Remco Heeremans (De Letselschade Raad): Slachtoffers moeten worden beschermd tegen cowboys.”

Over twee weken verschijnt het WODC-rapport dat ingaat op de kwalijke praktijken van belangenbehartigers. In een interview op de website van het Verbond van Verzekeraars spreekt Remco Heeremans, directeur van De Letselschade Raad, de hoop uit  dat het Nationaal Keurmerk Letselschade verplicht wordt. “Slachtoffers moeten worden beschermd tegen cowboys”

Heeremans is nu zeven jaar directeur bij De Letselschade Raad (DLR), een stichting die samen met betrokken partijen als verzekeraars en belangenbehartigers werkt aan de verbetering van het schaderegelingsproces. “We hebben wel een maatschappelijk doel. Dat is de kern van mijn functie. Ik ben geen doorgeefluik, maar vervul een maatschappelijke taak en heb slechts één belang, dat van het slachtoffer.”

Heeremans is gepokt en gemazeld in de polder en kent de kritiek op DLR. Bijvoorbeeld dat het ‘eeuwen’ duurt voordat er wat verandert. “Veranderingen doorvoeren duurt soms langer dan je wilt. In de polder moet je altijd de lange termijn voor ogen houden. Er is geen andere methode dan samenwerking. Het verbeteren van het letselschadeproces vergt hoe dan ook een lange adem. Ik denk altijd in termen van belangen en oplossingen. Bovendien geloof ik meer in vertrouwen dan in wantrouwen.”

Drie oplossingen

Volgens Heeremans zijn er in theorie drie oplossingen mogelijk voor de afwikkeling van letselschade. De eerste is wettelijke regulering., de tweede kan een directe verzekering zijn  en de derde is zelfregulering.  “Ik spreek geregeld met voorstanders van wetgeving. Alles reguleren kan, maar dat is een zeer uitvoerig traject. Ik ben ook niet per se tegen, maar er kleven wel wat nadelen aan. Ten eerste is het nog maar de vraag of je alles kunt reguleren. Ten tweede kun je je afvragen of het slachtoffer daar (altijd) beter van wordt. En tot slot, misschien wel de belangrijkste, de politieke wil ontbreekt.”

Over de directe verzekering als oplossing zegt hij: “Het biedt zeker potentie als een slachtoffer alleen nog met zijn of haar eigen verzekeraar te maken heeft. Met zo’n first party-dekking kun je letsel heel anders en sneller afwikkelen, maar ook daar zitten haken en ogen aan. Bovendien heeft de ontwikkeling nog veel tijd nodig.”
Voor zowel regulering als de directe verzekering geldt, als het aan Heeremans ligt, daarom hetzelfde: “onderzoek het, bespreek het, ga er zeker mee door, maar voor de korte en middellange termijn bieden beide geen oplossing.”

Zelfregulering is volgens hem de meest voor de hand liggende oplossing. “Zeker voor de korte en middellange termijn zijn we aangewezen op zelfregulering. En

dan moet die zelfregulering liefst wel lonend zijn. Dat kan doordat iedereen – of het nou Slachtofferhulp Nederland, een verzekeraar, de politie of wie dan ook is – een slachtoffer alleen nog verwijst naar gereguleerde partijen die zich netjes aan de regels houden.”

 

Nationaal Keurmerk

Het meest trots zegt Heeremans trots te zijn op het Nationaal Keurmerk Letselschade. “Met het keurmerk hebben we iets groots en moois neergezet. We hebben de zelfregulering naar een hoger plan getild.” Wat hem betreft  mag het keurmerk   verplicht worden. “Ik ‘mopper’ wel eens vaker dat wij geen machtspositie hebben ten opzichte van partijen die zich nergens aan willen houden. En natuurlijk is het keurmerk, net als de Kamer voor Langlopend Letsel, slechts ‘een’ middel, maar zo’n steuntje in de rug zou ons enorm helpen. Als het Nationaal Keurmerk Letselschade verplicht wordt voor alle partijen die zich met de behandeling van letselschade bezighouden, wordt overigens niet alleen mijn werk een stuk makkelijker. Dan zijn ook de regels voor iedereen hetzelfde en kunnen we het kaf beter van het koren scheiden.”

(https://www.verzekeraars.nl/publicaties/longreads/portret-remco-heeremans-de-letselschade-raad