2010 | 1516,24 | 1852,78 |
---|---|---|
2011 | 1351,46 | 1607,03 |
2012 | 1359,66 | 1601,15 |
2013 | 1191,11 | 1374,77 |
2014 | 1478,45 | 1690,97 |
2015 | 1500,6 | 1714,7 |
2016 | 1883,11 | 2138 |
2017 | 1597,43 | 1777,07 |
2018 | 1866,22 | 2034,06 |
2019 | 2324,2 | 2475,5 |
2020 | 4131,58 | 4315,16 |
2021 | 3777,95 | 3777,95 |
2022 | 2606,41 | 2423,93 |
2023 | 2895,27 | 2519,81 |
Consumptie groeit minder sterk dan inkomen
Het bruto beschikbaar inkomen per inwoner bedroeg in 2023 ruim 29.000 euro. Dat was 7,1% meer dan in 2022. De consumptie per inwoner groeide met 6,6% minder hard en bedroeg ruim 26.000 euro. De vrije besparingen per inwoner groeiden met 11,1% in 2023. In 2021 en 2022 groeide de consumptie sterker dan het inkomen en daalden de vrije besparingen. Dit hangt samen met het feit dat huishoudens in 2021 en 2022 steeds minder door coronamaatregelen werden belemmerd in hun consumptie.
Minder schulden
Huishoudens zijn in 2023 voor ruim 800 euro aan nieuwe schulden aangegaan. Dat was bijna 1 600 euro minder dan in 2022. Zowel het saldo van nieuwe hypotheken en aflossingen als het saldo van overige leningen en aflossingen was aanzienlijk lager dan in 2022. In 2023 was de hypotheekrente een stuk hoger dan een jaar eerder. Hierdoor zijn er minder nieuwe hypotheken afgesloten. Verder kiezen huishoudens sinds de kredietcrisis steeds meer voor het aflossen van hun hypotheekschuld, wat waarschijnlijk samenhangt met de aangescherpte hypotheekregels.
Naast het vergroten van hun financieel vermogen kunnen huishoudens de besparingen ook investeren in grond en woningen om hun niet-financieel vermogen te vergroten. De investeringen in niet-financieel bezit waren 68 euro hoger dan in 2022..
2023 (euro) | 2022 (euro) | |
---|---|---|
Bank- en spaarrekeningen | 1177,38 | 1852,78 |
Aandelen en overige deelnemingen | -1353,73 | -580,14 |
Schuldbewijzen en leningen | 92,23 | 59,77 |
Levensverzekerings- en lijfrenterechten | -228,87 | -229,93 |
Overige financiële bezittingen | 363,88 | 266,99 |
Ook meer vermogen
Net als in 2022 was het saldo van de transacties in schulden groter dan het saldo van de transacties in bezittingen. Toch groeide het financiële vermogen (exclusief pensioenafspraken) van huishoudens vorig jaar met 48 miljard euro tot 459 miljard euro, oftewel 25 658 euro per inwoner. Dat komt doordat in 2023 vooral de niet-beursgenoteerde aandelen meer waard werden. Het financiële vermogen kan naast de financiële transacties ook vergroot worden door prijsstijgingen en herwaarderingen van bezittingen, bijvoorbeeld als gevolg van koerseffecten. De genoemde bedragen betreffen gemiddelden en gaan niet in gelijke mate op voor individuele huishoudens.
2010201120122013201420152016201720182019202020212022202305 00010 00015 00020 00025 00030 000Eindbalans financieel vermogen huishoudens exclusief pensioenaanspraken, per inwonereuro
Eindbalans (euro) | |
---|---|
2010 | 10769,17 |
2011 | 10719,12 |
2012 | 12105,01 |
2013 | 13329,88 |
2014 | 15455,97 |
2015 | 15716,19 |
2016 | 17283,18 |
2017 | 16739,54 |
2018 | 15446,25 |
2019 | 18047,46 |
2020 |