OOM Verzekeringen voor vijfde jaar hoofdsponsor hockeytoernooi in Zuidoost-AziëOOM Verzekeringen is voor het vijfde achtereenvolgende jaar hoofdsponsor van het OOM Zuidoost-Azië Toernooi 2025 in Singapore. Dit toernooi brengt Nederlandse expats in Azië bij elkaar en weerspiegelt de kernwaarden van OOM: het creëren van verbinding, het bieden van vertrouwen en het mogelijk maken van verzekeren zonder grenzen. Met deze sponsoring bekrachtigt OOM haar inzet om Nederlanders overal ter wereld te steunen.Een eeuw van sport en verbondenheidHet OOM Zuidoost-Azië Toernooi (ZOAT) is een eeuwenoud evenement dat symbool staat voor sportiviteit, gemeenschapsgevoel en de feestelijke samensmelting van culturen. Met een geschiedenis die bijna 120 jaar omspant, is dit toernooi een jaarlijks hoogtepunt voor meer dan 400 Nederlandse expat hockeyspelers en hun supporters die zich in Singapore verzamelen voor het drie dagen durende evenement.Een missie die overeenkomtOOM Verzekeringen beschouwt de sponsoring van het ZOAT-toernooi als een natuurlijke verlenging van haar missie: de internationale Nederlandse gemeenschap voorzien van een zorgeloze verzekering, of zij nu in Nederland verblijven of de wereld over reizen. “Het ZOAT is een krachtige weerspiegeling van waar OOM voor staat: verbinding, vertrouwen en plezier over grenzen heen,” zegt Chantal Deen, woordvoerder van OOM Verzekeringen. “We zijn trots dat we dit prachtige facet van de Nederlandse cultuur in het buitenland mogen ondersteunen.”Voortzetting van een prachtige traditieDe trouwe steun van OOM heeft de ZOAT-organisatie in staat gesteld het evenement te laten groeien en het als een belangrijke jaarlijkse ontmoetingsplek voor de Nederlandse gemeenschap in Azië te verstevigen. “We zijn dankbaar voor deze langdurige samenwerking en kijken uit naar weer een fantastische editie in Singapore,” aldus Maxim Westerouen van Meeteren, namens de ZOAT-organisatie.Over OOM Verzekeringen
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
| Europe and the UK recorded a 1.6% drop in the number of product recalls to 3,745 events in Q3 from Q2, according to Sedgwick, but the total after the first three quarters of 2025 is trending upwards by 8.4%. | |
LSM names new European cyber head
Ben NorrisNovember 24, 2025
Oliver Delvos, Liberty Specialty Markets
Liberty Specialty Markets (LSM) has named Oliver Delvos as head of cyber and tech E&O in Europe.
He joins from cyber MGA Corvus Insurance and will replace Jelmer Andela, who has been promoted to global commercial director…
Liberty benoemt Oliver Delvos tot hoofd cyber en tech E&O, Europa
Liberty Specialty Markets (LSM), onderdeel van Liberty Mutual Insurance Group, kondigt met genoegen de benoeming aan van Oliver Delvos tot hoofd cyber en tech E&O, Europa, met ingang van 1 december 2025. Delvos zal vanuit Duitsland rapporteren aan Pierre-Edouard Fraigneau, president en chief underwriting officer, Europe, LSM, en zich aansluiten bij het wereldwijde cyberkantoor. Hij vervangt Jelmer Andela, die is gepromoveerd tot commercieel directeur cyber wereldwijd bij Liberty Mutual.
Delvos wordt verantwoordelijk voor het coördineren van de Europese uitvoering van de wereldwijde cyberstrategie. Hij zal nauw samenwerken met het Europese management en lokale teams om het cyberboek van Liberty in de regio verder uit te bouwen. In lijn met Liberty’s Invest in Europe 2030 strategie, toont de benoeming van Delvos de toewijding van het bedrijf om te investeren in diensten en ondersteuning voor makelaars en klanten in Europa.
Zijn benoeming volgt op de lancering van Liberty’s vlaggenschip wereldwijde cyber product suite – Liberty Cyber Resolution en Liberty Tech Resolution.
Fraigneau zei: “Oliver’s uitgebreide vaardigheden en ervaring in internationale markten zullen van onschatbare waarde zijn bij het voortzetten van de groei van Liberty’s cyberaanbod. Zijn staat van dienst in het succesvol ontwikkelen, aansturen en laten groeien van cyberportfolio’s op het Europese vasteland zal onze plannen voor 2030 ondersteunen. We zijn erg blij dat hij het team komt versterken.”
Delvos heeft meer dan 15 jaar ervaring in de internationale verzekeringsmarkt. Hij komt van Corvus Insurance, waar hij als managing director leiding gaf aan de groei van hun internationale en Europese activiteiten. Hij is afgestudeerd in rechten en economie.
Liberty benoemt Oliver Delvos tot hoofd cyber en tech E&O, Europa
Liberty Specialty Markets (LSM), onderdeel van Liberty Mutual Insurance Group, kondigt met genoegen de benoeming aan van Oliver Delvos tot hoofd cyber en tech E&O, Europa, met ingang van 1 december 2025. Delvos zal vanuit Duitsland rapporteren aan Pierre-Edouard Fraigneau, president en chief underwriting officer, Europe, LSM, en zich aansluiten bij het wereldwijde cyberkantoor. Hij vervangt Jelmer Andela, die is gepromoveerd tot commercieel directeur cyber wereldwijd bij Liberty Mutual.
Delvos wordt verantwoordelijk voor het coördineren van de Europese uitvoering van de wereldwijde cyberstrategie. Hij zal nauw samenwerken met het Europese management en lokale teams om het cyberboek van Liberty in de regio verder uit te bouwen. In lijn met Liberty’s Invest in Europe 2030 strategie, toont de benoeming van Delvos de toewijding van het bedrijf om te investeren in diensten en ondersteuning voor makelaars en klanten in Europa.
Zijn benoeming volgt op de lancering van Liberty’s vlaggenschip wereldwijde cyber product suite – Liberty Cyber Resolution en Liberty Tech Resolution.
Fraigneau zei: “Oliver’s uitgebreide vaardigheden en ervaring in internationale markten zullen van onschatbare waarde zijn bij het voortzetten van de groei van Liberty’s cyberaanbod. Zijn staat van dienst in het succesvol ontwikkelen, aansturen en laten groeien van cyberportfolio’s op het Europese vasteland zal onze plannen voor 2030 ondersteunen. We zijn erg blij dat hij het team komt versterken.”
Delvos heeft meer dan 15 jaar ervaring in de internationale verzekeringsmarkt. Hij komt van Corvus Insurance, waar hij als managing director leiding gaf aan de groei van hun internationale en Europese activiteiten. Hij is afgestudeerd in rechten en economie.
Aon breidt team uit met Nick Mesker en Walter van der Stelt
Aon heeft haar team uitgebreid met twee nieuwe krachten: Nick Mesker als Senior Broker Marine en Walter van der Stelt als Teammanager Broker Automotive.
Nick maakt de overstap van Dutch P&I, waar hij de afgelopen 7 jaar heeft gewerkt als makelaar. Daarvoor was hij ruim vier jaar werkzaam bij DUPI Group als Assistant Broker P&I en eveneens ruim vier jaar bij SAA Verzekeringen als (Junior) Marine Sluiter
“Met zijn diepgaande ervaring in shipping en energie en kennis van cijfers gaat hij een belangrijke bijdrage leveren aan het realiseren van onze doelen, het vergroten van onze zichtbaarheid en het versterken van onze teamcultuur”, licht Aon zijn komst toe.
Walter is afkomstig van de Rabobank waar hij sinds september werkzaam was, aanvankelijk als Assistent Risicospecialist Verzekeren en vervolgens als Specialist Afdekken Risico Bedrijven, Teamlead Verzekeren (Kring Oost-Brabant) en laatstelijk als Teamlead Verzekeren sector (regio Zuid-Oost).
Aon over zijn komst: “Walter staat bekend als een energieke en verbindende leider met een sterke focus op vernieuwing en talentontwikkeling.In zijn jaren bij Rabobank gaf hij leiding aan diverse teams, begeleidde succesvolle verandertrajecten en wist hij commerciële groei en procesverbetering te realiseren.
Met zijn diepgaande ervaring in broking activiteiten in Fleet Automotive, brengt Walter een nieuwe dimensie in ons Automotive brokers team. Hij inspireert met zijn innovatieve aanpak, en zet in op het versterken van onze teamcultuur, het vergroten van onze zichtbaarheid en het realiseren van ambitieuze doelen. We kijken ernaar uit hoe Walter onze ervaren brokers coacht en samen met het team bouwt aan een toekomstgerichte dienstverlenende organisatie.”
-
-
- .
-
MSIG Europe stelt Katie Benjamin aan als Head of Europe
Europe
Katie Benjamin is vorige week gestart als Head of Claims Netherlands bij MSIG Europa. “Met haar uitgebreide ervaring en diepgaande kennis van de markt brengt Katie waardevolle expertise mee om onze Claims-organisatie verder te versterken”, licht de organisatie haar komst toe.”
Zij is sinds 1996 werkzaam binnen de organisatie, waar zij haar eerste schreden zette bij rechtsvoorganger AMEV Interlloyd. Sindsdien heeft zij een veelzijdige loopbaan opgebouwd binnen MSIG Europe, waarin zij diverse rollen heeft bekleed, waaronder Reinsurance Manager. In haar meest recente rol was zij Manager Broker Relations & Business Development en Carrier Manager bij MSIG Specialty Marine.
Activeer om grotere afbeelding te bekijken,
· 14Erdem Türkmen en 13 anderen
·
o 1 repost
Interessant
Commentaar
Resilience-rapport QBE : Nieuwe EU-regels bieden kansen voor Nederlandse farmaceutische bedrijven
De Critical Medicines Act (CMA), die eerder dit jaar door de Europese Commissie is voorgesteld, brengt zowel uitdagingen als kansen met zich mee voor de farmaceutische sector. Dat blijkt uit het nieuwste resilience-rapport van QBE,, opgesteld door Control Risks.
Het rapport belicht de kwetsbaarheden in de toeleveringsketen die de Europese Commissie wil aanpakken. Bijna 70% van de in Europa verstrekte geneesmiddelen zijn generiek. De productie van essentiële ingrediënten, met name actieve farmaceutische bestanddelen (API’s), is de afgelopen twintig jaar steeds meer buiten de EU komen te liggen. Tussen 2000 en 2019 steeg de waarde van geïmporteerde medicatie in veel Europese landen, terwijl de binnenlandse productie in sommige landen juist afnam.
Deze afhankelijkheid van externe leveranciers, die tijdens de coronapandemie duidelijk werd, zal naar verwachting aanhouden. In de komende vijf jaar zullen Frankrijk, Italië, Duitsland en Spanje hun import van geneesmiddelen uit onder andere China, Japan, India en de Verenigde Staten gemiddeld met 4,8% per jaar zien groeien.
Europese farmaceutische producenten worden geconfronteerd met stijgende productiekosten. Zo waren de gasprijzen in Europa in het eerste kwartaal van dit jaar drie keer zo hoog als in de VS. In mei kondigde Xellia Pharmaceuticals, producent van belangrijke antibiotische API’s, aan haar fabriek in Kopenhagen gefaseerd te sluiten vanwege prijsdruk en operationele kosten.De helft van Xellia’s producten staat op de EU-lijst van Kritieke Geneesmiddelen: meer dan 280 werkzame stoffen waarvan tekorten ernstige gevolgen voor patiënten kunnen hebben.
Verschuiving naar meer directe overheidsinterventie in farmaceutische toeleveringsketen
De in maart gepresenteerde Critical Medicines Act markeert een verschuiving naar meer directe overheidsinterventie in de farmaceutische toeleveringsketen. Om de productie binnen de EU te stimuleren en de afhankelijkheid van externe partijen te verminderen, introduceert de CMA diverse regelgevende en financiële maatregelen:
· Versnellen van vergunningsprocedures en financiering voor strategische projecten, zodat bedrijven hun productiecapaciteit binnen de EU kunnen vergroten;
· Uitbreiden van nationale aanbestedingsprogramma’s om betrouwbare toeleveringsketens voor kritieke geneesmiddelen te waarborgen;
· Vergemakkelijken van grensoverschrijdende inkoop en gezamenlijke aanbestedingen.
