Marcel van Dijk (MarshBerry): Intermediairmarkt wacht nieuwe consolidatiegolf

 

“Wie de assurantiemarkt de voorbije tien jaar heeft gevolgd, ziet een duidelijke trend. Honderden intermediairkantoren zijn overgenomen door grotere marktpartijen en investeerders. Vanuit ons dagelijks werk als M&A-adviseur zien wij geen enkel signaal dat deze beweging aan kracht verliest. Integendeel, de voorwaarden voor een nieuwe consolidatiegolf zijn vandaag sterker dan ooit”, schrijft directeur Marcel van Dijk op de website van MarshBerry.

In Nederland vinden jaarlijks ongeveer 250 transacties plaats, variërend van de verkoop van kleine portefeuilles tot volledige aandelentransacties. Na ruim tien jaar consolidatie ontstaat soms het beeld dat de markt inmiddels wel zo’n beetje is verdeeld. In werkelijkheid ligt dat anders. De markt is aanzienlijk gefragmenteerder dan vaak wordt aangenomen. Nederland telt nog altijd 5.210 zelfstandige vestigingen, 429 adviesketens met meerdere vestigingen en 1.379 aangesloten instellingen en filialen. Ruim de helft van deze bedrijven bestaat uit éénpitters en in ongeveer 85% van de gevallen gaat het om kantoren met maximaal vijf medewerkers.

Vaste patronen

De ontwikkeling van een markt die steeds verder consolideert volgt vrijwel altijd herkenbare patronen. Een centraal mechanisme daarbij is de opkomst van platformbedrijven. Dit zijn intermediairs die gedeeltelijk of volledig in handen komen van investeerders met het doel om versneld te groeien via overnames. Het bekende ‘buy and build’ model. In Nederland is het aantal platformbedrijven de afgelopen jaren gestaag gegroeid tot nu meer dan tien, wat de dynamiek in de markt duidelijk beïnvloedt.

Naarmate meer platforms actief worden, ontstaat een competitief speelveld waarin strategische kopers met elkaar strijden om de meest aantrekkelijke targets. Dat zien we momenteel duidelijk op de Nederlandse markt. De toenemende concurrentiedruk stuwt de bedrijfswaarderingen omhoog. Investeerders hebben allemaal hetzelfde doel voor ogen. Zij willen binnen enkele jaren een stevige marktpositie opbouwen, vaak met een groeiambitie waarbij een platform in vijf jaar tijd uitgroeit tot drie keer zijn oorspronkelijke omvang.

In de volgende fase zien we dat investeerders hun belang in een ‘buy and build’ platform weer gaan doorverkopen. Gemiddeld volgt een exit na drie tot zeven jaar. Vorig jaar kregen we hier al een goed voorbeeld van toen investeerder Aquiline zijn belang in Quintes verkocht aan Brown & Brown, een beursgenoteerd miljardenbedrijf uit de Verenigde Staten. De komende jaren verwachten we meer van dit soort exits, ook wel ‘secondary’ transacties genoemd. Dit kan ertoe leiden dat grote internationale partijen in één klap een dominante positie op de Nederlandse markt verwerven.

Waarom verdergaande consolidatie onafwendbaar is?

Er zijn vier structurele krachten die duidelijk maken waarom verdergaande consolidatie onafwendbaar is. Een verdere halvering van het aantal intermediaire bedrijven tot ongeveer drieduizend in de komende jaren is zeer wel mogelijk. De eerste kracht is demografie. Bijna de helft van de intermediaire ondernemers in Nederland is tussen de 55 en 67 jaar, waardoor opvolging en bedrijfswaardering steeds vaker onderwerp van gesprek worden. Doordat interne opvolging minder vanzelfsprekend is en het waarderingsverschil tussen interne en externe overdracht groeit, komt een grote groep ondernemingen en portefeuilles binnen afzienbare tijd beschikbaar voor de markt.

De tweede kracht is kapitaal. Private equity blijft de dominante drijver van consolidatie en er zijn geen aanwijzingen dat investeerders hun interesse in deze markt verliezen. Intermediairs bieden stabiele cashflows, schaalbaarheid en voorspelbare rendementen, waardoor private equity inmiddels verantwoordelijk is voor het grootste deel van alle transacties. Bovendien staat er een aanzienlijke hoeveelheid zogenaamd dry powder klaar, kapitaal dat al is opgehaald maar nog niet is geïnvesteerd en actief wacht op aantrekkelijke kansen. Een deel van dit kapitaal richt zich nadrukkelijk op de Nederlandse intermediaire markt, waardoor de vraag naar platforms die verdere groei kunnen dragen onverminderd sterk blijft.

De derde factor is internationalisering. Grote internationale spelers, met name uit de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, verleggen hun acquisitiefocus steeds vaker naar continentaal Europa nu hun thuismarkten verzadigen en groei daar lastiger wordt. Deze partijen beschikken over aanzienlijke schaal, kapitaal en gespecialiseerde kennis, wat hen in staat stelt om snel en gericht nieuwe markten te betreden. Voor lokale kantoren betekent dit dat de druk toeneemt. Zij krijgen vaker de vraag om zich aan te sluiten, partnerschappen te verkennen of een overname te overwegen.

De laatste en ongetwijfeld meest transformatieve kracht is technologie. Artificial intelligence (AI) verandert de manier waarop distributie, advies en klantbediening worden georganiseerd in hoog tempo. Wat begint met procesautomatisering en efficiëntieverbetering, ontwikkelt zich snel richting datagedreven risico-inschatting, geautomatiseerde polisbediening en uiteindelijk hybride of zelfs volledig Agents of Bots-gedreven adviesmodellen. Deze ontwikkeling vraagt om substantiële investeringen in systemen, data, beveiliging en specialistische expertise. Grote intermediairs kunnen deze investeringslast dragen en AI breed toepassen, waardoor zij schaalvoordelen en commerciële slagkracht opbouwen die moeilijk te evenaren zijn. Voor kleinere kantoren wordt het steeds uitdagender om dit tempo bij te benen, zowel organisatorisch als financieel, waardoor de druk richting samenwerking, aansluiting of verkoop verder toeneemt.

Blijf ik meewegen of raak ik achterop?

In de huidige markt draait het voor ondernemers uiteindelijk om één vraag: blijf ik meebewegen of raak ik achterop. Groei en innovatie bepalen of een financieel advieskantoor over vijf tot tien jaar nog relevant is in deze snel veranderende markt.

Op basis van onze wereldwijde benchmarkdata zien wij een jaarlijkse groei van ongeveer vijftien procent als gezond. Deze groei betekent dat een kantoor in vijf jaar tijd kan verdubbelen, organisch aangevuld met gerichte overnames. Om mee te blijven doen in de strijd om schaalgrootte is dit in feite de ondergrens. Met lagere groeicijfers verlies je structureel terrein aan de consolidators in deze markt en kun je zelfs feitelijk krimpen wanneer je de groei corrigeert voor inflatie en premiestijgingen.

Financieel advieskantoren die vooruit willen hebben vandaag een structureel investeringsplan nodig om mee te komen in de AI-revolutie die voor ons ligt. Rond het kantelpunt van ongeveer tien miljoen euro omzet ontstaat voor het eerst voldoende financiële ruimte om substantieel te investeren in datainfrastructuur en technologische vernieuwing, zonder dat de marge onder druk komt te staan. AI kan bovendien alleen waarde leveren wanneer er voldoende datavolume beschikbaar is. Grotere intermediairs beschikken over een bredere portefeuille en meer klantprofielen, waardoor algoritmes aantoonbaar beter presteren dan bij kleinere spelers. Voor kleinere kantoren liggen hier duidelijke grenzen. Beperkte schaal maakt structurele digitalisering en specialisatie nauwelijks rendabel, waardoor ondernemers het meer moeten zoeken in samenwerking, partnerschappen of aansluiting bij gezamenlijke initiatieven.

Wie niet kiest, wordt gekozen

De nieuwe consolidatiegolf is geen toekomstscenario maar realiteit. De intermediairmarkt beweegt snel en de verschillen tussen koplopers en volgers worden groter. Ondernemers die tijdig strategische keuzes durven te maken, houden grip op hun toekomst. Wie wacht, laat die keuze onbewust door de markt maken.”

 

 Brummel-van der Meulen heeft een bijdrage gerepost

Nieuwe functie  voor  Dennis Brummel-Van der Meulen bij Meijers Assurantiën

Binnen de Global & Specialty afdeling van Meijers Assurantiën heeft Dennis Brummel-Van der Meulen per 1 november de stap gemaakt van Intern Accountmanager naar Accountmanager Transport & Logistiek. Hij werkt sinds juli 2023 bij de in Amstelveen gevestigde makelaar.

Eerder werkte hij  ruim een jaar bij Univé Stad en Land als Medewerker Ondernemersdesk en Adviseur Zakelijk, ruim vier jaar bij Rabobank in verschillende functies, laatstelijk als Intern Risicospecialist Verzekeren, bijna 4,5 jaar  bij Spelt Verzekeringen als Adviseur Verzekeringen   en een jaar bij Du Gardijn Verzekeringen als commercieel medewerker

 

 

ABN AMRO presenteert strategie voor winstgroei en nieuwe financiële doelen voor 2028; 5.200 banen verdwijnen

Tijdens de Capital Markets Day presenteert ABN AMRO vandaag (25 november 2025) haar nieuwe strategie en financiële vooruitzichten voor 2026 – 2028. Het nieuwe plan richt zich op winstgroei en het vergroten van de waarde voor alle stakeholders.

“Voor de komende jaren heeft de bank drie strategische prioriteiten geformuleerd: het versnellen van winstgevende groei, het optimaliseren van de kostenbasis van de bank, onder andere door het werknemersbestand tussen nu en 2028 terug te brengen met netto 5.200 fte’s ten opzichte van 2024, en het inzetten van kapitaal daar waar het de hoogste rendementen oplevert. Dit stelt de bank in staat om efficiënter te werken, nieuwe kansen te benutten en meer waarde te bieden aan al haar stakeholders”, aldus de bank in haar persbericht.

Belangrijkste financiële doelen voor 2028:

  • Rendement op eigen vermogen (RoE): ten minste 12%
  • Kosten-inkomstenratio: lager dan 55%

Marguerite Bérard, CEO:”Vandaag presenteren we een gedurfde strategie voor het volgende hoofdstuk van ABN AMRO. Met onze sterke roots en Nederlandse achtergrond als fundament richten we ons op duurzame en winstgevende groei in Noordwest-Europa.In onze strategie staan vijf langetermijnambities centraal. We willen onze positie als Nederlandse retailbank versterken met een dienstverlening aan onze klanten met een premium touch. We gaan tot de Europese top 5 van private banken behoren. Het ondersteunen van familievermogen en familiebedrijven blijft een hoge prioriteit omdat zij de ruggengraat van de economie vormen. Daarnaast stimuleren we groei door Europese transities te ondersteunen, onder andere op het gebied van digitalisering, energie, mobiliteit en defensie. Tot slot willen we blijven behoren tot de wereldwijde top 3 in Clearing.:

Deze ambities zullen volgens haar de komende jaren leidend zijn bij de activiteiten en investeringen. ‘Ik begrijp echter dat veranderingen in onze kostenbasis, met name de reductie in het aantal fte’s, onzekerheid met zich meebrengt voor onze collega’s. We zullen er alles aan doen om iedereen die geraakt wordt de nodige ondersteuning te bieden. Hiervoor hebben we een gedegen sociaal plan met financiële steun en begeleiding bij het vinden van een nieuwe baan.”

Zij vervolgt: “Onze nieuwe strategie is gebaseerd op dat waar wij goed in zijn. We hebben een tweehonderdjarige historie als bank en het vertrouwen dat daarbij hoort. Het merk ABN AMRO geldt als een van de sterkste merken in de sector. De afgelopen jaren hebben we een solide basis gelegd. Toch weten we dat er nog meer nodig is om onze rendementen en concurrentiepositie te verbeteren. Met onze purpose als drijfveer, ‘Banking for better, for generations to come’, zullen we vandaag en in de toekomst de juiste keuzes blijven maken. Met deze strategische ambities bouwen we onze toekomst op onze eigen sterke punten.’

Financiële doelen voor 2028

  • Rendement op eigen vermogen (RoE): ten minste 12%
  • Kosten-inkomstenratio: lager dan 55%
  • Inkomsten: meer dan 10 miljard euro
  • CET1-ratio: hoger dan 13,75%
  • Kapitaalverdeling: toekenning aan Corporate Bank verlagen tot zo’n 50%.

Strategische prioriteiten

Om onze financiële doelen voor 2028 te realiseren, hebben we de volgende strategische prioriteiten geformuleerd.

1. Rendabel groei

  • ABN AMRO wil haar positie als Nederlandse retailbank versterken door middel van digitale innovatie en investeringen in challenger brands zoals Tikkie en BUUT. Op deze manier wil de bank nieuwe klanten aantrekken en provisiebaten verhogen. De voorgenomen overname van NIBC vergroot de positie van ABN AMRO op het terrein van primaire producten als hypotheken en spaarproducten. Naast de recente overname van HAL zal Wealth Management zich ook richten op het benutten van synergieën met familiebedrijven, zodat de samenwerking en cross-sell tussen Wealth Management en Corporate Bank wordt versterkt. Corporate Banking maakt daarbij gebruik van de expertise in specialistische financieringen, bouwt voort op de adviesexpertise en stimuleert groei bij belangrijke Europese transities.

2. De kostenbasis optimaliseren

  • ABN AMRO vereenvoudigt haar organisatiestructuur om efficiënter en effectiever te worden. Hierdoor zal ons personeelsbestand tegen 2028 met netto 5200 fte’s afnemen ten opzichte van 2024. We verwachten ongeveer de helft hiervan te realiseren als gevolg van verloop. In 2025 is tot nu toe al een vermindering van ruim 1000 fte’s behaald.
  • De operatie wordt vereenvoudigd om efficiënter te werken door het aantal juridische entiteiten te verminderen en end-to-end processen te optimaliseren en digitaliseren. Technologie speelt een centrale rol. Verouderde systemen worden uit gefaseerd, het gebruik van API’s uitgebreid en AI verder geïntegreerd.

3. Kapitaalverdeling optimaliseren

  • We heralloceren kapitaal naar segmenten en producten met hogere rendementen, nemen afscheid van onrendabele exposures en richten onze groei-aanpak op activiteiten die het hoogste rendement opleveren. Risicogewogen activa bij de Corporate Bank worden verminderd met 10 miljard euro, gedeeltelijk door het verbeteren van datakwaliteit. We zullen onze CET1-ratio boven de 13,75% houden en streven ernaar om tussen 2026 en 2028 tot 100% van het gegenereerde kapitaal uit te keren.

Deze prioriteiten worden ondersteund door vier belangrijke pijlers: Technology & Data, Risk Management, People and Performance en een commercieel gerichte aanpak van duurzaamheid.

Een stabiel en toegewijd Leadership Team voor de komende jaren

De Raad van Commissarissen van ABN AMRO is voornemens om tijdens de aankomende Algemene Vergadering van Aandeelhouders Chief Commercial Officers Annerie Vreugdenhil (Personal & Business Banking), Choy van der Hooft-Cheong (Wealth Management) en Dan Dorner (Corporate Banking) voor te dragen voor een tweede termijn, gegeven dat hun huidige termijn in 2026 afloopt. Deze continuïteit zorgt ervoor dat de plannen worden uitgevoerd en dat het leiderschap dat nodig is voor de realisatie van onze strategische ambities behouden blijft. De voorgenomen voordrachten zijn onder voorbehoud van goedkeuring door de toezichthouders en advies van de Raad van Medewerkers.

Strategisch partnerschap Alfam

Vandaag maakt ABN AMRO bekend dat het een overeenkomst heeft bereikt over de verkoop van haar volledige dochteronderneming Alfam, de consumentenleningen-business van ABN AMRO, aan Rabobank. ABN AMRO blijft persoonlijke leningen aanbieden aan haar klanten, maar voortaan via een derdepartijregeling met Rabobank. Deze transactie is onder voorbehoud van goedkeuring door de toezichthouders. De verkoop wordt naar verwachting afgerond in het derde kwartaal van 2026.

Gezellige drukte op ‘uitverkochte EMN Beaujolais Party

Het is elk jaar vaste prik en dus een traditie:  de derde donderdag van november is steevast de dag van  de EMN Beaujolais Primeur Party.  Vorige week donderdag waren veel brancheprofessionals weer naar Rotterdam afgereisd  om in het onder de Erasmusbrug gelegen ‘Prachtig’ onder het genot van een hapje en een drankje bij te praten met de medewerkers van EMN en overige in groten getale aanwezige branchecollega’s van makelaars, volmachtkantoren en provinciale en co-assurantieverzekeraars. De animo voor het evenement was dit jaar zo groot  dat er zelfs een ‘inschrijvingsstop’ moest worden afgekondigd.

In een korte toespraak bedankte Wim den Ouden, Manager Brand, de aanwezigen voor de samenwerking in het afgelopen jaar, stelde hij de in mei jl. aangestelde manager CAR/Liability Mariska van der Sluis voor en benadrukte hij dat EMN, samen met meer dan 50 medewerkers, op de toekomst is voorbereid. “Er zullen binnen afzienbare tijd diverse ervaren uitreden door pensioengerechtigde leeftijd. Door het aanboren van nieuw talent  en aannemen van zij-instomers, die door de ervarene experts worden klaargestoomd voor de toekomst, hebben wij de zaken volledig op orde. Mocht die storm uiteindelijk komen,  dan zij we klaar om onze opdrachtgevers bij te staan zoals wij dat altijd hebben gedaan.”

Hij gaf verder aan dat binnen EMN een verschuiving wordt aangenomen in de markt  door nieuwe technologieën. “Daar maken ook wij uiteraard gebruik van. Desondanks zijn wij van mening dat expertise, vooral in de grote omvangrijke zaken een niet weg te denken schakel is in het schadeproces.  Zaken als fraudedetectie, schadelastbeheersing en direct klantcontact op het moment dat het er toe doet is van groot belang. Het ontzorgen van een verzekerde of wederpartij, die per slot van rekening morgen ook een klant kan worden,  zit in onze genen.”

 

.

Adfiz in Cijfers: 1 op de vijf Nederlandse bedrijven lijdt schade door cybercriminaliteit

Bijna 20% van de Nederlandse bedrijven heeft in het afgelopen jaar schade geleden door cybercriminaliteit.  Bij grote organisaties loopt dit op tot bijna 30%, zo valt te lezen in de 2025-2026-editie van Adfiz in Cijfers gebaseerd op cijfers van ABN AMRO.

De meest voorkomende gevolgen zijn financiële schade (8%), verlies van klantgegevens en verstoringen van de  bedrijfsvoering (beide 7%) . Bovendien levert het ook personele impact, relatie- en reputatieschade op (5% bij alle).Bij alle schadeoorzaken is de schade het grootste bij het grootbedrijf. Bij financiële schade is dat 14%, bij gegevensverlies 11%, bij operationele verstoringen 12% en bij personele impact, relatieschade en reputatieschade 7%.Bij ZZP-ers is de financiële schade het laagst – tussen 2 en 4%  en bij het MBK tussen de 5 en 7%.

Mitigeren cyberschade

Uit de uitgave blijkt verder dat goede voorbereiding en een passende verzekering de kansen op schade na een aanval en verhoogt de weerbaarheid in geval van een cyberincident. Phising-aanvallen zijn het meest voorkomend (45%), gevolgd door malware (14%) en factuurschade (11%). Daarnaast maakte de afgelopen 12 maanden 6% van de bedrijven een datalek mee, 3% een geval van CEO-fraude,  2% een fraudegeval door een medewerker, 1% een ransomware-incident en 1% een Ddos-aanval

Ruim de helft van de bedrijven (52%)  maakt met klanten, leveranciers en partners afspraken over cyberveiligheid en maatregelen. Bij het grootbedrijf is dat 75% en MKB 51%. Met name kleine ondernemers lopen daarop achter (29%) Hier liggen ook kansen voor adviseurs om dit onderwerp nadrukkelijk te bespreken

 

 

relatieputatie-nen relaties schad allen 8%

 

De meest voorkomend egevolgen

European product recalls reach highest quarterly total in more than 10 years

November 20, 2024

Sedgwick brand protection releases Q3 2024 European Recall Index report

LONDON, 20 November 2024 – The third quarter of 2024 saw the highest quarterly total for European product recalls in more than 10 years, according to the latest Sedgwick brand protection European Recall Index report. With 3,570 European product recalls recorded across five key sectors, this marks the third consecutive quarter with over 3,500 events.

