Verzekeraars nemen voor € 7 miljard pensioenfondsen over

In twee jaar tijd hebben levensverzekeraars voor € 7 miljard aan pensioenverplichtingen overgenomen via zogeheten buy-outs (overnames), blijkt uit nieuwe cijfers van DNB. Voor pensioenfondsen vormt zo’n buy-out een alternatief voor de transitie naar het nieuwe pensioenstelsel (Wtp). Daarbij zijn de marktomstandigheden momenteel gunstig voor buy-outs door verzekeraars, vanwege de relatief hoge rente.

De Nederlandse levensverzekeraars Achmea, ASR, Athora en Nationale Nederlanden hebben de voorbije jaren via buy-outs vijftien verschillende pensioenfondsen overgenomen. Inclusief deze toename van € 7 miljard door overnames bereikten de totale pensioenregelingen van verzekeraars aan het einde van het derde kwartaal van 2025 een omvang van € 230 miljard. Het aandeel van verzekeraars steeg hiermee naar 15% van de totale pensioenvoorzieningen van € 1573 miljard (verzekeraars en pensioenfondsen samen).

Gunstige marktomstandigheden en groeimogelijkheden redenen voor overnames

Voor pensioenfondsen kan een buy-out aantrekkelijk zijn, omdat daarmee de complexiteit van de overgang naar de nieuwe Wtp wordt vermeden. Dat kan met name voor kleinere pensioenfondsen een rol spelen.Ook kan een buy-out een optie zijn voor pensioenfondsen door de zekerheden die dit biedt voor hun deelnemers. De uitvoering van de pensioenregeling en de zekerheid over de hoogte van de pensioenuitkering staan dan, zoals in het huidige pensioenstelsel, vast. 

Daarbovenop zijn de marktomstandigheden voor een buy-out nu ook gunstig. Zo kunnen pensioenfondsen door de hoge dekkingsgraden indexatie meeverzekeren, waarmee de pensioenuitkeringen gedeeltelijk kunnen meegroeien met inflatie zoals in het huidige pensioenstelsel gebruikelijk kan zijn. Voor verzekeraars biedt een buy-out groeimogelijkheden en opties om kosteneffectiever te werken.