De CMA brengt ook nieuwe verplichtingen met zich mee op het gebied van naleving, transparante rapportage en strategische langetermijnplanning.
“Om effectief te kunnen inspelen op het veranderende beleid, moeten bedrijven hun inkoop- en investeringsstrategieën herzien, operationele risico’s evalueren en contractvoorwaarden aanpassen om veerkracht en aansluiting bij toekomstige eisen te waarborgen,” aldus Selma Kemper, Senior Life Science Underwriter bij QBE Nederland.
“Voor farmaceutische producenten die in staat zijn hun productie van kritieke geneesmiddelen binnen de EU op te schalen, biedt de wet aanzienlijke voordelen, zoals snellere vergunningverlening en betere toegang tot financiering. Het versterken van de Europese toeleveringsketen is positief voor de gehele life sciences-sector”, ldus het rapport.
Kifid heet twee nieuwe bestuursleden welkom
Het bestuur van Kifid heeft mevrouw mr. J. (Julia) den Hartogh en de heer mr.dr. M.R. (Munish) Ramlal per 1 december 2025 benoemd tot nieuwe leden van het bestuur van de Stichting Klachteninstituut financiële dienstverlening, kortweg Kifid. Hiermee blijft het bestuur op volle sterkte na het vertrek van mevrouw dr. P.W.J. (Pauline) van Esterik-Plasmeijer. Haar bestuurslidmaatschap eindigt per 1 december a.s. wegens het bereiken van de maximale termijn. Minister Heinen van Financiën en minister Paul van Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben de benoeming van de twee nieuwe leden goedgekeurd. Het bestuurslidmaatschap van Kifid is een nevenfunctie.
Foto: Julia den Hartogh en Munish Ramlal
Mevrouw Den Hartogh werkt vanuit haar eigen adviesbureau @Julia (interim- en programmamanagement) momenteel als programmamanager voor de brancheorganisatie Sociaal Werk Nederland en als adviseur sociaal domein voor de Regio Rivierenland. Eerder heeft zij meegewerkt aan het programma Schouders Eronder, gericht op professionalisering van de schuldhulpverlening in Nederland. Haar kracht ligt in het slaan van bruggen tussen enerzijds beleid, regels en procedures en anders hoe dit in het dagelijks leven voor mensen uitpakt. Met haar sociaal-maatschappelijke achtergrond en ervaring in de wereld van bewindvoering en financiële hulpverlening versterkt zij de in het bestuur aanwezige kennis en ervaring. Zij studeerde Nederlands recht aan de Radboud Universiteit Nijmegen.
De heer Ramlal is Ombudsman Metropool Amsterdam en brengt zeer relevante ervaring mee op het gebied van geschiloplossing in brede zin en met bemiddeling in het bijzonder. Eerder was hij onder meer werkzaam bij de Autoriteit Persoonsgegevens en de Nationale Ombudsman. Hij studeerde rechten aan de Erasmus Universiteit en promoveerde daar in de rechtssociologie. Naast ombudsman is hij actief in de volgende nevenfuncties: voorzitter van de Raad van Toezicht van Oxfam Novib, bestuurslid van de Nederlandse Juristen-Vereniging (NJV) en bestuurslid bij Stichting Everyday People.
Onno van Veldhuizen, bestuursvoorzitter Kifid, ziet uit naar de samenwerking met de nieuwe leden: “Beiden brengen een groot een relevant netwerk mee en met hun eigen, specifieke kennis en ervaring zijn Julia den Hartogh en Munish Ramlal elk van grote toegevoegde waarde voor Kifid. We verheugen ons op hun komst.”
Bestuur
Het bestuur van Kifid ziet toe op de kwaliteit en onafhankelijkheid van de klachtbehandeling, is eindverantwoordelijk voor de Stichting en stelt het beleid en de begroting vast. Daarbij houdt zij rekening met het belang en de doelstellingen van Kifid. Het bestuur benoemt de bestuursleden en de voorzitters en leden van de Geschillencommissie en de Commissie van Beroep. Het bestuur vergadert zes keer per jaar en fungeert als sparringpartner voor de voorzitter Geschillencommissie tevens directeur van Kifid, die de dagelijkse leiding heeft over het instituut.
Kifid: aansprakelijkheidsverzekering dekt schade door opgevoerde fatbike niet
21 november 2025
Een 12-jarige botst met zijn fatbike op een scooter. De scooterrijder stelt de vader van de 12-jarige aansprakelijk voor de schade. Kan de vader voor vergoeding van de schade veroorzaakt door de fatbike een beroep doen op zijn aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren? Uit een vandaag gepubliceerde uitspraak van de Geschillencommissie van Kifid blijkt dat in deze situatie de schade niet is gedekt door de aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren. De fatbike kan harder dan 25 km/uur en is daarmee een motorvoertuig. In algemene zin geldt dat voor schade veroorzaakt met een motorvoertuig een zogenoemde WAM-verzekering (Wettelijke Aansprakelijkheid Motorvoertuigen) nodig is.
Een 12-jarige komt met zijn fatbike in botsing met een scooter. De bestuurder van de scooter stelt de vader van de 12-jarige aansprakelijk voor de schade aan zijn scooter. De vader claimt bij zijn verzekeraar de schade van de tegenpartij en de schade aan de fatbike van zijn zoon. De verzekeraar wijst de schadeclaim af omdat schade veroorzaakt door een motorrijtuig niet is gedekt, zo staat in de verzekeringsvoorwaarden. Een uitzondering hierop is een tweewieler met elektrische trapondersteuning. De consument is het niet eens met de afwijzing. Volgens hem is de fatbike geen motorrijtuig, omdat deze trapondersteuning heeft en niet als motorrijtuig is geregistreerd. Voor de fatbike is daarom geen WAM-verzekering afgesloten.
Fatbike is een motorrijtuig
De Geschillencommissie kijkt voor de definitie van een motorrijtuig naar de Wegenverkeerswet. Omdat de fatbike mede wordt voortbewogen door een mechanische kracht is het volgens de Wegenverkeerswet een motorvoertuig. Uitzondering hierop is een fiets met trapondersteuning die voldoet aan een aantal kenmerken, waaronder dat de aandrijfkracht wordt onderbroken wanneer de fiets een snelheid van 25 km/uur bereikt of wanneer de bestuurder ophoudt met trappen. De fatbike van de 12-jarige kon een snelheid van 35 km/uur bereiken, zo is door twee onafhankelijke experts vastgesteld. Daarmee is deze fatbike geen fiets met trapondersteuning zoals bedoeld in de Wegenverkeerswet en evenmin een tweewieler met elektrische trapondersteuning zoals bedoeld in de verzekeringsvoorwaarden.
Schade niet gedekt
De stelling van de consument dat hij niet wist dat de fatbike was opgevoerd en dus een motorrijtuig is, helpt in dit geval niet. Volgens de verzekeringsvoorwaarden is schade veroorzaakt door een motorrijtuig, in dit geval een fatbike die 35 km/uur kan rijden, niet gedekt. De verzekeraar mag de schadeclaim daarom afwijzen. Ook andere bezwaren die de consument aanvoert maken dit niet anders.
De uitspraak GC 2025-0869 in een klacht van een consument tegen verzekeraar Nationale- Nederlanden is bindend.
U.S. SCS losses hit $42bn in 9M’25, marking a ‘new normal’: Moody’s
- 21st November 2025 – Author: Jack Willard
Moody’s spreekt van een ‘nieuw normaal stormschadejaar’ in VS: $ 42 miljard in 1e negen maanden
Volgens ratingbureau Moody’s bedroegen de verzekerde schadesverliezen als gevolg van zware convectieve stormen (SCS) in de VS in de eerste negen maanden van dit jaar $ 42 miljard, waarbij de gemiddelde kosten per gebeurtenis 31% hoger lagen dan het gemiddelde van het afgelopen decennium. Dit betekent volgens het bureau een nieuw ‘normaal’ voor extreme weersomstandigheden.
Dit jaar hebben de Verenigde Staten alleen al tussen januari en september 39 SCS-gebeurtenissen meegemaakt, met gemiddeld meer dan $ 1 miljard aan verzekerde schade per gebeurtenis. Om dit in perspectief te plaatsen: herverzekeraars en makelaars schatten de totale SCS-schade voor de volledige 12 maanden van 2024 op $ 51 tot $ 57 miljard.Dit betekent dus dat het totaal voor de eerste negen maanden van 2025 niet ver afligt van het totaal voor de 12 maanden van vorig jaar.
Hoewel de schattingen per bedrijf verschillen, bevestigen ze de trend van hoge schades. Aon schat dat de totale wereldwijde verzekerde schade als gevolg van SCS-gebeurtenissen voor de eerste negen maanden van 2025 $ 57 miljard bedroegen, het op twee na hoogste totaal ooit voor deze periode.
Herverzekeringsmakelaar Gallagher Re schatte het totaal voor de eerste negen maanden van 2025 voor verzekerde schade als gevolg van extreme weersomstandigheden in de VS op $ 61 miljard. ody’s merkt op dat de stijging van de schades als gevolg van extreme weersomstandigheden wordt veroorzaakt door een reeks factoren, waaronder de toenemende blootstelling van steden, die in de VS sinds 2000 met 20% is toegenomen, waardoor er een groter ‘bullseye’ is ontstaan voor de gevolgen van stormen.
Stijgende grondstofkosten en sociale inflatie spelen ook een belangrijke rol.
“Aangezien de door SCS verzekerde schade sinds 2020 aanzienlijk hoger ligt dan die door orkanen, zoekt de verzekeringssector naar manieren om deze toenemende risico’s beter te begrijpen, te kwantificeren en te beheren – onder meer door middel van transparante en gedetailleerde oplossingen zoals het Noord-Amerikaanse SCS HD-model van Moody’s, dat in december van dit jaar wordt gelanceerd”, aldus Moody’s.
Volgens Moody’s omvat het nieuwe model gedetailleerde claimgegevens, radargegevens met hoge resolutie en expliciete derecho-modellering, dynamische dakmethodologie en functies voor schadeversterking na een gebeurtenis (PLA).Bovendien is het model ontwikkeld in samenwerking met de verzekeringssector en zal het helpen om betere dekkingsopties te bieden, waardoor uiteindelijk meer kapitaal terugvloeit naar een beter gestabiliseerde markt.
Julie Serakos, Managing Director, Model Product Management, Moody’s, merkte op: “Het modelleren van zware convectieve stormen – die de afgelopen vijf jaar gemiddeld meer dan $ 45 miljard aan verzekerde schade in de VS hebben veroorzaakt – wordt al lang geplaagd door computationele uitdagingen en onbetrouwbare, zeer lokale gevareninformatie.“Het nieuwe HD SCS-model van Moody’s doorbreekt deze barrières en biedt verzekeraars scherpere, betrouwbaardere risico-inzichten die zullen helpen om de dekking te verbeteren en de markten te stabiliseren.”
De toenemende frequentie en impact van zware convectieve stormen wordt ook weerspiegeld in de catastrofeobligatiesector, waar onlangs de eerste pure SCS-catastrofeobligatie sinds 2010 op de markt is gekomen.
) More Than a Third of Organizations Missed a Regulatory Requirement in the Last 12 Months, Reveals RegASK’s Latest Report
Share
RegASK’s 2026 State of Regulatory Affairs and Compliance Report reveals growing AI maturity, but cautions that leadership-operations misalignment could hinder progress.
NEW YORK & SINGAPORE–(BUSINESS WIRE)–Regulatory pressure is rising at a pace many companies can’t keep up with. According to RegASK’s newly released 2026 State of Regulatory Affairs and Compliance Report, 83% of regulatory professionals reported an increase in regulatory volume, a 34% surge from last year. This upswing is overwhelming legacy systems, with serious consequences. More than one-third (37%) of regulatory teams surveyed said their organization missed a regulatory requirement in the past year, and among those, 50% of senior leaders estimated the financial loss to be between US$500,000 and US$1 million, and 14% reported losses exceeding US$1 million.