The Q3 total reflects a 1.9% increase from the 3,505 recalls recorded in the second quarter of 2024. Year-to-date, there have been 10,581 recalls, placing 2024 firmly on track to surpass the current annual record set in 2023, which saw 12,503 events.

Sedgwick’s quarterly report analyses recall data from the UK and EU automotive, consumer product, food and beverage, pharmaceutical, and medical device industries. Three of these sectors saw recalls increase quarter-over-quarter. The largest gains occurred in the pharmaceutical sector, where recall numbers rose by 44.9%. This was followed by the consumer products industry, which saw events increase by 28.4%. Medical device recalls increased a more moderate 7.3% quarter-over-quarter. The automotive, food and beverage sectors experienced fewer recalls compared to last quarter, falling by 24.3% and 17.5%, respectively.

In addition to the latest recall data, Sedgwick’s report also provides insights into recent regulatory activity and predictions for what product safety stakeholders should expect as we approach 2025. In the third quarter, several industries navigated new safety regimes, including a new UK Product Safety and Metrology Bill that is advancing through Parliament and will reshape product recalls, as well as planned changes from the Medicines and Healthcare products Regulatory Agency (MHRA) on medical device regulations. The EU is also still working to advance its revised medical device and in vitro diagnostic medical device rules.

Another area of focus is marketing claims relating to sustainability and product attributes. In the UK, the Competition and Markets Authority (CMA) advised clothing companies on the need to have support for any environmental claims. Meanwhile, regulators in both the UK and EU are intensifying efforts to combat false claims, fraud, and other violations across the food and beverage sector. Following the recent EU and UK elections in June and July, businesses and regulators are working to determine the best strategy with new lawmakers in place and potential shifts in regulatory priorities

“We see no signs that the increase in product recalls will slow any time soon,” said Chris Occleshaw, International Product Recall Consultant at Sedgwick. “Businesses are facing logistical and reputational challenges associated with in-market events, as well as increasing obligations as new regulations take effect. Heading into 2025, businesses will need to reevaluate their existing recall and crisis plans to account for compounding risks and more responsibilities for the full product life cycle.”

To download the latest European Recall Index report, click here.

The Sedgwick brand protection Recall Index report is published every quarter. It is the only report that aggregates and tracks recall data across the UK and EU to help industry stakeholders navigate the regulatory environment, product recalls, and other in-market challenges. For more information, visit https://www.sedgwick.com/brandprotection.

 

Sedgwick Brand Protection European Recall Index: Aantal Europese productrecalls blijft ondanks daling aan de hoge kant

In het derde kwartaal van 2025 werden in de EU en het VK 3.745 producten teruggeroepen, een daling van 1,6% ten opzichte van het tweede kwartaal, zo blijkt uit het meest recente European Product Safety and Recall Index-rapport van Sedgwick. Hoewel dit het tweede opeenvolgende kwartaal van dalende activiteit is, blijven de aantallen recalls hoog voor 2025. De totalen voor het lopende jaar liggen 8,4% hoger dan in dezelfde periode in 2024, waardoor 2025 goed op weg is om een nieuw jaarrecord te vestigen.

Sedgwick’s European Product Safety and Recall Index rapport laat verder zien hoe productveiligheid evolueert in vijf industrieën. In het derde kwartaal waren er minder recalls  in de sectoren farmaceutica, medische apparatuur en consumentenproducten dan in het voorgaande kwartaal. In de sector consumentenproducten was de daling met 16,8% het grootst, terwijl het aantal terugroepacties in de farmaceutische sector en de sector medische hulpmiddelen met respectievelijk 2,9% en 5,9% daalde. De auto-industrie noteerde het hoogste kwartaaltotaal in meer dan tien jaar.

Regelgeving

Naast de gegevens over terugroepacties biedt Sedgwick’s European Product Safety and Recall Index rapport ook essentiële inzichten in het veranderende regelgevingslandschap en wat belanghebbenden op het gebied van productveiligheid moeten verwachten in de rest van 2025 en daarna. In het derde kwartaal hadden de regelgevers in de EU en het VK dezelfde prioriteiten. Beide regeringen kondigden maatregelen aan om van hun rechtsgebied een centrum voor innovatie en onderzoek op het gebied van biowetenschappen te maken en boekten vooruitgang bij hun inspanningen om de regelgeving voor medische hulpmiddelen bij te werken.

Online winkelen veiliger maken voor consumenten was een ander gemeenschappelijk doel, hoewel regelgevende instanties voor een iets andere aanpak kiezen. De nieuwe Product Regulation and Metrology Act 2025 van het VK bevat verplichtingen voor e-commerce platforms, terwijl de EU het douanetoezicht op geïmporteerde producten die online worden verkocht verhoogt.

In de toekomst blijven wetgevers onderzoeken wat de beste manier is om AI veilig in meer toepassingen te integreren. De EU heeft meerdere initiatieven ontwikkeld om de rol van AI in productveiligheid en de toepasbaarheid van nieuwe regelgeving voor bepaalde AI-modellen te verduidelijken. De aanpak van het Verenigd Koninkrijk is erop gericht ervoor te zorgen dat de regels voor productaansprakelijkheid zijn afgestemd op de risico’s van opkomende technologieën.

Voedselveiligheid blijft ook in beide rechtsgebieden een belangrijk onderwerp. De National Health Service (NHS) in het Verenigd Koninkrijk heeft zijn 10-Year Health Plan for England gepubliceerd, dat hervormingen bevat voor de etikettering van voedingsmiddelen en reclame, evenals rapportagevereisten voor voedselproducenten en detailhandelaren. In de EU willen regelgevende instanties de verantwoordelijkheid uitbreiden om voedingsmiddelen vrij te houden van gevaarlijke hoeveelheden Listeria.

 

 

“Hoewel het VK en de EU vergelijkbare prioriteiten hebben op hun regelgevingsagenda’s, zullen de twee regimes niet altijd op één lijn liggen. Eventuele verschillen kunnen nalevingsproblemen opleveren voor bedrijven die in beide markten actief zijn”, aldus Chris Occleshaw, International Product Recall Consultant bij Sedgwick. “Daarnaast zorgen verschuivende handelsregels, beperkingen in de toeleveringsketen en geopolitieke spanningen voor een steeds complexer en lastiger risicolandschap voor bedrijven. Het is van cruciaal belang voor merken om robuuste compliance-, communicatie-, recall- en crisisplannen op te stellen en te onderhouden om ervoor te zorgen dat ze voorbereid zijn wanneer zich een gebeurtenis voordoet die zich in de markt voordoet.”

Klik  here. om het laatste rapport over de European Product Safety and Recall Index te downloaden.

 

“We zien geen tekenen dat de toename van het aantal productterugroepingen op korte termijn zal afnemen”, aldus Chris Occleshaw, International Product Recall Consultant bij

Michel van der Ploeg versterkt team Toedrachtonderzoek McLarens Nederland

 

Op 17 november is Michel van der Ploeg gestart bij McLarens Nederland als toedrachtonderzoeker. Voor Michel is deze functie nieuw, maar het schadevak zeker niet. Hij werkte eerder als schadebehandelaar aan verzekeraarszijde. Daarnaast rondt hij binnenkort de opleiding tot toedrachtonderzoeker af.

John Kemp zal Michel opleiden en begeleiden. Samen vormen zij het team Toedrachtonderzoek en ondersteunen waar nodig andere vakgroepen bij hun dossiers. Michel start vanuit ons kantoor in Utrecht en zal op termijn Schiphol als vaste standplaats hebben.

 

‘Steeds meer nieuwe mensen ontdekken de schade-expertisemarkt. Het is mooi dat McLarens Nederland deze professionals mag en kan opleiden en begeleiden, zodat zij zich verder kunnen ontwikkelen in dit prachtige vak,’ geeft Maarten Schaap, operationeel directeur, aan. ‘

 

 

Achmea geeft mensen met letsel meer regie: persoonlijke online omgeving uitgebreid

Mensen met letsel krijgen bij Achmea Personenschade meer regie bij het regelen van hun schade na een ongeval. In hun persoonlijke online omgeving ‘Mijn situatie’ zien zij nu alle vergoedingen in één overzicht en ontvangen zij automatisch informatie die aansluit bij hun letsel en de fase in het schadeproces. “Op deze manier wordt het regelen van letselschade transparanter, persoonlijker en makkelijker”, benadrukt de verzekeraar.

Inspelen op behoefte
Na een ongeval belanden mensen met letsel vaak in een vervelende situatie, met onzekerheid over hun gezondheid en financiën. Een passende schadevergoeding en erkenning van de impact van een ongeval zijn belangrijk. Daarnaast is er ook behoefte aan duidelijke uitleg, transparante communicatie en inzicht in het proces. Dat blijkt uit het onderzoek ‘Langlopende Letselschade’ van stichting De Letselschade Raad en het onderzoek ‘De belangenbehartiger bij letselschade’ van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum.

“Mensen met letsel willen zich onderdeel voelen van het proces en regie kunnen nemen waar dat mogelijk is. Achmea kijkt continu hoe we hen meer regie kunnen geven. Met de uitbreiding van ‘Mijn situatie’ zetten we daar een volgende stap in. Zo vertalen we de aanbevelingen uit de rapporten naar concrete verbeteringen in onze online dienstverlening”, aldus Achmea.

Eén actueel overzicht en informatie op maat
Mensen die door Achmea Personenschade worden geholpen en hun wettelijke vertegenwoordigers zien in ‘Mijn situatie’ niet alleen vergoedingen voor letsel en materiële schade, maar ook buitengerechtelijke kosten die namens hen zijn betaald aan belangenbehartigers. “Alles staat overzichtelijk op één plek” , verklaart Achmea.

Mensen ontvangen daarnaast ook extra informatie die past bij hun letsel. Denk aan hersteladviezen bij nekklachten. Ook krijgen zij tips en uitleg die aansluiten bij de fase in hun schadeproces. Zoals een verwijzing naar het platform contacthelpt.nl of Slachtofferhulp Nederland. “De uitbreiding is in juni getest en de verbeteringen worden gewaardeerd. Mensen vinden het duidelijk, overzichtelijk en klantvriendelijk. De tips zijn inmiddels ruim 7000 keer geopend”, aldus de verzekeraar. .

‘Mijn situatie’ is sinds februari 2025 beschikbaar voor alle 30.000 mensen met een dossier bij Achmea Personenschade en is sindsdien al meer dan 19.000 keer ingezet. Zij hebben toegang tot de online omgeving, ook als ze een belangenbehartiger hebben. In ‘Mijn situatie’ zien ze alle informatie op één plek, kunnen ze eenvoudig documenten en nota’s uploaden en een bericht sturen naar de behandelaar van hun letselschadedossier. De omgeving voldoet aan alle AVG-vereisten.

OOM Verzekeringen voor vijfde jaar hoofdsponsor hockeytoernooi in Zuidoost-Azië

OOM Verzekeringen is voor het vijfde achtereenvolgende jaar hoofdsponsor van het OOM Zuidoost-Azië Toernooi 2025 in Singapore. Dit toernooi brengt Nederlandse expats in Azië bij elkaar en weerspiegelt de kernwaarden van OOM: het creëren van verbinding, het bieden van vertrouwen en het mogelijk maken van verzekeren zonder grenzen. Met deze sponsoring bekrachtigt OOM haar inzet om Nederlanders overal ter wereld te steunen.

Een eeuw van sport en verbondenheid

Het OOM Zuidoost-Azië Toernooi (ZOAT) is een eeuwenoud evenement dat symbool staat voor sportiviteit, gemeenschapsgevoel en de feestelijke samensmelting van culturen. Met een geschiedenis die bijna 120 jaar omspant, is dit toernooi een jaarlijks hoogtepunt voor meer dan 400 Nederlandse expat hockeyspelers en hun supporters die zich in Singapore verzamelen voor het drie dagen durende evenement.

Een missie die overeenkomt

OOM Verzekeringen beschouwt de sponsoring van het ZOAT-toernooi als een natuurlijke verlenging van haar missie: de internationale Nederlandse gemeenschap voorzien van een zorgeloze verzekering, of zij nu in Nederland verblijven of de wereld over reizen. “Het ZOAT is een krachtige weerspiegeling van waar OOM voor staat: verbinding, vertrouwen en plezier over grenzen heen,” zegt Chantal Deen, woordvoerder van OOM Verzekeringen. “We zijn trots dat we dit prachtige facet van de Nederlandse cultuur in het buitenland mogen ondersteunen.”

Voortzetting van een prachtige traditie

De trouwe steun van OOM heeft de ZOAT-organisatie in staat gesteld het evenement te laten groeien en het als een belangrijke jaarlijkse ontmoetingsplek voor de Nederlandse gemeenschap in Azië te verstevigen. “We zijn dankbaar voor deze langdurige samenwerking en kijken uit naar weer een fantastische editie in Singapore,” aldus Maxim Westerouen van Meeteren, namens de ZOAT-organisatie.

Over OOM Verzekeringen
OOM Verzekeringen biedt sinds 1940 op maat gemaakte verzekeringsoplossingen voor Nederlanders met unieke levensverhalen die in het buitenland wonen en werken. Als expert in het dekken van bijzondere risico’s, zet OOM zich onvermoeibaar in om de complexe behoeften van haar klanten te simplificeren en toegankelijk te maken, met een diep begrip van de nichemarkten waarin zij opereren.

Skiën koploper bij sportongevallen; paardrijden op de tweede plaats

Ongelukken zijn niet alleen vaak pijnlijk en kunnen langdurige gevolgen hebben, ze kunnen ook aanzienlijke kosten met zich meebrengen voor het slachtoffer. Dat geldt ook voor sportongevallen, die in de .ongevallenstatistieken van HDI Versicherung een groot deel van de schadeclaims vormen.

Een blik op deze statistieken laat ook zien welke sportongevallen gemiddeld de duurste gevolgen hebben. Skiën en paardrijden voeren de statistieken van HDI Versicherung in dit segment aan. Niet op basis van het totale aantal gevallen – daar staat voetbal op de eerste plaats – maar op basis van de gemiddelde kosten per ongeval.

Christoph Kemmner, schadeverantwoordelijke bij HDI Versicherung, legt uit: “De uitkeringen van de particuliere ongevallenverzekering zijn voor sommige sporten gemiddeld aanzienlijk hoger dan voor andere. Dit komt onder andere door de ernst van de verwondingen en de benodigde behandelingsduur.” Tot de uitkeringen van een particuliere ongevallenverzekering behoren – afhankelijk van het product – bijvoorbeeld de vergoeding van reddings- of bergingskosten, kosten voor invaliditeit

Afhankelijk van het product omvatten de prestaties van een particuliere ongevallenverzekering bijvoorbeeld de vergoeding van reddings- of bergingskosten, kosten voor extra uitgaven als gevolg van een handicap of een dagvergoeding voor ziekenhuisopname.

 Relatief ongevaarlijk: gymnastiek en atletiek

Ongevallen bij gymnastiek of atletiek hebben gemiddeld genomen vrij lichte gevolgen. Ze staan onderaan de HDI-ongevallenstatistieken. Zo bedragen de gemiddelde kosten van de particuliere ongevallenverzekering van HDI per verzekerd schadegeval ongeveer 2.500 euro. In individuele gevallen kunnen de kosten echter – net als bij andere sporten – vele malen hoger uitvallen, bijvoorbeeld wanneer een sporter blijvende schade oploopt.

Hoog schadepotentieel: paardrijden

Een blik op de bovenkant van de statistieken laat daarentegen zien dat bij paardrijden de sporter van meet af aan een relatief hoog risico loopt. Alleen al een val uit het zadel kan ernstige gevolgen hebben, zelfs als men ‘alleen’ in het zand van de manege terechtkomt. En een val tegen bijvoorbeeld een hindernis vergroot de kans op ernstige gevolgen nog eens extra. Met meer dan 6.000 euro per schadegeval staat paardrijden dan ook op de tweede plaats in de HDI-statistieken van sportongevallen.

Skiën met afstand aan kop

Financieel gezien hebben ongevallen bij het skiën de grootste impact. Met gemiddelde kosten van ongeveer 7.500 euro per verzekerd schadegeval staan ski-ongelukken met afstand aan kop in de statistieken. “Oorzaken voor de hoge kosten bij ski-ongelukken zijn, naast de frequentie van ernstige verwondingen, ook de kosten voor vaak noodzakelijke revalidatiemaatregelen. Maar ook reddingskosten of uitkeringen bij blijvende schade drijven de gemiddelde kosten per schadegeval omhoog”, legt Christoph Kemmner uit. De skisport verslaat andere sporten echter niet alleen wat betreft de kosten van ongevallen. Ook wat betreft de frequentie van ongevallen loopt wintersport voorop: na voetbal staat skisport op de tweede plaats in de statistieken van HDI over sportongevallen.

 

Insurance Europe: “Maak investeren door verzekeraars makkelijker”

Europa heeft veel kapitaal nodig voor het opbouwen van een sterkere en duurzamere economie. Europese verzekeraars investeren met elkaar bijna 9,5 biljoen euro, waarvan ongeveer 70% binnen de EU. Toch kunnen zij niet altijd de juiste investeringen doen om Europa sterker te maken omdat regels per land verschillen. Ook zijn de kapitaaleisen hoog en belasting- en duurzaamheidsregels ingewikkeld. Dit stelt de Europese koepelorganisatie Insurance Europe waar ook het Verbond van Verzekeraars lid van is.

In het rapport Investing from insurers perspective legt Insurance Europe uit hoe deze regels, samen met fiscale verschillen en de beperkte beschikbaarheid van goede ESG-data, investeringen belemmeren. Ook wijst de organisatie op grote verschillen in insolventiewetgeving tussen landen (beleid voor bedrijven die de rekeningen niet meer kunnen betalen), wat investeerders onzeker maakt. Insurance Europe pleit daarom voor eenvoudiger en beter afgestemde regels, duidelijke definities van duurzame investeringen en een EU-breed systeem voor geschillenbeslechting.

Waarom verzekeraars ideale langetermijn-investeerders zijn 

Verzekeraars zijn bij uitstek in staat om langetermijninvesteringen te doen, omdat zij premies voor pensioen- en levensverzekeringen nu innen en pas veel later uitkeren. Daardoor zijn hun kasstromen voorspelbaar en door hun risicobeheer kunnen zij investeren in projecten zoals infrastructuur, energietransitie en innovatieve bedrijven. Als regelgeving duidelijker en consistenter wordt, kan de sector een nog grotere bijdrage leveren aan Europa’s groene en digitale ambities, aldus de koepelorganisatie.

Bron Verzekeraars.nl

 

Clearer digital rules needed to support innovation and resilience in Europe’s insurance sector

19-11-2025

Insurance Europe welcomes the European Commission’s simplification efforts with its Digital Omnibus package published today. In the coming weeks, the sector will review the detailed proposals, but the package represents an important step towards modernising key EU digital laws, aiming to make them simpler to apply and more consistent overall.

Simplifying EU digital rules is essential for insurers to continue investing in innovation, improve customer journeys, speed up claims, strengthen financial inclusion through better risk prevention and mitigation, and cut unnecessary red tape.

Insurers play a key role in Europe’s digital transition; they build resilience against increasing and evolving cyber risks by expanding cyber insurance solutions for businesses and individuals, work with authorities to raise cyber awareness, and strengthen the resilience of their own infrastructures.

