Geopolitieke risico’s hebben in de loop van vorig jaar cyberincidenten en veranderingen in regelgeving ingehaald als het grootste risico waarmee organisaties worden geconfronteerd, zo blijkt uit de vorige Airmic Big Question-enquête onder Airmic-leden op 9 december.
Uit deze peiling komt naar voren dat 17% van de Airmic-leden geopolitieke risico’s (wereldwijd) als nummer één risico zien, gevolgd door lokale politieke onzekerheid en veranderende regelgeving (beide 14%) , de kans op cyberincidenten (12%) en verstoringen in de toeleveringsketen (10%). Bij een eerdere peiling – in februari 2024 – voerde cyberrisico’s de lijst met de vijf grootste risico’s aan (25%), gevolgd door veranderingen in de regelgeving (15%), wereldwijde geopolitieke risico’s (13%), lokale politieke onzekerheid (8%) en macro-economische ontwikkelingen
Ondertussen vertrouwen meer riskprofessionals op overheidsmiddelen om risico’s voor hun organisaties te identificeren en te beoordelen, zoals het Airmic Big Question onderzoek van deze week liet zien. Deze week nog kwamen gewapende conflicten tussen staten naar voren als het grootste risico van dit moment in het rapport over wereldwijde risico’s van het World Economic Forum (WEF) voor 2025.
Julia Graham, CEO van Airmic, zegt: “In de loop van een jaar waarin een recordaantal verkiezingen is gehouden en waarin conflicten in verschillende regio’s in de wereld voortwoeden, lijkt het misschien logisch dat geopolitieke risico’s het toprisico voor organisaties zijn geworden. Er zijn tekenen dat de oorlog tussen Rusland en Oekraïne dit jaar mogelijk wordt opgelost, hoewel een duurzame vrede fragiel zou zijn, zoals ook verwact kan worden na het staakt-het-vuren tussen Israël en Hamas. Maar riskprofessionals en hun organisaties moeten zich dringend aanpassen aan een wereld van perma-geopolitieke crises, die anders is dan enige andere periode in hun leven. Ze moeten veerkracht opbouwen en wendbaar reageren op de uitdagingen van ‘eenmalige gebeurtenissen’ die zich regelmatig voordoen.”
Begin 2024 stond geopolitiek risico op de derde plaats in een peiling van Airmic die op 5 februari werd uitgevoerd. Aan het begin van 2025 steeg ook de binnenlandse politieke onzekerheid in verschillende landen over de hele wereld naar de tweede plaats, samen met veranderingen in de regelgeving, toen het record ‘verkiezingsjaar’ eindigde met nieuwe onrust voor de regeringspartijen of coalities in Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk en Zuid-Korea.
Ondertussen is er een aanzienlijke stijging geweest in het percentage riskprofessionals dat vertrouwt op overheidsbronnen om risico’s voor hun organisaties te identificeren en te beoordelen (64%) – in april 2022 was dit 59% – om de belangrijkste bron van risico-informatie en advies te worden die ze gebruiken, samen met middelen van Airmic als de Britse vereniging voor riskprofessionals.
Hoe-Yeong Loke, Head of Research bij Airmic, verklaart: “De opkomst van populistische politiek heeft vandaag de dag een gepolariseerde omgeving gecreëerd waarin mensen zeer weinig vertrouwen hebben in de communicatie die van ‘de andere kant’ komt. De onderzoeken van Airmic suggereren echter dat dit wantrouwen, in tegenstelling tot politici , zich niet uitstrekt tot de communicatie die afkomstig is van regeringen. Op de langere termijn is het vertrouwen in de overheid in de kernzaken die er echt toe doen gestaag gegroeid door het tumult van de Covid-19 pandemie en nu door een lange periode van geopolitieke onrust.”
Airmic heeft ook zijn betrokkenheid herhaald om zijn leden te ondersteunen in de maalstroom van geopolitieke risico’s waarmee hun organisaties en de maatschappij in het algemeen geconfronteerd worden.
Leigh-Anne Slade, Head of Media, Communications and Intrest Groups, zegt: “In tegenstelling tot veel andere soorten risico’s hebben risicoprofessionals, gezien de politieke gevoeligheden, de juiste kanalen en platforms nodig om geopolitieke risico’s voor hun organisaties te bespreken. De speciale belangengroep voor geopolitiek van Airmic is zo’n veilige ruimte volgens de Chatham House-regels waar risicoprofessionals meer van nodig hebben om goede praktijken, gemeenschappelijke uitdagingen en bedrijfsinformatie te delen.”