Based on insights from 162 regulatory professionals and senior leaders worldwide across the life sciences and consumer product industries, the report underscores a clear industry mandate: regulatory agility is no longer optional. It has become a key driver of business growth and resilience, and teams recognize that AI will play a defining role in achieving it.
The report finds that while the usage and demand for AI has doubled in the past 12 months, the perception gap between leadership expectations and frontline realities remains a key barrier to operationalizing it effectively. Today, most senior leaders believe their teams can respond to new regulations within a week, but the reality on the ground is a demanding one- to four-week scramble that often relies on manual tracking, reactive fixes, and limited resources.
When leadership underestimates the time and resources required for compliance, it can lead teams to focus on immediate fixes rather than long-term preparedness. This misalignment often limits the investment operational teams get for advanced tools, leading to missed deadlines, team burnout, and a perpetual cycle of catching up. It also explains why 56% of operational teams surveyed are turning to general-purpose LLMs to solve immediate compliance challenges, rather than waiting for enterprise rollouts.
“AI has evolved from being an emerging opportunity to a strategic capability,” said Caroline Shleifer, Founder & CEO of RegASK. “But the real challenge isn’t deciding to adopt AI. It’s making sure leadership’s envisioned plans and timeline matches the reality of what operational teams actually need. That alignment is what enables effective AI adoption and true regulatory agility.”
When it comes to advanced applications like agentic AI, adoption remains nascent. Only 7% of senior leaders and 16% of operational teams say they are actively using it today, while 39% have never heard of the technology. This disparity shows that AI maturity is still evolving across regulatory teams, with early adopters shaping standards others will soon have to follow.
Key Findings from the 2026 State of Regulatory Affairs and Compliance Report:
Market Leaders Move Fast: Only 7% of organizations can identify a new regulation and execute a response plan within 48 hours, giving them first-mover advantage in compliance and market access. Most teams operate at a much slower rate, with 16% taking more than a month to respond.
Compliance Blind Spots Carry a High Price: The cost of missing a regulatory requirement extends beyond financial losses. Among the senior leaders who missed a regulatory requirement, 46% faced delayed or canceled product launches, 39% experienced clinical trial disruptions, 36% had product recalls, and 25% suffered brand reputation damage.
Most Regulatory Teams Remain Analog: Despite growing regulatory volume and enthusiasm for AI, most compliance teams still rely on manual workflows. 65% of respondents depend on newsletter alerts from regulators or aggregators, and 48% depend on a dedicated team to manually track updates and translate implications across functions.
AI Adoption Builds Momentum: The shift from interest to implementation is improving. Today, 27% of organizations use vertical AI platforms to track regulatory changes – a 42% increase from last year’s 19%. This steady rise shows that teams are moving beyond pilots and beginning to integrate AI into daily compliance workflows.
The report outlines a clear trajectory for the function’s evolution. Over the next three years, Regulatory Affairs will transition from a reactive cost center into a strategic command function, powered by AI-driven insights, cross-functional integration, and human oversight. As AI takes on more execution tasks, human expertise will move upstream to focus on judgment and strategy. Teams must develop new skills such as AI literacy, oversight and quality assurance of AI outputs, and ethical reasoning to stay relevant.
“The data is clear. The focus has shifted from wanting AI to operationalizing it, and the future belongs to the augmented team where humans lead and AI enables,” said Amenallah Reghimi, RegASK’s Chief Product and Technology Officer. “The goal is not to replace experts, but to free them from low-value work so they can focus on what truly moves the business forward. This is Augmented Intelligence in action, and it’s defining the new era of regulatory excellence.”
Download the 2026 State of Regulatory Affairs and Compliance Report here.
lmost Half of Compliance Leaders Cite Time Crunch as Barrier to Tech Adoption
AI adoption surges in audit; 37% of life sciences, consumer product companies missed a regulatory requirement in past year
in Compliance
CCI staff share recent surveys, reports and analysis on risk, compliance, governance, infosec and leadership issues. Share details of your survey with us: editor@corporatecomplianceinsights.com.
30% of leaders looking for staffers with AI skills
The use of digital tools like AI and cloud platforms has gained near-universal acceptance among corporate compliance and legal leaders, but new research from EY reveals gaps remain between strategy and implementation. EY’s survey of 300 corporate compliance and legal decision-makers throughout the US shows that the clock remains the biggest hurdle: 47% of respondents cited the lack of time as their primary barrier to adopting advanced technology in their programs.
While 100% of respondents said they were addressing digital capabilities within their compliance strategy, just over half (55%) had either actively implemented or fully optimized their digital tools, the survey found, with 94% of respondents saying digital compliance tools are extremely or very important to expanding team capacity and effectiveness.
“Compliance teams increasingly recognize technology as a key enabler,” said Gary Burke, global leader of EY’s integrity and compliance practice. “There is a clear trend of compliance leaders wanting to leverage technology to better collaborate with business leaders to proactively address compliance challenges, predict and monitor risks before incidents occur, and enhance insights reported to stakeholders to demonstrate value and protect the company.”
And while much ink has been spilled about massive global investment in AI, for compliance teams, implementation work is just beginning, with 44% of decision-makers indicating they are training existing staff and 30% looking for AI specialists.
Atomik Research conducted the online survey of participants with positions as senior managers, directors, vice president (e.g., EVP, SVP, VP), C-suite, board of directors or business principle. Participants were all at organizations with 10,000 or more employees and held decision-making authority within their organization’s corporate compliance or legal departments.
Data governance confidence drops as AI adoption surges in audit
Confidence in data governance among finance leaders declined from 55% rating it “mature” in 2024 to just 46% in 2025, even as AI adoption in audit accelerates, according to a survey from accounting and audit firm BDO.
The survey of 210 senior finance leaders at US companies with revenues ranging from $250 million to $10 billion found that while 92% of finance teams have either implemented AI or plan to do so in the next 12 months, just 43% of organizations have a formal AI governance framework in place. Finance leaders associate significant risks with AI in audit, including cybersecurity concerns (82%), data privacy worries (80%) and fear of AI-generated inaccuracies (71%).
Some 74% of finance leaders expressed concern about regulatory risks when using AI for audit purposes. Data extraction challenges, lack of expertise in interpreting AI-driven outputs and technology compatibility issues remain key obstacles preventing teams from realizing the full value of advanced technologies in audit.
37% of life sciences and consumer product companies missed regulatory requirement in past year
More than one-third of organizations in the life sciences and consumer product industries missed a regulatory requirement in the past 12 months, with half of senior leaders at those companies estimating financial losses between $500,000 and $1 million, according to a survey from regulatory compliance software provider RegASK.
The survey of 162 regulatory professionals and senior leaders worldwide found that 83% reported an increase in regulatory volume, representing a 34% surge from last year. Among organizations that missed regulatory requirements, 46% faced delayed or canceled product launches, 39% experienced clinical trial disruptions, 36% had product recalls and 25% suffered brand reputation damage. An additional 14% of senior leaders reported losses exceeding $1 million.
A significant gap exists between leadership expectations and operational reality. Senior leaders believe their teams can respond to new regulations within a week, but operational teams report a one- to four-week timeline that often relies on manual tracking and reactive fixes. Only 7% of organizations can identify a new regulation and execute a response plan within 48 hours, while 16% take more than a month to respond. Despite growing regulatory pressure, 64% of respondents still depend on newsletter alerts from regulators or aggregators and 48% rely on dedicated teams to manually track updates.
More Than a Third of Organizations Missed a Regulatory Requirement in the Last 12 Months, Reveals RegASK’s Latest Report
Wednesday 19/11/2025
RegASK’s 2026 State of Regulatory Affairs and Compliance Report reveals growing AI maturity, but cautions that leadership-operations misalignment could hinder progress.
NEW YORK & SINGAPORE, Nov 19 (Bernama-BUSINESS WIRE) — Regulatory pressure is rising at a pace many companies can’t keep up with. According to RegASK’s newly released 2026 State of Regulatory Affairs and Compliance Report, 83% of regulatory professionals reported an increase in regulatory volume, a 34% surge from last year. This upswing is overwhelming legacy systems, with serious consequences. More than one-third (37%) of regulatory teams surveyed said their organization missed a regulatory requirement in the past year, and among those, 50% of senior leaders estimated the financial loss to be between US$500,000 and US$1 million, and 14% reported losses exceeding US$1 million.
Based on insights from 162 regulatory professionals and senior leaders worldwide across the life sciences and consumer product industries, the report underscores a clear industry mandate: regulatory agility is no longer optional. It has become a key driver of business growth and resilience, and teams recognize that AI will play a defining role in achieving it.
The report finds that while the usage and demand for AI has doubled in the past 12 months, the perception gap between leadership expectations and frontline realities remains a key barrier to operationalizing it effectively. Today, most senior leaders believe their teams can respond to new regulations within a week, but the reality on the ground is a demanding one- to four-week scramble that often relies on manual tracking, reactive fixes, and limited resources.
When leadership underestimates the time and resources required for compliance, it can lead teams to focus on immediate fixes rather than long-term preparedness. This misalignment often limits the investment operational teams get for advanced tools, leading to missed deadlines, team burnout, and a perpetual cycle of catching up. It also explains why 56% of operational teams surveyed are turning to general-purpose LLMs to solve immediate compliance challenges, rather than waiting for enterprise rollouts.
“AI has evolved from being an emerging opportunity to a strategic capability,” said Caroline Shleifer, Founder & CEO of RegASK. “But the real challenge isn’t deciding to adopt AI. It’s making sure leadership’s envisioned plans and timeline matches the reality of what operational teams actually need. That alignment is what enables effective AI adoption and true regulatory agility.”
When it comes to advanced applications like agentic AI, adoption remains nascent. Only 7% of senior leaders and 16% of operational teams say they are actively using it today, while 39% have never heard of the technology. This disparity shows that AI maturity is still evolving across regulatory teams, with early adopters shaping standards others will soon have to follow.
Key Findings from the 2026 State of Regulatory Affairs and Compliance Report:
Market Leaders Move Fast: Only 7% of organizations can identify a new regulation and execute a response plan within 48 hours, giving them first-mover advantage in compliance and market access. Most teams operate at a much slower rate, with 16% taking more than a month to respond.
Compliance Blind Spots Carry a High Price: The cost of missing a regulatory requirement extends beyond financial losses. Among the senior leaders who missed a regulatory requirement, 46% faced delayed or canceled product launches, 39% experienced clinical trial disruptions, 36% had product recalls, and 25% suffered brand reputation damage.
Most Regulatory Teams Remain Analog: Despite growing regulatory volume and enthusiasm for AI, most compliance teams still rely on manual workflows. 65% of respondents depend on newsletter alerts from regulators or aggregators, and 48% depend on a dedicated team to manually track updates and translate implications across functions.
AI Adoption Builds Momentum: The shift from interest to implementation is improving. Today, 27% of organizations use vertical AI platforms to track regulatory changes – a 42% increase from last year’s 19%. This steady rise shows that teams are moving beyond pilots and beginning to integrate AI into daily compliance workflows.
The report outlines a clear trajectory for the function’s evolution. Over the next three years, Regulatory Affairs will transition from a reactive cost center into a strategic command function, powered by AI-driven insights, cross-functional integration, and human oversight. As AI takes on more execution tasks, human expertise will move upstream to focus on judgment and strategy. Teams must develop new skills such as AI literacy, oversight and quality assurance of AI outputs, and ethical reasoning to stay relevant.
“The data is clear. The focus has shifted from wanting AI to operationalizing it, and the future belongs to the augmented team where humans lead and AI enables,” said Amenallah Reghimi, RegASK’s Chief Product and Technology Officer. “The goal is not to replace experts, but to free them from low-value work so they can focus on what truly moves the business forward. This is Augmented Intelligence in action, and it’s defining the new era of regulatory excellence.”
Download the 2026 State of Regulatory Affairs and Compliance Report here.
