Sterfte onder fabrieksarbeiders Tata Steel 1,5 keer zo hoog als landelijk gemiddelde’

 

Werknemers van Tata Steel hebben een anderhalf keer hogere kans om tijdens hun loopbaan te overlijden dan mannen van dezelfde leeftijd in de rest van Nederland. Dat stelt EenVandaag op basis van eigen onderzoek. Tussen 1975 en 2010 zijn in totaal bijna 2.400 medewerkers van Tata Steel voor hun 65ste overleden. Vergeleken met het landelijk sterftecijfer onder mannen tot die leeftijd betekent dat een oversterfte van 46%.

Het is al langer bekend dat de uitstoot van schadelijke stoffen door Tata Steel gezondheidsrisico’s oplevert voor omwonenden van de staalfabriek in IJmuiden. Rapporten van het RIVM en de GGD lieten jaren geleden al zien dat mensen in omliggende dorpen als Wijk aan Zee en Beverwijk een groter risico lopen om bepaalde ziektes te krijgen of korter te leven. Mensen die in de staalfabriek werken bevinden zich bijna iedere dag nog dichter bij de bron van de uitstoot en worden daardoor mogelijk blootgesteld aan schadelijke stoffen als ultrafijnstof, zware metalen en kankerverwekkende polycyclische aromatische koolwaterstoffen, de zogeheten PAK’s.

In 1975 werkten er ruim 22.800 mannen bij de toenmalige Hoogovens. Vele fusies en reorganisaties later waren er in 2010 nog zo’n 9.000 mannen in dienst bij wat inmiddels Tata Steel is geworden. In die tussenliggende periode zijn zeker 2.388 mannelijke medewerkers van het staalbedrijf voor hun pensionering overleden. Dat terwijl op basis van de Nederlandse sterftecijfers van statistiekbureau CBS je zou ‘mogen verwachten’ dat tussen 1975 en 2010 – omgerekend naar de omvang van het bedrijf door de jaren heen – 1.635 mannelijke werknemers zouden zijn overleden. In werkelijkheid is het sterftecijfer onder arbeiders van Tata Steel dus bijna anderhalf keer zo hoog.

i

Vaak lang in dienst

Van de berichten waaruit de doodsoorzaak kan worden afgeleid, gaat het in tweederde van de gevallen (67% procent) om een ongeneeslijke ziekte. Bij een kwart (22%) gaat het om onwel worden tijdens het werk. Op grote afstand volgen verkeersongevallen (4%), kort ziekbed (3%) en bedrijfsongevallen (1%).

Bijna duizend van de onderzochte overlijdensberichten bevatten ook informatie over het aantal dienstjaren. Daaruit blijkt wel hoe trouw veel werknemers waren: ruim 60% werkte bij hun overlijden al 20 tot 40 jaar bij het bedrijf. In ruim 6 op de 10 sterfgevallen ging het dan ook om een 55-plusser.

‘Behoorlijke getallen’

Dat laatste is belangrijk om te weten, benadrukt hoogleraar preventieve geneeskunde aan de Universiteit Maastricht Onno van Schayck. “Het aantal gewerkte dienstjaren is relevant, want dat zegt echt iets over de langdurige blootstelling aan bepaalde schadelijke stoffen. En die blootstelling leidt uiteindelijk tot ontstekingsprocessen in de longen.”

Maar dat gebeurt niet van het ene op het andere moment. “Als je voortdurend bent blootgesteld, ontstaat een ontsteking die kan leiden tot COPD, hart- en vaatziekten en diverse soorten kanker. Daarom zie je de overlijdenspiek bij de oudere generatie werknemers”, legt hij uit. “Dit zijn wel echt behoorlijke getallen. Dit gaat niet over een paar mensen, dit gaat echt om veel mensen.”