De FCA heeft de resultaten gepubliceerd van een onderzoek om meer inzicht te krijgen in de manier waarop zakenbanken, makelaars en verzekeringsmaatschappijen beschuldigingen van niet-financieel wangedrag, zoals pesten, seksuele intimidatie en discriminatie, registreren en afhandelen.
Uit het onderzoek onder meer dan 1.000 bedrijven blijkt dat het aantal gemelde beschuldigingen tussen 2021 en 2023 is toegenomen. Bij de lancering van het onderzoek was de FCA duidelijk dat de gegevens waarschijnlijk op verschillende manieren konden worden gelezen. Zo zou een hoog aantal klachten een indicator kunnen zijn van een gezonde cultuur waarin mensen het gevoel hebben dat ze hun mond open kunnen doen, in het vertrouwen dat er naar hen zal worden geluisterd. Een laag meldingspercentage kan op het tegenovergestelde wijzen.
In de drie jaar waarop het onderzoek betrekking had, waren pesten en intimidatie (26%) en discriminatie (23%) de meest geregistreerde punten van zorg. De grote groep ‘andere’ zorgen (41%) geeft echter aan hoe moeilijk het kan zijn om kwesties van persoonlijk wangedrag te categoriseren.
De FCA ontdekte een verscheidenheid aan mechanismen waarmee bedrijven zorgen signaleerden. Sommige bedrijven gebruikten hun interne systemen om potentiële problemen te identificeren, hoewel formele processen en klokkenluiden de meest voorkomende opsporingsmethoden waren.
De bevindingen worden gedeeld om bedrijven in staat te stellen hun eigen rapportage te vergelijken met deze analyse en te overwegen of hun processen voor het melden en onderzoeken van mogelijk niet-financieel wangedrag nog steeds geschikt zijn. Brancheorganisaties zullen een belangrijke rol spelen bij het coördineren van sectorbrede analyses en acties. De FCA verwacht dat belanghebbenden uit andere sectoren van de economie of met een interesse in de cultuur op de werkvloer deze gegevens nuttig kunnen vinden.
Sarah Pritchard, executive director of markets and international, zegt hierover het volgende: “We willen dat deze gegevens financiële ondernemingen ondersteunen door hun managementteams en raden van bestuur de mogelijkheid te bieden om na te gaan of ze opvallen, en zo ja, waarom dat zo is. De gegevens vereisen context en zorgvuldige interpretatie. Maar door transparant te zijn hopen we dat financiële instellingen zichzelf kunnen vergelijken met hun branchegenoten.Een gezonde werkcultuur is essentieel in alle markten die we reguleren – wanneer niet-financieel wangedrag kan voortduren, kan dat het vertrouwen ondermijnen en een cultuur creëren waarin wangedrag onbestraft blijft en schade veroorzaakt.”