Feedweergave selecteren: Relevantst eerst
- Feedweergave selecteren: Relevantst eerst
- Feedbijdrage
- Jeffrey van der Ham heeft hier commentaar op gegeven
- Thierry Pronk • 2de
- Manager Data & AI bij Howden Netherlands
- 21 u •
- Connectie maken
- Ik ben trots om te delen dat ik begin deze maand ben gestart in mijn nieuwe rol als Manager Data & AI bij Howden!🚀
Ik ben hier zeven jaar geleden begonnen als student BIM en sindsdien heb ik de kans gekregen om met plezier te groeien, te leren en steeds meer verantwoordelijkheid op me te nemen. Ik ben dankbaar voor het vertrouwen en heb ontzettend veel zin om met mijn geweldige collega’s verder te bouwen aan mooie oplossingen en nieuwe uitdagingen aan te gaan.🚀
Ondernemingsraad MonutaOndernemingsraad Monuta
-
-
-
-
- sinds juni 2021 lid van de ondernemingsraad van Monuta en sinds oktober 2022 vice-voorzitter van de Ondernemingsraad van Monutasinds juni 2021 lid van de ondernemingsraad van Monuta en sinds oktober 2022 vice-voorzitter van de Ondernemingsraad van Monuta
-
- Vaardigheden: Commerciële verzekering · Insurance · Sales operations · Accountmanagement · Analytisch denkvermogenVaardigheden: Commerciële verzekering · Insurance · Sales operations · Accountmanagement · Analytisch denkvermogen
-
-
-
Accountmanager Monuta Midden en Zuid NederlandAccountmanager Monuta Midden en Zuid Nederland
-
-
-
-
- Vanaf oktober 2005 tot december 2009 Accountmanager regio Achterhoek vanaf januari 2010 regio Midden Nederland. Vanaf 01-01-2013 regio Gelderland en Utrecht. Vanaf 01-08-2016 regio Gelderland, Utrecht, Flevoland, Gooi- en Vechtstreek, Zuid-Holland Gouda e.o.Vanaf oktober 2005 tot december 2009 Accountmanager regio Achterhoek vanaf januari 2010 regio Midden Nederland. Vanaf 01-01-2013 regio Gelderland en Utrecht. Vanaf 01-08-2016 regio Gelderland, Utrecht, Flevoland, Gooi- en Vechtstreek, Zuid-Holland Gouda e.o.
-
- Vaardigheden: Commerciële verzekering · Verkoopmanagement · Sales operations · Accountmanagement · BuitendienstVaardigheden: Commerciële verzekering · Verkoopmanagement · Sales operations · Accountmanagement · Buitendienst
-
-
-
Medewerker Servicecentrum Zakelijke MarktMedewerker Servicecentrum Zakelijke Markt
mrt. 2003 – okt. 2005 · 2 jr 8 mndmrt. 2003 tot okt. 2005 · 2 jr 8 mnd
-
-
-
-
- Telefonisch contact met Assurantietussenpersonen over verzekeringsproducten en het aanvraag traject en voor beoordeling van hypotheek aanvragen en de daarbij horende afhandelingTelefonisch contact met Assurantietussenpersonen over verzekeringsproducten en het aanvraag traject en voor beoordeling van hypotheek aanvragen en de daarbij horende afhandeling
-
- Vaardigheden: Commerciële verzekering · Sales operations · AccountmanagementVaardigheden: Commerciële verzekering · Sales operations · Accountmanagement
-
-
-
Medewerker Excasso / Rekening courantMedewerker Excasso / Rekening courant
mei 2000 – mrt. 2003 · 2 jr 11 mndmei 2000 tot mrt. 2003 · 2 jr 11 mnd
-
-
-
-
- Verantwoordelijk voor het uitbetalen van verzekeringen en het uitbetalen en controleren van de rekening courant van assurantietussenpersonenVerantwoordelijk voor het uitbetalen van verzekeringen en het uitbetalen en controleren van de rekening courant van assurantietussenpersonen
-
-
-
Medewerker incassoMedewerker incasso
dec. 1999 – mei 2000 · 6 mnddec. 1999 tot mei 2000 · 6 mnd
Bestuurslid FDGBestuurslid FDG
-
-
- Na ruim 13 jaar met veel plezier in het bestuur van FDG gezeten te hebben ben ik in februari 2019 als bestuurslid gestopt.
-
!
𝗯𝗼𝗲𝗸𝗲𝗻.
⏳
Martijn Gums kondigt overstap aan naar Klap Verzekeringsmakelaar
Martijn Gums treedt per 1 december a.s. in dienst bij Klap Verzekeringsmakelaar in de functie van Accountmanager Intermediair. In zijn nieuwe rol gaat hij zich richten “op het versterken en uitbreiden van de intermediaire portefeuille, het aangaan van nieuwe samenwerkingen, verdiepen van bestaande relaties en benutten van groeikansen bij kantoren met potentieel”, zo schrijft hij op zijn eigen linkedin-pagina.
.
De afgelopen ruim een kwart eeuw was hij actief bij Monuta, aanvankelijk als Medewerker Incasso en Excasso en later als medewerker Servicecentrum Zakelijke makt en laatstelijk als Accountmanager Midden en Zuid Nederland. De laatste vier jaar maakte hij tevens deel uit van de Ondernemingsraad
| KPMG: Nederlanders willen AI mét menselijke controle | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Kunstmatige Intelligentie (AI) maakt ons leven makkelijker, maar blind vertrouwen blijft uit. Uit de Nationale AI Vertrouwensmonitor 2025, het jaarlijkse onderzoek van KPMG naar vertrouwen en gebruik van AI, blijkt dat AI inmiddels verweven is met ons dagelijks leven maar dat de behoefte aan menselijke betrokkenheid onverminderd groot blijft. Er heerst angst dat de menselijke regie op korte termijn verdwijnt. Juist nu AI steeds meer taken overneemt, hecht men eraan dat bij belangrijke keuzes een mens van vlees en bloed het laatste woord houdt. Het onderzoek laat zien hoe Nederlanders AI zien als handig hulpmiddel, maar dat autonomie van de technologie duidelijke grenzen kent. Kansen versus controle Dagelijks leven: van zoekhulp tot mentale steun Opvallend is dat Nederlanders die bekend zijn met AI scherp onderscheid maken tussen laag- en hoogrisicotaken. Voor dagelijkse en praktische keuzes, zoals dieetplannen en reisroutes, vertrouwt men AI relatief makkelijk. Maar zodra er financiële, gevoelige of ethische gevolgen zijn, daalt het vertrouwen snel. Slechts 14 procent vertrouwt hypotheekadvies volledig toe aan AI, voor het beoordelen van medewerkers is dat nog geen 5 procent en voor het bepalen van de noodzaak van een openhartoperatie nog minder (4 procent). Werk: efficiënter maar afhankelijker Bijzonder is dat meer dan de helft van de werknemers die AI gebruiken geen moeite heeft met werkgevers die meekijken in hun AI-chats, terwijl 84 procent zich zorgen maakt over privacy en databescherming. “Een mogelijke verklaring hiervoor kan zijn dat de zorgen vooral over misbruik door externe partijen of het gebruik van persoonlijke data buiten het werk gaan. Het kan echter ook duiden op een gebrek aan bewustzijn over wat er precies met persoonlijke gegevens gebeurt”, licht Van Meel toe. Onderwijs: AI onmisbaar, maar verhoogt druk Zorgen om nepinformatie, privacy en oorlogsvoering Over het onderzoek Het volledige rapport leest u hier.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
EMEA Cloud Business Survey 2025 – Nederlandse uitkomsten
Cloudtechnologie en AI groeien samen op
- Insight
- 18 nov 2025
Share
De hoge vlucht die AI de afgelopen jaren heeft genomen, gaat hand in hand met de ontwikkeling van cloudtechnologie. PwC’s EMEA Cloud Business Survey 2025 laat dan ook zien dat organisaties een stuk verder zijn in hun cloudtransformatie dan twee jaar geleden. De grote uitdaging blijft deze technologie in te zetten voor businessvernieuwing. En dat op een veilige en duurzame manier.
In PwC’s EMEA Cloud Business Survey 2025 onderzoeken we hoe (tech)managers hun cloudstrategie verder ontwikkelen om de transformatie van hun bedrijf te versnellen en voorop te blijven lopen in een complex digitaal landschap. Aan het onderzoek deden 1400 managers in 26 landen in Europa, het Midden-Oosten en Afrika mee. Daarvan komen er 102 uit Nederland.
Volgens Ragnar van der Valk, partner technologie bij PwC Nederland, is kunstmatige intelligentie (AI) de grote versneller achter cloudadoptie. ‘AI draait op veel data en veel geheugen. Dus ja, dan moet je dat doen met een platform, in dit geval de cloud, dat beide aspecten in zich heeft. Je kunt tegenwoordig bijna geen gesprek meer voeren zonder dat het over AI gaat,’ vervolgt hij. ‘Het is nog niet duidelijk waar het heengaat, maar niets doen en niet investeren is geen optie.’
In hoeverre ben je het eens of oneens met de volgende uitspraken over het gebruik van kunstmatige intelligentie (AI) binnen jouw organisatie?
Bar chart with 5 data series.
The chart has 1 X axis displaying categories.
The chart has 1 Y axis displaying values. Range: 0 to 100.
End of interactive chart.
Hoewel veel organisaties hun infrastructuur inmiddels naar de cloud hebben gebracht, benutten ze het potentieel nog niet volledig, stelt Van der Valk. ‘Het meest eenvoudige deel is applicaties naar de cloud brengen. Maar dat is natuurlijk uiteindelijk niet het strategische middel waarvoor je zo’n technologie zou willen inzetten. Als je gaat nadenken over welke diensten, producten, klantsegmenten en kanalen je kunt gebruiken om je bedrijfsvoering anders in te richten, kom je op iets veel meer fundamenteels. Denk aan een AI-tool rondom klantbediening. Of AI dat inzichten geeft over je klanten of voor je partners, zodat kunt sturen op het juiste productassortiment tegen de juiste marge’.
‘Die ontwikkeling noemen wij reinvention. Hoe kan ik als bedrijf mij proactief aanpassen aan hoe een nieuwe technologie als cloud en AI mij mogelijkheden biedt. Hiermee wordt technologie niet langer ondersteunend, maar leidend voor succes.’
Welke van de volgende typen cloudinfrastructuur gebruikt jouw organisatie momenteel?
Bar chart with 7 bars.
The chart has 1 X axis displaying categories.
The chart has 1 Y axis displaying values. Range: 0 to 90.
End of interactive chart.
PwC helpt organisaties die verschuiving te realiseren. ’Wij werken altijd vanuit het businessperspectief: hoe kun je technologie inzetten om je bedrijfsvoering te versterken. We focussen niet alleen op technologie, hoe belangrijk ook. We brengen verschillende invalshoeken samen – van fiscaliteit, controle en security tot procesoptimalisatie – en combineren die met onze kennis van technologie en de industrie.’
Cloudvolwassenheid in Nederland
In Nederland ligt de ‘cloudvolwassenheid’ hoger dan in andere landen, blijkt uit de EMEA Cloud Business Survey 2025. Henk Riepma, technologie-expert bij PwC: ‘De survey laat zien dat steeds meer organisaties inzien dat ze cloud en AI strategisch moeten verankeren. Op nummer twee qua prioriteiten in cloudinvesteringen in Nederland staat cloudstrategie. Organisaties besteden dus echt meer aandacht aan het vastleggen en definiëren van cloudbeleid.’
Welke van de volgende cloudinvesteringen heeft jouw organisatie de komende twaalf maanden als prioriteit?
Bar chart with 16 bars.
The chart has 1 X axis displaying categories.
The chart has 1 Y axis displaying values. Range: 0 to 34.
End of interactive chart.
De Nederlandse cloudvolwassenheid vertaalt zich ook in investeringen. ‘De bedrijven die al een hoog volwassenheidsniveau hebben, verwachten het komende jaar een hogere stijging van hun cloudbudget dan de bedrijven met een lagere volwassenheid,’ zegt Riepma. ‘Waar je zou verwachten dat juist de minder volwassen organisaties een inhaalslag willen maken, zie je dat verschil juist toenemen. Het lijkt erop alsof er een kloof tussen deze organisaties gaat ontstaan. Dat zien we bij AI-investeringen.’
Ook qua prioriteiten zijn er duidelijke Nederlandse accenten ten opzichte van andere landen. ‘Als je kijkt naar prioriteiten in cloudinvesteringen, staat AI en machinelearning bovenaan. Dat is in veel andere landen ook zo, maar waar Nederland meer op inzet, is het digitaliseren van zogenoemde core operational-platforms.’