Insurance Europe published its recommendations ahead of the proposal’s release in its Digital Omnibus position paper, highlighting the need for: a clear scope for AI rules that avoids duplication with existing financial services legislation; streamlined and more usable reporting under the Digital Operational Resilience Act (DORA) supported by wider acceptance of recognised certifications; consistent cybersecurity and cloud requirements across EU and national frameworks; and clearer rules on data use under the General Data Protection Regulation (GDPR) and the AI Act, particularly in the areas of AI training and anonymisation.

William Vidonja, Head of Conduct of Business at Insurance Europe, stated: “This initiative is an important opportunity to deliver a more coherent and predictable digital framework. Insurers are ready to support Europe’s digital ambitions, but this requires rules that are clear, proportionate, and workable in practice. Turning simplification commitments into tangible outcomes will strengthen competitiveness, support innovation, and enable the sector to continue delivering protection, stability, and value across Europe.”

Duidelijkere digitale regels nodig om innovatie en veerkracht in de Europese verzekeringssector te ondersteunen

19-11-2025

Insurance Europe verwelkomt de vereenvoudigingsinspanningen van de Europese Commissie met haar vandaag gepubliceerde Digital Omnibus-pakket. De komende weken zal de sector de gedetailleerde voorstellen bestuderen, maar het pakket vormt een belangrijke stap in de modernisering van belangrijke digitale EU-wetgeving, met als doel deze eenvoudiger toe te passen en consistenter te maken.

 

Vereenvoudiging van de digitale regels van de EU is essentieel voor verzekeraars om te kunnen blijven investeren in innovatie, de klantervaring te verbeteren, schadeclaims sneller af te handelen, financiële inclusie te versterken door betere risicopreventie en -beperking, en onnodige bureaucratie te verminderen.

 

 

Verzekeraars spelen een sleutelrol in de digitale transitie van Europa; zij bouwen veerkracht op tegen toenemende en veranderende cyberrisico’s door cyberverzekeringen voor bedrijven en particulieren uit te breiden, samen te werken met autoriteiten om het cyberbewustzijn te vergroten en de veerkracht van hun eigen infrastructuren te versterken.

 

 

Insurance Europe heeft zijn aanbevelingen voorafgaand aan de publicatie van het voorstel gepubliceerd in zijn standpuntnota over de digitale omnibus, waarin de noodzaak wordt benadrukt van: een duidelijk toepassingsgebied voor AI-regels dat overlapping met bestaande wetgeving inzake financiële diensten voorkomt; gestroomlijnde en bruikbaardere rapportage in het kader van de Digital Operational Resilience Act (DORA), ondersteund door een bredere acceptatie van erkende certificeringen; consistente cyberbeveiligings- en cloudvereisten in de hele EU en in nationale kaders; en duidelijkere regels inzake daClearer digital rules needed to support innovation and resilience in Europe’s insurance sector

19-11-2025

Insurance Europe welcomes the European Commission’s simplification efforts with its Digital Omnibus package published today. In the coming weeks, the sector will review the detailed proposals, but the package represents an important step towards modernising key EU digital laws, aiming to make them simpler to apply and more consistent overall.

 

Simplifying EU digital rules is essential for insurers to continue investing in innovation, improve customer journeys, speed up claims, strengthen financial inclusion through better risk prevention and mitigation, and cut unnecessary red tape.

 

 

Insurers play a key role in Europe’s digital transition; they build resilience against increasing and evolving cyber risks by expanding cyber insurance solutions for businesses and individuals, work with authorities to raise cyber awareness, and strengthen the resilience of their own infrastructures.

 

 

Iand clearer rules on data use under the General Data Protection Regulation (GDPR) and the AI Act, particularly in the areas of AI training and anonymisation.

 

 

William Vidonja, Head of Conduct of Business at Insurance Europe, stated: “This initiative is an important opportunity to deliver a more coherent and predictable digital framework. Insurers are ready to support Europe’s digital ambitions, but this requires rules that are clear, proportionate, and workable in practice. Turning simplification commitments into tangible outcomes will strengthen competitiveness, support innovation, and enable the sector to continue delivering protection, stability, and value across Europe.”

William Vidonja, hoofd Gedragscode bij Insurance Europe, verklaarde: “Dit initiatief is een belangrijke kans om een meer samenhangend en voorspelbaar digitaal kader te creëren. Verzekeraars zijn bereid om de digitale ambities van Europa te ondersteunen, maar daarvoor zijn regels nodig die duidelijk, evenredig en in de praktijk werkbaar zijn. Door vereenvoudigingsbeloften om te zetten in tastbare resultaten wordt het concurrentievermogen versterkt, wordt innovatie ondersteund en kan de sector bescherming, stabiliteit en waarde blijven bieden in heel Europa.”

Duidelijkere digitale regels nodig om innovatie en veerkracht in de Europese verzekeringssector te ondersteunen

19-11-2025

Insurance Europe verwelkomt de vereenvoudigingsinspanningen van de Europese Commissie met haar vandaag gepubliceerde Digital Omnibus-pakket. De komende weken zal de sector de gedetailleerde voorstellen bestuderen, maar het pakket vormt een belangrijke stap in de modernisering van belangrijke digitale EU-wetgeving, met als doel deze eenvoudiger toe te passen en consistenter te maken.

Vereenvoudiging van de digitale regels van de EU is essentieel voor verzekeraars om te kunnen blijven investeren in innovatie, de klantervaring te verbeteren, schadeclaims sneller af te handelen, financiële inclusie te versterken door betere risicopreventie en -beperking, en onnodige bureaucratie te verminderen.

 

Verzekeraars spelen een sleutelrol in de digitale transitie van Europa; zij bouwen weerbaarheid op tegen toenemende en veranderende cyberrisico’s door cyberverzekeringsoplossingen voor bedrijven en particulieren uit te breiden, samen te werken met autoriteiten om het cyberbewustzijn te vergroten en de weerbaarheid van hun eigen infrastructuren te versterken.

Insurance Europe heeft zijn aanbevelingen voorafgaand aan de publicatie van het voorstel gepubliceerd in zijn standpuntnota over de Digital Omnibus, waarin de noodzaak wordt benadrukt van: een duidelijk toepassingsgebied voor AI-regels dat overlapping met bestaande wetgeving inzake financiële diensten voorkomt; gestroomlijnde en bruikbaardere rapportage in het kader van de Digital Operational Resilience Act (DORA), ondersteund door een bredere acceptatie van erkende certificeringen; consistente cyberbeveiligings- en cloudvereisten in de EU- en nationale kaders; en duidelijkere regels voor gegevensgebruik in het kader van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en de AI-wet, met name op het gebied van AI-training en anonimisering.

Product recalls in Europe at 11-year high: Sedgwick
 
Europe and the UK recorded a 1.6% drop in the number of product recalls to 3,745 events in Q3 from Q2, according to Sedgwick, but the total after the first three quarters of 2025 is trending upwards by 8.4%.
 

LSM names new European cyber head

Ben NorrisNovember 24, 2025

Oliver Delvos, Liberty Specialty Markets

Liberty Specialty Markets (LSM) has named Oliver Delvos as head of cyber and tech E&O in Europe.
He joins from cyber MGA Corvus Insurance and will replace Jelmer Andela, who has been promoted to global commercial director…

Liberty benoemt Oliver Delvos tot hoofd cyber en tech E&O, Europa

Liberty Specialty Markets (LSM), onderdeel van Liberty Mutual Insurance Group, kondigt met genoegen de benoeming aan van Oliver Delvos tot hoofd cyber en tech E&O, Europa, met ingang van 1 december 2025. Delvos zal vanuit Duitsland rapporteren aan Pierre-Edouard Fraigneau, president en chief underwriting officer, Europe, LSM, en zich aansluiten bij het wereldwijde cyberkantoor. Hij vervangt Jelmer Andela, die is gepromoveerd tot commercieel directeur cyber wereldwijd bij Liberty Mutual.

Delvos wordt verantwoordelijk voor het coördineren van de Europese uitvoering van de wereldwijde cyberstrategie. Hij zal nauw samenwerken met het Europese management en lokale teams om het cyberboek van Liberty in de regio verder uit te bouwen. In lijn met Liberty’s Invest in Europe 2030 strategie, toont de benoeming van Delvos de toewijding van het bedrijf om te investeren in diensten en ondersteuning voor makelaars en klanten in Europa.

Zijn benoeming volgt op de lancering van Liberty’s vlaggenschip wereldwijde cyber product suite – Liberty Cyber Resolution en Liberty Tech Resolution.

Fraigneau zei: “Oliver’s uitgebreide vaardigheden en ervaring in internationale markten zullen van onschatbare waarde zijn bij het voortzetten van de groei van Liberty’s cyberaanbod. Zijn staat van dienst in het succesvol ontwikkelen, aansturen en laten groeien van cyberportfolio’s op het Europese vasteland zal onze plannen voor 2030 ondersteunen. We zijn erg blij dat hij het team komt versterken.”

Delvos heeft meer dan 15 jaar ervaring in de internationale verzekeringsmarkt. Hij komt van Corvus Insurance, waar hij als managing director leiding gaf aan de groei van hun internationale en Europese activiteiten. Hij is afgestudeerd in rechten en economie.

Liberty benoemt Oliver Delvos tot hoofd cyber en tech E&O, Europa

Liberty Specialty Markets (LSM), onderdeel van Liberty Mutual Insurance Group, kondigt met genoegen de benoeming aan van Oliver Delvos tot hoofd cyber en tech E&O, Europa, met ingang van 1 december 2025. Delvos zal vanuit Duitsland rapporteren aan Pierre-Edouard Fraigneau, president en chief underwriting officer, Europe, LSM, en zich aansluiten bij het wereldwijde cyberkantoor. Hij vervangt Jelmer Andela, die is gepromoveerd tot commercieel directeur cyber wereldwijd bij Liberty Mutual.

Delvos wordt verantwoordelijk voor het coördineren van de Europese uitvoering van de wereldwijde cyberstrategie. Hij zal nauw samenwerken met het Europese management en lokale teams om het cyberboek van Liberty in de regio verder uit te bouwen. In lijn met Liberty’s Invest in Europe 2030 strategie, toont de benoeming van Delvos de toewijding van het bedrijf om te investeren in diensten en ondersteuning voor makelaars en klanten in Europa.

Zijn benoeming volgt op de lancering van Liberty’s vlaggenschip wereldwijde cyber product suite – Liberty Cyber Resolution en Liberty Tech Resolution.

Fraigneau zei: “Oliver’s uitgebreide vaardigheden en ervaring in internationale markten zullen van onschatbare waarde zijn bij het voortzetten van de groei van Liberty’s cyberaanbod. Zijn staat van dienst in het succesvol ontwikkelen, aansturen en laten groeien van cyberportfolio’s op het Europese vasteland zal onze plannen voor 2030 ondersteunen. We zijn erg blij dat hij het team komt versterken.”

Delvos heeft meer dan 15 jaar ervaring in de internationale verzekeringsmarkt. Hij komt van Corvus Insurance, waar hij als managing director leiding gaf aan de groei van hun internationale en Europese activiteiten. Hij is afgestudeerd in rechten en economie.

 

Aon breidt team uit met Nick Mesker en Walter van der Stelt

Aon heeft haar team uitgebreid met twee nieuwe krachten: Nick Mesker als Senior Broker Marine  en Walter van der Stelt als Teammanager Broker Automotive.

Nick maakt de overstap van Dutch P&I, waar hij de afgelopen 7 jaar heeft gewerkt als makelaar. Daarvoor was hij  ruim vier jaar werkzaam bij DUPI Group als Assistant  Broker P&I en eveneens ruim vier jaar bij SAA Verzekeringen  als (Junior) Marine Sluiter
“Met zijn diepgaande ervaring in shipping en energie en kennis van cijfers gaat hij een belangrijke bijdrage leveren aan het realiseren van onze doelen, het vergroten van onze zichtbaarheid en het versterken van onze teamcultuur”, licht Aon zijn komst toe.

Walter is afkomstig van de Rabobank waar hij  sinds september werkzaam was, aanvankelijk als Assistent Risicospecialist Verzekeren en vervolgens als Specialist Afdekken Risico Bedrijven, Teamlead Verzekeren (Kring Oost-Brabant) en laatstelijk als Teamlead Verzekeren sector (regio Zuid-Oost).

Aon over zijn komst: “Walter staat bekend als een energieke en verbindende leider met een sterke focus op vernieuwing en talentontwikkeling.In zijn jaren bij Rabobank gaf hij leiding aan diverse teams, begeleidde succesvolle verandertrajecten en wist hij commerciële groei en procesverbetering te realiseren.

Met zijn diepgaande ervaring in broking activiteiten in Fleet Automotive, brengt Walter een nieuwe dimensie in ons Automotive brokers team. Hij inspireert met zijn innovatieve aanpak, en zet in op het versterken van onze teamcultuur, het vergroten van onze zichtbaarheid en het realiseren van ambitieuze doelen. We kijken ernaar uit hoe Walter onze ervaren brokers coacht en samen met het team bouwt aan een toekomstgerichte dienstverlenende organisatie.”

 

      • .

 

MSIG Europe stelt Katie Benjamin aan als Head of Europe

Europe

Katie Benjamin is vorige week gestart als Head of Claims Netherlands bij MSIG Europa. “Met haar uitgebreide ervaring en diepgaande kennis van de markt brengt Katie waardevolle expertise mee om onze Claims-organisatie verder te versterken”, licht de organisatie haar komst toe.”

Zij is  sinds 1996  werkzaam binnen de organisatie,  waar zij haar eerste schreden zette  bij rechtsvoorganger AMEV Interlloyd. Sindsdien  heeft zij een veelzijdige loopbaan opgebouwd binnen MSIG Europe, waarin zij diverse rollen heeft bekleed, waaronder Reinsurance Manager. In haar meest recente rol was zij Manager Broker Relations & Business Development en Carrier Manager  bij MSIG Specialty Marine.

 

 

 

Activeer om grotere afbeelding te bekijken,

·         14Erdem Türkmen en 13 anderen

·

o    1 repost

Interessant

Commentaar

Resilience-rapport QBE : Nieuwe EU-regels bieden kansen voor Nederlandse farmaceutische bedrijven

De Critical Medicines Act (CMA), die eerder dit jaar door de Europese Commissie is voorgesteld, brengt zowel uitdagingen als kansen met zich mee voor de farmaceutische sector. Dat blijkt uit het nieuwste resilience-rapport van QBE,, opgesteld door Control Risks.

Het rapport belicht de kwetsbaarheden in de toeleveringsketen die de Europese Commissie wil aanpakken. Bijna 70% van de in Europa verstrekte geneesmiddelen zijn generiek. De productie van essentiële ingrediënten, met name actieve farmaceutische bestanddelen (API’s), is de afgelopen twintig jaar steeds meer buiten de EU komen te liggen. Tussen 2000 en 2019 steeg de waarde van geïmporteerde medicatie in veel Europese landen, terwijl de binnenlandse productie in sommige landen juist afnam.

Deze afhankelijkheid van externe leveranciers, die tijdens de coronapandemie duidelijk werd, zal naar verwachting aanhouden. In de komende vijf jaar zullen Frankrijk, Italië, Duitsland en Spanje hun import van geneesmiddelen uit onder andere China, Japan, India en de Verenigde Staten gemiddeld met 4,8% per jaar zien groeien.

Europese farmaceutische producenten worden geconfronteerd met stijgende productiekosten. Zo waren de gasprijzen in Europa in het eerste kwartaal van dit jaar drie keer zo hoog als in de VS. In mei kondigde Xellia Pharmaceuticals, producent van belangrijke antibiotische API’s, aan haar fabriek in Kopenhagen gefaseerd te sluiten vanwege prijsdruk en operationele kosten.De helft van Xellia’s producten staat op de EU-lijst van Kritieke Geneesmiddelen: meer dan 280 werkzame stoffen waarvan tekorten ernstige gevolgen voor patiënten kunnen hebben.

Verschuiving naar meer directe overheidsinterventie in farmaceutische toeleveringsketen

De in maart gepresenteerde Critical Medicines Act markeert een verschuiving naar meer directe overheidsinterventie in de farmaceutische toeleveringsketen. Om de productie binnen de EU te stimuleren en de afhankelijkheid van externe partijen te verminderen, introduceert de CMA diverse regelgevende en financiële maatregelen:

·         Versnellen van vergunningsprocedures en financiering voor strategische projecten, zodat bedrijven hun productiecapaciteit binnen de EU kunnen vergroten;

·         Uitbreiden van nationale aanbestedingsprogramma’s om betrouwbare toeleveringsketens voor kritieke geneesmiddelen te waarborgen;

·         Vergemakkelijken van grensoverschrijdende inkoop en gezamenlijke aanbestedingen.

De CMA brengt ook nieuwe verplichtingen met zich mee op het gebied van naleving, transparante rapportage en strategische langetermijnplanning.

“Om effectief te kunnen inspelen op het veranderende beleid, moeten bedrijven hun inkoop- en investeringsstrategieën herzien, operationele risico’s evalueren en contractvoorwaarden aanpassen om veerkracht en aansluiting bij toekomstige eisen te waarborgen,” aldus Selma Kemper, Senior Life Science Underwriter bij QBE Nederland.

“Voor farmaceutische producenten die in staat zijn hun productie van kritieke geneesmiddelen binnen de EU op te schalen, biedt de wet aanzienlijke voordelen, zoals snellere vergunningverlening en betere toegang tot financiering. Het versterken van de Europese toeleveringsketen is positief voor de gehele life sciences-sector”, ldus het rapport.

 

Kifid heet twee nieuwe bestuursleden welkom

 

Het bestuur van Kifid heeft mevrouw mr. J. (Julia) den Hartogh en de heer mr.dr. M.R. (Munish) Ramlal per 1 december 2025 benoemd tot nieuwe leden van het bestuur van de Stichting Klachteninstituut financiële dienstverlening, kortweg Kifid. Hiermee blijft het bestuur op volle sterkte na het vertrek van mevrouw dr. P.W.J. (Pauline) van Esterik-Plasmeijer. Haar bestuurslidmaatschap eindigt per 1 december a.s. wegens het bereiken van de maximale termijn. Minister Heinen van Financiën en minister Paul van Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben de benoeming van de twee nieuwe leden goedgekeurd. Het bestuurslidmaatschap van Kifid is een nevenfunctie.


Foto: Julia den Hartogh en Munish Ramlal

Mevrouw Den Hartogh werkt vanuit haar eigen adviesbureau @Julia (interim- en programmamanagement) momenteel als programmamanager voor de brancheorganisatie Sociaal Werk Nederland en als adviseur sociaal domein voor de Regio Rivierenland. Eerder heeft zij meegewerkt aan het programma Schouders Eronder, gericht op professionalisering van de schuldhulpverlening in Nederland. Haar kracht ligt in het slaan van bruggen tussen enerzijds beleid, regels en procedures en anders hoe dit in het dagelijks leven voor mensen uitpakt. Met haar sociaal-maatschappelijke achtergrond en ervaring in de wereld van bewindvoering en financiële hulpverlening versterkt zij de in het bestuur aanwezige kennis en ervaring. Zij studeerde Nederlands recht aan de Radboud Universiteit Nijmegen.

De heer Ramlal is Ombudsman Metropool Amsterdam en brengt zeer relevante ervaring mee op het gebied van geschiloplossing in brede zin en met bemiddeling in het bijzonder. Eerder was hij onder meer werkzaam bij de Autoriteit Persoonsgegevens en de Nationale Ombudsman. Hij studeerde rechten aan de Erasmus Universiteit en promoveerde daar in de rechtssociologie. Naast ombudsman is hij actief in de volgende nevenfuncties: voorzitter van de Raad van Toezicht van Oxfam Novib, bestuurslid van de Nederlandse Juristen-Vereniging (NJV) en bestuurslid bij Stichting Everyday People.

