NIVRE bundelt reacties op de wettelijke verankering GBL

Het NIS, het Verbond van Verzekeraars, De Letselschade Raad, de NLE en het NIVRE hebben allen gereageerd op de internetconsultatie van de Rijksoverheid over het Wijzigingsbesluit op de wettelijke verankering GBL (Gedragscode Behandeling Letselschade).

In deze bijdrage willen we een beknopte weergave geven van de reacties per genoemde organisatie, waarbij met name aandacht gegeven wordt aan de Gedragscode Behandeling Letselschade (GBL). Voor de volledige inbreng verwijzen we naar de reacties op de internetconsultatie.

NIS
Het NIS herkent zich in de genomen maatregelen tot op heden en steunt het verankeren van de GBL in het Wijzigingsbesluit financiële markten 2024. Tegelijkertijd waarschuwt het NIS voor meerdere risico’s. Het NIS pleit ervoor om ook belangenbehartigers onder de werking van de WFT te laten vallen. Immers belangenbehartigers leveren naast juridische en procedurele ondersteuning een financiële dienst: het adviseren van slachtoffers over de omvang van de schadevergoeding. Daarmee zou het beoogde doel, een gelijk speelveld, dichterbij komen. Het maakt daarmee ook de weg vrij het ongereguleerde belangenbehartigerscircuit te beperken of zelfs uit te bannen. Het NIS pleit ervoor om de eisen van het NKL, waar zowel verzekeraars als belangenbehartigers staan ingeschreven, ten aanzien van termijnen en de naleving van de GBL worden aangescherpt en waar mogelijk gesanctioneerd.

Verbond van Verzekeraars
Het Verbond wijst erop dat de GBL een levend document is dat periodiek wordt herzien. Het Verbond meent dat het verankeren van een gedragscode het risico in zich draagt dat er twee trajecten ontstaan: Die van de wettelijke normen en normen via zelfregulering. De GBL is volgens het Verbond niet opgericht om vast te leggen in wet- of regelgeving. Ook stelt het Verbond dat er al sprake is van een goed werkend auditsysteem via het NKL.


De schaderegeling is gebaat bij een goed samenspel tussen de verschillende betrokken partijen en de GBL geeft meer ruimte om op basis van (veranderende) behoeftes van slachtoffers de letselschadebehandeling te verbeteren aldus het Verbond. Het wettelijk verankeren van bepaalde onderdelen van de GBL, zonder hierin de samenhang te bewaken en deze alleen voor één van de aan de GBL gebonden partijen wettelijk te verankeren, kan contraproductief werken, en dat is niet in het belang van het slachtoffer.

NLE
NLE wijst erop dat de GBL meer dan alleen een document is dat toeziet op te behalen termijnen, maar een gedragscode is die enerzijds een normerende werking heeft en anderzijds ook beoogt het schadeafwikkelingsproces voor partijen te verbeteren. Voor letselschadeslachtoffers is een voortvarend en eerlijk schadeafwikkelingsproces is van groot belang. NLE vraagt zich af of met een wettelijke verankering van een deel van de GBL de beoogde doelen van de GBL nog gewaarborgd kunnen blijven. NLE wijst ook op het NKL en de onafhankelijke auditcyclus die er deel van uitmaakt. Het NKL bevat bovendien de geregistreerde belangenbehartigers die voldoen aan alle opleidingseisen en kwaliteitseisen. Dat er naast verzekeraars veel andere professionals en partijen zijn bij het schaderegelingsproces moet volgens de NLE niet over het hoofd worden gezien.

De Letselschade Raad
De Letselschade Raad  is de opsteller en hoeder van de GBL. Zij wijst op het belang van de GBL als levend document dat een normerende en cultuurvormende uitwerking heeft op het schadeafwikkelingsproces voor alle betrokkenen. De DLR is tegenstander van het voorstel omdat het zorgvuldig opgebouwde praktijk en proces met netwerkpartners wordt doorkruist, waarmee ook de toegevoegde waarde van NKL en DLR onder druk zou kunnen komen te staan.

NIVRE
Het NIVRE is voorstander om de toepasselijkheid van de gestelde wijzigingen niet te beperken tot enkel bij het Verbond van Verzekeraars aangesloten verzekeraars. De toepasselijkheid zou uitgebreid kunnen worden met NIVRE ingeschreven schade-experts en bij de Orde van Advocaten ingeschreven advocaten. Zo ontstaat een gelijkwaardig speelveld waarbij professionals elkaar kunnen aanspreken. Daarbij is de door het NIVRE bepleitte wettelijke verankering van het beroep Schade-Expert een vereiste.

Het is de overtuiging van het NIVRE dat met de huidige voorgestelde aanpassingen, een belangrijk punt wordt gemist. Wettelijke verankering van het beroep schade-expert waarborgt een meer zorgvuldig, kwalitatief verantwoord en financieel minder kostbaar letselschadeproces voor slachtoffers.

Bron NIVRE