Welke van de onderstaande opties beschrijft het beste het cloudgebruik binnen jouw organisatie?
Bar chart with 3 bars.
The chart has 1 X axis displaying categories.
The chart has 1 Y axis displaying values. Range: 0 to 60.
End of interactive chart.
Dat zijn volgens Riepma verouderde, moeilijk vervangbare systemen. ‘Vaak zijn die basale platforms gemaakt met een ouderwets pakket, of ooit zelf gebouwd. Dat maakt het ingewikkeld om die platformen richting cloud te brengen. Maar je ziet wel dat daar in Nederland, in tegenstelling tot andere landen, veel aandacht voor is.’
Duurzaamheid en verantwoord gebruik van AI
Een opvallende uitkomst van de survey betreft duurzaamheid. De resultaten laten zien dat de ambities op het gebied van duurzaamheid groot zijn, maar de uitvoering kan beter. Vergeleken met de andere landen blijft Nederland achter bij het vertalen van duurzaamheidsambities naar concrete acties. Het blijft in Nederland af en toe steken bij goede ambities hebben, maar die niet één op één doorvoeren. Een voorbeeld daarvan is het kiezen van een cloudprovider. Daarbij kunnen organisaties in Nederland nog meer kijken naar datacenters die een net-zero-uitstoot of op andere ESG-gebieden een goede score hebben.
Er is wel één positieve uitzondering. Het ontwerpen en inzetten van Responsible AI scoort in Nederland hoger dan in de meeste andere landen. We zijn dus meer bezig met de ethische kant van de toepassing van AI.
Welke van de onderstaande maatregelen neemt jouw organisatie, indien van toepassing, om ervoor te zorgen dat het gebruik van cloudtechnologieën aansluit bij de duurzaamheidsdoelstellingen en verantwoord gebruik van AI ondersteunt?
Bar chart with 8 bars.
The chart has 1 X axis displaying categories.
The chart has 1 Y axis displaying values. Range: 0 to 70.
End of interactive chart.
Veiligheid en continuïteit
De keerzijde van de toenemende rol van de cloud is de noodzaak van stevige beveiliging. ‘We moeten nog volwassener worden op het gebied van beveiliging en vertrouwen,’ zegt Van der Valk. ‘Door een lek bij een laboratorium zijn onlangs nog de gegevens van 485.000 deelnemers aan het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker in criminele handen gekomen.’
Naast veiligheid is ook de geopolitieke context van invloed op de cloudkeuzes. Een van de meest actuele thema’s is de Europese datasoevereiniteit. ‘Terwijl Amerikaanse hyperscalers als AWS, Microsoft en Google de markt domineren, groeit in Europa de behoefte om gevoelige data binnen de eigen regelgeving te houden,’ zegt Van der Valk. ‘Nederland loopt voorop in hybrid- en multiclouddenken, maar we gaan steeds vaker kijken: welke clouds kunnen echt garanderen dat ze voldoen aan Europese wetgeving?’
De oplossing ligt volgens hem in meer bewuste keuzes. ‘Ik denk dat klanten in Nederland en Europa bewuster gaan kiezen voor kleinere, lokale cloudproviders om een deel van hun kritische data neer te leggen, als ze erop kunnen vertrouwen dat de beveiliging op het juiste niveau is. Tegelijk zullen de grote hyperscalers bewegen richting Europese oplossingen. Wellicht wordt multicloud, de combinatie van meerdere aanbieders, nog meer de norm.’
Toekomstbestendige digitale economie
De snelle groei van AI en cloudcomputing vragen om een kritische blik op het energie- en waterverbruik van digitale infrastructuren. AI is nu al verantwoordelijk voor elf tot twintig procent van het wereldwijde stroomverbruik. Dat aandeel zal naar verwachting sterk stijgen.
‘Organisaties doen er goed aan om niet alleen te streven naar innovatie en schaalbaarheid, maar ook verantwoordelijkheid te nemen voor het efficiënt inzetten van natuurlijke hulpbronnen. Duurzame cloudstrategieën zijn essentieel om de impact van computing op energie en water te minimaliseren. Zo dragen ze bij aan een toekomstbestendige digitale economie. Maar ook aan weerbare bedrijfsmodellen, want energie en water zijn kostbaarder dan ooit.
Wil je op de hoogte blijven van de nieuwste ontwikkelingen in cloud en AI?
Abonneer je dan op onze nieuwsbrief.
Aon’s Global Insurance Market : Overvloed aan capaciteit en ambitieuze groeistrategieën verzekeraars leiden tot prijsdalingen in verschillende delen Nederlandse markt
De omstandigheden op de Nederlandse verzekeringsmarkt blijven verbeteren, met een overvloed aan capaciteit en ambitieuze groeistrategieën van verzekeraars die leiden tot prijsdalingen in verschillende delen van de Nederlandse verzekeringsmarkt. Gunstige omstandigheden creëren kansen voor kopers om betere deals te sluiten, afhankelijk van het product, de branche en de individuele situatie van de klant, zo valt te lezen in de Netherlands Market Overview in Aon’s Global Insurance Market over het derde kwartaal van dit jaar.
Jochem Kort, Chief Broking Officer Commercial Risk Solutions Nederland : “De Nederlandse verzekeringsmarkt wordt steeds competitiever. Dit is het moment om uw verzekeringsprogramma te verbeteren en weerbaarheid op te bouwen voor toekomstige marktuitdagingen.”
Over de dynamiek van de Nederlandse markt schrijft het rapport:
Prijsstelling: Over het algemeen dalen de premies licht, met als opvallende uitzondering de autoverzekeringen, waar stijgingen veel voorkomen. Voor risicoprofielen met een goede schadehistorie dalen de premiesin de meeste productlijnen. Voor risicoprofielen met een minder gunstige schadehistorie, of die in meer uitdagende sectoren actief zijn, zoals voedsel en afval, en ongevallen met blootstelling aan de VS, stijgen de premiesover het algemeen.
Overall, prices are modestly decreasing, with the notable exception of automobile insurance, where increases are common. Preferred risks with a good claims record are seeing pricing reductions in most product lines. Risks with a less favorable claims record, or which are in more challenging sectors, such as food and waste, and U.S. exposed casualty are generally experiencing price increases.
Capacity
Overall, capacity is abundant. New market entrants and established insurers are placing strong emphasis on achieving ambitious growth targets, with many insurers willing to take larger shares on programs.
Capaciteit: Over het algemeen is er voldoende capaciteit. Nieuwe marktdeelnemers en gevestigde verzekeraars leggen sterk de nadruk op het behalen van ambitieuze groeidoelstellingen, waarbij veel verzekeraars bereid zijn om grotere aandelen in programma’s te nemen.
Underwriting: Ondanks een verslappende markt blijft het verzekeren voorzichtig, met de nadruk op technische verzekering en winstgevendheid. Verzekeraars blijven zich onderscheiden en eisen actuele en volledige risico-informatie.
Limieten: De limieten blijven over het algemeen gelijk, hoewel verzekeraars openstaan voor mogelijke verhogingen. Bij cyberverzekeringen herinvesteren veel verzekerden hun premiebesparingen om de polislimieten te verhogen.
Eigen risico’s: De eigen risico’s blijven over het algemeen ongewijzigd, hoewel verzekeraars meer openstaan voor het bespreken van wijzigingen wanneer daarom wordt gevraagd en wanneer dit gerechtvaardigd is op basis van het schadeverleden.
Dekking: De meeste verzekeringen worden verlengd met dezelfde voorwaarden als voorheen. Verzekeraars staan open voor langetermijnovereenkomsten. Voor goed gemanagede cyberrisico’s zijn verbeteringen in de dekking mogelijk.
Producttrends
Auto: De markt voor autoverzekeringen blijft uitdagend vanwege ongunstige schadetrends, wat resulteert in gedisciplineerde acceptatie en bescheiden prijsstijgingen. Grotere wagenparken met een goede schadehistorie kunnen gunstigere voorwaarden bedingen, terwijl grote leasewagenparken te maken hebben met moeilijkere marktomstandigheden.
Schade/Aansprakelijkheid: De markt is over het algemeen gematigd, maar de resultaten van contractverlengingen blijven een afspiegeling van het specifieke risicotype en de omvang van de blootstelling aan de Amerikaanse markt. Plaatsingen zonder blootstelling aan de VS en met een goede schadehistorie kunnen betere voorwaarden opleveren, vooral wanneer ze de afgelopen 3 tot 5 jaar niet opnieuw op de markt zijn gebracht. Klanten met complexe schadevergoedingsrisico’s, aanzienlijke blootstelling aan de VS en een minder gunstige schadehistorie zullen waarschijnlijk problemen ondervinden bij verlengingen.
Cyber: Overvloedige capaciteit en toenemende concurrentie leiden tot verdere tariefverlagingen, evenals mogelijkheden om de dekking te verbeteren en de limieten te verhogen. Klanten met onvoldoende cyberbeveiligingsmaatregelen kunnen problemen ondervinden. Bestuurders en functionarissen De prijzen blijven over het algemeen stabiel, ondanks de overvloedige capaciteit. Aantrekkelijke grotere programma’s kunnen mogelijk betere prijzen en voorwaarden verkrijgen.
Property: De propertymarkt is flexibeler, dankzij de ruime capaciteit en de groeiambities van verzekeraars. Premieiefverlagingen zijn over het algemeen beschikbaar voor voorkeursrisico’s met sterke risicobeheersingsmaatregelen en robuuste acceptatie-informatie. Bepaalde sectoren, zoals voedsel en afval, blijven een uitdaging, aangezien verzekeraars voor dergelijke risico’s weinig interesse hebben.
Volmachtmarkt meer dan 5 miljard euro
Het totale premievolume van de sectoren Schade en Inkomen in de volmachtmarkt stijgt op basis van het beeld over de eerste jaarhelft met 5% tot 5,2 miljard euro in 2025 (2024: 5 miljard euro). Het particuliere segment stijgt qua premievolume met 7% het hardst. De stijging in het zakelijke segment is 3%. Dit blijkt uit het Marktrapport Volmachten van de Nederlandse Vereniging van Gevolmachtigde Assurantiebedrijven (NVGA) en het Verbond van Verzekeraars op basis van de data van Solera uit de Volmacht Resultaat Analyse (VRA).
Het resultaat op boekjaar van de sector Schade in de volmachtmarkt, uitgedrukt in Combined Operating Ratio (COR), is ten opzichte van vorig jaar verbeterd en komt in de eerste helft van 2025 uit op 91,4 (2024: 94,2). Het kostenpercentage van verzekeraars is daarbij gefixeerd op 10%, waardoor de werkelijke COR bij een lager kostenpercentage positief en bij een hoger percentage negatief kan afwijken. De verbetering van het resultaat in de eerste helft van het jaar komt onder meer door een lagere schaderatio bij de branches Aansprakelijkheid, Brand en Motor.
Belangrijkste ontwikkelingen per branche
In de branche Motor kwam in 2024 de COR over het hele jaar uit op 102,3. Op basis van het beeld over het eerste halfjaar van 2025 is de COR 98,2, wat een verbetering van het resultaat zou betekenen. De branche Motor laat daarnaast een stijging van het premievolume (8%) naar 1,9 miljard euro zien, waarvan 63% particulier en 37% zakelijk. Het premievolume Motor in de volmachtmarkt is 28% van het totale Nederlandse premievolume Motor.
In de branche Brand stijgt het premievolume in 2025 naar verwachting met 4% naar 1,23 miljard euro (57% particulier en 43% zakelijk). Het premievolume particulier steeg in de eerste helft van dit jaar met 4% het sterkst. Het premievolume Brand in volmacht is 20% van het totale premievolume branche Brand in Nederland. De schaderatio in het eerste halfjaar daalt van 44,6 (2024) naar 44,0 (2025).
In de branche Aansprakelijkheid stijgt het premievolume in volmacht met 2% naar 345 miljoen euro, waarvan circa driekwart zakelijk. De COR is de afgelopen jaren steeds onder de 100 gebleven. Ook in 2025 wordt een positief resultaat verwacht op basis van het beeld over het eerste halfjaar met een COR van 83,5. De schaderatio in het eerste halfjaar is gedaald van 41,5% vorig jaar naar 40,8%.