Onno van Veldhuizen, bestuursvoorzitter Kifid, ziet uit naar de samenwerking met de nieuwe leden: “Beiden brengen een groot een relevant netwerk mee en met hun eigen, specifieke kennis en ervaring zijn Julia den Hartogh en Munish Ramlal elk van grote toegevoegde waarde voor Kifid. We verheugen ons op hun komst.”

Bestuur

Het bestuur van Kifid ziet toe op de kwaliteit en onafhankelijkheid van de klachtbehandeling, is eindverantwoordelijk voor de Stichting en stelt het beleid en de begroting vast. Daarbij houdt zij rekening met het belang en de doelstellingen van Kifid. Het bestuur benoemt de bestuursleden en de voorzitters en leden van de Geschillencommissie en de Commissie van Beroep. Het bestuur vergadert zes keer per jaar en fungeert als sparringpartner voor de voorzitter Geschillencommissie tevens directeur van Kifid, die de dagelijkse leiding heeft over het instituut.

Kifid: aansprakelijkheidsverzekering dekt schade door opgevoerde fatbike niet

21 november 2025

Een 12-jarige botst met zijn fatbike op een scooter. De scooterrijder stelt de vader van de 12-jarige aansprakelijk voor de schade. Kan de vader voor vergoeding van de schade veroorzaakt door de fatbike een beroep doen op zijn aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren? Uit een vandaag gepubliceerde uitspraak van de Geschillencommissie van Kifid blijkt dat in deze situatie de schade niet is gedekt door de aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren. De fatbike kan harder dan 25 km/uur en is daarmee een motorvoertuig. In algemene zin geldt dat voor schade veroorzaakt met een motorvoertuig een zogenoemde WAM-verzekering (Wettelijke Aansprakelijkheid Motorvoertuigen) nodig is.

Een 12-jarige komt met zijn fatbike in botsing met een scooter. De bestuurder van de scooter stelt de vader van de 12-jarige aansprakelijk voor de schade aan zijn scooter. De vader claimt bij zijn verzekeraar de schade van de tegenpartij en de schade aan de fatbike van zijn zoon. De verzekeraar wijst de schadeclaim af omdat schade veroorzaakt door een motorrijtuig niet is gedekt, zo staat in de verzekeringsvoorwaarden. Een uitzondering hierop is een tweewieler met elektrische trapondersteuning. De consument is het niet eens met de afwijzing. Volgens hem is de fatbike geen motorrijtuig, omdat deze trapondersteuning heeft en niet als motorrijtuig is geregistreerd. Voor de fatbike is daarom geen WAM-verzekering afgesloten.

Fatbike is een motorrijtuig

De Geschillencommissie kijkt voor de definitie van een motorrijtuig naar de Wegenverkeerswet. Omdat de fatbike mede wordt voortbewogen door een mechanische kracht is het volgens de Wegenverkeerswet een motorvoertuig. Uitzondering hierop is een fiets met trapondersteuning die voldoet aan een aantal kenmerken, waaronder dat de aandrijfkracht wordt onderbroken wanneer de fiets een snelheid van 25 km/uur bereikt of wanneer de bestuurder ophoudt met trappen. De fatbike van de 12-jarige kon een snelheid van 35 km/uur bereiken, zo is door twee onafhankelijke experts vastgesteld. Daarmee is deze fatbike geen fiets met trapondersteuning zoals bedoeld in de Wegenverkeerswet en evenmin een tweewieler met elektrische trapondersteuning zoals bedoeld in de verzekeringsvoorwaarden.

Schade niet gedekt

De stelling van de consument dat hij niet wist dat de fatbike was opgevoerd en dus een motorrijtuig is, helpt in dit geval niet. Volgens de verzekeringsvoorwaarden is schade veroorzaakt door een motorrijtuig, in dit geval een fatbike die 35 km/uur kan rijden, niet gedekt. De verzekeraar mag de schadeclaim daarom afwijzen. Ook andere bezwaren die de consument aanvoert maken dit niet anders.

De uitspraak GC 2025-0869 in een klacht van een consument tegen verzekeraar Nationale- Nederlanden is bindend.

 

U.S. SCS losses hit $42bn in 9M’25, marking a ‘new normal’: Moody’s

Moody’s spreekt van een ‘nieuw normaal stormschadejaar’ in VS: $ 42 miljard  in 1e negen maanden

 

Volgens ratingbureau Moody’s bedroegen de verzekerde schadesverliezen als gevolg van zware convectieve stormen (SCS) in de VS in de eerste negen maanden van dit jaar $ 42 miljard, waarbij de gemiddelde kosten per gebeurtenis 31% hoger lagen dan het gemiddelde van het afgelopen decennium. Dit betekent volgens het bureau een nieuw ‘normaal’ voor extreme weersomstandigheden.

Dit jaar hebben de Verenigde Staten alleen al tussen januari en september 39 SCS-gebeurtenissen meegemaakt, met gemiddeld meer dan $ 1 miljard  aan verzekerde schade per gebeurtenis. Om dit in perspectief te plaatsen: herverzekeraars en makelaars schatten de totale SCS-schade voor de volledige 12 maanden van 2024 op $ 51 tot $ 57 miljard.Dit betekent dus dat het totaal voor de eerste negen maanden van 2025 niet ver afligt van het totaal voor de 12 maanden van vorig jaar.

Hoewel de schattingen per bedrijf verschillen, bevestigen ze de trend van hoge schades. Aon schat dat de totale wereldwijde verzekerde schade als gevolg van SCS-gebeurtenissen voor de eerste negen maanden van 2025 $ 57 miljard  bedroegen, het op twee na hoogste totaal ooit voor deze periode.

 

Herverzekeringsmakelaar Gallagher Re schatte het totaal voor de eerste negen maanden van 2025 voor verzekerde schade als gevolg van extreme weersomstandigheden in de VS op $ 61 miljard. ody’s merkt op dat de stijging van de schades als gevolg van extreme weersomstandigheden wordt veroorzaakt door een reeks factoren, waaronder de toenemende blootstelling van steden, die in de VS sinds 2000 met 20% is toegenomen, waardoor er een groter ‘bullseye’ is ontstaan voor de gevolgen van stormen.

Stijgende grondstofkosten en sociale inflatie spelen ook een belangrijke rol.

“Aangezien de door SCS verzekerde schade sinds 2020 aanzienlijk hoger ligt dan die door orkanen, zoekt de verzekeringssector naar manieren om deze toenemende risico’s beter te begrijpen, te kwantificeren en te beheren – onder meer door middel van transparante en gedetailleerde oplossingen zoals het Noord-Amerikaanse SCS HD-model van Moody’s, dat in december van dit jaar wordt gelanceerd”, aldus Moody’s.

 

Volgens Moody’s omvat het nieuwe model gedetailleerde claimgegevens, radargegevens met hoge resolutie en expliciete derecho-modellering, dynamische dakmethodologie en functies voor schadeversterking na een gebeurtenis (PLA).Bovendien is het model ontwikkeld in samenwerking met de verzekeringssector en zal het helpen om betere dekkingsopties te bieden, waardoor uiteindelijk meer kapitaal terugvloeit naar een beter gestabiliseerde markt.

 

Julie Serakos, Managing Director, Model Product Management, Moody’s, merkte op: “Het modelleren van zware convectieve stormen – die de afgelopen vijf jaar gemiddeld meer dan $ 45 miljard  aan verzekerde schade in de VS hebben veroorzaakt – wordt al lang geplaagd door computationele uitdagingen en onbetrouwbare, zeer lokale gevareninformatie.“Het nieuwe HD SCS-model van Moody’s doorbreekt deze barrières en biedt verzekeraars scherpere, betrouwbaardere risico-inzichten die zullen helpen om de dekking te verbeteren en de markten te stabiliseren.”

De toenemende frequentie en impact van zware convectieve stormen wordt ook weerspiegeld in de catastrofeobligatiesector, waar onlangs de eerste pure SCS-catastrofeobligatie sinds 2010 op de markt is gekomen.

 

) More Than a Third of Organizations Missed a Regulatory Requirement in the Last 12 Months, Reveals RegASK’s Latest Report

Share

RegASK’s 2026 State of Regulatory Affairs and Compliance Report reveals growing AI maturity, but cautions that leadership-operations misalignment could hinder progress.

NEW YORK & SINGAPORE–(BUSINESS WIRE)–Regulatory pressure is rising at a pace many companies can’t keep up with. According to RegASK’s newly released 2026 State of Regulatory Affairs and Compliance Report, 83% of regulatory professionals reported an increase in regulatory volume, a 34% surge from last year. This upswing is overwhelming legacy systems, with serious consequences. More than one-third (37%) of regulatory teams surveyed said their organization missed a regulatory requirement in the past year, and among those, 50% of senior leaders estimated the financial loss to be between US$500,000 and US$1 million, and 14% reported losses exceeding US$1 million.

Based on insights from 162 regulatory professionals and senior leaders worldwide across the life sciences and consumer product industries, the report underscores a clear industry mandate: regulatory agility is no longer optional. It has become a key driver of business growth and resilience, and teams recognize that AI will play a defining role in achieving it.

The report finds that while the usage and demand for AI has doubled in the past 12 months, the perception gap between leadership expectations and frontline realities remains a key barrier to operationalizing it effectively. Today, most senior leaders believe their teams can respond to new regulations within a week, but the reality on the ground is a demanding one- to four-week scramble that often relies on manual tracking, reactive fixes, and limited resources.

When leadership underestimates the time and resources required for compliance, it can lead teams to focus on immediate fixes rather than long-term preparedness. This misalignment often limits the investment operational teams get for advanced tools, leading to missed deadlines, team burnout, and a perpetual cycle of catching up. It also explains why 56% of operational teams surveyed are turning to general-purpose LLMs to solve immediate compliance challenges, rather than waiting for enterprise rollouts.

“AI has evolved from being an emerging opportunity to a strategic capability,” said Caroline Shleifer, Founder & CEO of RegASK. “But the real challenge isn’t deciding to adopt AI. It’s making sure leadership’s envisioned plans and timeline matches the reality of what operational teams actually need. That alignment is what enables effective AI adoption and true regulatory agility.”

When it comes to advanced applications like agentic AI, adoption remains nascent. Only 7% of senior leaders and 16% of operational teams say they are actively using it today, while 39% have never heard of the technology. This disparity shows that AI maturity is still evolving across regulatory teams, with early adopters shaping standards others will soon have to follow.

Key Findings from the 2026 State of Regulatory Affairs and Compliance Report:

Market Leaders Move Fast: Only 7% of organizations can identify a new regulation and execute a response plan within 48 hours, giving them first-mover advantage in compliance and market access. Most teams operate at a much slower rate, with 16% taking more than a month to respond.

Compliance Blind Spots Carry a High Price: The cost of missing a regulatory requirement extends beyond financial losses. Among the senior leaders who missed a regulatory requirement, 46% faced delayed or canceled product launches, 39% experienced clinical trial disruptions, 36% had product recalls, and 25% suffered brand reputation damage.

Most Regulatory Teams Remain Analog: Despite growing regulatory volume and enthusiasm for AI, most compliance teams still rely on manual workflows. 65% of respondents depend on newsletter alerts from regulators or aggregators, and 48% depend on a dedicated team to manually track updates and translate implications across functions.

AI Adoption Builds Momentum: The shift from interest to implementation is improving. Today, 27% of organizations use vertical AI platforms to track regulatory changes – a 42% increase from last year’s 19%. This steady rise shows that teams are moving beyond pilots and beginning to integrate AI into daily compliance workflows.

The report outlines a clear trajectory for the function’s evolution. Over the next three years, Regulatory Affairs will transition from a reactive cost center into a strategic command function, powered by AI-driven insights, cross-functional integration, and human oversight. As AI takes on more execution tasks, human expertise will move upstream to focus on judgment and strategy. Teams must develop new skills such as AI literacy, oversight and quality assurance of AI outputs, and ethical reasoning to stay relevant.

“The data is clear. The focus has shifted from wanting AI to operationalizing it, and the future belongs to the augmented team where humans lead and AI enables,” said Amenallah Reghimi, RegASK’s Chief Product and Technology Officer. “The goal is not to replace experts, but to free them from low-value work so they can focus on what truly moves the business forward. This is Augmented Intelligence in action, and it’s defining the new era of regulatory excellence.”

Download the 2026 State of Regulatory Affairs and Compliance Report here.

 

lmost Half of Compliance Leaders Cite Time Crunch as Barrier to Tech Adoption

AI adoption surges in audit; 37% of life sciences, consumer product companies missed a regulatory requirement in past year

by Staff and Wire Reports

 

November 19, 2025

 

in Compliance

 

CCI staff share recent surveys, reports and analysis on risk, compliance, governance, infosec and leadership issues. Share details of your survey with us: editor@corporatecomplianceinsights.com.

30% of leaders looking for staffers with AI skills

The use of digital tools like AI and cloud platforms has gained near-universal acceptance among corporate compliance and legal leaders, but new research from EY reveals gaps remain between strategy and implementation. EY’s survey of 300 corporate compliance and legal decision-makers throughout the US shows that the clock remains the biggest hurdle: 47% of respondents cited the lack of time as their primary barrier to adopting advanced technology in their programs.

While 100% of respondents said they were addressing digital capabilities within their compliance strategy, just over half (55%) had either actively implemented or fully optimized their digital tools, the survey found, with 94% of respondents saying digital compliance tools are extremely or very important to expanding team capacity and effectiveness.

“Compliance teams increasingly recognize technology as a key enabler,” said Gary Burke, global leader of EY’s integrity and compliance practice. “There is a clear trend of compliance leaders wanting to leverage technology to better collaborate with business leaders to proactively address compliance challenges, predict and monitor risks before incidents occur, and enhance insights reported to stakeholders to demonstrate value and protect the company.”

And while much ink has been spilled about massive global investment in AI, for compliance teams, implementation work is just beginning, with 44% of decision-makers indicating they are training existing staff and 30% looking for AI specialists.

Atomik Research conducted the online survey of participants with positions as senior managers, directors, vice president (e.g., EVP, SVP, VP), C-suite, board of directors or business principle. Participants were all at organizations with 10,000 or more employees and held decision-making authority within their organization’s corporate compliance or legal departments.

Data governance confidence drops as AI adoption surges in audit

Confidence in data governance among finance leaders declined from 55% rating it “mature” in 2024 to just 46% in 2025, even as AI adoption in audit accelerates, according to a survey from accounting and audit firm BDO.

The survey of 210 senior finance leaders at US companies with revenues ranging from $250 million to $10 billion found that while 92% of finance teams have either implemented AI or plan to do so in the next 12 months, just 43% of organizations have a formal AI governance framework in place. Finance leaders associate significant risks with AI in audit, including cybersecurity concerns (82%), data privacy worries (80%) and fear of AI-generated inaccuracies (71%).

Some 74% of finance leaders expressed concern about regulatory risks when using AI for audit purposes. Data extraction challenges, lack of expertise in interpreting AI-driven outputs and technology compatibility issues remain key obstacles preventing teams from realizing the full value of advanced technologies in audit.

37% of life sciences and consumer product companies missed regulatory requirement in past year

More than one-third of organizations in the life sciences and consumer product industries missed a regulatory requirement in the past 12 months, with half of senior leaders at those companies estimating financial losses between $500,000 and $1 million, according to a survey from regulatory compliance software provider RegASK.

The survey of 162 regulatory professionals and senior leaders worldwide found that 83% reported an increase in regulatory volume, representing a 34% surge from last year. Among organizations that missed regulatory requirements, 46% faced delayed or canceled product launches, 39% experienced clinical trial disruptions, 36% had product recalls and 25% suffered brand reputation damage. An additional 14% of senior leaders reported losses exceeding $1 million.

A significant gap exists between leadership expectations and operational reality. Senior leaders believe their teams can respond to new regulations within a week, but operational teams report a one- to four-week timeline that often relies on manual tracking and reactive fixes. Only 7% of organizations can identify a new regulation and execute a response plan within 48 hours, while 16% take more than a month to respond. Despite growing regulatory pressure, 64% of respondents still depend on newsletter alerts from regulators or aggregators and 48% rely on dedicated teams to manually track updates.

More Than a Third of Organizations Missed a Regulatory Requirement in the Last 12 Months, Reveals RegASK’s Latest Report

Wednesday 19/11/2025

RegASK’s 2026 State of Regulatory Affairs and Compliance Report reveals growing AI maturity, but cautions that leadership-operations misalignment could hinder progress.

NEW YORK & SINGAPORE, Nov 19 (Bernama-BUSINESS WIRE) — Regulatory pressure is rising at a pace many companies can’t keep up with. According to RegASK’s newly released 2026 State of Regulatory Affairs and Compliance Report, 83% of regulatory professionals reported an increase in regulatory volume, a 34% surge from last year. This upswing is overwhelming legacy systems, with serious consequences. More than one-third (37%) of regulatory teams surveyed said their organization missed a regulatory requirement in the past year, and among those, 50% of senior leaders estimated the financial loss to be between US$500,000 and US$1 million, and 14% reported losses exceeding US$1 million.

Based on insights from 162 regulatory professionals and senior leaders worldwide across the life sciences and consumer product industries, the report underscores a clear industry mandate: regulatory agility is no longer optional. It has become a key driver of business growth and resilience, and teams recognize that AI will play a defining role in achieving it.

The report finds that while the usage and demand for AI has doubled in the past 12 months, the perception gap between leadership expectations and frontline realities remains a key barrier to operationalizing it effectively. Today, most senior leaders believe their teams can respond to new regulations within a week, but the reality on the ground is a demanding one- to four-week scramble that often relies on manual tracking, reactive fixes, and limited resources.

When leadership underestimates the time and resources required for compliance, it can lead teams to focus on immediate fixes rather than long-term preparedness. This misalignment often limits the investment operational teams get for advanced tools, leading to missed deadlines, team burnout, and a perpetual cycle of catching up. It also explains why 56% of operational teams surveyed are turning to general-purpose LLMs to solve immediate compliance challenges, rather than waiting for enterprise rollouts.

“AI has evolved from being an emerging opportunity to a strategic capability,” said Caroline Shleifer, Founder & CEO of RegASK. “But the real challenge isn’t deciding to adopt AI. It’s making sure leadership’s envisioned plans and timeline matches the reality of what operational teams actually need. That alignment is what enables effective AI adoption and true regulatory agility.”

When it comes to advanced applications like agentic AI, adoption remains nascent. Only 7% of senior leaders and 16% of operational teams say they are actively using it today, while 39% have never heard of the technology. This disparity shows that AI maturity is still evolving across regulatory teams, with early adopters shaping standards others will soon have to follow.

Key Findings from the 2026 State of Regulatory Affairs and Compliance Report:

Market Leaders Move Fast: Only 7% of organizations can identify a new regulation and execute a response plan within 48 hours, giving them first-mover advantage in compliance and market access. Most teams operate at a much slower rate, with 16% taking more than a month to respond.

Compliance Blind Spots Carry a High Price: The cost of missing a regulatory requirement extends beyond financial losses. Among the senior leaders who missed a regulatory requirement, 46% faced delayed or canceled product launches, 39% experienced clinical trial disruptions, 36% had product recalls, and 25% suffered brand reputation damage.

Most Regulatory Teams Remain Analog: Despite growing regulatory volume and enthusiasm for AI, most compliance teams still rely on manual workflows. 65% of respondents depend on newsletter alerts from regulators or aggregators, and 48% depend on a dedicated team to manually track updates and translate implications across functions.

AI Adoption Builds Momentum: The shift from interest to implementation is improving. Today, 27% of organizations use vertical AI platforms to track regulatory changes – a 42% increase from last year’s 19%. This steady rise shows that teams are moving beyond pilots and beginning to integrate AI into daily compliance workflows.

