De traditionele eindejaarsdrukte breekt zo langzamerhand weer aan met bijeenkomsten, prolongaties, het zorgverzekeringsseizoen en hypotheken die nog net voor het einde van het jaar gepasseerd moeten worden. En alsof dat allemaal nog niet genoeg is, staan eind deze maand óók de Tweede Kamerverkiezingen voor de deur. Kortom, het zijn weer enerverende tijden.
In de aanloop naar die verkiezingen krijg ik regelmatig de vraag wat de inzet is van Adfiz. Hoe kijken we aan tegen partijvoorstellen om de hypotheekrenteaftrek versneld af te bouwen? Wat vinden we van de wens van partijen om het eigen risico bij zorgverzekeringen te verlagen? En niet te vergeten: wat denken we van de ideeën die vrijwel alle partijen hebben om de regeldruk aan te pakken – of juist, onbedoeld, te vergroten. En zo zijn er nog wel wat voorbeelden te noemen.
Het zijn stuk voor stuk belangrijke onderwerpen die ook nog eens verstrekkende gevolgen kunnen hebben. Maar het is óók goed om te beseffen dat het – in ieder geval nu nog – slechts ideeën, voorstellen en wensen van politieke partijen in verkiezingstijd zijn. En daarmee wil ik het nut van vooruitkijken niet bagatelliseren, want als branchevereniging zijn we altijd bezig met middellange termijnstrategie, maar nú, in verkiezingstijd, is dat het toneel van de politiek. En dan focus ik me liever op wat op dit moment concreet speelt. Want ook al is het huidige kabinet demissionair en is de Kamer sinds afgelopen vrijdag met verkiezingsreces; dat geldt niet voor de toezichthouder, ministeries en overige stakeholders. Daar wordt gewoon doorgewerkt aan het huidige beleid en dáár is onze inzet continu nodig.
Gesprekken met EZ en SZW
Zo waren we afgelopen maand bij het ministerie van Economische Zaken om te praten over de verstikkende hoeveelheid aan regels waar advieskantoren mee te dealen hebben. Want uit onderzoek van datzelfde ministerie blijkt dat onze sector de hoogste regeldrukkosten per fte kent van alle onderzochte MKB-sectoren. Maar liefst 77% daarvan komt voort uit sectorspecifieke regels. En die raken een veelheid aan thema’s: van remuneratieregels zoals het bonusplafond tot anti-witwasregels en van vakbekwaamheidseisen als de dubbele PE-eis tot actieve provisietransparantie. Het demissionaire kabinet presenteerde eerder deze maand een concrete aanpak voor regelreductie en het is belangrijk dat de nieuwe regering verder gaat op de ingeslagen weg. Daar blijven we dus bovenop zitten, ook na de verkiezingen.
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) spraken we over de Wtp-transitie. Vóór 1 januari 2028 moeten pensioenregelingen Wtp-proof zijn gemaakt. Rekening houdend met de wettelijke uiterste datum voor het indienen van een transitieplan betekent dit dat de akkoorden van werkgevers (en werknemers) zo rond de zomer van 2027 binnen moeten zijn, en liefst nog eerder. Dat lijkt nog ver weg, maar is dichterbij dan je denkt. Gelet op de beschikbare adviescapaciteit én de capaciteit bij verzekeraars houdt dit in dat werkgevers in 2026 écht in beweging moeten zijn. Met het ministerie zijn we hierover in gesprek en onderzoeken we hoe we samen met werkgeversorganisaties en vakbonden alle werkgevers kunnen activeren om tijdig de pensioenregeling over te zetten.
En verder zijn we – om nog een paar thema’s te benoemen – in gesprek met het ministerie van VRO, over funderingsproblematiek. Met het ministerie van SZW, over de BAZ. En met de ministeries van Justitie en Veiligheid en Financiën, over witwassen.
Waarover we niet, met welk ministerie dan ook, in gesprek zijn, is de discussie rondom de versnelde afbouw of uitfasering van de hypotheekrenteaftrek. Puur om de eenvoudige reden dat het op dit moment niet meer zijn dan ideeën en voorstellen van partijen in verkiezingstijd. Vind ik daar dan niets van? Natuurlijk wel! En iedereen die mij een beetje kent, weet ook dat ik er het type niet naar ben om mijn mening niet te verkondigen. Maar dan wel op de juiste manier en in de juiste, inhoudelijke context. Want óf besloten wordt om de hypotheekrenteaftrek verder aan te pakken, is aan de politiek en daar meng ik me niet in. Maar áls daartoe besloten wordt, dan alsjeblieft wél op een verstandige manier en met eerlijke argumenten. Want wat je ook vindt van afbouwen of afschaffen van de hypotheekrenteaftrek; het is geen oplossing voor de krapte op de woningmarkt.”