Het resultaat in de branche Verzuim lijkt op basis van de halfjaarcijfers op het resultaat in 2024 met een COR van 99,0 (2024: 98,4). Het ziekteverzuim bedroeg 5,8% in het eerste kwartaal (tegenover 5,5% in 2024). In het tweede kwartaal van 2025 was het ziekteverzuim 5,2% (tegenover 5,1% in het tweede kwartaal van 2024).
Downloads: Marktrapport Volmachten 2025 1e halfjaar
labelFysiek veilige leefomgeving
Samen leren en innoveren over extreme natuurbranden
Zo’n 50 experts uit 10 landen kwamen afgelopen maand naar Wageningen om zich drie dagen lang onder te dompelen in extreem brandgedrag bij natuurbranden. De training en hackathon maakten deel uit van het EWED-project, waarin het NIPV een van de partners is. In dit project werken onderzoekers en brandweermensen samen om extreme natuurbranden (Extreme Wildfire Events) beter te begrijpen, te voorspellen en te beheersen.
.
Complexe wisselwerking tussen vuur en atmosfeer
Het NIPV organiseerde de bijeenkomst samen met Wageningen University & Research (WUR). De deelnemers leerden meer over de complexe wisselwerking tussen vuur en atmosfeer, een belangrijke factor bij extreme natuurbranden. Ook kregen ze handelingsperspectieven om onder andere de veiligheid van het brandweerpersoneel te waarborgen tijdens een inzet bij een extreme natuurbrand.
“Extreme natuurbranden komen niet langer alleen voor in traditionele risicogebieden. Met het project bouwen we aan tools om sneller, veiliger en slimmer te reageren. Een belangrijk onderdeel is de Wildfire Data Portal, die momenteel in ontwikkeling is”, legt onderzoeker natuurbranden Brian Verhoeven uit. ”Ook hebben we echte voorbeelden van extreme natuurbranden geanalyseerd en besproken. Al met al is er een mooie stap gezet om ons internationaal weerbaarder te maken tegen extreme natuurbranden.”
Wildfire Data Portal bundelt meteorologische data en informatie over natuurbranden
De Wildfire Data Portal is ontwikkeld door wetenschappers en brandweerspecialisten samen. Het is een vrij toegankelijk platform dat meteorologische data en informatie over natuurbranden bundelt en beschikbaar stelt, met als doel om besluitvorming bij extreme natuurbranden te ondersteunen. In Wageningen konden de deelnemers het platform voor het eerst uitproberen. Hun feedback wordt gebruikt voor het definitieve ontwerp.
De portal helpt om extreme brandgedragingen beter te voorspellen, visualiseren en beheren. Naast ruwe data integreert het platform computermodellen en 3D-simulaties van branden, die zijn ontwikkeld door de leerstoel Meteorologie en Luchtkwaliteit van WUR. Zo ontstaat meer inzicht in hoe atmosferische omstandigheden het brandverloop beïnvloeden. “Onze modellen en simulaties helpen brandweermensen te begrijpen hoe de atmosfeer het brandgedrag beïnvloedt. Door wetenschap en praktijkervaring te combineren, kunnen we echt vooruitgang boeken in het beperken van risico’s bij extreme natuurbranden”, aldus Chiel van Heerwaarden, universitair hoofddocent aan WUR.
Afronding project
De opgedane inzichten, feedback en kennisuitwisseling tijdens de bijeenkomst worden meegenomen in de laatste fase van het project. Verhoeven: “Hierin wordt onder meer de ontwikkeling van de Wildfire Data Portal afgerond. Ook komt er een kennisdocument met richtlijnen en aanbevelingen om, met name tijdens de brandweerinzet, beter om te kunnen gaan met extreme natuurbranden. Het project wordt in december 2025 afgerond en opgeleverd, maar het werk op het gebied van extreme natuurbranden is daarmee nog niet afgerond. Daarom gaat het NIPV, samen met internationale partners, vanaf 2026 door met een nieuw project onder de naam ODET (= Open Decision Making System for Enhancing Europe’s Preparedness and Response Capacities to ExTreme Wildfires).”
Bekijk meer informatie over het EWED-project op de projectwebsite.
e.
,
Trügerische Ortsstraße – In Städten kaum weniger tödliche Autounfälle
„
Nauwelijks minder dodelijke auto-ongelukken in Duitse steden en dorpen
In tegenstelling tot op provinciale wegen is het aantal dodelijke slachtoffers onder inzittenden van personenauto’s in steden en dorpen de afgelopen tien jaar relatief weinig gedaald.In 2024 kwamen hier 151 automobilisten en passagiers om het leven bij ongevallen (2014: 181), naar schatting 900 raakten levensgevaarlijk gewond. Bijna de helft stierf bij ongevallen zonder andere betrokkenen. Dat blijkt uit een onderzoek van het onderzoeksbureau Unfallforschung der Versicherer (UDV) van het Duitse Verbond van Verzekeraars GDV (Gesamtverband der Deutschen Versicherungswirtschaft)
“Ongevallen vinden vaak plaats op dun bebouwde, weinig bereden wegen”, zegt UDV-directeur Kirstin Zeidler. Ze zijn zowel in kleine dorpen als in grotere steden te vinden, meestal buiten het centrum. Dit soort wegen lijken ongevaarlijk en verleiden tot te snel of onoplettend rijden. Slachtoffers van ongevallen verloren meestal de controle over de auto, vaak bij schemering, in het donker of bij nat weer, en liepen bij de botsing met obstakels dodelijke hoofd- of borstkasletsels op. “Dit soort ongevallen kennen we eigenlijk van landwegen”, aldus Zeidler. Daar sterven nog steeds de meeste automobilisten, maar met een duidelijkere daling (2014: 1.172, 2024: 845).
Ouderen bijzonder getroffen
In dorpen botsen slachtoffers niet alleen tegen bomen, maar ook tegen gebouwen, muren, masten of andere voertuigen. Ongeveer een op de vijf dodelijke slachtoffers in auto’s kwam om het leven bij een botsing met een andere auto, meestal een tegemoetkomende of kruisende auto. De overige 30% betrof ongevallen met meerdere voertuigen, voornamelijk personenauto’s.
Ouderen worden bijzonder getroffen door ernstige auto-ongelukken in de bebouwde kom: 42% van de dodelijke slachtoffers in 2024 was 70 jaar of ouder (2014: 29%). Zij zijn kwetsbaarder en reageren trager. Ongeveer een op de drie dodelijke ongevallen werd veroorzaakt door automobilisten van 75 jaar of ouder. De belangrijkste redenen hiervoor zijn leeftijdsgebonden fouten bij het rijden en voorrang geven, verkeerd gebruik van het voertuig, medische oorzaken, maar ook snelheid.
Rijstijl, infrastructuur en techniek zijn doorslaggevend
Dodelijke auto-ongelukken in bebouwde kom kunnen worden voorkomen. Hiervoor zijn rijbaanassistentiesystemen in auto’s nodig, die al bij stadssnelheden helpen om op de rijbaan te blijven. Momenteel zijn deze systemen alleen verplicht voor nieuwe voertuigen vanaf een snelheid van 70 km/u. Automobilisten moeten ook op wegen met weinig bebouwing het gaspedaal loslaten en aandachtig en voorzichtig rijden.
Belangrijk: snelheidscontroles en wegontwerpen die een aan de situatie aangepaste snelheid ‘afdwingen’, bijvoorbeeld door bochten of rotondes. Voor oudere automobilisten zijn vertrouwelijke, verplichte terugkoppelingsritten vanaf 75 jaar zinvol, zodat ze veiliger kunnen rijden. Last but not least zouden autofabrikanten standaard adaptieve gordel- en airbagsystemen moeten aanbieden, speciaal voor ouderen, die ernstige verwondingen verminderen, evenals assistentiesystemen die voertuigen stoppen in geval van een medisch noodgeval.
e.
,
Nachhaltigkeit
SFDR-Reform: EU will Nachhaltigkeitsinfos bei Versicherungen verständlicher machen
Die EU-Kommission hat einen Entwurf zur Überarbeitung der Offenlegungsverordnung (SFDR) veröffentlicht. Ziel ist es, Nachhaltigkeitsinformationen zu Finanzanlageprodukten, etwa kapitalbildenden Lebensversicherungen, deutlich zu vereinfachen und den Informationsgehalt für Versicherungsnehmer zu erhöhen.
Zuletzt aktualisiert: 20.11.2025
Lesedauer5min.
Artikel teilen:
„Heute kommen in vielen Fällen schon einmal 20 bis 30 Seiten zusammen“, sagt GDV-Hauptgeschäftsführer Jörg Asmussen. „Zukünftig werden alle relevanten Informationen einfach und verständlich auf maximal zwei Seiten zur Verfügung gestellt. Das ist ein großer Gewinn für Versicherte.“
Mehr Übersichtlichkeit und Aussagekraft für Versicherte
Mit der geplanten Reform werden die bislang umfangreichen und teils schwer verständlichen Nachhaltigkeitsinformationen bei Finanzprodukten auf das Wesentliche reduziert und übersichtlich strukturiert. Versicherte erhalten so künftig auf einen Blick Klarheit darüber, ob ein Produkt zur Erreichung ökologischer oder sozialer Ziele beiträgt.
Nachhaltiges Engagement der Branche wird besser sichtbar
Zudem sollen künftig alle Anbieter von Finanzprodukten auch Investitionen ausweisen dürfen, die zur Transformation in Richtung einer nachhaltigen Wirtschaft beitragen. Bislang ist dies nach den geltenden SFDR-Regeln nicht möglich. „Mit der Einbeziehung von ESG-Strategien und nachhaltigen Prozessen können künftig auch solche Anlagen berücksichtigt werden, die noch nicht alle Nachhaltigkeitskriterien erfüllen, aber bereits zur Transformation beitragen“, so Asmussen. „Das ist ein realistischer und fortschrittlicher Ansatz, der das nachhaltige Engagement der Branche besser abbildet.“
Versicherer begrüßen Reformansatz
Die Versicherer begrüßen diesen Reformansatz ausdrücklich. Verständliche Informationen sind die Voraussetzung dafür, dass nachhaltige Versicherungsprodukte in der Breite ankommen. „Wer nachhaltige Angebote sucht, soll künftig mühelos erkennen, welche Produkte nachhaltigen Mehrwert bieten. Die EU schafft damit die Grundlage für mehr Transparenz und bessere Vergleichbarkeit für Kundinnen und Kunden“, so Asmussen.
Sustainable Finance Disclosure Regulation
Die Offenlegungsverordnung (Sustainable Finance Disclosure Regulation, SFDR) ist ein zentrales Instrument der EU-Strategie für nachhaltige Finanzen. Sie ist seit 2021 anzuwenden und soll mehr Transparenz über Nachhaltigkeitsaspekte im Finanzsektor schaffen. Der Reformvorschlag der EU-Kommission wird nun im Europäischen Parlament und im Rat der EU beraten. Eine Verabschiedung der überarbeiteten SFDR wird im Laufe des Jahres 2026 erwartet. Inwieweit die nun vorgeschlagenen Erleichterungen in der Praxis von den Versicherern angewendet werden können, wird auch von der Ausgestaltung der später folgenden technischen Regulierungsstandards abhängen.
Duurzaamheid
SFDR-hervorming: EU wil duurzaamheidsinformatie bij verzekeringen begrijpelijker maken
De Europese Commissie heeft een ontwerp gepubliceerd voor de herziening van de openbaarmakingsverordening (SFDR). Het doel is om duurzaamheidsinformatie over financiële beleggingsproducten, zoals kapitaalvormende levensverzekeringen, aanzienlijk te vereenvoudigen en de informatie voor verzekeringnemers te verbeteren.
“Tegenwoordig zijn er in veel gevallen al 20 tot 30 pagina’s”, zegt Jörg Asmussen, algemeen directeur van de GDV. “In de toekomst zal alle relevante informatie eenvoudig en begrijpelijk op maximaal twee pagina’s worden verstrekt. Dat is een groot voordeel voor verzekerden.”
Meer duidelijkheid en zeggingskracht voor verzekerden
Met de geplande hervorming wordt de tot nu toe uitgebreide en deels moeilijk te begrijpen duurzaamheidsinformatie bij financiële producten teruggebracht tot de essentie en overzichtelijk gestructureerd. Verzekerden krijgen zo in de toekomst in één oogopslag duidelijkheid over de vraag of een product bijdraagt aan het bereiken van ecologische of sociale doelstellingen.
