In 2024 zijn er 2.617 meldingen van beroepsziekten geregistreerd door het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB) afkomstig van 690 bedrijfsartsen. Het overgrote deel daarvan (87,2%) betreffen psychische aandoeningen en klachten aan het bewegingsapparaat, zo blijkt uit ‘Kerncijfers Beroepsziekten 2025’ van het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten, Public and Occupational Health, Amsterdam UMC.
Psychische aandoeningen zijn goed voor 1.543 beroepsziektemeldingen, aangemeld door 467 artsen. In bijna een kwart (24%) van de meldingen was er sprake van een burn out, bij 19% van een posttraumatische stress stoornis en bij 3% van een depressieve episode. Bij de resterende 44% ging het om overige aanpassingsstoornissen. Als risicofactoren werden het meest genoemd het hebben van teveel werk (27%) en traumatische ervaringen/agressie/intimidatie (22). Daarna volgen weinig sociale steun van de leidinggevende (12%), relationele onrechtvaardigheid (6%) en hoge psychologische taakeisen (5%).
Overheid en openbaar bestuur (25%), gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening (19%) en de industrie (12%) waren vorig jaar de meest getroffen bedrijfstakken. Bij 85% van de getroffenen was de mate van arbeidsongeschiktheid langer dan een maand en bij 5% zelfs blijvend. Bij slechts 2% leidde de beroepsziekte niet tot arbeidsverzuim, bij 6% minder dan een week en bij 2% tussen een week en een maand.. De meeste beroepsziektemeldingen hadden betrekking op zowel 31- tot 40-jarigen als 51- tot 60-jarigen (beiden 26%), op de voet gevolgd door 41- tot 50-jarigen (23%) en op ruimere afstand op werknemers onder de 30 jaar (13%) en 60-plussers (12%).
Aandoeningen aan het bewegingsapparaat volgen met 741 meldingen (door 344 artsen) op de tweede plek qua beroepsziektemeldingen. Het gaat in 21% om schouderaandoeningen, bij 17% om polsaandoeningen, 16% om rugaandoeningen, 12% om elleboogaandoeningen en 9% om knie-aandoeningen. Met 23% worden tillen en dragen van o.a. lasten het vaakst als risicofactor genoemd. Daarna volgen het uitvoeren van snel herhaalde armbewegingen (16%), veel kracht zetten met de handen (11%), duwen en trekken van o.a rollend materieel (9%_ en knieën, hurken, kruipen (6%).
Hier voert de industrie met 18% de lijst aan van meest getroffen bedrijfstak, gevolgd door bouwnijverheid (15%) en gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening (14%). Bij ruim driekwart (76) van de getroffenen was de mate van arbeidsongeschiktheid langer dan een maand en bij 10% zelfs blijvend. Bij slechts 5% leidde de beroepsziekte niet tot arbeidsverzuim, bij 5% minder dan een week en bij 4% tussen een week en een maand.. De meeste beroepsziektemeldingen hadden betrekking op 51- tot 60-jarigen (37%), gevolgd door 41- tot 50-jarigen (21%), 60-plussers (20%), 31- tot 40-jarigen (13%) en onder de 30 jaar (10).
Slechthorendheid leidde tot 126 beroepsziektemeldingen, ingediend door 60 artsen, In 62% ging het om lawaaislachthorendheid, bij 34% om oorsuizen en 5% overige vormen van gehoorverlies. Als risicofactoren werden genoemd geluid (89%), andere oorzaak (5%) en atmosferische druk/vacuüm (2%).
Overheid en openbaar bestuur was met afstand de meest getroffen(77%) bedrijfstak, vooral door toedoen van de politie (39%) en defensie (31%). Daarna volgen de bouwnijverheid (13%) en de industrie (5%). In verreweg de meeste gevallen leidde slechthorendheid niet tot enige arbeidsongeschiktheid (80%). Bij 6% was dit minder dan een week, bij 9% meer dan een maand en bij 6% blijvend. De meeste beroepsziektemeldingen hadden betrekking op 51- tot 60-jarigen (28%), gevolgd door 31- tot 40-jarigen (22%), 60-plussers (19%) 41- tot 50-jarigen (18%), en onder de 30 jaar (13%).
