Naar aanleiding van een aantal ‘kwalijke praktijken’ onder belangenbehartigers in de letselschadebranche is in een breed onderzoek gekeken naar hoe het zit met de kwaliteit van belangenbehartigers. Daaruit blijkt dat er sprake is van een diverse markt, die voor letselschadeslachtoffers ondoorzichtig is. Er spelen problemen bij verschillende partijen en die zijn niet simpel op te lossen door een verplichte aansluiting bij een kwaliteitskeurmerk. Om kwalijke praktijken tegen te gaan en de kwaliteit te verbeteren is een brede aanpak nodig waarbij er werk ligt voor veel partijen. Daarom is het van belang dat de rijksoverheid hierin een regierol speelt, zo valt te lezen uit onderzoek dat in opdracht van het WODC is uitgevoerd en dat is gepubliceerd in het WODC-rapport De belangenbehartiger bij letselschade : (https://repository.wodc.nl/handle/20.500.12832/3380).
Kwalijke en zorgelijke praktijken
De onderzoekers inventariseerden allerlei kwalijke en zorgelijke praktijken die uiteen liepen van misleidende reclame of concurrentievervalsing tot het leveren van slechte kwaliteit en fraude/verduistering. “De ernst van de kwalijke praktijken was divers en bepaalde praktijken zijn niet in alle gevallen strafbaar. Sommige praktijken komen waarschijnlijk meer voor bij ongebonden belangenbehartigers, maar bewijs hiervoor is niet gevonden. Gereguleerde belangenbehartigers klagen over ongebonden belangenbehartigers, maar dat gebeurt ook andersom. In het rapport staan ook voorbeelden van kwalijke of zorgelijke praktijken die door gereguleerde belangenbehartigers zouden zijn begaan”, aldus het rapport.
Verschillende kijk op kwaliteit
Er is volgens de onderzoekers geen sprake van een gedeelde opvatting over wat kwaliteit inhoudt. Sommigen menen dat vooral volledige compensatie voorop staat, terwijl anderen andere belangen benadrukken zoals het tegemoetkomen aan immateriële behoeften van de benadeelde, voortvarendheid en herstelgerichte ondersteuning. De onderzoekers noemen verschillende perspectieven op kwaliteit, zoals de rol van de overheid qua wet- en regelgeving. Of het perspectief van de benadeelde die niet alleen een vergoeding wil, maar ook bijvoorbeeld deskundige hulp en empathie.
Aanbevelingen
De onderzoekers doen diverse aanbevelingen om de kwaliteit van de belangenbehartiging van letselschadeslachtoffers te verbeteren. Zo zouden benadeelden veel beter geïnformeerd moeten worden over wat ze kunnen verwachten van belangenbehartigers. Hun diensten zouden ook meer moeten aansluiten bij wat de benadeelde nodig heeft. Fraude en oneerlijke handelspraktijken zouden onderzocht en aangepakt moeten worden. Ook allerlei mogelijkheden die er nu zijn om bijvoorbeeld te misleiden of onduidelijke financiële afspraken te maken, moeten worden aangepakt.Ook noemen de onderzoekers de mogelijkheden van verzekeraars om de hoogte van de vergoeding voor belangenbehartigers af te stemmen op bijvoorbeeld hun opleidings- en specialisatieniveau. De toepassing en precisering van de regels van het kostenverhaal zou wel eens de sleutel kunnen zijn om een aantal van de schadelijke praktijken aan te pakken.
“Kortom, alle partijen in het veld van letselschade moeten aan de slag. Om dit in goede banen te leiden is regie van de rijksoverheid nodig. De onderzoekers stellen in dit rapport niet voor om belangenbehartigers zich verplicht te laten certificeren, hoewel daar in de vakliteratuur en het publieke debat wel voor gepleit wordt. De onderzoekers noemen de mogelijke voordelen hiervan maar wijzen ook op mogelijke nadelige gevolgen zoals een lagere keuzevrijheid, een lagere prikkel om te innoveren en stijgende kosten.”