Duurzaam engagement van de sector wordt beter zichtbaar
Bovendien moeten alle aanbieders van financiële producten in de toekomst ook investeringen mogen rapporteren die bijdragen aan de transformatie naar een duurzame economie. Tot nu toe is dit volgens de geldende SFDR-regels niet mogelijk. “Door ESG-strategieën en duurzame processen mee te nemen, kan in de toekomst ook rekening worden gehouden met beleggingen die nog niet aan alle duurzaamheidscriteria voldoen, maar al wel bijdragen aan de transformatie”, aldus Asmussen. “Dat is een realistische en vooruitstrevende aanpak, die het duurzame engagement van de sector beter weergeeft.”
Verzekeraars verwelkomen hervormingsaanpak
De verzekeraars verwelkomen deze hervormingsaanpak uitdrukkelijk. Begrijpelijke informatie is een voorwaarde om duurzame verzekeringsproducten breed in de markt te zetten. “Wie op zoek is naar duurzame aanbiedingen, moet in de toekomst gemakkelijk kunnen zien welke producten duurzame meerwaarde bieden. De EU legt daarmee de basis voor meer transparantie en betere vergelijkbaarheid voor klanten”, aldus Asmussen.
Sustainable Finance Disclosure Regulation
De openbaarmakingsverordening (Sustainable Finance Disclosure Regulation, SFDR) is een centraal instrument van de EU-strategie voor duurzame financiering. Deze is sinds 2021 van toepassing en moet zorgen voor meer transparantie over duurzaamheidsaspecten in de financiële sector. Het hervormingsvoorstel van de Europese Commissie wordt nu besproken in het Europees Parlement en de Raad van de EU. De goedkeuring van de herziene SFDR wordt in de loop van 2026 verwacht.
Tot nu toe is dit volgens de geldende SFDR-regels niet mogelijk. “Door ESG-strategieën en duurzame processen mee te nemen, kan in de toekomst ook rekening worden gehouden met beleggingen die nog niet aan alle duurzaamheidscriteria voldoen, maar al wel bijdragen aan de transformatie”, aldus Asmussen. “Dat is een realistische en vooruitstrevende aanpak, die het duurzame engagement van de sector beter weergeeft.”
Verzekeraars verwelkomen hervormingsaanpak
De verzekeraars verwelkomen deze hervormingsaanpak uitdrukkelijk. Begrijpelijke informatie is een voorwaarde om duurzame verzekeringsproducten breed in de markt te zetten. “Wie op zoek is naar duurzame aanbiedingen, moet in de toekomst gemakkelijk kunnen zien welke producten duurzame meerwaarde bieden. De EU legt daarmee de basis voor meer transparantie en betere vergelijkbaarheid voor klanten”, aldus Asmussen.
t. In hoeverre de nu voorgestelde versoepelingen in de praktijk door de verzekeraars kunnen worden toegepast, zal ook afhangen van de invulling van de later te volgen technische reguleringsnormen.
In hoeverre de nu voorgestelde versoepelingen in de praktijk door verzekeraars kunnen worden toegepast, hangt ook af van de invulling van de
Financial Stability Board onderzoekt cyberweerbaarheid in Nederland
De Financial Stability Board (FSB) prijst de manier waarop de Nederlandse financiële autoriteiten omgaan met cyberweerbaarheid in de financiële sector. Dat blijkt uit een onderzoek van de FSB dat vandaag ( vrijdag 21 november) is gepubliceerd. De Nederlandse aanpak is geavanceerd, tegelijkertijd vraagt een snel ontwikkelende wereld om blijvende aandacht. De FSB doet daarom ook drie aanbevelingen.
In haar onderzoek benadrukt de FSB dat Nederland internationaal een voorbeeldfunctie vervult. Zo wijst de organisatie op een sterke traditie van samenwerking en informatie-uitwisseling, zowel tussen de Nederlandse financiële autoriteiten onderling als met de financiële sector. Het rapport verwelkomt daarnaast de toonaangevende initiatieven op het gebied van cyberweerbaarheidstesten (zoals TIBER en ART), die helpen om kwetsbaarheden bij instellingen bloot te leggen.
Ook zorgt het bestaan van een nationale crisisstructuur voor snelle coördinatie bij grote verstoringen. De FSB geeft aan dat er in het toezicht veel aandacht is geweest voor cyber hygiëne maatregelen. De door DNB uitgevoerde onderzoeken en opvolging van de uitkomsten verkleinen de kans dat een aanval zal leiden tot een verstoring. In haar rapport apprecieert de FSB dat banken, gestimuleerd door DNB, scenario’s van cyberincidenten hebben opgenomen in stress testen om de benodigde kapitaalbuffers vast te stellen.
Aanbevelingen
Tegelijkertijd benadrukt de FSB dat continue innovatie en samenwerking cruciaal zijn om de financiële stabiliteit te blijven waarborgen in een snel ontwikkelende wereld. Het rapport doet daartoe drie aanbevelingen. Allereerst, het regulier evalueren en optimaliseren van overlegstructuren voor informatie-uitwisseling tussen autoriteiten en de financiële sector. Ten tweede, het verder stimuleren van het gebruik van ART cyberweerbaarheidstesten bij financiële instellingen. Tot slot, het nader analyseren van kritieke derde partijen op nationaal niveau.
DNB verwelkomt het FSB rapport, dat een uitgebreid overzicht geeft van de nationale aanpak op dit thema, en zal in samenspraak met de betrokken autoriteiten zorgdragen voor opvolging van de aanbevelingen.
Naturgefahren
„Wir hinken dem Klimawandel in der Anpassung hinterher“
Wie verändert der Klimawandel Naturgefahren wie Sturm, Hagel und Starkregen? Mit welchen Folgen für menschliche Siedlungen, für Wohnen, Wohngebäude und -infrastruktur? Welche Chancen bieten sich, welche Konflikte gibt es? Ein Gespräch mit Klimafolgenforscher Fred Hattermann.
Zuletzt aktualisiert: 18.11.2025
Lesedauer9min.
Artikel teilen:
Herr Hattermann, wie gut ist Deutschlands Baukultur auf zunehmende Wetterextreme eingestellt?
Prof. Fred Hattermann: Nicht gut. Wir hinken dem Klimawandel in sehr vielen Bereichen in der Anpassung hinterher, das betrifft auch die Bauleitplanung und -ausführung.
Was erwartet uns denn?
Hattermann: Wir sind global immer noch auf dem schlimmsten Emissionspfad. Deutschland liegt schon jetzt zwei Grad über der Temperatur des vorindustriellen Zeitalters, schon in 24 Jahren können es drei bis vier Grad sein. Der Osten und Nordosten werden trockener, es gibt extreme Hochwasser wie 2021 an der Ahr oder 2013 an der Elbe. Die Wetterextreme nehmen weiter zu, weil sich mit der Erderwärmung unser Wasserkreislauf verändert und weil Wetterlagen länger über einer Region verharren.
Welche Risiken verstärken sich vor allem?
Hattermann: Das betrifft im Grunde alle. Weil die wärmer werdende Luft mehr Wasser aufnehmen kann, regnet es intensiver und häufiger. Unseren Berechnungen nach hat sich das Hochwasserrisiko an der Donau etwa verdoppelt. Was früher ein 100jähriges Hochwasser war, kann jetzt mit statistischer Wahrscheinlichkeit alle 50 Jahre auftreten. Auch kleinräumige Ereignisse wie Starkregen werden intensiver. Mit potenziell verheerenden Folgen.
Welche Folgen?
Hattermann: Regnet es beispielsweise im Mittelgebirge in ein Tal, können Wasser, Schlamm und Gerölllawinen ganze Dörfer überschwemmen. Unter Brücken verkanten sich mitgeschwemmte Stämme oder Ähnliches, sodass das Wasser sich staut, oder die Brücke wird niedergerissen. Damit kann auch der ganze Ort von der Außenwelt, auch von Hilfe, abgeschnitten sein.
Was ist mit Stürmen und Hagel?
Hattermann: Größere Unsicherheit besteht bei den Stürmen. Nach verschiedenen Projektionen werden Stürme eventuell intensiver, aber wahrscheinlich nicht häufiger auftreten. Auch Hagelereignisse werden wahrscheinlich häufiger und intensiver – das gefährdet neben Menschen vor allem Hausdächer, Solaranlagen, Fahrzeuge.
Zur Person
Prof. Fred Hattermann ist stellvertretender Leiter der Forschungsabteilung II – Klimaresilienz und der Arbeitsgruppe Hydroklimatische Risiken am Potsdam-Institut für Klimafolgenforschung. Darüber hinaus ist er Honorarprofessor an der Hochschule für nachhaltige Entwicklung Eberswalde.
Auch die Hitze nimmt zu …
Hattermann: Ja, auch in Deutschland werden wir noch mehr Hitzetage über 30 Grad und mehr tropische Nächte über 20 Grad haben. Das ist eine Belastung vor allem für vulnerable Menschen und für all diejenigen, die im Freien arbeiten. Hitze und Dürre bedeuten auch ein erhöhtes Feuerrisiko, für Gebäude, für die Landwirtschaft, für den Wald. Wir erwarten auch in den wärmer werdenden Wintern mehr Niederschlag. Das wird nicht immer Schnee sein, aber es kann auch Schnee sein, der auf die Hausdächer drückt. Durch das Auftauen des Permafrostbodens kommt es in Gebirgen zu Hangrutschungen, wie wir sie beispielsweise im vergangenen Sommer in der Schweiz erlebt haben.
Werden die Schäden an Gebäuden und Infrastruktur also steigen?
Hattermann: Wenn die Einzelereignisse mehr und häufiger werden, dann gibt es auch mehr kombinierte Ereignisse, also zum Beispiel Starkregen verbunden mit einem Flusshochwasser. Die Stadt, über die auch der Starkregen geht, entwässert aber in den Fluss. Also staut sich das Wasser in der Stadt zusätzlich …Oder, wenn nach langer Trockenheit Starkregen fällt. Den kann der ausgedörrte Boden schlecht aufnehmen. Es kommt zu Überschwemmung, zu Hangrutschen.
Was bedeutet das nun für die Baukultur – gegenwärtig und auch perspektivisch?
Hattermann: Beim Bauen geht es ja in erster Linie um die Statik. Für alle Bauten – ob Deiche, Brücken oder Wohngebäude. Die Berechnungen für das Überschwemmungsrisiko beispielweise sind auf ein Bemessungshochwasser, zum Beispiel das 100-jährliche Hochwasser, ausgelegt. Diese Berechnungen sind nicht mehr ausreichend, sie müssen dringend überarbeitet werden. Es gibt einzelne Bundesländer, die das schon tun. Bayern und Baden-Württemberg legen beispielsweise beim Deichbau 15 Prozent Klimafaktor obendrauf.
Betreffen diese überholten Berechnungen auch andere Gebäude und Infrastruktur?
Hattermann: Ja, ein anderes Beispiel: Die Drainierung von Parkplätzen entspricht nicht mehr den Mengen an Starkregen, die zu erwarten sind. Das gilt ebenso für Hausdächer. Der Klimawandel stellt unsere komplette Infrastruktur vor neue Herausforderungen.
„Noch immer wird zu viel in Hochwasserrisikogebieten gebaut. Weil es billiger ist. Oder weil es schön ist, direkt am Fluss zu wohnen.“
Was ist zu tun?
Hattermann: Das eine ist: Veränderte Risiken in der Bauleitplanung zu berücksichtigen. Im Grunde müssen diese Risiken für alle Bauten und für die Infrastruktur, nicht nur für die kritische Infrastruktur, von Fachleuten neu berechnet werden. Das gilt für alle Naturgefahren. Das Zweite ist: Wo wird gebaut? Noch immer wird zu viel in Hochwasserrisikogebieten gebaut. Weil es billiger ist. Oder weil es schön ist, direkt am Fluss zu wohnen. Da brauchen wir strikte Verbote, weil das Besitz und Leben gefährdet. Das Dritte: Viele Städte und Gemeinden haben Klimaanpassungspläne. Doch was davon ist wirklich schon umgesetzt? Es fehlt in vielen Bereichen und Regionen Konsequenz und Tempo. Wir brauchen flächendeckende Klimaresilienz.