The report outlines a clear trajectory for the function’s evolution. Over the next three years, Regulatory Affairs will transition from a reactive cost center into a strategic command function, powered by AI-driven insights, cross-functional integration, and human oversight. As AI takes on more execution tasks, human expertise will move upstream to focus on judgment and strategy. Teams must develop new skills such as AI literacy, oversight and quality assurance of AI outputs, and ethical reasoning to stay relevant.

“The data is clear. The focus has shifted from wanting AI to operationalizing it, and the future belongs to the augmented team where humans lead and AI enables,” said Amenallah Reghimi, RegASK’s Chief Product and Technology Officer. “The goal is not to replace experts, but to free them from low-value work so they can focus on what truly moves the business forward. This is Augmented Intelligence in action, and it’s defining the new era of regulatory excellence.”

Download the 2026 State of Regulatory Affairs and Compliance Report here.

Feedweergave selecteren: Relevantst eerst

  • Feedweergave selecteren: Relevantst eerst
  • Feedbijdrage
  • Jeffrey van der Ham heeft hier commentaar op gegeven
  • Thierry Pronk • 2de
  • Manager Data & AI bij Howden Netherlands
  • 21 u •
  • Connectie maken
  • Ik ben trots om te delen dat ik begin deze maand ben gestart in mijn nieuwe rol als Manager Data & AI bij Howden!🚀

    Ik ben hier zeven jaar geleden begonnen als student BIM en sindsdien heb ik de kans gekregen om met plezier te groeien, te leren en steeds meer verantwoordelijkheid op me te nemen. Ik ben dankbaar voor het vertrouwen en heb ontzettend veel zin om met mijn geweldige collega’s verder te bouwen aan mooie oplossingen en nieuwe uitdagingen aan te gaan.🚀

 

 

MonutaMonuta

25 jr 9 mnd25 jr 9 mnd

Ondernemingsraad MonutaOndernemingsraad Monuta

ParttimeParttimejun. 2021 – aug. 2025 · 4 jr 3 mndjun. 2021 tot aug. 2025 · 4 jr 3 mndApeldoorn, Gelderland, Nederland · HybrideApeldoorn, Gelderland, Nederland · Hybride

          • sinds juni 2021 lid van de ondernemingsraad van Monuta en sinds oktober 2022 vice-voorzitter van de Ondernemingsraad van Monutasinds juni 2021 lid van de ondernemingsraad van Monuta en sinds oktober 2022 vice-voorzitter van de Ondernemingsraad van Monuta
          • Vaardigheden: Commerciële verzekering · Insurance · Sales operations · Accountmanagement · Analytisch denkvermogenVaardigheden: Commerciële verzekering · Insurance · Sales operations · Accountmanagement · Analytisch denkvermogen

Accountmanager Monuta Midden en Zuid NederlandAccountmanager Monuta Midden en Zuid Nederland

okt. 2005 – aug. 2025 · 19 jr 11 mndokt. 2005 tot aug. 2025 · 19 jr 11 mndMidden Nederland · HybrideMidden Nederland · Hybride

          • Vanaf oktober 2005 tot december 2009 Accountmanager regio Achterhoek vanaf januari 2010 regio Midden Nederland. Vanaf 01-01-2013 regio Gelderland en Utrecht. Vanaf 01-08-2016 regio Gelderland, Utrecht, Flevoland, Gooi- en Vechtstreek, Zuid-Holland Gouda e.o.Vanaf oktober 2005 tot december 2009 Accountmanager regio Achterhoek vanaf januari 2010 regio Midden Nederland. Vanaf 01-01-2013 regio Gelderland en Utrecht. Vanaf 01-08-2016 regio Gelderland, Utrecht, Flevoland, Gooi- en Vechtstreek, Zuid-Holland Gouda e.o.
          • Vaardigheden: Commerciële verzekering · Verkoopmanagement · Sales operations · Accountmanagement · BuitendienstVaardigheden: Commerciële verzekering · Verkoopmanagement · Sales operations · Accountmanagement · Buitendienst

Medewerker Servicecentrum Zakelijke MarktMedewerker Servicecentrum Zakelijke Markt

mrt. 2003 – okt. 2005 · 2 jr 8 mndmrt. 2003 tot okt. 2005 · 2 jr 8 mnd

          • Telefonisch contact met Assurantietussenpersonen over verzekeringsproducten en het aanvraag traject en voor beoordeling van hypotheek aanvragen en de daarbij horende afhandelingTelefonisch contact met Assurantietussenpersonen over verzekeringsproducten en het aanvraag traject en voor beoordeling van hypotheek aanvragen en de daarbij horende afhandeling
          • Vaardigheden: Commerciële verzekering · Sales operations · AccountmanagementVaardigheden: Commerciële verzekering · Sales operations · Accountmanagement

Medewerker Excasso / Rekening courantMedewerker Excasso / Rekening courant

mei 2000 – mrt. 2003 · 2 jr 11 mndmei 2000 tot mrt. 2003 · 2 jr 11 mnd

          • Verantwoordelijk voor het uitbetalen van verzekeringen en het uitbetalen en controleren van de rekening courant van assurantietussenpersonenVerantwoordelijk voor het uitbetalen van verzekeringen en het uitbetalen en controleren van de rekening courant van assurantietussenpersonen

Medewerker incassoMedewerker incasso

dec. 1999 – mei 2000 · 6 mnddec. 1999 tot mei 2000 · 6 mnd

 

Bestuurslid FDGBestuurslid FDG

Vereniging voor Financiële Dienstverleners Gelderland (FDG)Vereniging voor Financiële Dienstverleners Gelderland (FDG)jun. 2005 – feb. 2019 · 13 jr 9 mndjun. 2005 tot feb. 2019 · 13 jr 9 mndArnhemArnhem

      • Na ruim 13 jaar met veel plezier in het bestuur van FDG gezeten te hebben ben ik in februari 2019 als bestuurslid gestopt.

 

!

𝗯𝗼𝗲𝗸𝗲𝗻.

Martijn Gums kondigt overstap aan naar Klap Verzekeringsmakelaar

 

 

Martijn Gums treedt per 1 december a.s. in dienst bij Klap Verzekeringsmakelaar in de functie van Accountmanager Intermediair. In zijn nieuwe rol gaat hij zich richten “op het versterken en uitbreiden van de intermediaire portefeuille, het aangaan van nieuwe samenwerkingen, verdiepen van bestaande relaties en benutten van groeikansen bij kantoren met potentieel”, zo schrijft hij op zijn eigen linkedin-pagina.

.

De afgelopen ruim een kwart eeuw was hij actief bij Monuta, aanvankelijk als Medewerker Incasso en Excasso en later als medewerker Servicecentrum Zakelijke makt en laatstelijk als Accountmanager Midden en Zuid Nederland. De laatste vier jaar maakte hij tevens deel uit van de  Ondernemingsraad

 

KPMG: Nederlanders willen AI mét menselijke controle
 

Kunstmatige Intelligentie (AI) maakt ons leven makkelijker, maar blind vertrouwen blijft uit. Uit de Nationale AI Vertrouwensmonitor 2025, het jaarlijkse onderzoek van KPMG naar vertrouwen en gebruik van AI, blijkt dat AI inmiddels verweven is met ons dagelijks leven maar dat de behoefte aan menselijke betrokkenheid onverminderd groot blijft. Er heerst angst dat de menselijke regie op korte termijn verdwijnt. Juist nu AI steeds meer taken overneemt, hecht men eraan dat bij belangrijke keuzes een mens van vlees en bloed het laatste woord houdt. Het onderzoek laat zien hoe Nederlanders AI zien als handig hulpmiddel, maar dat autonomie van de technologie duidelijke grenzen kent.

Kansen versus controle
Van de Nederlanders die AI kennen, omarmt twee derde de technologie vooral vanwege het gemak. Daarnaast ziet 36 procent AI primair als een kans, vooral jongeren. Hoewel het vertrouwen in AI stijgt, blijft het gemiddelde cijfer een voorzichtige 5,8 en verwacht slechts 37 procent dat AI de juiste antwoorden geeft. Zeven op de tien gebruikers controleren de output standaard. De overtuiging dat menselijke controle cruciaal is, wordt breed gedragen: voor 84 procent is menselijke supervisie bij belangrijke beslissingen onmisbaar en 83 procent vindt dat AI nooit geheel zelfstandig beslissingen mag nemen over zaken die het dagelijks leven direct beïnvloeden. Marc van Meel, Responsible AI Lead bij KPMG, ziet in deze resultaten een sterke gelijkenis: “We staan bij AI waar we ooit bij het internet stonden: van hype naar realisme. Het vertrouwen groeit, maar duidelijke regels en menselijke controle blijven essentieel.”

Dagelijks leven: van zoekhulp tot mentale steun
Van de Nederlanders die bekend zijn met AI, gebruikt 86 procent het vooral voor zoeken, inspiratie en praktische instructies. Maar (generatieve) AI dringt steeds vaker door in persoonlijke domeinen. Een kwart van de AI-gebruikers vraagt AI om medisch advies, en onder jongvolwassen AI-gebruikers gebruikt 20 procent AI voor mentale ondersteuning. Daarbij geeft bijna 10 procent van AI-gebruikers aan zich soms losgeraakt te voelen van de werkelijkheid door het gebruik. “AI lijkt soms een intelligente en empathische gesprekspartner, maar het is geen mens. Juist bij mentale problemen heb je soms tegengas nodig, niet alleen bevestiging. Professionele hulp blijft essentieel”, benadrukt Van Meel. Driekwart van de respondenten vindt dan ook dat ouders toezicht moeten hebben op de AI-chats van kinderen.

Opvallend is dat Nederlanders die bekend zijn met AI scherp onderscheid maken tussen laag- en hoogrisicotaken. Voor dagelijkse en praktische keuzes, zoals dieetplannen en reisroutes, vertrouwt men AI relatief makkelijk. Maar zodra er financiële, gevoelige of ethische gevolgen zijn, daalt het vertrouwen snel. Slechts 14 procent vertrouwt hypotheekadvies volledig toe aan AI, voor het beoordelen van medewerkers is dat nog geen 5 procent en voor het bepalen van de noodzaak van een openhartoperatie nog minder (4 procent).

Werk: efficiënter maar afhankelijker
Bijna 70 procent van de Nederlanders die AI gebruiken, zet het in op de werkvloer. Respondenten ervaren duidelijke voordelen: twee derde zegt efficiënter te worden en de helft ziet een verbetering in de kwaliteit van het werk. Meer dan een kwart zet AI in voor automatisering en operationele processen. Maar daarmee neemt ook de afhankelijkheid toe: men ervaart druk om AI te gebruiken (16 procent) en zegt het werk niet meer goed te kunnen doen zonder de slimme technologie (15 procent). Een contrasterend resultaat is dat minder dan een derde aangeeft voldoende training te krijgen. Dit is opvallend, zeker omdat AI-geletterdheid een vereiste is vanuit de nieuwe Europese AI-wetgeving. Veel organisaties hebben bovendien geen duidelijk AI-beleid of communiceren hier onvoldoende over.

Bijzonder is dat meer dan de helft van de werknemers die AI gebruiken geen moeite heeft met werkgevers die meekijken in hun AI-chats, terwijl 84 procent zich zorgen maakt over privacy en databescherming. “Een mogelijke verklaring hiervoor kan zijn dat de zorgen vooral over misbruik door externe partijen of het gebruik van persoonlijke data buiten het werk gaan. Het kan echter ook duiden op een gebrek aan bewustzijn over wat er precies met persoonlijke gegevens gebeurt”, licht Van Meel toe.

Onderwijs: AI onmisbaar, maar verhoogt druk
Van de studenten die AI kennen en gebruiken, gebruikt 85 procent het in de context van de studie, veelal als hulpmiddel. Maar naast gemak ervaren zij eveneens druk. Ruim een derde van de respondenten vindt dat de lat hoger ligt door AI, en 15 procent denkt zelfs de studie niet meer te kunnen halen zonder de technologie. Tegelijkertijd vertrouwen ook studenten niet blindelings op AI: 80 procent controleert altijd de output. Van Meel: “Het belang van goede training in effectief en verantwoord AI-gebruik is groter dan ooit. Zonder scholing en duidelijke kaders lopen organisaties, medewerkers én studenten risico op kwaliteits- en complianceproblemen. Sterker nog, zonder investeringen daarin haal je als organisatie nooit het beste uit de technologie. In de nabije toekomst worden steeds meer mensen als het ware de manager van hun eigen AI-agents.”

Zorgen om nepinformatie, privacy en oorlogsvoering
Ondanks de voordelen blijven zorgen rond AI aanwezig. Nepinformatie is de grootste zorg (89 procent) onder de respondenten, gevolgd door privacy (85 procent). Ook is er weerstand tegen autonome AI-systemen in gevoelige domeinen. Meer dan vier op de vijf respondenten maakt zich zorgen over het gebruik van AI in oorlogsvoering. Een vergelijkbare meerderheid vreest dat menselijke tussenkomst straks verdwijnt. Toch gelooft maar één op de vijf dat in de nabije toekomst een bedrijf kan bestaan uit alleen AI en zonder mensen.

Over het onderzoek 
KPMG heeft in het vierde kwartaal van 2025 uitgebreid onderzoek uitgevoerd naar hoe Nederlanders AI gebruiken, wat hun houding is en hoeveel vertrouwen zij erin hebben. Het onderzoek is in samenwerking met onderzoeksbureau Ipsos I&O tot stand gekomen en uitgevoerd onder een representatieve groep van 1013 Nederlanders die bekend zijn met het begrip AI (89 procent). Het onderzoeksrapport verschijnt sinds 2019 jaarlijks en draagt sinds dit jaar een nieuwe naam Nationale AI Vertrouwensmonitor (voorheen: Algoritme Vertrouwensmonitor). KPMG voert daarnaast ieder jaar een wereldwijd onderzoek uit.

Het volledige rapport leest u hier.

 

BERICHT VOOR REDACTIE, NIET VOOR PUBLICATIE

Voor verdere persinformatie, beeldmateriaal of een interview kunt u contact opnemen met Charlotte Dorré, persvoorlichter bij KPMG Nederland: dorre.charlotte@kpmg.nl +31 6 1483 5641

 

Lees online   Afmelden
VNAB events 2026

 

Save the dates!

 

 

 

 

Nog maar even en dan luiden we samen de laatste maand van het jaar in. Een maand die voor velen nog volop in het teken staat van de januari prolongatie, maar waarin we hopelijk ook de tijd vinden om stil te staan bij wat we samen bereikt hebben én vooruit te kijken naar 2026.

 

Terugblik op 2025

Het bestuur en de VNAB-collega’s kijken met veel plezier terug op een jaar waarin we belangrijke stappen hebben gezet. Zo is in 2025 de strategie van de VNAB herijkt, met een scherpe focus op data, digitalisering en marktmeesterschap.

 

We werkten aan vernieuwde modelvoorwaarden met onze technische commissies en zetten verdere stappen met Co-polis als centraal platform voor contractzekerheid.

 

Daarnaast is er veel geïnvesteerd in kennisdeling en talentontwikkeling: via commissies, Lunch & Learns en VNAB Co-podium. Het VNAB Ontmoetingscentrum bleef dé plek waar marktpartijen elkaar vinden. Een nieuw initiatief dit jaar is de vacaturebank op riskhasthefuture.nl, waarmee we leden helpen om vacatures zichtbaarder te maken en (nieuw) talent aan onze sector te binden.

 

Vooruitblik op 2026

In 2026 bouwen we hierop voort. We gaan door met het optimaliseren van e-ABS, iDOS en het Sanctieplatform, we ontwikkelen Co-polis verder door, geven samen met de markt de AFD-datastandaard voor de coassurantiebeurs verder vorm en werken aan een nóg betere integratie met het VNAB IT-platform.

 

Daarnaast introduceren we een aantal nieuwe evenementen en staan we stil bij twee bijzondere mijlpalen: 40 jaar VNAB én 10 jaar VNAB Ontmoetingscentrum.

 

Benieuwd wat er allemaal op de agenda staat? In deze nieuwsbrief vind je een overzicht van de belangrijkste data voor 2026. Pak je agenda er alvast bij. Wij wensen jullie alvast fijne feestdagen en kijken uit naar een mooi en inspirerende 2026!

 

 

Vijfde VNAB Young Talent Award

 

Op woensdag 23 september wordt de VNAB Young Talent Award weer uitgereikt. Nomineren van talent kan vanaf eind januari. Houd hiervoor onze nieuwsbrief in de gaten.

 

VNAB Co-podium 2026

 

Volgend jaar keert het VNAB Co-podium terug op dinsdag 23 en woensdag 24 juni in het VNAB Ontmoetingscentrum. Twee dagen waarop wij samen met onze technische commissies de branches in de spotlight zetten.

 

Sponsor worden?

 

Op vrijdag 27 maart organiseren wij ons derde VNAB Padeltoernooi. Sponsor worden? Laat het ons weten!

 

Mogelijkheden sponsoring 

 

En nog veel meer!

 

WOENSDAG

 

07 jan

 

16:00

Nieuwjaarsreceptie

 

Samen met vele branchegenoten heffen wij graag het glas op 2026. Dit jaar in het World Trade Center in Rotterdam.
 

 

Woensdag

 

14 jan

 

13:30

Start Introductie Coassurantie

 

Start van de edities Brand, Cyber, Transport en Aansprakelijkheid. De inschrijving is al geopend en alle edities zitten bijna vol.
 

 

Maandag

 

02 FEB

 

17:00

Beursborrels

 

Ook de Beursborrels staan in 2026 weer op het programma. We trappen af op 2 februari met de Beursborrel gesponsord door HDI.
 

 

Woensdag

 

04 mrt

 

13:00

VNAB Onboardingsdag

 

De marktbrede onboardingsdag speciaal voor nieuwe mensen binnen de branche. Deze middag staat in het teken van kennismaken met de markt, de betrokken partijen en hun verantwoordelijkheden en onderlinge verhoudingen.
 
Vrijdag

 

20 MRT

 

Extra sectievergaderingen

 

De extra sectievergaderingen in 2026 zijn op vrijdag 20 maart en vrijdag 25 september.

 

 
Vrijdag

 

27 MRT

 

VNAB Padeltoernooi

 

Het derde VNAB Padeltoernooi voor al onze sportieve leden. Welke teams gaan er dit jaar met de winst naar huis?
 

 

Maandag

 

1 juni

 

Algemene ledenvergadering

 

De eerste ALV in 2026 vindt plaats op maandag 1 juni. De tweede ALV op maandag 7 december.
 

 

Di & Woe

 

23 & 24 juni

 

VNAB Co-podium

 

Hoe blijven we samen voorop lopen in een veranderende markt waar duurzaamheid, geopolitieke ontwikkelingen en technologie steeds belangrijkere rollen vervullen? Tijdens VNAB Co-podium gaan leden met elkaar in gesprek over de uitdagingen van morgen.
 

 

Maandag

 

7 sept

 

17:00

 

40 jaar VNAB jubileum Beursborrel

 

Ter ere van het 40-jarig jubileum organiseert de VNAB op maandag 7 september een feestelijke extra VNAB Beursborrel. Hét moment waar je bij wil zijn na de zomervakantie, geheel in het teken van het jubileumjaar.
 
Woensdag

 

23 sept

 

15:30

 

VNAB Young Talent Award

 

Op woensdag 23 september 2026 reikt de VNAB haar vijfde Young Talent Award uit. De nominaties kunnen begin 2026 ingestuurd worden. Wie nomineer jij?
 
Zondag

 

04 okt

 

Holland Insurance House

 

Het FERMA Euro Risk Management Forum komt naar Nederland. In 2026 strijkt het tweejaarlijkse congres neer in Rotterdam.

 

Traditiegetrouw organiseert de Nederlandse afvaardiging na de officiële openingsreceptie het HOLLAND INSURANCE HOUSE: een informeel netwerkevenement in Hollandse sfeer, met muziek, snacks en volop gelegenheid om elkaar te ontmoeten.