Over biologische agentia (micro-organismen zoals bacteriën, parasieten, schimmels) meldden 59 artsen in totaal 89 beroepsziektegevallen, waarvan 34% de diagnose post covid kreeg, 19% die van intestinale infectie en 6% allergische rinitis (hooikoorts). De voornaamste risicofactoren waren virussen (53%), bacterieën (16%) en dieren (7%).
De meest getroffen bedrijfstakken waren gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening (55%), op ruime afstand gevolgd door groot- en detailhandel (10%) en landbouw, bosbouw en visserij (7%). In 25% van de gevallen leidde biologische agentia tot blijvende arbeidsongeschiktheid, in 37% van de gevallen tot meer dan een maand verzuim, in 9% tussen een week en een maand, bij een kwart tot minder dan een week en bij 4% tot geen arbeidsongeschiktheid.. De meeste beroepsziektemeldingen hadden betrekking op werknemers onder de 30 jaar (32%), gevolgd door 51- tot 60-jarigen (26%), 19% op 41- tot 50-jarigen, 31- tot 40-jarigen (15%) en 60-plussers (9%).
Neurologische aandoeningen lagen ten grondslag aan 74 beroepsziektemeldingen, ingediend door 67 artsen. In 69% van de gevallen werd als diagnose carpaal tunnelsyndroom vastgesteld, bij 12% commotio cerebri/postcommotioneel syndroom en bij 5% overige monoeuropathieën. Fysieke factoren werden gemeld als voornaamste risicofactor, gevolgd door overige oorzaken (8%) en chemische agentia (4%).
De meest getroffen bedrijfstakken waren gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening, zakelijke dienstverlening en bouwnijverheid (alle 12%). In 12% van de gevallen leidde neurologische aandoeningen tot blijvende arbeidsongeschiktheid, in 76% van de gevallen tot meer dan een maand verzuim, bij 7% tot minder dan een week en bij 4% tot geen arbeidsongeschiktheid. De meeste beroepsziektemeldingen hadden betrekking op werknemers van 41- tot 50 jaar (25%), gevolgd door 51- tot 60-jarigen (24%), 30-minners (18%), 31- tot 40-jarigen (17%) en 60-plussers (15%).
Huidaandoeningen: Door 44 artsen werden in totaal 54 beroepsziektemeldingen gemeld als gevolg van huidaandoeningen. Het ging in 61% van de gevallen om contacteczeem (26% allergisch, 15% irritatief en 20% combinatie ven beide), bij 11% om huidinfecties en bij eveneens 11% als gevolg van verlaagde temperatuur. Als risicofactoren wordt in 57% van de gevallen chemische agentia genoemd, bij 20% fysieke agentia en bij 11% biologische agentia.
De meest getroffen bedrijfstakken waren industrie (26%), gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening (17%) en bouwnijverheid (15%). In 19% van de gevallen leidde huidaandoeningen tot blijvende arbeidsongeschiktheid, in30% van de gevallen tot meer dan een maand verzuim, bij 20% tot minder dan een week, bij 4% tussen een week en een maand en bij 28% tot geen arbeidsongeschiktheid. De meeste beroepsziektemeldingen hadden betrekking op 30-minners (37%), gevolgd door 31- tot 40-jarigen (24%), 41- tot 50 jaar (17%), 51- tot 60-jarigen (eveneens 17%) en 60-plussers (6%).
Long- en luchtwegaandoeningen:
Er werden vorig jaar door 37 artsen in totaal 41 beroepsziekten gemeld als gevolg van long- en luchtwegaandoeningen. Het ging in 34% van de gevallen om (beroeps)astma, 20% om aandoeningen van de lagere luchtwegen en 17% door aandoeningen van de bovenste luchtwegen. Als risicofactoren wordt in 59% van de gevallen chemische agentia genoemd, bij 37% biologische agentia en bij 5% een andere oorzaak..
De meest getroffen bedrijfstakken waren industrie (41%), bouwnijverheid (37%) en groot- en detailhandel (15%). In 32% van de gevallen leidde long- en luchtwegaandoeningen tot blijvende arbeidsongeschiktheid, in 44% van de gevallen tot meer dan een maand verzuim, bij 10% tot minder dan een week, bij 7 % tussen een week en een maand en bij 7% tot geen arbeidsongeschiktheid. De meeste beroepsziektemeldingen hadden betrekking op 60-plussers (27%), gevolgd door 30-minners (22%), 51- tot 60-jarigen (20%), 41- tot 50-jarigen (19%) en 31- tot 40-jarigen (12%).
