Geavanceerde rijhulpsystemen in auto’s hebben een overwegend gunstig effect op de verkeersveiligheid doordat ze botsingen kunnen voorkomen. Vooral Forward Collision Warning en Automatic Emergency Braking-systemen hebben positieve effecten, met respectievelijk zo’n 12% à 13% en 11% minder ongevallen. Dit komt naar voren in het SWOV-rapport Veiligheidseffecten van Geavanceerde Rijhulpsystemen (ADAS).
In opdracht van Rijkswaterstaat geeft SWOV in het rapport een overzicht van cijfers uit onderzoeken naar verkeersveiligheidseffecten van geavanceerde rijhulpsystemen (Advanced Driver Assistance Systems, ADAS). Hoewel de hoeveelheid beschikbare cijfers, en daarmee de betrouwbaarheid van bevindingen, nog beperkt is, geven de cijfers die zijn gevonden een overwegend positief beeld van deze effecten, benadrukt het SWOV.
Voor combinaties van ADAS zijn de effecten wisselend. Hoewel ook verbeteringen van de verkeersveiligheid worden gerapporteerd voor de meeste combinaties, zijn de cijfers mogelijk minder positief dan voorspeld vanuit theorie. Dit zou te maken kunnen hebben met redundantie van systemen, in de zin dat ze functioneren in dezelfde situaties en dezelfde ongevallen voorkomen, of met onvoorziene negatieve effecten. Bestuurders kunnen bijvoorbeeld te veel vertrouwen stellen in de technologie (‘overtrust’) wat leidt tot onvoldoende aandacht voor de rijtaak, of juist te weinig vertrouwen (‘undertrust’) wat ertoe leidt dat ze ADAS niet gebruiken, waardoor potentieel voordelige effecten zich minder voordoen dan verwacht.
Onder individuele ADAS zijn de grootste voordelige effecten op ongevallencijfers te zien voor Forward Collision Warning en Automatic Emergency Braking (AEB), die respectievelijk een bestuurder waarschuwen of ingrijpen bij een dreigende botsing. Op plek drie komen Driver Monitoring Systems (DMS), die (onder andere) vermoeidheid en afleiding monitoren (-10%). In een aantal onderzoeken zijn nadelige effecten gevonden voor individuele ADAS. Adaptive Cruise Control (ACC) en gewone Cruise Control (CC) tonen inconsistente resultaten, waaronder nadelige effecten op het aantal ongevallen.
Samenvattend: hoewel de hoeveelheid beschikbare cijfers, en daarmee de betrouwbaarheid van bevindingen, beperkt is, geven de cijfers die zijn gevonden een overwegend positief beeld van de veiligheidseffecten van individuele ADAS. Voor combinaties van ADAS zijn de effecten wisselend. Hoewel ook verbeteringen van de verkeersveiligheid worden gerapporteerd voor de meeste combinaties, zijn de cijfers minder positief dan voorspeld vanuit theorie. Dit kan enerzijds te maken hebben met systemen die redundant zijn, in de zin dat ze functioneren in dezelfde situaties en dezelfde ongevallen voorkomen, en anderzijds met onvoorziene negatieve effecten. Bestuurders kunnen bijvoorbeeld te veel vertrouwen stellen in de technologie (‘overtrust’) wat leidt tot onvoldoende aandacht voor de rijtaak, of juist te weinig vertrouwen (‘undertrust’) wat ertoe leidt dat ze ADAS niet gebruiken, waardoor potentieel voordelige effecten zich niet voordoen