Insurance Europe roept Europese Commissie op de Aansprakelijkheidsrichtlijn voor kunstmatige intelligentie in te trekken

Insurance Europe, de koepelfederatie van nationale verzekeraarsorganisaties, heeft de Europese Commissie (EC) opgeroepen om de richtlijn inzake aansprakelijkheid op het gebied van kunstmatige intelligentie (AILD) in te trekken, met het argument dat dit rechtsonzekerheid zou creëren en innovatie zou ontmoedigen.Hoewel het huidige voorstel  volgens de federatie de inzet van de EC om compensatie voor schade waarbij AI betrokken is te faciliteren, wordt gewaardeerd, zou het de nalevingslasten voor bedrijven kunnen vergroten en verwarring bij consumenten over hun rechten kunnen creëren.

In haar vandaag (7 november) gepubliceerde reactie – https://www.insuranceeurope.eu/publications/3227/key-messages-on-aild/ – betoogt Insurance Europe:

1. Als het voorgestelde AILD-kader wordt aangenomen, zou het rechtsonzekerheid kunnen creëren in plaats van de consumentenbescherming te vergroten. Dit komt omdat het toepassingsgebied en de wisselwerking ervan met de EU-AI-wet en de herziene Productaansprakelijkheidsrichtlijn (PLD) onduidelijk zijn, wat resulteert in een toename van de nalevingslasten voor bedrijven en in verwarring bij de consumenten over hun rechten.

  1. Gezien de grotere bewijslast die op AI-aanbieders en -gebruikers rust, zou het voorstel in zijn huidige vorm de innovatie eerder schaden dan ondersteunen. Het opnemen van vage bewijsdrempels zal de kans op rechtszaken vergroten, wat – naast het ontmoedigen van AI-aanbieders en gebruikers om te innoveren – verzekeraars ervan zal weerhouden dekking te bieden.
  2. Als het voorstel wordt gehandhaafd en een eventuele herziening – vijf jaar na de omzetting ervan – de voorkeur geeft aan verplichte verzekeringen, moet de contractvrijheid nu en in de toekomst worden gehandhaafd.

In haar antwoord identificeert Insurance Europe “gebieden van het voorstel die moeten worden heroverwogen, als het voorstel wordt gehandhaafd, om de rechtszekerheid en het concurrentievermogen te behouden en innovatie aan te moedigen, in het uiteindelijke voordeel van de Europese consumenten”.