie was een grote schok die het consumptiegedrag veranderde en het consumentenvertrouwen verzwakte. Ook de ontwikkeling van de productiviteit en de internationale handelsstromen werden getroffen, wat zou kunnen leiden tot hogere grondstofprijzen. Bovendien is de diensteninflatie sterk gekoppeld aan de loonvorming, die mogelijk ook is veranderd door de grotere krapte op de arbeidsmarkt. Een sterke loonstijging kan leiden tot hogere prijzen voor diensten, vooral omdat de dienstensector relatief arbeidsintensief is.
In de komende jaren kunnen deglobalisering en geopolitieke ontwikkelingen de prijzen van goederen en diensten sterk beïnvloeden.
Foto DNB