Ondanks de soms moeilijke tijden die achter ons liggen is de nieuwe NIVRE-voorzitter Hans de Hoog van mening dat de expertisebranche zich in het algemeen goed heeft aangepast aan de eisen die de hedendaagse tijd stelt. “De een wellicht wat beter dan de ander, maar feit is dat de huidig marktpartijen op hun eigen manier continu zijn meebewogen met de veranderende vraag en behoefte van de markt”, zegt hij in een interview in het deze week verschenen Risk & Business Magazine. “Door verschillende oorzaken neemt het aantal schades af en daardoor ook het aantal expertiseopdrachten. Maar daar komt wel ander werk voor terug, variërend van digitale/tele-expertise tot meer complexere en omvangrijkere schades. Dat vraagt een ander soort capaciteit.”
Dat neemt niet weg dat ook De Hoog enkele knel- en verbeterpunten ziet. Hij noemt als eerste de beschikbare capaciteit voor grote calamiteiten, zoals de januaristorm, de hagelschades in Brabant in 2016 of de aardbevingsschades in Groningen. “Wij zijn als branche noodgedwongen zo lean & mean gaan werken dat de capaciteit om dergelijke calamiteiten het hoofd te bieden een issue is. De markt heeft daar verwachtingen bij , we zijn per slot van rekening een calamiteitenbranche.” Daarin ligt volgens hem dan ook een grote uitdaging: voor de gehele expertisebranche, maar ook voor de opdrachtgevers. “Om samen na te denken over de vraag hoe we voldoende capaciteit beschikbaar kunnen houden voor dit soort calamiteiten.”
In het interview zegt hij sowieso van mening te zijn dat expertisebureaus meer moeten samenwerken op die (niet competitieve) gebieden waar dat kan. Zoals bij de inkoop van bepaalde zaken. “Daarin kan de Kamer van het NIVRE, dat de werkgeversbelangen behartigt, een stimulerende en katalyserende rol vervullen. Ik zie op onderdelen al de eerste, voorzichtige vormen van samenwerking ontstaan. Ook in de relatie met opdrachtgevers is verschuiving zichtbaar. Bij de inkoop van expertisewerkzaamheden maakt de samenwerking hier en daar een verandering door: van de verhouding leverancier-afnemer naar één op basis van meer partnerschap.”
Desgevraagd zegt De Hoog de toekomst van de expertisebranche positief tegemoet te zien. “In de eerste plaats omdat er altijd schades zullen blijven voordoen en er dus bij makelaars, verzekeraars en verzekerden behoefte blijft aan kwalitatief goede schade-experts. Voorwaarde is wel dat schade-experts met hun tijd meegaan en dat in de praktijk ook aan opdrachtgevers kunnen laten zien. Bovendien hebben opdrachtgevers en hun klanten allen verschillende wensenpakketten bij schade, en dat vraagt vandaag de dag van de schade-expert dat hij goed en snel kan schakelen om die gewenste dienstverlening op maat te kunnen bieden. Dat vraagt van de bureaus dat zij hun medewerkers hiervoor goed faciliteren. Wat dat betreft is het een goede zaak dat ook binnen expertisehuizen digitalisering inmiddels een vlucht heeft genomen.”
Kijk hier voor het volledige interview met Hans de Hoog: https://riskenbusiness.nl/wp-content/uploads/2018/12/RB_8_2018.pdf.