| Verzekeraars moeten overschakelen op een verplicht Liquidity Risk Management Plan. Dit omvat stresstesten, extra buffers en strenger toezicht om financiële stabiliteit te waarborgen. In een whitepaper licht KPMG toe waarom deze verandering noodzakelijk is en organisaties zich kunnen voorbereiden op deze nieuwe realiteit. |
De afgelopen jaren hebben verzekeraars steeds meer geïnvesteerd in illiquide activa om hun rendement te verbeteren en hun portefeuilles te diversifiëren in een omgeving met lage rentetarieven. De scherpe stijging van de rentetarieven heeft het risicolandschap echter veranderd. Langere exit-horizons, onzekerheid over waarderingen en een grotere blootstelling aan particuliere markten stellen nu het vermogen van verzekeraars om hun liquiditeit effectief te beheren op de proef. Wat ooit een strategische investeringskeuze was, is nu een regelgevingskwestie geworden, wat heeft geleid tot een verschuiving in de verwachtingen van toezichthouders op het gebied van stresstests, liquiditeitsmonitoring en buffers, en toezicht op groepsniveau.
Een nieuw hoofdstuk voor liquiditeitsrisicomanagement
Tot nu toe werd liquiditeitsrisico behandeld onder Pijler 2 van Solvency II door middel van interne governancemechanismen, cashflowmonitoring en de eigen risico- en solvabiliteitsbeoordeling (ORSA). Deze benaderingen misten een gestandaardiseerd kader en legden geen expliciete kapitaalvereisten op. De introductie van het liquiditeitsrisicobeheerplan (LRMP) in het ontwerp van de technische reguleringsnormen (RTS) betekent een belangrijke evolutie. Het transformeert liquiditeitsrisico van een perifere governancekwestie tot een centrale prioriteit voor de regelgever.
Belangrijkste wijzigingen in het liquiditeitsriskmanagementplan
Het LRMP wordt een formeel, verplicht onderdeel van de riskmanagementsystemen van verzekeraars. Verzekeraars zijn verplicht om hun liquiditeitspositie periodiek te beoordelen, zowel onder normale omstandigheden als in stresssituaties.
Dit omvat het voorspellen van inkomende en uitgaande kasstromen op korte, middellange en lange termijn, waarbij het laatste vereist is op verzoek van de toezichthouder. Stresstests zijn niet langer optioneel; ze moeten worden opgenomen in het LRMP om te beoordelen of de verzekeraar in staat is om aan zijn verplichtingen te voldoen in ongunstige scenario’s.
Een andere belangrijke wijziging is de verplichting voor verzekeraars om liquiditeitsrisico-indicatoren te definiëren en bij te houden. Deze indicatoren moeten worden afgestemd op het specifieke risicoprofiel van de verzekeraar en worden gemotiveerd in het LRMP. Hierdoor komt er meer nadruk te liggen op transparantie en verdedigbaarheid bij het monitoren van liquiditeitsrisico’s.
Het toepassingsgebied van het LRMP wordt ook uitgebreid tot buiten het niveau van de entiteit, zodat het ook liquiditeitsbeoordelingen op groepsniveau omvat. Verzekeraars kunnen niet langer uitsluitend vertrouwen op kasstromen binnen de groep om de liquiditeit van gelieerde entiteiten te beheren. Dit leidt tot nieuwe beperkingen op de interne kapitaalmobiliteit en vereist een meer gedetailleerd inzicht in de liquiditeit binnen de groepsstructuur.
Verwachtingen van EIOPA ten aanzien van liquiditeitsbuffers
Een hoeksteen van het herziene LRMP is de verwachting dat verzekeraars een liquiditeitsbuffer aanhouden. Deze buffer moet bestaan uit hoogwaardige liquide activa die voldoende zijn om tekorten tussen verwachte inkomsten en uitgaven te dekken, met name in stresssituaties.
De EIOPA verwacht van verzekeraars dat zij het niveau en de kwaliteit van deze activa monitoren, potentiële verliezen als gevolg van gedwongen verkoop van activa – gewoonlijk haircuts genoemd – kwantificeren en ervoor zorgen dat de buffer aansluit bij hun bedrijfsmodel en risicotolerantie.Deze formalisering van liquiditeitsbuffers versterkt de verschuiving van passief liquiditeitsbeheer naar proactieve veerkrachtplanning.
Toezichthoudende bevoegdheden
Als aanvulling op het LRMP introduceert het meest recente consultatiedocument van EIOPA, Guidelines on supervisory powers to remedy liquidity vulnerabilities (Richtlijnen inzake toezichthoudende bevoegdheden om liquiditeitskwetsbaarheden te verhelpen), gepubliceerd op 9 oktober 2025, een gestructureerd escalatiekader voor toezichthouders om in te grijpen wanneer liquiditeitskwetsbaarheden worden geconstateerd. Volgens het voorgestelde kader zullen verzekeraars corrigerende maatregelen moeten voorstellen wanneer er materiële liquiditeitsrisico’s ontstaan.
Als deze maatregelen ontoereikend blijken, kunnen toezichthouders aanvullende maatregelen opleggen, zoals verbeterd bestuur, gerichte stresstests of versterkte liquiditeitsbuffers. De richtsnoeren introduceren ook criteria voor het activeren van toezichthoudende bevoegdheden – op basis van toekomstgerichte beoordelingen en de resultaten van stresstests – en stellen de voorwaarden vast waaronder aflossingsrechten tijdelijk kunnen worden opgeschort, strikt als laatste redmiddel. Samen betekenen deze maatregelen een verschuiving van passief toezicht naar actieve interventie, waardoor de bescherming van polishouders en de financiële stabiliteit in de Europese verzekeringssector worden versterkt.
Waarom verzekeraars nu moeten handelen
Nu EIOPA de toekomstige vorm van liquiditeitsrisicobeheer heeft geschetst, worden verzekeraars aangemoedigd om hun kaders in overeenstemming te brengen met de komende vereisten. Dit omvat het identificeren van betrouwbare gegevensbronnen, het ontwerpen van relevante stressscenario’s en het formaliseren van governanceprocessen. Snel handelen zorgt niet alleen voor naleving, maar versterkt ook de liquiditeitsveerkracht en ondersteunt strategische activaspreiding in een steeds volatielere marktomgeving.Als u uw huidige liquiditeitskader wilt beoordelen of ondersteuning nodig hebt bij het ontwerpen van een toekomstbestendig LRMP, neem dan contact met ons op.