 

 

Datum volgt

 

VNAB Marktmeesters

 

Twintig jaar lang was het VNAB Marktdiner een toonaangevend gala binnen de coassurantiemarkt. Vanuit deze rijke traditie zetten we in 2026 een nieuwe stap. Tijdens de eerste editie van ‘Marktmeesters’ introduceren we een concept dat het diner overstijgt en de meesters van ons vakgebied centraal stelt.

 

Binnenkort delen we in een apart bericht meer over dit vernieuwde concept en zullen we ook de datum bekendmaken.

 

 

 

Kun je niet wachten tot volgend jaar?

 

Luister dan naar onze podcastserie Risk has the future via jouw favoriete podcastkanaal. Of lees ons laatste VNAB Visie magazine, welke volledig in het teken staat van de klant. Volgende maand verschijnt het tweede VNAB Visie magazine van dit jaar.

 

Luister de podcast

 

 

 

Lees het magazine
 

 

 

Vereniging Nederlandse Assurantie Beurs
Contact
Disclaimer
Privacyverklaring
Afmelden
 

 

 

Vaker last van schimmel in huis: verhuurder is verantwoordelijk, vindt 4 op 10 Nederlanders

 

 

 

 

 

Het is volop herfst en dat betekent lagere temperaturen en meer vocht in huis: het ideale recept voor schimmel. Uit onderzoek van Allianz Direct blijkt dat een groot deel van de Nederlanders hier mee te maken heeft: 1 op de 5 Nederlanders (21%) heeft vocht en schimmelproblemen in huis. Bovendien zegt 41% dat deze problemen de verantwoordelijkheid van de verhuurder zijn.

Schimmelproblemen stijgende trend
De herfst is niet alleen de tijd van paddenstoelen in het bos: ook in huis leven schimmels op bij het koude en vochtige klimaat. Volgens nieuw onderzoek van Allianz Direct heeft 21% van de Nederlanders schimmelproblemen in huis, en dat blijkt een stijgende trend. Ook het CBS zag het aantal huishoudens met schimmelproblemen namelijk toenemen van 15% in 2021 tot 20% in 2024.

Verantwoordelijkheid verhuurder
Onder huurders is het schimmelprobleem nog groter volgens het CBS: daar steeg het percentage huishoudens met schimmel van 24% naar 30%. Nederlanders hebben dan ook een duidelijke mening in het onderzoek van Allianz Direct: maar liefst 4 op de 10 (41%) vindt dat schimmelproblemen de verantwoordelijkheid zijn van de verhuurder van een huis. Een kleiner deel (28%) is het daar niet mee eens. 16% van de Nederlanders geeft bovendien aan dat hun verhuurder de schimmelproblemen in hun huis niet serieus neemt.

Nayla van Nieuwenhuizen, Product Manager van Allianz Direct: “De verhuurder is verantwoordelijk voor schimmel in huis als de schimmel wordt veroorzaakt door structurele gebreken in het huis. Schimmel kan ook ontstaan door gedrag van de huurder: bijvoorbeeld slecht luchten tijdens het koken, douchen of bij het drogen van de was. Maar als er lekkages in huis zijn of onvoldoende ventilatie mogelijk is in huis, moet de verhuurder op de hoogte worden gesteld. Deze moet de gebreken dan verhelpen.”

Schimmel voorkomen
Toch zegt een groot deel van de Nederlanders (68%) dat zij wel weten wat ze moeten doen om schimmel in huis te voorkomen. Twee op de drie (67%) zegt daarnaast maatregelen te treffen tegen vocht en schimmel wanneer het koud wordt. Maar als er eenmaal schimmel in huis is, weet 29% van de Nederlanders niet waar ze terecht kunnen voor hulp tegen deze problemen.

Van Nieuwenhuizen vervolgt, “Met name in de herfst- en wintermaanden is het belangrijk om schimmel in huis zo goed mogelijk te voorkomen. Naast de hardnekkige vlekken is schimmel in huis namelijk ongezond voor de bewoners. Bovendien is schade aan je huis door schimmel ook niet verzekerd. Alleen als er plotseling een leiding barst met waterschade en schimmel als gevolg, biedt een woonverzekering zoals die van Allianz Direct wel dekking.”

 

*Onderzoek uitgevoerd in opdracht van Allianz Direct door Direct Research onder een representatieve groep Nederlanders in januari 2024.

 

 

 

AllianzDirect_kouderweer.jpg
931.91 KB

 

 

 

Voor meer informatie, beeldmateriaal of interviewverzoeken kunt u contact opnemen met:

Allianz Direct
Fiona Mirrer, PR & Corporate Communicatie Manager
Telefoon: +31 6 48 93 24 92
E-mail: fiona.mirrer@allianzdirect.nl
Web: www.allianzdirect.nl/pers

TEAM LEWIS
Dion Gouweleeuw en Pleun Stukker
Telefoon: +31 20 220 0220
E-mail: allianzdirect@teamlewis.com
www.teamlewis.com/nl

 

 

 

BERICHT VOOR DE REDACTIE

Over Allianz Direct
Allianz Direct is de digitale dochteronderneming van Allianz SE en biedt een breed scala aan verzekeringsproducten, waaronder auto-, reis-, woon- en andere schadeverzekeringen. Actief in Duitsland, Nederland, Italië, Spanje en Frankrijk, opereert Allianz Direct als een onafhankelijke entiteit binnen de Allianz Group, die al meer dan 135 jaar wereldwijd actief is. Bij Allianz Direct draait alles om het makkelijker maken van verzekeringen. Als digitale verzekeraar focussen we op snelheid, transparantie en gebruiksgemak. We combineren de kracht en wereldwijde expertise van de Allianz Group met de flexibiliteit van een dynamische online omgeving. Onze missie is om klanten blij te maken met een ongeëvenaarde ervaring, door technologische innovatie en klantgerichte oplossingen. Allianz Direct speelt zo een leidende rol in de digitale transformatie van verzekeringen binnen de Allianz Group.

 

 

EMEA Cloud Business Survey 2025 – Nederlandse uitkomsten

Cloudtechnologie en AI groeien samen op

  • Insight
  • 18 nov 2025

Share

De hoge vlucht die AI de afgelopen jaren heeft genomen, gaat hand in hand met de ontwikkeling van cloudtechnologie. PwC’s EMEA Cloud Business Survey 2025 laat dan ook zien dat organisaties een stuk verder zijn in hun cloudtransformatie dan twee jaar geleden. De grote uitdaging blijft deze technologie in te zetten voor businessvernieuwing. En dat op een veilige en duurzame manier. 

In PwC’s EMEA Cloud Business Survey 2025 onderzoeken we hoe (tech)managers hun cloudstrategie verder ontwikkelen om de transformatie van hun bedrijf te versnellen en voorop te blijven lopen in een complex digitaal landschap. Aan het onderzoek deden 1400 managers in 26 landen in Europa, het Midden-Oosten en Afrika mee. Daarvan komen er 102 uit Nederland.

Volgens Ragnar van der Valk, partner technologie bij PwC Nederland, is kunstmatige intelligentie (AI) de grote versneller achter cloudadoptie. ‘AI draait op veel data en veel geheugen. Dus ja, dan moet je dat doen met een platform, in dit geval de cloud, dat beide aspecten in zich heeft. Je kunt tegenwoordig bijna geen gesprek meer voeren zonder dat het over AI gaat,’ vervolgt hij. ‘Het is nog niet duidelijk waar het heengaat, maar niets doen en niet investeren is geen optie.’

In hoeverre ben je het eens of oneens met de volgende uitspraken over het gebruik van kunstmatige intelligentie (AI) binnen jouw organisatie?

Bar chart with 5 data series.

The chart has 1 X axis displaying categories.

The chart has 1 Y axis displaying values. Range: 0 to 100.

End of interactive chart.

Hoewel veel organisaties hun infrastructuur inmiddels naar de cloud hebben gebracht, benutten ze het potentieel nog niet volledig, stelt Van der Valk. ‘Het meest eenvoudige deel is applicaties naar de cloud brengen. Maar dat is natuurlijk uiteindelijk niet het strategische middel waarvoor je zo’n technologie zou willen inzetten. Als je gaat nadenken over welke diensten, producten, klantsegmenten en kanalen je kunt gebruiken om je bedrijfsvoering anders in te richten, kom je op iets veel meer fundamenteels. Denk aan een AI-tool rondom klantbediening. Of AI dat inzichten geeft over je klanten of voor je partners, zodat kunt sturen op het juiste productassortiment tegen de juiste marge’.

‘Die ontwikkeling noemen wij reinvention. Hoe kan ik als bedrijf mij proactief aanpassen aan hoe een nieuwe technologie als cloud en AI mij mogelijkheden biedt. Hiermee wordt technologie niet langer ondersteunend, maar leidend voor succes.’

Welke van de volgende typen cloudinfrastructuur gebruikt jouw organisatie momenteel?

 

 

Bar chart with 7 bars.

The chart has 1 X axis displaying categories.

The chart has 1 Y axis displaying values. Range: 0 to 90.

End of interactive chart.

PwC helpt organisaties die verschuiving te realiseren. ’Wij werken altijd vanuit het businessperspectief: hoe kun je technologie inzetten om je bedrijfsvoering te versterken. We focussen niet alleen op technologie, hoe belangrijk ook. We brengen verschillende invalshoeken samen – van fiscaliteit, controle en security tot procesoptimalisatie – en combineren die met onze kennis van technologie en de industrie.’

Cloudvolwassenheid in Nederland

In Nederland ligt de ‘cloudvolwassenheid’ hoger dan in andere landen, blijkt uit de EMEA Cloud Business Survey 2025. Henk Riepma, technologie-expert bij PwC: ‘De survey laat zien dat steeds meer organisaties inzien dat ze cloud en AI strategisch moeten verankeren. Op nummer twee qua prioriteiten in cloudinvesteringen in Nederland staat cloudstrategie. Organisaties besteden dus echt meer aandacht aan het vastleggen en definiëren van cloudbeleid.’

Welke van de volgende cloudinvesteringen heeft jouw organisatie de komende twaalf maanden als prioriteit?

Bar chart with 16 bars.

The chart has 1 X axis displaying categories.

The chart has 1 Y axis displaying values. Range: 0 to 34.

End of interactive chart.

De Nederlandse cloudvolwassenheid vertaalt zich ook in investeringen. ‘De bedrijven die al een hoog volwassenheidsniveau hebben, verwachten het komende jaar een hogere stijging van hun cloudbudget dan de bedrijven met een lagere volwassenheid,’ zegt Riepma. ‘Waar je zou verwachten dat juist de minder volwassen organisaties een inhaalslag willen maken, zie je dat verschil juist toenemen. Het lijkt erop alsof er een kloof tussen deze organisaties gaat ontstaan. Dat zien we bij AI-investeringen.’

Ook qua prioriteiten zijn er duidelijke Nederlandse accenten ten opzichte van andere landen. ‘Als je kijkt naar prioriteiten in cloudinvesteringen,  staat AI en machinelearning bovenaan. Dat is in veel andere landen ook zo, maar waar Nederland meer op inzet, is het digitaliseren van zogenoemde core operational-platforms.’

Welke van de onderstaande opties beschrijft het beste het cloudgebruik binnen jouw organisatie?

Bar chart with 3 bars.

The chart has 1 X axis displaying categories.

The chart has 1 Y axis displaying values. Range: 0 to 60.

End of interactive chart.

Dat zijn volgens Riepma verouderde, moeilijk vervangbare systemen. ‘Vaak zijn die basale platforms gemaakt met een ouderwets pakket, of ooit zelf gebouwd. Dat maakt het ingewikkeld om die platformen richting cloud te brengen. Maar je ziet wel dat daar in Nederland, in tegenstelling tot andere landen, veel aandacht voor is.’

Duurzaamheid en verantwoord gebruik van AI

Een opvallende uitkomst van de survey betreft duurzaamheid. De resultaten laten zien dat de ambities op het gebied van duurzaamheid groot zijn, maar de uitvoering kan beter. Vergeleken met de andere landen blijft Nederland achter bij het vertalen van duurzaamheidsambities naar concrete acties. Het blijft in Nederland af en toe steken bij goede ambities hebben, maar die niet één op één doorvoeren. Een voorbeeld daarvan is het kiezen van een cloudprovider. Daarbij kunnen organisaties in Nederland nog meer kijken naar datacenters die een net-zero-uitstoot of op andere ESG-gebieden een goede score hebben.

Er is wel één positieve uitzondering. Het ontwerpen en inzetten van Responsible AI scoort in Nederland hoger dan in de meeste andere landen. We zijn dus meer bezig met de ethische kant van de toepassing van AI.

Welke van de onderstaande maatregelen neemt jouw organisatie, indien van toepassing, om ervoor te zorgen dat het gebruik van cloudtechnologieën aansluit bij de duurzaamheidsdoelstellingen en verantwoord gebruik van AI ondersteunt?

Bar chart with 8 bars.

The chart has 1 X axis displaying categories.

The chart has 1 Y axis displaying values. Range: 0 to 70.

End of interactive chart.

Veiligheid en continuïteit

De keerzijde van de toenemende rol van de cloud is de noodzaak van stevige beveiliging. ‘We moeten nog volwassener worden op het gebied van beveiliging en vertrouwen,’ zegt Van der Valk. ‘Door een lek bij een laboratorium zijn onlangs nog de gegevens van 485.000 deelnemers aan het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker in criminele handen gekomen.’

Naast veiligheid is ook de geopolitieke context van invloed op de cloudkeuzes. Een van de meest actuele thema’s is de Europese datasoevereiniteit. ‘Terwijl Amerikaanse hyperscalers als AWS, Microsoft en Google de markt domineren, groeit in Europa de behoefte om gevoelige data binnen de eigen regelgeving te houden,’ zegt Van der Valk. ‘Nederland loopt voorop in hybrid- en multiclouddenken, maar we gaan steeds vaker kijken: welke clouds kunnen echt garanderen dat ze voldoen aan Europese wetgeving?’

De oplossing ligt volgens hem in meer bewuste keuzes. ‘Ik denk dat klanten in Nederland en Europa bewuster gaan kiezen voor kleinere, lokale cloudproviders om een deel van hun kritische data neer te leggen, als ze erop kunnen vertrouwen dat de beveiliging op het juiste niveau is. Tegelijk zullen de grote hyperscalers bewegen richting Europese oplossingen. Wellicht wordt multicloud, de combinatie van meerdere aanbieders, nog meer de norm.’

Toekomstbestendige digitale economie

De snelle groei van AI en cloudcomputing vragen om een kritische blik op het energie- en waterverbruik van digitale infrastructuren. AI is nu al verantwoordelijk voor elf tot twintig procent van het wereldwijde stroomverbruik. Dat aandeel zal naar verwachting sterk stijgen.

‘Organisaties doen er goed aan om niet alleen te streven naar innovatie en schaalbaarheid, maar ook verantwoordelijkheid te nemen voor het efficiënt inzetten van natuurlijke hulpbronnen. Duurzame cloudstrategieën zijn essentieel om de impact van computing op energie en water te minimaliseren. Zo dragen ze bij aan een toekomstbestendige digitale economie. Maar ook aan weerbare bedrijfsmodellen, want energie en water zijn kostbaarder dan ooit.

Wil je op de hoogte blijven van de nieuwste ontwikkelingen in cloud en AI?

Abonneer je dan op onze nieuwsbrief.

Aon’s Global Insurance Market : Overvloed aan capaciteit en ambitieuze groeistrategieën verzekeraars leiden tot prijsdalingen in verschillende delen Nederlandse  markt

De omstandigheden op de Nederlandse  verzekeringsmarkt blijven verbeteren, met een overvloed aan capaciteit en ambitieuze groeistrategieën van verzekeraars die leiden tot prijsdalingen in verschillende delen van de Nederlandse verzekeringsmarkt.  Gunstige omstandigheden creëren kansen voor kopers om betere deals te sluiten, afhankelijk van het product, de branche en de individuele situatie van de klant, zo valt te lezen in de Netherlands Market Overview in Aon’s Global Insurance Market over het derde kwartaal van dit jaar.

Jochem Kort,  Chief Broking Officer Commercial Risk Solutions Nederland : “De Nederlandse verzekeringsmarkt wordt steeds competitiever. Dit is het moment om uw verzekeringsprogramma te verbeteren en weerbaarheid op te bouwen voor toekomstige marktuitdagingen.”

Over de dynamiek van de Nederlandse markt  schrijft het rapport:

Prijsstelling: Over het algemeen dalen de premies licht, met als opvallende uitzondering de autoverzekeringen, waar stijgingen veel voorkomen. Voor risicoprofielen met een goede schadehistorie dalen de premiesin de meeste productlijnen. Voor risicoprofielen met een minder gunstige schadehistorie, of die in meer uitdagende sectoren actief zijn, zoals voedsel en afval, en ongevallen met blootstelling aan de VS, stijgen de premiesover het algemeen.

Overall, prices are modestly decreasing, with the notable exception of automobile insurance, where increases are common. Preferred risks with a good claims record are seeing pricing reductions in most product lines. Risks with a less favorable claims record, or which are in more challenging sectors, such as food and waste, and U.S. exposed casualty are generally experiencing price increases.

Capacity

Overall, capacity is abundant. New market entrants and established insurers are placing strong emphasis on achieving ambitious growth targets, with many insurers willing to take larger shares on programs.

 

Capaciteit:  Over het algemeen is er voldoende capaciteit. Nieuwe marktdeelnemers en gevestigde verzekeraars leggen sterk de nadruk op het behalen van ambitieuze groeidoelstellingen, waarbij veel verzekeraars bereid zijn om grotere aandelen in programma’s te nemen.

Underwriting: Ondanks een verslappende markt blijft het verzekeren voorzichtig, met de nadruk op technische verzekering en winstgevendheid. Verzekeraars blijven zich onderscheiden en eisen actuele en volledige risico-informatie.

Limieten: De limieten blijven over het algemeen gelijk, hoewel verzekeraars openstaan voor mogelijke verhogingen. Bij cyberverzekeringen herinvesteren veel verzekerden hun premiebesparingen om de polislimieten te verhogen.

Eigen risico’s: De eigen risico’s blijven over het algemeen ongewijzigd, hoewel verzekeraars meer openstaan voor het bespreken van wijzigingen wanneer daarom wordt gevraagd en wanneer dit gerechtvaardigd is op basis van het schadeverleden.

Dekking:  De meeste verzekeringen worden verlengd met dezelfde voorwaarden als voorheen. Verzekeraars staan open voor langetermijnovereenkomsten. Voor goed gemanagede  cyberrisico’s zijn verbeteringen in de dekking mogelijk.

 

Producttrends

Auto: De markt voor autoverzekeringen blijft uitdagend vanwege ongunstige schadetrends, wat resulteert in gedisciplineerde acceptatie en bescheiden prijsstijgingen. Grotere wagenparken met een goede schadehistorie kunnen gunstigere voorwaarden bedingen, terwijl grote leasewagenparken te maken hebben met moeilijkere marktomstandigheden.

Schade/Aansprakelijkheid: De markt is over het algemeen gematigd, maar de resultaten van contractverlengingen blijven een afspiegeling van het specifieke risicotype en de omvang van de blootstelling aan de Amerikaanse markt. Plaatsingen zonder blootstelling aan de VS en met een goede schadehistorie kunnen betere voorwaarden opleveren, vooral wanneer ze de afgelopen 3 tot 5 jaar niet opnieuw op de markt zijn gebracht. Klanten met complexe schadevergoedingsrisico’s, aanzienlijke blootstelling aan de VS en een minder gunstige schadehistorie zullen waarschijnlijk problemen ondervinden bij verlengingen.

Cyber: Overvloedige capaciteit en toenemende concurrentie leiden tot verdere tariefverlagingen, evenals mogelijkheden om de dekking te verbeteren en de limieten te verhogen. Klanten met onvoldoende cyberbeveiligingsmaatregelen kunnen problemen ondervinden. Bestuurders en functionarissen De prijzen blijven over het algemeen stabiel, ondanks de overvloedige capaciteit. Aantrekkelijke grotere programma’s kunnen mogelijk betere prijzen en voorwaarden verkrijgen.

