In juni 2025 bedroeg de jaar-op-jaargroei van het bedrag dat banken aan woninghypotheken hebben uitstaan met 5,2%, tot een totaal van € 611 miljard. Een jaar eerder, in juni 2024, was de groei nog 2,4%.De laatste keer dat de bancaire kredietverlening voor woninghypotheken dergelijke groeicijfers liet zien, was in 2008.Niet alleen banken hebben woninghypotheken op de balans staan, maar ook andere sectoren, zoals pensioenfondsen, beleggingsinstellingen, verzekeraars en overige financiële instellingen. De bancaire sector is echter veruit de grootste: ongeveer 70% van de hypotheken staat op de balans van banken.
Bankbalansen blijven groeien
De groei van de bancaire hypotheekverlening ging de laatste jaren op en neer. Vanaf 2021 nam deze sterk toe, mede dankzij historisch lage hypotheekrentes. Maar van medio 2022 tot begin 2024 volgde een dip in de groei, onder meer vanwege de stijgende hypotheekrente als gevolg van de rentewijzigingen van de Europese Centrale Bank (ECB).
In juni 2024 begon de ECB de rente weer te verlagen, wat effect had op de hypotheekmarkt. Rond die tijd trok de bancaire hypotheekgroei in Nederland weer aan. En sinds begin 2025 is sprake van een duidelijke versnelling.Die versnelling is terug te zien in de maandelijkse groei van woninghypotheken op de balans van Nederlandse banken: de gemiddelde maandelijkse stijging in 2025 bedraagt tot nog toe € 2,9 miljard. Ter vergelijking: in 2024 was dit gemiddeld € 1,9 miljard per maand.Over een iets langere periode, sinds de sterke stijging van de bancaire hypotheekgroei in 2021, nam het totaal uitstaande bedrag met meer dan € 77 miljard toe, tot het huidige totaal van € 611 miljard.
Opvallend is ook dat de bancaire hypotheekgroei in Nederland sinds het vierde kwartaal van 2023 boven het eurozone-gemiddelde ligt. Bovendien was de tijdelijke dip in Nederland minder sterk dan elders in Europa.Naast een groei in het aantal verkochte woningen, komt dit mogelijk voor een deel ook door de sterkere loongroei en de sneller gestegen huizenprijzen in Nederland ten opzichte van het eurogebied.Door die hogere lonen, in combinatie met lagere rentes, kunnen huishoudens meer lenen om de gestegen huizenprijzen (onder meer als gevolg van de krapte op de woningmarkt) te financieren. Doordat er hierdoor hogere hypotheken worden afgesloten, neemt ook de bancaire kredietverlening sterker toe.
Rentevaste periode 5 tot en met 10 jaar weer populair
Van 2020 tot en met 2022 kozen veel huishoudens voor een rentevaste periode van langer dan 10 jaar. Sinds 2023 is die voorkeur geleidelijk verschoven: tegenwoordig valt meer dan de helft van de nieuwe woninghypotheken bij banken in de categorie met een rentevaste periode van 5 tot en met 10 jaar.Voor 2023 was de rente laag en het verschil in rentepercentages tussen diverse rentevaste periodes beperkt. Huishoudens kozen toen voor zekerheid op de lange termijn.Vanaf 2023 nam het verschil tussen rentepercentages voor verschillende rentevaste periodes toe. Nu het verschil tussen de rentes groter is, kiezen huishoudens vermoedelijk voor kortere periodes, onder meer mogelijk in de hoop dat de rente bij herziening lager zal zijn.