Huishoudens sparen meer in 2023

De vrije besparingen van huishoudens kwamen in 2023 uit op 52 miljard euro. Dat is 5,6 miljard euro meer dan in 2022. De toename volgt op twee jaar waarin de vrije besparingen lager waren dan een jaar eerder. Dat blijkt uit het artikel ‘Bruto nationaal inkomen groeit met 8,1% in 2023’ dat het CBS vandaag publiceert.
Per inwoner bedroegen de besparingen 2 895 euro. Dat is 289 euro meer dan in 2022. In de afgelopen jaren was de inflatie relatief hoog. Gecorrigeerd voor prijsstijgingen waren de vrije besparingen per inwoner in 2023 bijna 100 euro hoger dan in 2022.De zogenoemde vrije besparingen zijn het deel van het bruto beschikbaar inkomen dat huishoudens (inclusief instellingen zonder winstoogmerk) niet uitgeven aan consumptie en waarover ze vrij kunnen beschikken. Pensioenpremies behoren hier niet toe. 

Vrije besparingen huishoudens (incl. instellingen zonder winstoogmerk), per inwoner*
2010 1516,24 1852,78
2011 1351,46 1607,03
2012 1359,66 1601,15
2013 1191,11 1374,77
2014 1478,45 1690,97
2015 1500,6 1714,7
2016 1883,11 2138
2017 1597,43 1777,07
2018 1866,22 2034,06
2019 2324,2 2475,5
2020 4131,58 4315,16
2021 3777,95 3777,95
2022 2606,41 2423,93
2023 2895,27 2519,81

Consumptie groeit minder sterk dan inkomen

Het bruto beschikbaar inkomen per inwoner bedroeg in 2023 ruim 29.000 euro. Dat was 7,1% meer dan in 2022. De consumptie per inwoner groeide met 6,6% minder hard en bedroeg ruim 26.000 euro. De vrije besparingen per inwoner groeiden met 11,1% in 2023. In 2021 en 2022 groeide de consumptie sterker dan het inkomen en daalden de vrije besparingen. Dit hangt samen met het feit dat huishoudens in 2021 en 2022 steeds minder door coronamaatregelen werden belemmerd in hun consumptie.
Minder schulden
Huishoudens zijn in 2023 voor ruim 800 euro aan nieuwe schulden aangegaan. Dat was bijna 1 600 euro minder dan in 2022. Zowel het saldo van nieuwe hypotheken en aflossingen als het saldo van overige leningen en aflossingen was aanzienlijk lager dan in 2022. In 2023 was de hypotheekrente een stuk hoger dan een jaar eerder. Hierdoor zijn er minder nieuwe hypotheken afgesloten. Verder kiezen huishoudens sinds de kredietcrisis steeds meer voor het aflossen van hun hypotheekschuld, wat waarschijnlijk samenhangt met de aangescherpte hypotheekregels.
Naast het vergroten van hun financieel vermogen kunnen huishoudens de besparingen ook investeren in grond en woningen om hun niet-financieel vermogen te vergroten. De investeringen in niet-financieel bezit waren 68 euro hoger dan in 2022..

Saldo financiële transacties bezittingen huishoudens, exclusief pensioenaanspraken, per inwoner*
  2023 (euro) 2022 (euro)
Bank- en spaarrekeningen 1177,38 1852,78
Aandelen en overige deelnemingen -1353,73 -580,14
Schuldbewijzen en leningen 92,23 59,77
Levensverzekerings- en lijfrenterechten -228,87 -229,93
Overige financiële bezittingen 363,88 266,99

Ook meer vermogen

Net als in 2022 was het saldo van de transacties in schulden groter dan het saldo van de transacties in bezittingen. Toch groeide het financiële vermogen (exclusief pensioenafspraken) van huishoudens vorig jaar met 48 miljard euro tot 459 miljard euro, oftewel 25 658 euro per inwoner. Dat komt doordat in 2023 vooral de niet-beursgenoteerde aandelen meer waard werden. Het financiële vermogen kan naast de financiële transacties ook vergroot worden door prijsstijgingen en herwaarderingen van bezittingen, bijvoorbeeld als gevolg van koerseffecten. De genoemde bedragen betreffen gemiddelden en gaan niet in gelijke mate op voor individuele huishoudens.

2010201120122013201420152016201720182019202020212022202305 00010 00015 00020 00025 00030 000Eindbalans financieel vermogen huishoudens exclusief pensioenaanspraken, per inwonereuro

Eindbalans financieel vermogen huishoudens exclusief pensioenaanspraken, per inwoner
  Eindbalans (euro)
2010 10769,17
2011 10719,12
2012 12105,01
2013 13329,88
2014 15455,97
2015 15716,19
2016 17283,18
2017 16739,54
2018 15446,25
2019 18047,46
2020