” “Het arbeidsongeschiktheidsstelsel is voor werknemers vaak niet goed te overzien. Het Verbond denkt dat het stelsel nog activerender kan worden door werknemers beter te informeren over hun perspectief en meer eigen regiemogelijkheden te bieden. Het huidige stelsel kan met een paar gerichte aanpassingen nog aan effectiviteit winnen. Het lijkt ons beter daar voortvarend mee aan de slag te gaan, dan om een brede discussie over een fundamentele stelselwijziging te starten”, aldus Harold Herbert, directeur bij het Verbond.
Aanleiding voor zijn uitspraken is het OCTAS-rapport dat binnenkort verschijnt met een advies over de toekomst van het arbeidsongeschiktheidsstelsel. “Het heeft jaren geduurd om een stelsel in te richten waarin alle partijen begrijpen dat het loont om werknemers gezond aan het werk te helpen en te houden. Die verworvenheden moeten we koesteren en verder doorontwikkelen.”
Grote achterstanden UWV, werknemers te lang in de ziektewet
Herbert is in het algemeen positief over het huidige WIA-stelsel. Hij geeft aan dat arbodiensten en verzekeraars hierbij goed samenwerken met werknemers, werkgevers en elkaar. Wel meent hij dat het stelsel voor werknemers niet altijd goed te overzien is.
“Het stelsel is veel activerender geworden dan het oude WAO-stelsel omdat het loont om te investeren in het voorkomen van uitval en duurzame terugkeer naar werk bij ziekte of arbeidsongeschiktheid. Dat werkt echter alleen als mensen begrijpen wat hun opties zijn en welke gevolgen hun keuzes hebben. Werknemers die door beperkingen niet meer bij hun huidige werkgever aan de slag kunnen, zouden beter ondersteund kunnen worden bij het vinden van ander werk. Dat is voor alle partijen veel beter. In de huidige arbeidsmarkt moet dat veel beter kunnen dan het nu gaat. Daar is helemaal geen stelselwijziging voor nodig, maar wel een goede onderhoudsbeurt.”
Stelsel moet beter uitvoerbaar worden
De Verbondsdirecteur denkt dat de discussie over het stelsel vooral gedreven wordt door de problemen die het UWV ondervindt bij de uitvoering ervan. “Dat zijn serieuze knelpunten waar iedereen nadelen van ondervindt, ook de private inkomensverzekeraars. Wij denken echter dat die problemen ook binnen het huidige stelsel opgelost kunnen worden. Een belangrijk aspect hierbij is dat de samenwerking tussen de verschillende artsen verbetert. Nu is bij een langdurig ziektegeval vaak al een huisarts, een bedrijfsarts en een specialist betrokken voordat de verzekeringsarts van het UWV in beeld komt. Als je de informatie afkomstig van deze eerste drie medici goed combineert, kan de verzekeringsarts bij het UWV in veel gevallen waarschijnlijk volstaan met die informatie, en hoeft hij of zij alleen specifieke patiënten nog zelf te zien. Hierdoor wordt het begrijpelijker voor de werknemer en verloopt het proces een stuk sneller waardoor je capaciteitsproblemen kunt oplossen.”
Eigen regie tijdens re-integratie (ERIRE)
Herbert stelt verder dat de regie van de werknemer moet worden versterkt, zoals in het ERIRE (Eigen Regie tijdens Re-integratie)-project wordt voorgesteld. Door het vroegtijdig aanbieden van twee extra gespreksmomenten worden de kennis van het re-integratieproces en de eigen verantwoordelijkheden van zieke werknemers vergroot, waardoor zij beter in staat zijn hiernaar te handelen. Zieke werknemers moet daarnaast beter inzicht worden geboden in hun financiële situatie, zodat zij de financiële consequenties van ziek zijn beter kunnen overzien.
Verder benadrukt hij dat er zeker geen knip moet komen, waarbij een deel van de uitkering publiek en een deel privaat is. “Bij zo’n constructie krijg je twee loketten, verdeel je de regie en financiering van re-integratie en vergroot je de complexiteit. Dat gaat onherroepelijk ten koste van de effectiviteit en dat kunnen we ons niet veroorloven.” Herbert stelt tot slot dat het beter is om te komen tot snelle verbeteringen binnen het stelsel, dan om jarenlang te discussiëren over de vraag of er niet een perfect stelsel te verzinnen is.
Bron Verzekeraars.nl