TNO start ‘Expertisecentrum Zwaar Werk’ voor vroegpensioen

TNO start een ‘expertisecentrum Zwaar Werk’ om vakbonden en werkgevers te ondersteunen bij cao-afspraken over vroegpensioen. De oprichting van het expertisecentrum volgt uit de afspraken die vakbonden, werkgevers en het kabinet in oktober 2024 hebben gemaakt. Wat zwaar werk is wordt per sector bepaald in de cao. TNO beoordeelt vervolgens het proces dat cao-partijen hebben gevolgd om tot deze afbakening te komen en geven hier advies over. Met een regeling vervroegd uittreden (RVU) kunnen mensen met zwaar werk tot drie jaar eerder stoppen met werken. Dat schrijft minister Eddy van Hijum van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in een brief aan de Tweede Kamer.

Minister van Hijum: “Het is belangrijk dat zoveel mogelijk mensen gezond werkend hun pensioen kunnen bereiken. Dat is nu niet voor iedereen goed te doen. Daarom hebben we afspraken gemaakt met vakbonden en werkgevers over een gerichte voortzetting van de RVU-maatregel voor mensen met zwaar werk. Tegelijk zetten we in op duurzame inzetbaarheid. We liggen op koers met de uitwerking van deze afspraken, zodat er vanaf volgend jaar een goede en gerichte oplossing ligt voor deze mensen.”

Bij bepalen van wat zwaar werk is wordt onder andere gekeken naar de werktijden, de werkomstandigheden en naar zowel de psychosociale belasting, als de fysieke en cognitieve belasting. De huidige RVU-maatregel is een afspraak uit het Pensioenakkoord uit 2019. Als gevolg van het akkoord van oktober 2024 wordt deze maatregel per 1 januari gericht voortgezet.
De afspraken uit het akkoord worden jaarlijks gemonitord door kabinet en sociale partners. Om de drie jaar vindt er een ijkmoment plaats om te bepalen of we nog op de goede weg zitten. Daarbij wordt ook gekeken naar het gebruik van de RVU. Bij de signaalwaarde van 15.000 gaan kabinet en sociale partners gezamenlijk in gesprek over de oorzaken, de gerichtheid en bijsturen.