Bij de opening van de jaarlijkse conferentie van de International Union of Marine Insurance (IUMI) deze week in Edinburgh, Schotland, lichtte President Frédéric Denèfle het conferentiethema ‘Strength and stability in turbulent seas’ toe ”.Over de huidige turbulentie begon hij met een uiteenzetting over wat in wezen ‘business as usual’ is voor maritieme verzekeraars. ‘Als transportverzekeraars zijn we gewend om een reeks ongevallen en schades te managen aan boord van een verscheidenheid aan schepen en in havens en andere faciliteiten aan land. Ook de gevolgen van natuurrampen zoals aardbevingen en weersomstandigheden zijn dagelijkse kost. Ook het opereren in geopolitieke chaos is een voortdurend probleem waarmee we te maken hebben, maar dit is onlangs nog verergerd door de oorlog in Oekraïne.”
Transportverzekeraars hebben de oprichting van de oorspronkelijke graancorridor actief gesteund om ervoor te zorgen dat de Oekraïense export door kon gaan. Nu die overeenkomst is verbroken, zijn zij in gesprek met de Oekraïense overheid om dekking te bieden voor de schepen die Oekraïense ladingen vervoeren.”
Frédéric Denèfle legde daarnaast uit hoe fragmentatie ook voor hoofdbrekens zorgde. “Vanuit een handelsperspectief had Covid een reeks strategische afhankelijkheden aan het licht gebracht, het had geleid tot een algemene daling van de wereldwijde vraag en het had een verplaatsing van activiteiten dichter bij de consument aangemoedigd. Aan de juridische kant waren scheepvaart en verzekeringen het doelwit van strengere sancties en lokale ‘groene’ regelgeving, waarbij sommige jurisdicties bijvoorbeeld schepen boven een bepaalde leeftijd niet meer registreren.”
Als de woordvoerder van scheepvaartverzekeraars heeft de IUMI contact onderhouden met verschillende autoriteiten en regelgevende instanties om zowel de sector als de verzekeraars te ondersteunen. Een gevolg van de inflatie, veroorzaakt door de covid en de oorlog in Oekraïne, manifesteerde zich al in de toegenomen kosten van claims, de vereiste om meer risico te nemen naarmate de waarde van activa toenam, en een gerelateerde behoefte aan meer capaciteit in de markt. Daarnaast zorgde een algemene technologische verschuiving op het gebied van schone energie, schone aandrijving en autonome schepen voor meer ‘turbulentie’. Alle nieuwe technologieën en maatregelen om de klimaatverandering tegen te gaan worden echter toegejuicht door de IUMI, die klaar staat om de invoering ervan te bevorderen.
Hoewel de transportverzekeringsmarkt volop in beweging is, heeft Frédéric Denèfle er alle vertrouwen in dat de markt dit aan kan:”Als ’s werelds oudste verzekeringsbedrijf heeft onze sector laten zien dat het zich kan aanpassen aan nieuwe behoeften en omstandigheden, zowel op de markt als macro-economisch. Ik voorzie een terugkeer naar toegewijde, ervaren teams; een groter vertrouwen in intelligentie- en datasystemen om te anticiperen op de gevolgen van geopolitieke onzekerheid; de opkomst van lokale teams die in hun eigen regio lokale zaken verzekeren om versnippering tegen te gaan; een aanpassing van de marktcapaciteiten en prijsstelling om de inflatiedruk te bestrijden; en de oprichting van gespecialiseerde teams om de implicaties van nieuwe technologieën volledig te begrijpen. Natuurlijk gebeurt veel hiervan al.”
Wat de IUMI zelf betreft, maakte Frédéric Denèfle van de gelegenheid gebruik om te benadrukken hoe de vereniging de afgelopen jaren vooruit is gegaan en welke veranderingen er hebben plaatsgevonden sinds 1979, toen de conferentie voor het laatst in Edinburgh werd gehouden. “Tijdens mijn eerste volledige jaar als voorzitter heb ik begrepen dat transportverzekeraars te maken hebben met een reeks complexe problemen, maar dat ze gemeenschappelijke risico’s delen en niet geïsoleerd werken. Als gemeenschap moeten we investeren in onze collectieve toekomst. Ons vak wordt niet goed begrepen en dus moeten we een beroep doen op IUMI om ons samen te brengen, een gemeenschappelijke stem te laten horen en een gezamenlijke weg voorwaarts uit te stippelen. Met dat in gedachten zal onze 2030-strategie ertoe leiden dat we een sterkere en steeds relevantere vereniging worden die opereert binnen een grotere gemeenschap van leden en partners.”