De recente versterking van haar milieuambities door de IMO luidt een belangrijk keerpunt in voor de scheepvaartsector en bijgevolg een grotere impact op maritieme verzekeraars. In zijn workshop ter afsluiting van de jaarlijkse conferentie van de International Union of Marine Insurance (IUMI) in Edinburgh, Schotland, zet president Frédéric Denèfle de context uiteen:
“IUMI verwelkomt de recente aankondiging van de IMO dat de broeikasgasemissies van schepen verder zullen worden verminderd. Nieuwe doelstellingen vereisen een net-zero uitstoot tegen 2050, met een reductie van 20 tot 30% in 2030 en een reductie van 70 tot 80% in 2040 ten opzichte van het basisscenario van 2008. Om dit te bereiken zal de industrie een reeks onmiddellijke maatregelen moeten nemen, gevolgd door tussentechnologieën en, ten slotte, een technologische verschuiving op de lange termijn. Het is verheugend om te zien dat toonaangevende reders, ondersteund door bevrachters, al de eerste stappen hebben gezet en sommigen baanbrekend hun weg hebben gevonden naar een vroegtijdige decarbonisatie.”
Hij ging verder: “Voor de maritieme verzekeringsgemeenschap is het van cruciaal belang dat we gelijke tred houden met alle komende veranderingen en innovaties, zodat we elk risico volledig begrijpen, zodat we reders kunnen ondersteunen bij het verminderen van de risico’s van hun nieuwe activiteiten. Dit omvat onder meer het garanderen van de voortdurende veiligheid van onze bemanningen op zee, hun opleiding en hun welzijn; evenals de veiligheid van de schepen zelf en hun lading.”
De afgevaardigden begrepen dat het transitieproces al was begonnen met een snelle beweging naar digitalisering van de toeleveringsketen om operationele efficiëntie te introduceren, samen met de introductie van een verscheidenheid aan energiebesparende apparaten aan boord, zoals routeoptimalisatie en energiebesparende innovaties op het gebied van propeller/romp. Als tussenoplossing adopteerden sommige reders LNG dual-fuel, biobrandstoffen en windondersteunde voortstuwing. Op de langere termijn kunnen emissievrije voortstuwingsopties onder meer ammoniak, waterstof of methanol zijn. Elk van deze nieuwe technologieën zou aanleiding geven tot een nieuwe reeks risico’s die maritieme verzekeraars zullen moeten verzekeren. Naarmate de transitie vordert, zullen retrofits plaatsmaken voor nieuwbouw, wat wederom aanleiding geeft tot nieuwe soorten risico’s.
Met nieuwe innovaties en een veranderend risicoprofiel wordt de behoefte aan verbeterde informatie van cruciaal belang”, aldus Frédéric Denèfle. “Het zal belangrijk zijn voor verzekeraars om gegevens over ESG-, economische en technische prestaties te ontvangen en te analyseren. In het verleden vertrouwden we op historische informatie en statistieken, maar tegenwoordig zijn realtime, dynamische gegevens zoals weers-, geopolitieke, regelgevende, route- en motorinformatie allemaal voor ons beschikbaar.”
Hij vervolgt: “We moeten hiervan profiteren, zoals sommige verzekeraars al doen, om ervoor te zorgen dat onze dekking relevant blijft. Het verzamelen van een reeks nieuwe gegevens uit nieuwe en alternatieve bronnen zal van cruciaal belang zijn en de truc zal zijn om systemen in te voeren waarmee maritieme verzekeraars inzicht kunnen krijgen in wat zij ontvangen en dit kunnen toepassen op hun risicoportefeuilles. Voorspellend riskmanagement en verbetering van de risicokwaliteit zullen onvermijdelijk leiden tot een grotere duurzaamheid en winstgevendheid van onze sector”.
Positief hoorde de conferentie dat de belangrijkste risico’s die waarschijnlijk zullen voortkomen uit de introductie van nieuwe broeikasgastechnologieën nieuwe gevaren aan boord zouden omvatten; een complex portfolio van broeikasgasemissies; de introductie van nieuwe technologiesystemen; en een herbalancering van de reisdynamiek en charterstrategieën.
Frédéric Denèfle concludeert tot slot: “Een van onze sprekers zegt dat transformatie gepaard gaat met het nemen van risico’s en het doen van investeringen in nieuwe technologieën, wat volkomen terecht is. Maar het is de taak van maritieme verzekeraars om alle betrokkenen, inclusief reders en bevrachters, te helpen hun activiteiten zoveel mogelijk te beperken en nieuwe en innovatieve verzekeringsproducten aan te bieden.”
