Na een positief effect van de
gestegen rente in april stabiliseerden de dekkingsgraden in mei. Een beperkte
rentestijging in combinatie met nauwelijks verschoven portefeuille zorgden
ervoor dat de indicatieve gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse
pensioenfondsen in mei stabiliseerde op 117%. Dat blijkt uit de
Pensioenthermometer van Aon, die dagelijks de hoogte van de gemiddelde
dekkingsgraad bijhoudt.De indicatieve beleidsdekkingsgraad, gebaseerd op de
gemiddelde dekkingsgraad van de afgelopen twaalf maanden, bleef in mei gelijk
aan 120%.
Vermogen en rente stabiel
De maand mei ging van start met een renteverhoging van de Amerikaanse en
Europese centrale bank. De Amerikaanse Federal Reserve (Fed) verhoogde zijn
benchmarkbeleidsrente met 0,25% tot een bandbreedte van 5,0% -5,25%. De
Europese Centrale Bank (ECB) verhoogde haar depositorente met 0,25% tot 3,25%.
De ECB gaf aan dat zij vastbesloten is de rente genoeg te verhogen om de
inflatie omlaag te brengen en het tempo van het verkleinen van haar balans op
te voeren. De totale inflatie in de eurozone was op dat moment met 7,0% in
april vrijwel ongewijzigd ten opzichte van de vorige maand.
De hoge inflatie en de opgelopen rente hebben hun effect op de economie.
Duitsland kwam in een technische recessie terecht, nadat de economie van het
land met 0,3% kromp in het eerste kwartaal van 2023. In het vierde kwartaal van
2022 bedroeg de krimp ook al 0,5%. De krimp werd deels veroorzaakt door een
daling van de consumptie door huishoudens en een zwakkere industriële
activiteit.
Spanning op de financiële markten
Gedurende de maand liep de
spanning op de financiële markten op door het gesteggel tussen democraten en de
republikeinen over de verhoging van het Amerikaanse schuldenplafond. Zonder
verhoging zou de Verenigde Staten in gebreke blijven op hun
schuldverplichtingen. Kort voor de deadline werd een voorlopige deal gesloten
dat het schuldplafond voor een tweejarige periode verhoogd wordt tot ver na de
presidentsverkiezingen van eind 2024.
Toch stegen de aandelen licht. Aandelen van ontwikkelde landen stegen 1,1%
gesteund door de opleving van de techsector die profiteerde van de hoge
verwachtingen op het gebied van kunstmatige intelligentie. De aandelen van
opkomende landen deden het met 1,8% iets beter. De rente steeg enkele
basispunten op het lange stuk van de curve. Dit had een licht positief effect
op de vastrentende portefeuille, die met 0,2% steeg. Het totale rendement van
de portefeuille was in mei minus 0,1%.
Per saldo steeg in een maand tijd de risicovrije rente over de eerste veertig
jaar met gemiddeld 1 basispunt. Door de rentestijging nam de waarde van de
verplichtingen af met ongeveer 0,3%.
Wtp is een feit
30 mei is een historische dag, want op die dag heeft de Eerste Kamer voor de
Wet toekomst pensioen gestemd. Na 15 jaar praten en een uitvoerig
wetgevingstraject is het dan zover: 1 juli gaat de wet in. Dit betekent een
omslag van DB (middelloon) naar DC (beschikbare premie), een ingrijpende
wijziging. Last minute zijn er nog wijzigingen voorgesteld. Een belangrijke is
dat de transitieperiode is opgerekt naar 1 januari 2028. Dit betekent dat er
best verschillen kunnen ontstaan in hoe de overgang uitpakt voor verschillende
deelnemers. Zit iemand bij een fonds dat al op 1 januari 2025 overgaat of bij
een fonds dat pas op 1 januari 2028 overgaat? Dan kan de wereld er heel anders
uitzien en dus ook het kapitaal dat een werknemer meekrijgt bij invaren. “Juist
de afgelopen drie jaar hebben we met een pandemie en een oorlog gezien hoe snel
de omstandigheden kunnen veranderen”, zegt Frank Driessen, CEO Wealth
Solutions, Aon Nederland. “Van een historisch lage rente naar bijna 3% hoger,
tijden van enorme inflatie; in drie jaar kan er veel gebeuren. Dit is een
aandachtspunt waar in de communicatie richting deelnemers goed aandacht aan
besteed moet worden.”
Aan de slag
Nu de wet een feit is moeten er meters gemaakt worden. Volgens de huidige
planning moeten alle bedrijven in 2028 de overstap hebben gemaakt naar het
nieuwe pensioenstelsel. “Dat lijkt nog ver weg, maar dat is het niet”,
waarschuwt Driessen. “Het is verstandig om snel in actie te komen. Niet alleen
om de overgang goed voor te kunnen bereiden, maar ook om optimaal gebruik te
kunnen maken van de mogelijkheden die de nieuwe pensioenregeling biedt. Dit is
het moment om de twee duurste arbeidsvoorwaarden (salaris en pensioen) te
herijken. De nieuwe pensioenregeling kan heel gericht worden ingezet voor het
financieel welzijn van werknemers. Belangrijk, want daarmee vergroten
werkgevers de betrokkenheid, vitaliteit en veerkracht van hun medewerkers.”
Aon houdt op dagbasis de dekkingsgraad bij van het geschatte gemiddelde
Nederlandse pensioenfonds. Zowel de beleggingsrendementen als de
rentetermijnstructuur worden op dagbasis aangepast aan de ontwikkelingen op de
financiële markten. Ook geven wij de benodigde dekkingsgraad weer. Samen zegt
dit iets over de kwaliteit van de financiële positie van het gemiddelde fonds.
Dit geeft een goede indicatie van de ontwikkelingen bij de pensioenfondsen in
Nederland. De samenstelling van de pensioenfondsen in Nederland is heel divers.
Van hele grote fondsen als het ABP en Pensioenfonds Zorg en Welzijn tot kleine
pensioenfondsen met soms maar enkele deelnemers. Aon heeft de samenstelling van
het gemiddelde pensioenfonds gebaseerd op door De Nederlandsche Bank (DNB) en
andere partijen gepubliceerde karakteristieken. Hier zit een vertraging in,
omdat de statistieken altijd een maand achter lopen. De gemiddelde
dekkingsgraad van Aon betreft een inschatting van de gemiddelde dekkingsgraad
van de Nederlandse pensioenfondsen. Wij gebruiken een prognosemodel. De
werkelijke gemiddelde dekkingsgraad kan en zal afwijken van deze inschatting.
Voor de werkelijke gemiddelde dekkingsgraad verwijzen wij naar de statistieken
van DNB.