Welche Modelle baulicher Anpassung kennen Sie?
Hattermann: Wir propagieren die Schwammstadt, weil sie hochwasserresilient ist, vor Hitze schützt und gleichzeitig zu einem guten Klima beiträgt. Denn es ist teurer, sich an die steigende Erderwärmung anzupassen, als sie zu begrenzen. Insofern sind alle Projekte wichtig, die Klimaanpassung mit Klimaschutz verbinden. Viele deutsche Städte, etwa Berlin, Hamburg oder Hannover, bauen neue Wohnquartiere als Schwammquartiere: mit Versickerungsflächen für Regenwasser, mit Dach- und Fassadenbegrünung für gute Luft und gute CO2-Bilanz. Das Schwammprinzip lässt sich auch auf einzelne Wohngebäude und Grundstücke anwenden. Wo es aber naturgemäß langsamer vorangeht, ist bei der schon bestehenden Bausubstanz.
Länder wie die Niederlande verlegen Wohnquartiere aufs Wasser, weil schwimmende Häuser hochwasserresilient sind. Sind diese Wohnquartiere auch Modelle für Deutschland?
Hattermann: Schon, doch nur für einen kleinen Teil der Menschen. Die Wasserflächen sind ja begrenzt und Sie können nicht eine ganze Stadt in schwimmende Gebäude auf den Fluss umsiedeln.
Konkurrieren Stadtplanung, Wohnungsbau und Klimaanpassung um Flächen?
Hattermann: In der Praxis ist das bisher noch so. Und noch immer versiegelt Deutschland täglich zu viele neue Flächen für Siedlung und Verkehr. Diese Flächen gehen als Freiflächen für Vegetation und Artenvielfalt, also für Klimaschutz, und als Versickerungsflächen verloren. Auch hier ist die Schwammstadt ein gutes Beispiel, weil sie grüne Versickerungsflächen in die Wohn-quartiere integriert.
Was braucht es noch?
Hattermann: Neue Baumaterialien und den Mut, sie einzusetzen. Holz ist ein gutes nachhaltiges Baumaterial, es ist ein nachwachsender Rohstoff und es bindet viel CO2. Oder schauen Sie sich die verglasten Fassaden von Hochhäusern an. Bei hohen Temperaturen sind das Hitzefallen. Das lässt sich mit anderen Materialien beheben. Da muss auch noch viel erforscht werden.
Mit welchem Ziel?
Hattermann: Von vielen Materialien wissen wir noch gar nicht, wie sie auf Wetterextreme reagieren. Ja, wir kennen verflüssigten Asphalt bei Hitze oder sich ausdehnende Schienen. Doch was ist, wenn sich bei Hitze auch Stromkabel ausdehnen, durchhängen und zur Gefahr werden? Und: Wie lassen sich diese resilient gestalten? Das betrifft auch Bauten. Neubauten lassen sich von Beginn an klimaresilient gestalten. Doch was ist mit Bestandsbauten?
Was gehört neben angepasster Infrastruktur und Wohnkultur noch zu einer stabilen Klimaresilienz?
Hattermann: Das System der Vorwarnungen vor Katastrophen, das Management im Katastrophenfall. Bei der schweren Ahrtal-Flut 2021 haben wir die Lücken gesehen. Und: Die Menschen müssen aufgeklärt werden, was sie bei Vorwarnungen machen müssen, und auch danach handeln. Wenn Häuser bei Hochwasser evakuiert werden müssen, dann sollten die Menschen ihre Häuser auch verlassen, um ihr Leben nicht zu gefährden.
Naturgefahrenreport
Das Interview stammt aus dem aktuellen Naturgefahrenreport des GDV. Den vollständigen Report können Sie sich hier herunterladen.
Ein Datenservice ergänzt den Naturgefahrenreport. Differenzierte Grafiken, Tabellen und Karten belegen die Schäden durch Naturgefahren an Gebäuden, Hausrat, Kraftfahrzeugen, Gewerbe, Industrie und Landwirtschaft. Den Datenservice finden Sie hier.
Ontwikkelingen in de retail-, consumenten- en recreatie-industrie
PwC Consumer Markets M&A Deals nieuwsbrief oktober 2025
- Publicatie
- 20 nov 2025
Share
Het derde kwartaal van dit jaar werd afgesloten met in totaal 286 deals; een daling van vijftig deals ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Met 102 deals was de dealactiviteit in september wel in lijn met september 2024 en de vooruitzichten voor het laatste kwartaal van 2025 en 2026 zijn positief.
Duurzaamheid krijgt een steeds belangrijkere, maar ook complexere rol binnen M&A. Dealmakers versterken hun rendement steeds vaker door een aangescherpte due- diligenceaanpak die rekening houdt met financiële risico’s én kansen rondom duurzaamheid. Maar hoe pakken ze dat aan? Onze studie ‘Quantifying the factors that drive value creation’ beschrijft vier belangrijke succesfactoren.
De dealactiviteit in september telde 102 deals. Enkele opvallende transacties zijn:
- De overname van Stone Fashion Brands BV door Scope Capital Advisory AB.
- De verkoop van Viterra’s graan- en oliezaadactiviteiten in Polen en Hongarije aan Louis Dreyfus Company.
- De overname van Marcolin door VSP Vision.
De meest actieve sector in september (op basis van aantal deals) was sport & recreatie met vijftien deals, waaronder:
- TDR Capital LLP nam David Lloyd Leisure Group Ltd over,
- Finanz Infra AG nam Weisse Arena AG over, en
- JPMorgan Chase & Co nam Inacua Centr Depor Slu over.
Download
Lees meer in de oktober-editie van onze maandelijkse nieuwsbrief
.
.
- Lloyd’s confirms Council membership updates following elections
Lloyd’s, the world’s leading insurance and reinsurance market for global risk, today announced changes to its Council membership following elections to fill two working member vacancies.
The changes to Lloyd’s Council are as follows:
- Richard Dudley has been re-elected
- Duncan Dale has been elected
This election cycle comes as Andrew Brooks steps down after nine years as a working member on the Council of Lloyd’s, including as a Deputy Chair since 2023. All new terms of office will commence on 1 February 2026.
Richard Dudley is currently Group Chief Broking Officer at BMS Group. He was first elected as a member of the Society in 2012 and joined the Council of Lloyd’s in 2023. He is also President of the Insurance Institute of London, and Chair of Lloyd’s Technology and Transformation Committee.
Duncan Dale is the founder and CEO of Dale Underwriting Partners. He was first elected as a member of the Society in 2014. Duncan is a board member and Executive Committee Chair of Dale Partners Group Limited, and member of the LMA Board.
“This year’s Council election was extremely competitive, with three outstanding candidates competing for the two open positions. I would like to thank all candidates for their dedication to the electoral process over the past weeks.
“Richard’s re-election is a testament to the significant value he brings to the Council, and I look forward to Duncan contributing the deep expertise he has gained over more than 40 years in the industry.
“Finally, I extend my heartfelt thanks to Andrew Brooks, who has served with distinction during his tenure on Council, offering wise counsel, sound Classification: Confidential judgement and deep market insight. I am particularly grateful for his support during my first months as Chair.”
Lloyd’s Chair, Sir Charles Roxburgh
Lloyd’s bevestigt wijzigingen in het lidmaatschap van de Raad na verkiezingen
Lloyd’s, ’s werelds toonaangevende verzekerings- en herverzekeringsmarkt voor mondiale risico’s, heeft vandaag wijzigingen in het lidmaatschap van de Raad bekendgemaakt na verkiezingen om twee vacatures voor werkende leden te vervullen.
De wijzigingen in de Raad van Lloyd’s zijn als volgt:
Richard Dudley is herkozen.
Duncan Dale is gekozen.
Deze verkiezingscyclus komt op het moment dat Andrew Brooks aftreedt na negen jaar als werkend lid van de Raad van Lloyd’s, waaronder als vicevoorzitter sinds 2023. Alle nieuwe ambtstermijnen gaan in op 1 februari 2026.
Richard Dudley is momenteel Group Chief Broking Officer bij BMS Group. Hij werd in 2012 voor het eerst verkozen als lid van de Society en trad in 2023 toe tot de Raad van Lloyd’s. Hij is tevens voorzitter van het Insurance Institute of London en voorzitter van het Technology and Transformation Committee van Lloyd’s.
Duncan Dale is de oprichter en CEO van Dale Underwriting Partners. Hij werd in 2014 voor het eerst verkozen als lid van de Society. Duncan is bestuurslid en voorzitter van het uitvoerend comité van Dale Partners Group Limited en lid van het bestuur van de LMA.
“De verkiezingen voor de Raad waren dit jaar bijzonder competitief, met drie uitstekende kandidaten die streden om de twee openstaande posities. Ik wil alle kandidaten bedanken voor hun inzet tijdens het verkiezingsproces van de afgelopen weken.
“De herverkiezing van Richard is een bewijs van de grote waarde die hij voor de Raad heeft, en ik kijk ernaar uit dat Duncan zijn diepgaande expertise, die hij in meer dan 40 jaar in de sector heeft opgedaan, zal inbrengen.
Tot slot wil ik Andrew Brooks hartelijk bedanken voor zijn uitstekende werk tijdens zijn ambtstermijn in de Raad, waarin hij wijs advies, gezond verstand en diepgaand marktinzicht heeft geboden. Ik ben hem bijzonder dankbaar voor zijn steun tijdens mijn eerste maanden als voorzitter.”
Lloyd’s-voorzitter, Sir Charles Roxburgh
Een bijzondere waardering voor de jubilarissen van 2025
Auteur: NIVRE
NIVRE
Op 11 november jongstleden werden de jubilarissen feestelijk in het zonnetje gezet. Voorzitter Klaas Brand en directeur Susan Mogony trakteerden hen op een gezamenlijke lunch, een warme toespraak en een mooie bos bloemen. Daarnaast ontvingen zij een bijzonder insigne: een zilveren speldje. Een heuglijk moment, want niet iedere expert die 25 jaar is ingeschreven, komt hiervoor in aanmerking.
Het zilveren insigne wordt uitsluitend toegekend aan NIVRE-experts die zich 25 jaar onafgebroken hebben gehouden aan de verplichtingen van het Register: onbesproken gedrag en het permanent bijhouden van kennis en vaardigheden.
Dat betekent ook dat experts die tussentijds — om welke reden dan ook — tijdelijk zijn uitgeschreven, geen recht hebben op het insigne. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer de normenverklaring niet tijdig is ondertekend, een klacht gegrond is verklaard of de vereiste PE-punten niet zijn behaald.
Sommige jubilarissen uit de branches Motorvoertuigen en Marine ontvingen hun speldje al eerder, namelijk in het bijzijn van hun vakgenoten, tijdens een seminar van hun eigen branche. En sommigen konden helaas niet bij de lunch aanwezig zijn. Zij ontvangen het speldje per post.
Trotse mijlpaal
Met de uitreiking aan maar liefst 29 jubilarissen (waarvan twee liever niet met naam en toenaam genoemd willen worden dus ja, je telling klopt) staat de teller inmiddels op 353 NIVRE-experts die het zilveren speldje mogen dragen. Een prachtige erkenning voor jarenlange inzet, professionaliteit en vakmanschap.
De jubilarissen van 2025 zijn:
Brand
- Willem de Beurs
- Rene Douw
- Rembrand Duindam
- Arno de Jong
- Harald Lanting
- Frido Leendertse
- Ingrid Scholten
- Hermi Schoolkate-Meijer
- Jack Schoonen
- Mark Verheij
Marine
- Marcel Beljaars
Motorvoertuigen
- Jeroen den Bak
- Jan Boot
- André van den Burg
- Jan Dekkers
- Jan Hartman
- Bastian Koman
- Hans Kuijs
- Aris van Reenen
- Anco Sangers
- Frits van Wijk
Personenschade
- Marianne Audenaerde-van Putten
- Mark van Dijk
- Ton van Gool
- Marga Heijink-van Welij
- Michel Klein Overmeen
- Arjan van Ooijen
,