Property:  De propertymarkt is flexibeler, dankzij de ruime capaciteit en de groeiambities van verzekeraars. Premieiefverlagingen zijn over het algemeen beschikbaar voor voorkeursrisico’s met sterke risicobeheersingsmaatregelen en robuuste acceptatie-informatie. Bepaalde sectoren, zoals voedsel en afval, blijven een uitdaging, aangezien verzekeraars voor dergelijke risico’s weinig interesse hebben.

Volmachtmarkt meer dan 5 miljard euro

Het totale premievolume van de sectoren Schade en Inkomen in de volmachtmarkt stijgt op basis van het beeld over de eerste jaarhelft met 5% tot 5,2 miljard euro in 2025 (2024: 5 miljard euro). Het particuliere segment stijgt qua premievolume met 7% het hardst. De stijging in het zakelijke segment is 3%. Dit blijkt uit het Marktrapport Volmachten van de Nederlandse Vereniging van Gevolmachtigde Assurantiebedrijven (NVGA) en het Verbond van Verzekeraars op basis van de data van Solera uit de Volmacht Resultaat Analyse (VRA).

Het resultaat op boekjaar van de sector Schade in de volmachtmarkt, uitgedrukt in Combined Operating Ratio (COR), is ten opzichte van vorig jaar verbeterd en komt in de eerste helft van 2025 uit op 91,4 (2024: 94,2). Het kostenpercentage van verzekeraars is daarbij gefixeerd op 10%, waardoor de werkelijke COR bij een lager kostenpercentage positief en bij een hoger percentage negatief kan afwijken. De verbetering van het resultaat in de eerste helft van het jaar komt onder meer door een lagere schaderatio bij de branches Aansprakelijkheid, Brand en Motor.

Belangrijkste ontwikkelingen per branche

In de branche Motor kwam in 2024 de COR over het hele jaar uit op 102,3. Op basis van het beeld over het eerste halfjaar van 2025 is de COR 98,2, wat een verbetering van het resultaat zou betekenen. De branche Motor laat daarnaast een stijging van het premievolume (8%) naar 1,9 miljard euro zien, waarvan 63% particulier en 37% zakelijk. Het premievolume Motor in de volmachtmarkt is 28% van het totale Nederlandse premievolume Motor.

In de branche Brand stijgt het premievolume in 2025 naar verwachting met 4% naar 1,23 miljard euro (57% particulier en 43% zakelijk). Het premievolume particulier steeg in de eerste helft van dit jaar met 4% het sterkst. Het premievolume Brand in volmacht is 20% van het totale premievolume branche Brand in Nederland. De schaderatio in het eerste halfjaar daalt van 44,6 (2024)  naar 44,0 (2025).

In de branche Aansprakelijkheid stijgt het premievolume in volmacht met 2% naar 345 miljoen euro, waarvan circa driekwart zakelijk. De COR is de afgelopen jaren steeds onder de 100 gebleven. Ook in 2025 wordt een positief resultaat verwacht op basis van het beeld over het eerste halfjaar met een COR van 83,5. De schaderatio in het eerste halfjaar is gedaald van 41,5% vorig jaar naar 40,8%.

Het resultaat in de branche Verzuim lijkt op basis van de halfjaarcijfers op het resultaat in 2024 met een COR van 99,0 (2024: 98,4). Het ziekteverzuim bedroeg 5,8% in het eerste kwartaal (tegenover 5,5% in 2024). In het tweede kwartaal van 2025 was het ziekteverzuim 5,2% (tegenover 5,1% in het tweede kwartaal van 2024).

Downloads: Marktrapport Volmachten 2025 1e halfjaar

labelFysiek veilige leefomgeving

Samen leren en innoveren over extreme natuurbranden

Zo’n 50 experts uit 10 landen kwamen afgelopen maand naar Wageningen om zich drie dagen lang onder te dompelen in extreem brandgedrag bij natuurbranden. De training en hackathon maakten deel uit van het EWED-project, waarin het NIPV een van de partners is. In dit project werken onderzoekers en brandweermensen samen om extreme natuurbranden (Extreme Wildfire Events) beter te begrijpen, te voorspellen en te beheersen.

.

Complexe wisselwerking tussen vuur en atmosfeer

Het NIPV organiseerde de bijeenkomst samen met Wageningen University & Research (WUR). De deelnemers leerden meer over de complexe wisselwerking tussen vuur en atmosfeer, een belangrijke factor bij extreme natuurbranden. Ook kregen ze handelingsperspectieven om onder andere de veiligheid van het brandweerpersoneel te waarborgen tijdens een inzet bij een extreme natuurbrand.

“Extreme natuurbranden komen niet langer alleen voor in traditionele risicogebieden. Met het project bouwen we aan tools om sneller, veiliger en slimmer te reageren. Een belangrijk onderdeel is de Wildfire Data Portal, die momenteel in ontwikkeling is”, legt onderzoeker natuurbranden Brian Verhoeven uit. ”Ook hebben we echte voorbeelden van extreme natuurbranden geanalyseerd en besproken. Al met al is er een mooie stap gezet om ons internationaal weerbaarder te maken tegen extreme natuurbranden.”

Wildfire Data Portal bundelt meteorologische data en informatie over natuurbranden

De Wildfire Data Portal is ontwikkeld door wetenschappers en brandweerspecialisten samen. Het is een vrij toegankelijk platform dat meteorologische data en informatie over natuurbranden bundelt en beschikbaar stelt, met als doel om besluitvorming bij extreme natuurbranden te ondersteunen. In Wageningen konden de deelnemers het platform voor het eerst uitproberen. Hun feedback wordt gebruikt voor het definitieve ontwerp.

De portal helpt om extreme brandgedragingen beter te voorspellen, visualiseren en beheren. Naast ruwe data integreert het platform computermodellen en 3D-simulaties van branden, die zijn ontwikkeld door de leerstoel Meteorologie en Luchtkwaliteit van WUR. Zo ontstaat meer inzicht in hoe atmosferische omstandigheden het brandverloop beïnvloeden. “Onze modellen en simulaties helpen brandweermensen te begrijpen hoe de atmosfeer het brandgedrag beïnvloedt. Door wetenschap en praktijkervaring te combineren, kunnen we echt vooruitgang boeken in het beperken van risico’s bij extreme natuurbranden”, aldus Chiel van Heerwaarden, universitair hoofddocent aan WUR.

 

Afronding project

De opgedane inzichten, feedback en kennisuitwisseling tijdens de bijeenkomst worden meegenomen in de laatste fase van het project. Verhoeven: “Hierin wordt onder meer de ontwikkeling van de Wildfire Data Portal afgerond. Ook komt er een kennisdocument met richtlijnen en aanbevelingen om, met name tijdens de brandweerinzet, beter om te kunnen gaan met extreme natuurbranden. Het project wordt in december 2025 afgerond en opgeleverd, maar het werk op het gebied van extreme natuurbranden is daarmee nog niet afgerond. Daarom gaat het NIPV, samen met internationale partners, vanaf 2026 door met een nieuw project onder de naam ODET (= Open Decision Making System for Enhancing Europe’s Preparedness and Response Capacities to ExTreme Wildfires).”

 

Bekijk meer informatie over het EWED-project op de projectwebsite.

 

e.

,

 

 

 

Trügerische Ortsstraße – In Städten kaum weniger tödliche Autounfälle

 

Nauwelijks minder dodelijke auto-ongelukken in Duitse steden en dorpen

In tegenstelling tot op provinciale wegen is het aantal dodelijke slachtoffers onder inzittenden van personenauto’s in steden en dorpen de afgelopen tien jaar relatief weinig gedaald.In 2024 kwamen hier 151 automobilisten en passagiers om het leven bij ongevallen (2014: 181), naar schatting 900 raakten levensgevaarlijk gewond. Bijna de helft stierf bij ongevallen zonder andere betrokkenen. Dat blijkt uit een onderzoek van  het onderzoeksbureau  Unfallforschung der Versicherer (UDV) van het Duitse Verbond van Verzekeraars GDV (Gesamtverband der Deutschen Versicherungswirtschaft)

“Ongevallen vinden vaak plaats op dun bebouwde, weinig bereden wegen”, zegt UDV-directeur Kirstin Zeidler. Ze zijn zowel in kleine dorpen als in grotere steden te vinden, meestal buiten het centrum. Dit soort wegen lijken ongevaarlijk en verleiden tot te snel of onoplettend rijden. Slachtoffers van ongevallen verloren meestal de controle over de auto, vaak bij schemering, in het donker of bij nat weer, en liepen bij de botsing met obstakels dodelijke hoofd- of borstkasletsels op. “Dit soort ongevallen kennen we eigenlijk van landwegen”, aldus Zeidler. Daar sterven nog steeds de meeste automobilisten, maar met een duidelijkere daling (2014: 1.172, 2024: 845).

Ouderen bijzonder getroffen

In dorpen botsen slachtoffers niet alleen tegen bomen, maar ook tegen gebouwen, muren, masten of andere voertuigen. Ongeveer een op de vijf dodelijke slachtoffers in auto’s kwam om het leven bij een botsing met een andere auto, meestal een tegemoetkomende of kruisende auto. De overige 30% betrof ongevallen met meerdere voertuigen, voornamelijk personenauto’s.

Ouderen worden bijzonder getroffen door ernstige auto-ongelukken in de bebouwde kom: 42% van de dodelijke slachtoffers in 2024 was 70 jaar of ouder (2014: 29%). Zij zijn kwetsbaarder en reageren trager. Ongeveer een op de drie dodelijke ongevallen werd veroorzaakt door automobilisten van 75 jaar of ouder. De belangrijkste redenen hiervoor zijn leeftijdsgebonden fouten bij het rijden en voorrang geven, verkeerd gebruik van het voertuig, medische oorzaken, maar ook snelheid.

Rijstijl, infrastructuur en techniek zijn doorslaggevend

Dodelijke auto-ongelukken in bebouwde kom kunnen worden voorkomen. Hiervoor zijn rijbaanassistentiesystemen in auto’s nodig, die al bij stadssnelheden helpen om op de rijbaan te blijven. Momenteel zijn deze systemen alleen verplicht voor nieuwe voertuigen vanaf een snelheid van 70 km/u. Automobilisten moeten ook op wegen met weinig bebouwing het gaspedaal loslaten en aandachtig en voorzichtig rijden.

 

Belangrijk: snelheidscontroles en wegontwerpen die een aan de situatie aangepaste snelheid ‘afdwingen’, bijvoorbeeld door bochten of rotondes. Voor oudere automobilisten zijn vertrouwelijke, verplichte terugkoppelingsritten vanaf 75 jaar zinvol, zodat ze veiliger kunnen rijden. Last but not least zouden autofabrikanten standaard adaptieve gordel- en airbagsystemen moeten aanbieden, speciaal voor ouderen, die ernstige verwondingen verminderen, evenals assistentiesystemen die voertuigen stoppen in geval van een medisch noodgeval.

 

e.

,

 

Nachhaltigkeit

SFDR-Reform: EU will Nachhaltigkeitsinfos bei Versicherungen verständlicher machen

Die EU-Kommission hat einen Entwurf zur Überarbeitung der Offenlegungsverordnung (SFDR) veröffentlicht. Ziel ist es, Nachhaltigkeitsinformationen zu Finanzanlageprodukten, etwa kapitalbildenden Lebensversicherungen, deutlich zu vereinfachen und den Informationsgehalt für Versicherungsnehmer zu erhöhen.

Zuletzt aktualisiert: 20.11.2025

Lesedauer5min.

Artikel teilen:

 

„Heute kommen in vielen Fällen schon einmal 20 bis 30 Seiten zusammen“, sagt GDV-Hauptgeschäftsführer Jörg Asmussen. „Zukünftig werden alle relevanten Informationen einfach und verständlich auf maximal zwei Seiten zur Verfügung gestellt. Das ist ein großer Gewinn für Versicherte.“

Mehr Übersichtlichkeit und Aussagekraft für Versicherte

Mit der geplanten Reform werden die bislang umfangreichen und teils schwer verständlichen Nachhaltigkeitsinformationen bei Finanzprodukten auf das Wesentliche reduziert und übersichtlich strukturiert. Versicherte erhalten so künftig auf einen Blick Klarheit darüber, ob ein Produkt zur Erreichung ökologischer oder sozialer Ziele beiträgt.

Nachhaltiges Engagement der Branche wird besser sichtbar

Zudem sollen künftig alle Anbieter von Finanzprodukten auch Investitionen ausweisen dürfen, die zur Transformation in Richtung einer nachhaltigen Wirtschaft beitragen. Bislang ist dies nach den geltenden SFDR-Regeln nicht möglich. „Mit der Einbeziehung von ESG-Strategien und nachhaltigen Prozessen können künftig auch solche Anlagen berücksichtigt werden, die noch nicht alle Nachhaltigkeitskriterien erfüllen, aber bereits zur Transformation beitragen“, so Asmussen. „Das ist ein realistischer und fortschrittlicher Ansatz, der das nachhaltige Engagement der Branche besser abbildet.“

Versicherer begrüßen Reformansatz

Die Versicherer begrüßen diesen Reformansatz ausdrücklich. Verständliche Informationen sind die Voraussetzung dafür, dass nachhaltige Versicherungsprodukte in der Breite ankommen. „Wer nachhaltige Angebote sucht, soll künftig mühelos erkennen, welche Produkte nachhaltigen Mehrwert bieten. Die EU schafft damit die Grundlage für mehr Transparenz und bessere Vergleichbarkeit für Kundinnen und Kunden“, so Asmussen.

Sustainable Finance Disclosure Regulation

Die Offenlegungsverordnung (Sustainable Finance Disclosure Regulation, SFDR) ist ein zentrales Instrument der EU-Strategie für nachhaltige Finanzen. Sie ist seit 2021 anzuwenden und soll mehr Transparenz über Nachhaltigkeitsaspekte im Finanzsektor schaffen. Der Reformvorschlag der EU-Kommission wird nun im Europäischen Parlament und im Rat der EU beraten. Eine Verabschiedung der überarbeiteten SFDR wird im Laufe des Jahres 2026 erwartet. Inwieweit die nun vorgeschlagenen Erleichterungen in der Praxis von den Versicherern angewendet werden können, wird auch von der Ausgestaltung der später folgenden technischen Regulierungsstandards abhängen.

Duurzaamheid

SFDR-hervorming: EU wil duurzaamheidsinformatie bij verzekeringen begrijpelijker maken

De Europese Commissie heeft een ontwerp gepubliceerd voor de herziening van de openbaarmakingsverordening (SFDR). Het doel is om duurzaamheidsinformatie over financiële beleggingsproducten, zoals kapitaalvormende levensverzekeringen, aanzienlijk te vereenvoudigen en de informatie voor verzekeringnemers te verbeteren.

 

“Tegenwoordig zijn er in veel gevallen al 20 tot 30 pagina’s”, zegt Jörg Asmussen, algemeen directeur van de GDV. “In de toekomst zal alle relevante informatie eenvoudig en begrijpelijk op maximaal twee pagina’s worden verstrekt. Dat is een groot voordeel voor verzekerden.”

Meer duidelijkheid en zeggingskracht voor verzekerden

Met de geplande hervorming wordt de tot nu toe uitgebreide en deels moeilijk te begrijpen duurzaamheidsinformatie bij financiële producten teruggebracht tot de essentie en overzichtelijk gestructureerd. Verzekerden krijgen zo in de toekomst in één oogopslag duidelijkheid over de vraag of een product bijdraagt aan het bereiken van ecologische of sociale doelstellingen.

Duurzaam engagement van de sector wordt beter zichtbaar

Bovendien moeten alle aanbieders van financiële producten in de toekomst ook investeringen mogen rapporteren die bijdragen aan de transformatie naar een duurzame economie. Tot nu toe is dit volgens de geldende SFDR-regels niet mogelijk. “Door ESG-strategieën en duurzame processen mee te nemen, kan in de toekomst ook rekening worden gehouden met beleggingen die nog niet aan alle duurzaamheidscriteria voldoen, maar al wel bijdragen aan de transformatie”, aldus Asmussen. “Dat is een realistische en vooruitstrevende aanpak, die het duurzame engagement van de sector beter weergeeft.”

Verzekeraars verwelkomen hervormingsaanpak

De verzekeraars verwelkomen deze hervormingsaanpak uitdrukkelijk. Begrijpelijke informatie is een voorwaarde om duurzame verzekeringsproducten breed in de markt te zetten. “Wie op zoek is naar duurzame aanbiedingen, moet in de toekomst gemakkelijk kunnen zien welke producten duurzame meerwaarde bieden. De EU legt daarmee de basis voor meer transparantie en betere vergelijkbaarheid voor klanten”, aldus Asmussen.

Sustainable Finance Disclosure Regulation

De openbaarmakingsverordening (Sustainable Finance Disclosure Regulation, SFDR) is een centraal instrument van de EU-strategie voor duurzame financiering. Deze is sinds 2021 van toepassing en moet zorgen voor meer transparantie over duurzaamheidsaspecten in de financiële sector. Het hervormingsvoorstel van de Europese Commissie wordt nu besproken in het Europees Parlement en de Raad van de EU. De goedkeuring van de herziene SFDR wordt in de loop van 2026 verwacht.

 

Tot nu toe is dit volgens de geldende SFDR-regels niet mogelijk. “Door ESG-strategieën en duurzame processen mee te nemen, kan in de toekomst ook rekening worden gehouden met beleggingen die nog niet aan alle duurzaamheidscriteria voldoen, maar al wel bijdragen aan de transformatie”, aldus Asmussen. “Dat is een realistische en vooruitstrevende aanpak, die het duurzame engagement van de sector beter weergeeft.”

Verzekeraars verwelkomen hervormingsaanpak

De verzekeraars verwelkomen deze hervormingsaanpak uitdrukkelijk. Begrijpelijke informatie is een voorwaarde om duurzame verzekeringsproducten breed in de markt te zetten. “Wie op zoek is naar duurzame aanbiedingen, moet in de toekomst gemakkelijk kunnen zien welke producten duurzame meerwaarde bieden. De EU legt daarmee de basis voor meer transparantie en betere vergelijkbaarheid voor klanten”, aldus Asmussen.

t. In hoeverre de nu voorgestelde versoepelingen in de praktijk door de verzekeraars kunnen worden toegepast, zal ook afhangen van de invulling van de later te volgen technische reguleringsnormen.

In hoeverre de nu voorgestelde versoepelingen in de praktijk door verzekeraars kunnen worden toegepast, hangt ook af van de invulling van de

Financial Stability Board onderzoekt cyberweerbaarheid in Nederland

De Financial Stability Board (FSB) prijst de manier waarop de Nederlandse financiële autoriteiten omgaan met cyberweerbaarheid in de financiële sector. Dat blijkt uit een onderzoek van de FSB dat vandaag ( vrijdag 21 november) is gepubliceerd. De Nederlandse aanpak is geavanceerd, tegelijkertijd vraagt een snel ontwikkelende wereld om blijvende aandacht. De FSB doet daarom ook drie aanbevelingen.

In haar onderzoek benadrukt de FSB dat Nederland internationaal een voorbeeldfunctie vervult. Zo wijst de organisatie op een sterke traditie van samenwerking en informatie-uitwisseling, zowel tussen de Nederlandse financiële autoriteiten onderling als met de financiële sector. Het rapport verwelkomt daarnaast de toonaangevende initiatieven op het gebied van cyberweerbaarheidstesten (zoals TIBER en ART), die helpen om kwetsbaarheden bij instellingen bloot te leggen.

