Na een tegenvaller in maart krabbelen
de dekkingsgraden in april weer op. De pensioenfondsen hadden in april baat bij
de gestegen rente. Het vermogen bleef gelijk. De rentestijging in april zorgde
ervoor dat de indicatieve* gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse
pensioenfondsen steeg naar 119%. Dat blijkt uit de Pensioenthermometer van Aon,
die dagelijks de hoogte van de gemiddelde dekkingsgraad bijhoudt.De indicatieve
beleidsdekkingsgraad, gebaseerd op de gemiddelde dekkingsgraad van de afgelopen
twaalf maanden, daalde in april naar 120%.
Vermogen
gelijk gebleven, rente geslagen
De maand april liet een gemengd beeld zien. Zo berichtte de meerderheid van de
S&P500- en Stoxx600- bedrijven beter dan verwachte winstcijfers in het
eerste kwartaal. Analisten verwachten echter dat de winsten zullen afnemen naar
het einde van het jaar . Het IMF kwam met de zwakste middellangetermijnprognose
in de afgelopen 30 jaar. Het IMF schat de wereldwijde groei dit jaar op 2,8%,
voordat deze stijgt tot 3,0% in 2024 en rond dat niveau blijft tot 2028. Het
IMF waarschuwde voor een ‘harde landing’ voor de economie als de rente langer
hoog blijft, om de inflatie aan te pakken, wat ook de risico’s voor het
financiële systeem zou vergroten. In april lag de financiële sector constant
onder het vergrootglas en is de First Republic Bank verder in de problemen gekomen.
De inflatiecijfers lieten in maart een daling zien opzichte van vorige maand,
maar de kerninflatie blijft hoog. De Amerikaanse inflatie steeg met 5% op
jaarbasis ten opzichte van 6% in februari, maar de kerninflatie steeg met 5,6%.
De eurozone liet een zelfde beeld zien, de inflatie op jaarbasis zal in maart
2023 naar verwachting 6,9% bedragen, tegen 8,5% in februari. Dit zorgde ook
voor opwaartse druk op de rentecurve en dit zal waarschijnlijk de centrale
banken bewegen om de rente in mei opnieuw te verhogen.
Ondanks goede kwartaalcijfers daalden de Amerikaanse aandelen licht. Europese aandelen stegen met 2,8%. Europese beurzen hebben meer geprofiteerd van de heropening van de Chinese economie, die in het eerste kwartaal met 4,5% groeide, door onder andere de opleving van consumptie. Dit resulteerde in een aandelenrendement van 0,8% voor de ontwikkelde markten, terwijl de emerging markets met 2,7% daalden.
De gestegen rente had een negatief effect op de vastrentende
portefeuille, die 0,4% daalde door de gestegen rente. De rendementen voor
vastrentende waarden over april zijn respectievelijk: rentegevoelige
staatsobligaties (-/- 0,6%), bedrijfsobligaties (0,7%) en high yield
(0,2%). Het totale rendement van de portefeuille was deze maand 0,2%.Per saldo
steeg in een maand tijd de risicovrije rente over de eerste veertig jaar met
gemiddeld 7 basispunten. Door de rentestijging nam de waarde van de
verplichtingen af met ongeveer 1,5%.
Wtp
– stand van zaken
Het is de bedoeling dat de Wtp nog door de huidige Eerste Kamer behandeld wordt
in de maand mei. Zoals het ernaar uitziet hebben de partijen die de wet steunen
een meerderheid, maar het is nog geen gelopen race. Zo is er veel kritiek op
het nieuwe stelsel. “Wij begrijpen dat er veel kritiek is op de wet, maar
denken ook dat het ‘point of no return’ is bereikt”, zegt Frank Driessen, CEO
Aon’s Wealth Solutions Nederland. “Betekent niet dat wij vinden dat alle
kritiek terzijde moet worden geschoven. Sommige punten zijn terecht en zinvol
om mee te nemen. Zoals bijvoorbeeld het invaren en het nabestaandenpensioen. De
complexiteit van het invaren en het gegeven dat individuele instemming niet is
toegestaan zou kunnen leiden tot situaties dat pensioenfondsen niet direct gaan
invaren. Met betrekking tot het nabestaandenpensioen kunnen situaties ontstaan
dat deelnemers wegens de eerbiedigende werking enorm hoge rechten kunnen
verkrijgen.”
“Èn, dat het allemaal nog lastig te volgen is onderschrijven wij ook,” zegt
Driessen, “maar dat heeft zo zijn redenen en achtergronden. Het is daarom van
belang dat deelnemers goed geïnformeerd worden en begeleid worden bij de
transitie. Wij pleiten ervoor dat deelnemers het recht krijgen op een
persoonlijk gesprek om geïnformeerd te worden over hun persoonlijke
pensioensituatie.”
Nieuwe
set vraagt om een winstwaarschuwing
Recent is naast de reguliere economische P-set voor de haalbaarheidstoets een
P-set gepubliceerd op basis van het advies van de commissie Parameters. Wij
hebben inmiddels berekeningen gemaakt met deze set en de uitkomsten voor de
overgang naar het nieuwe stelsel zijn op basis van deze set toch een stuk
minder rooskleurig. “We zien nog wel dat de meeste deelnemers erop vooruit gaan
bij de overgang naar het nieuwe stelsel”, zegt Driessen, “maar de verbeteringen
zijn minder groot dan bij de eerdere sets.”
Verbeteringen ontstaan door het uitdelen van de buffers, het beleggen
via het life cycle principe en de overgang naar het projectierendement. De
afschaffing van de doorsneepremie daarentegen levert een nadeel op. De nieuwe
set kent een dalende rente in de eerste jaren en een wat lager
aandelenrendement. “Bij het hanteren van de nieuwe set moet dus een
winstwaarschuwing worden afgegeven. Het is ons inziens verstandig snel naar
deze set over te stappen, zodat besluitvorming niet op te rooskleurige cijfers
plaatsvindt. Fondsen doen er daarnaast goed aan voor de evenwichtigheid van de
besluitvorming een matrix op te stellen met gevoeligheden voor bijvoorbeeld
rente, aandelenrendementen en dekkingsgraden,” besluit Driessen.