Ook zorgt het bestaan van een nationale crisisstructuur voor snelle coördinatie bij grote verstoringen. De FSB geeft aan dat er in het toezicht veel aandacht is geweest voor cyber hygiëne maatregelen. De door DNB uitgevoerde onderzoeken en opvolging van de uitkomsten verkleinen de kans dat een aanval zal leiden tot een verstoring. In haar rapport apprecieert de FSB dat banken, gestimuleerd door DNB, scenario’s van cyberincidenten hebben opgenomen in stress testen om de benodigde kapitaalbuffers vast te stellen.

Aanbevelingen

Tegelijkertijd benadrukt de FSB dat continue innovatie en samenwerking cruciaal zijn om de financiële stabiliteit te blijven waarborgen in een snel ontwikkelende wereld. Het rapport doet daartoe drie aanbevelingen. Allereerst, het regulier evalueren en optimaliseren van overlegstructuren voor informatie-uitwisseling tussen autoriteiten en de financiële sector. Ten tweede, het verder stimuleren van het gebruik van ART cyberweerbaarheidstesten bij financiële instellingen. Tot slot, het nader analyseren van kritieke derde partijen op nationaal niveau.

DNB verwelkomt het FSB rapport, dat een uitgebreid overzicht geeft van de nationale aanpak op dit thema, en zal in samenspraak met de betrokken autoriteiten zorgdragen voor opvolging van de aanbevelingen.

 

Naturgefahren

„Wir hinken dem Klimawandel in der Anpassung hinterher“

Wie verändert der Klimawandel Naturgefahren wie Sturm, Hagel und Starkregen? Mit welchen Folgen für menschliche Siedlungen, für Wohnen, Wohngebäude und -infrastruktur? Welche Chancen bieten sich, welche Konflikte gibt es? Ein Gespräch mit Klimafolgenforscher Fred Hattermann.

Zuletzt aktualisiert: 18.11.2025

Lesedauer9min.

Artikel teilen:

 

Herr Hattermann, wie gut ist Deutschlands Baukultur auf zunehmende Wetterextreme eingestellt?
Prof. Fred Hattermann: Nicht gut. Wir hinken dem Klimawandel in sehr vielen Bereichen in der Anpassung hinterher, das betrifft auch die Bauleitplanung und -ausführung.

Was erwartet uns denn?
Hattermann: Wir sind global immer noch auf dem schlimmsten Emissionspfad. Deutschland liegt schon jetzt zwei Grad über der Temperatur des vorindustriellen Zeitalters, schon in 24 Jahren können es drei bis vier Grad sein. Der Osten und Nordosten werden trockener, es gibt extreme Hochwasser wie 2021 an der Ahr oder 2013 an der Elbe. Die Wetterextreme nehmen weiter zu, weil sich mit der Erderwärmung unser Wasserkreislauf verändert und weil Wetterlagen länger über einer Region verharren.

Welche Risiken verstärken sich vor allem?
Hattermann: Das betrifft im Grunde alle. Weil die wärmer werdende Luft mehr Wasser aufnehmen kann, regnet es intensiver und häufiger. Unseren Berechnungen nach hat sich das Hochwasserrisiko an der Donau etwa verdoppelt. Was früher ein 100jähriges Hochwasser war, kann jetzt mit statistischer Wahrscheinlichkeit alle 50 Jahre auftreten. Auch kleinräumige Ereignisse wie Starkregen werden intensiver. Mit potenziell verheerenden Folgen.

Welche Folgen?
Hattermann: Regnet es beispielsweise im Mittelgebirge in ein Tal, können Wasser, Schlamm und Gerölllawinen ganze Dörfer überschwemmen. Unter Brücken verkanten sich mitgeschwemmte Stämme oder Ähnliches, sodass das Wasser sich staut, oder die Brücke wird niedergerissen. Damit kann auch der ganze Ort von der Außenwelt, auch von Hilfe, abgeschnitten sein.

Was ist mit Stürmen und Hagel?
Hattermann: Größere Unsicherheit besteht bei den Stürmen. Nach verschiedenen Projektionen werden Stürme eventuell intensiver, aber wahrscheinlich nicht häufiger auftreten. Auch Hagelereignisse werden wahrscheinlich häufiger und intensiver – das gefährdet neben Menschen vor allem Hausdächer, Solaranlagen, Fahrzeuge.

Zur Person

 

Prof. Fred Hattermann ist stellvertretender Leiter der Forschungsabteilung II – Klimaresilienz und der Arbeitsgruppe Hydroklimatische Risiken am Potsdam-Institut für Klimafolgenforschung. Darüber hinaus ist er Honorarprofessor an der Hochschule für nachhaltige Entwicklung Eberswalde.

Auch die Hitze nimmt zu …
Hattermann: Ja, auch in Deutschland werden wir noch mehr Hitzetage über 30 Grad und mehr tropische Nächte über 20 Grad haben. Das ist eine Belastung vor allem für vulnerable Menschen und für all diejenigen, die im Freien arbeiten. Hitze und Dürre bedeuten auch ein erhöhtes Feuerrisiko, für Gebäude, für die Landwirtschaft, für den Wald. Wir erwarten auch in den wärmer werdenden Wintern mehr Niederschlag. Das wird nicht immer Schnee sein, aber es kann auch Schnee sein, der auf die Hausdächer drückt. Durch das Auftauen des Permafrostbodens kommt es in Gebirgen zu Hangrutschungen, wie wir sie beispielsweise im vergangenen Sommer in der Schweiz erlebt haben.

Werden die Schäden an Gebäuden und Infrastruktur also steigen?
Hattermann: Wenn die Einzelereignisse mehr und häufiger werden, dann gibt es auch mehr kombinierte Ereignisse, also zum Beispiel Starkregen verbunden mit einem Flusshochwasser. Die Stadt, über die auch der Starkregen geht, entwässert aber in den Fluss. Also staut sich das Wasser in der Stadt zusätzlich …Oder, wenn nach langer Trockenheit Starkregen fällt. Den kann der ausgedörrte Boden schlecht aufnehmen. Es kommt zu Überschwemmung, zu Hangrutschen.

Was bedeutet das nun für die Baukultur – gegenwärtig und auch perspektivisch?
Hattermann: Beim Bauen geht es ja in erster Linie um die Statik. Für alle Bauten – ob Deiche, Brücken oder Wohngebäude. Die Berechnungen für das Überschwemmungsrisiko beispielweise sind auf ein Bemessungshochwasser, zum Beispiel das 100-jährliche Hochwasser, ausgelegt. Diese Berechnungen sind nicht mehr ausreichend, sie müssen dringend überarbeitet werden. Es gibt einzelne Bundesländer, die das schon tun. Bayern und Baden-Württemberg legen beispielsweise beim Deichbau 15 Prozent Klimafaktor obendrauf.

Betreffen diese überholten Berechnungen auch andere Gebäude und Infrastruktur?
Hattermann: Ja, ein anderes Beispiel: Die Drainierung von Parkplätzen entspricht nicht mehr den Mengen an Starkregen, die zu erwarten sind. Das gilt ebenso für Hausdächer. Der Klimawandel stellt unsere komplette Infrastruktur vor neue Herausforderungen.

„Noch immer wird zu viel in Hochwasserrisikogebieten gebaut. Weil es billiger ist. Oder weil es schön ist, direkt am Fluss zu wohnen.“

Was ist zu tun?
Hattermann: Das eine ist: Veränderte Risiken in der Bauleitplanung zu berücksichtigen. Im Grunde müssen diese Risiken für alle Bauten und für die Infrastruktur, nicht nur für die kritische Infrastruktur, von Fachleuten neu berechnet werden. Das gilt für alle Naturgefahren. Das Zweite ist: Wo wird gebaut? Noch immer wird zu viel in Hochwasserrisikogebieten gebaut. Weil es billiger ist. Oder weil es schön ist, direkt am Fluss zu wohnen. Da brauchen wir strikte Verbote, weil das Besitz und Leben gefährdet. Das Dritte: Viele Städte und Gemeinden haben Klimaanpassungspläne. Doch was davon ist wirklich schon umgesetzt? Es fehlt in vielen Bereichen und Regionen Konsequenz und Tempo. Wir brauchen flächendeckende Klimaresilienz.

Welche Modelle baulicher Anpassung kennen Sie?
Hattermann: Wir propagieren die Schwammstadt, weil sie hochwasserresilient ist, vor Hitze schützt und gleichzeitig zu einem guten Klima beiträgt. Denn es ist teurer, sich an die steigende Erderwärmung anzupassen, als sie zu begrenzen. Insofern sind alle Projekte wichtig, die Klimaanpassung mit Klimaschutz verbinden. Viele deutsche Städte, etwa Berlin, Hamburg oder Hannover, bauen neue Wohnquartiere als Schwammquartiere: mit Versickerungsflächen für Regenwasser, mit Dach- und Fassadenbegrünung für gute Luft und gute CO2-Bilanz. Das Schwammprinzip lässt sich auch auf einzelne Wohngebäude und Grundstücke anwenden. Wo es aber naturgemäß langsamer vorangeht, ist bei der schon bestehenden Bausubstanz.

Länder wie die Niederlande verlegen Wohnquartiere aufs Wasser, weil schwimmende Häuser hochwasserresilient sind. Sind diese Wohnquartiere auch Modelle für Deutschland?
Hattermann: Schon, doch nur für einen kleinen Teil der Menschen. Die Wasserflächen sind ja begrenzt und Sie können nicht eine ganze Stadt in schwimmende Gebäude auf den Fluss umsiedeln.

Konkurrieren Stadtplanung, Wohnungsbau und Klimaanpassung um Flächen?
Hattermann: In der Praxis ist das bisher noch so. Und noch immer versiegelt Deutschland täglich zu viele neue Flächen für Siedlung und Verkehr. Diese Flächen gehen als Freiflächen für Vegetation und Artenvielfalt, also für Klimaschutz, und als Versickerungsflächen verloren. Auch hier ist die Schwammstadt ein gutes Beispiel, weil sie grüne Versickerungsflächen in die Wohn-quartiere integriert.

Was braucht es noch?
Hattermann: Neue Baumaterialien und den Mut, sie einzusetzen. Holz ist ein gutes nachhaltiges Baumaterial, es ist ein nachwachsender Rohstoff und es bindet viel CO2. Oder schauen Sie sich die verglasten Fassaden von Hochhäusern an. Bei hohen Temperaturen sind das Hitzefallen. Das lässt sich mit anderen Materialien beheben. Da muss auch noch viel erforscht werden.

Mit welchem Ziel?
Hattermann: Von vielen Materialien wissen wir noch gar nicht, wie sie auf Wetterextreme reagieren. Ja, wir kennen verflüssigten Asphalt bei Hitze oder sich ausdehnende Schienen. Doch was ist, wenn sich bei Hitze auch Stromkabel ausdehnen, durchhängen und zur Gefahr werden? Und: Wie lassen sich diese resilient gestalten? Das betrifft auch Bauten. Neubauten lassen sich von Beginn an klimaresilient gestalten. Doch was ist mit Bestandsbauten?

Was gehört neben angepasster Infrastruktur und Wohnkultur noch zu einer stabilen Klimaresilienz?
Hattermann: Das System der Vorwarnungen vor Katastrophen, das Management im Katastrophenfall. Bei der schweren Ahrtal-Flut 2021 haben wir die Lücken gesehen. Und: Die Menschen müssen aufgeklärt werden, was sie bei Vorwarnungen machen müssen, und auch danach handeln. Wenn Häuser bei Hochwasser evakuiert werden müssen, dann sollten die Menschen ihre Häuser auch verlassen, um ihr Leben nicht zu gefährden.

Naturgefahrenreport

Das Interview stammt aus dem aktuellen Naturgefahrenreport des GDV. Den vollständigen Report können Sie sich hier herunterladen.

Ein Datenservice ergänzt den Naturgefahrenreport. Differenzierte Grafiken, Tabellen und Karten belegen die Schäden durch Naturgefahren an Gebäuden, Hausrat, Kraftfahrzeugen, Gewerbe, Industrie und Landwirtschaft. Den Datenservice finden Sie hier.

 

 

Ontwikkelingen in de retail-, consumenten- en recreatie-industrie

PwC Consumer Markets M&A Deals nieuwsbrief oktober 2025

 

  • Publicatie
  • 20 nov 2025

Share

Het derde kwartaal van dit jaar werd afgesloten met in totaal 286 deals; een daling van vijftig deals ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Met 102 deals was de dealactiviteit in september wel in lijn met september 2024 en de vooruitzichten voor het laatste kwartaal van 2025 en 2026 zijn positief.

Duurzaamheid krijgt een steeds belangrijkere, maar ook complexere rol binnen M&A. Dealmakers versterken hun rendement steeds vaker door een aangescherpte due- diligenceaanpak die rekening houdt met financiële risico’s én kansen rondom duurzaamheid. Maar hoe pakken ze dat aan? Onze studie ‘Quantifying the factors that drive value creation’ beschrijft vier belangrijke succesfactoren.

De dealactiviteit in september telde 102 deals. Enkele opvallende transacties zijn:

  • De overname van Stone Fashion Brands BV door Scope Capital Advisory AB.
  • De verkoop van Viterra’s graan- en oliezaadactiviteiten in Polen en Hongarije aan Louis Dreyfus Company.
  • De overname van Marcolin door VSP Vision.

De meest actieve sector in september (op basis van aantal deals) was sport & recreatie met vijftien deals, waaronder:

  • TDR Capital LLP nam David Lloyd Leisure Group Ltd over,
  • Finanz Infra AG nam Weisse Arena AG over, en
  • JPMorgan Chase & Co nam Inacua Centr Depor Slu over.

 

Download

Lees meer in de oktober-editie van onze maandelijkse nieuwsbrief

 

 
 

.

 

.

 

  •  Lloyd’s confirms Council membership updates following elections

Lloyd’s, the world’s leading insurance and reinsurance market for global risk, today announced changes to its Council membership following elections to fill two working member vacancies.

The changes to Lloyd’s Council are as follows:

  • Richard Dudley has been re-elected
  • Duncan Dale has been elected

This election cycle comes as Andrew Brooks steps down after nine years as a working member on the Council of Lloyd’s, including as a Deputy Chair since 2023. All new terms of office will commence on 1 February 2026.

Richard Dudley is currently Group Chief Broking Officer at BMS Group. He was first elected as a member of the Society in 2012 and joined the Council of Lloyd’s in 2023. He is also President of the Insurance Institute of London, and Chair of Lloyd’s Technology and Transformation Committee.

Duncan Dale is the founder and CEO of Dale Underwriting Partners. He was first elected as a member of the Society in 2014. Duncan is a board member and Executive Committee Chair of Dale Partners Group Limited, and member of the LMA Board.

“This year’s Council election was extremely competitive, with three outstanding candidates competing for the two open positions. I would like to thank all candidates for their dedication to the electoral process over the past weeks.

“Richard’s re-election is a testament to the significant value he brings to the Council, and I look forward to Duncan contributing the deep expertise he has gained over more than 40 years in the industry.

“Finally, I extend my heartfelt thanks to Andrew Brooks, who has served with distinction during his tenure on Council, offering wise counsel, sound Classification: Confidential judgement and deep market insight. I am particularly grateful for his support during my first months as Chair.”

Lloyd’s Chair, Sir Charles Roxburgh

Lloyd’s bevestigt wijzigingen in het lidmaatschap van de Raad na verkiezingen

Lloyd’s, ’s werelds toonaangevende verzekerings- en herverzekeringsmarkt voor mondiale risico’s, heeft vandaag wijzigingen in het lidmaatschap van de Raad bekendgemaakt na verkiezingen om twee vacatures voor werkende leden te vervullen.

De wijzigingen in de Raad van Lloyd’s zijn als volgt:

Richard Dudley is herkozen.

Duncan Dale is gekozen.

Deze verkiezingscyclus komt op het moment dat Andrew Brooks aftreedt na negen jaar als werkend lid van de Raad van Lloyd’s, waaronder als vicevoorzitter sinds 2023. Alle nieuwe ambtstermijnen gaan in op 1 februari 2026.

Richard Dudley is momenteel Group Chief Broking Officer bij BMS Group. Hij werd in 2012 voor het eerst verkozen als lid van de Society en trad in 2023 toe tot de Raad van Lloyd’s. Hij is tevens voorzitter van het Insurance Institute of London en voorzitter van het Technology and Transformation Committee van Lloyd’s.

Duncan Dale is de oprichter en CEO van Dale Underwriting Partners. Hij werd in 2014 voor het eerst verkozen als lid van de Society. Duncan is bestuurslid en voorzitter van het uitvoerend comité van Dale Partners Group Limited en lid van het bestuur van de LMA.

“De verkiezingen voor de Raad waren dit jaar bijzonder competitief, met drie uitstekende kandidaten die streden om de twee openstaande posities. Ik wil alle kandidaten bedanken voor hun inzet tijdens het verkiezingsproces van de afgelopen weken.

“De herverkiezing van Richard is een bewijs van de grote waarde die hij voor de Raad heeft, en ik kijk ernaar uit dat Duncan zijn diepgaande expertise, die hij in meer dan 40 jaar in de sector heeft opgedaan, zal inbrengen.

Tot slot wil ik Andrew Brooks hartelijk bedanken voor zijn uitstekende werk tijdens zijn ambtstermijn in de Raad, waarin hij wijs advies, gezond verstand en diepgaand marktinzicht heeft geboden. Ik ben hem bijzonder dankbaar voor zijn steun tijdens mijn eerste maanden als voorzitter.”

Lloyd’s-voorzitter, Sir Charles Roxburgh

Een bijzondere waardering voor de jubilarissen van 2025

Auteur: NIVRE

NIVRE

Op 11 november jongstleden werden de jubilarissen feestelijk in het zonnetje gezet. Voorzitter Klaas Brand en directeur Susan Mogony trakteerden hen op een gezamenlijke lunch, een warme toespraak en een mooie bos bloemen. Daarnaast ontvingen zij een bijzonder insigne: een zilveren speldje. Een heuglijk moment, want niet iedere expert die 25 jaar is ingeschreven, komt hiervoor in aanmerking.

Het zilveren insigne wordt uitsluitend toegekend aan NIVRE-experts die zich 25 jaar onafgebroken hebben gehouden aan de verplichtingen van het Register: onbesproken gedrag en het permanent bijhouden van kennis en vaardigheden.

Dat betekent ook dat experts die tussentijds — om welke reden dan ook — tijdelijk zijn uitgeschreven, geen recht hebben op het insigne. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer de normenverklaring niet tijdig is ondertekend, een klacht gegrond is verklaard of de vereiste PE-punten niet zijn behaald.

Sommige jubilarissen uit de branches Motorvoertuigen en Marine ontvingen hun speldje al eerder, namelijk in het bijzijn van hun vakgenoten, tijdens een seminar van hun eigen branche. En sommigen konden helaas niet bij de lunch aanwezig zijn. Zij ontvangen het speldje per post.

Trotse mijlpaal

Met de uitreiking aan maar liefst 29 jubilarissen (waarvan twee liever niet met naam en toenaam genoemd willen worden dus ja, je telling klopt) staat de teller inmiddels op 353 NIVRE-experts die het zilveren speldje mogen dragen. Een prachtige erkenning voor jarenlange inzet, professionaliteit en vakmanschap.

De jubilarissen van 2025 zijn:

Brand

  • Willem de Beurs
  • Rene Douw
  • Rembrand Duindam
  • Arno de Jong
  • Harald Lanting
  • Frido Leendertse
  • Ingrid Scholten
  • Hermi Schoolkate-Meijer
  • Jack Schoonen
  • Mark Verheij

Marine

  • Marcel Beljaars

Motorvoertuigen

  • Jeroen den Bak
  • Jan Boot
  • André van den Burg
  • Jan Dekkers
  • Jan Hartman
  • Bastian Koman
  • Hans Kuijs
  • Aris van Reenen
  • Anco Sangers
  • Frits van Wijk

Personenschade

  • Marianne Audenaerde-van Putten
  • Mark van Dijk
  • Ton van Gool
  • Marga Heijink-van Welij
  • Michel Klein Overmeen
  • Arjan van Ooijen

,