In 2020 kwamen in Nederland 121 mensen om het leven door moord of doodslag, vier minder dan in 2019. Onder hen waren 77 mannen en 44 vrouwen. Het aantal slachtoffers onder jongeren tot twintig jaar is toegenomen van 10 naar 18. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.
De cijfers in dit artikel hebben betrekking op alle moorden die in Nederland hebben plaatsgevonden. Het gaat hierbij zowel om ingezetenen (mensen die op het moment van overlijden staan ingeschreven bij de Basisregistratie Personen) als om niet-ingezetenen (12 procent in 2020). De belangrijkste bronnen voor de cijfers over moord en doodslag zijn gegevens uit de door de behandelend arts of lijkschouwer ingevulde doodsoorzaakformulieren, en dossiers bij arrondissementsparketten van het Openbaar Ministerie.
Daling slachtoffers moord en doodslag past in langere trend
De daling van het aantal slachtoffers van moord en doodslag in 2020 past in een langere trend. In de jaren 2000–2004 stierven jaarlijks gemiddeld 236 mensen in Nederland door moord of doodslag. Daarna daalde het aantal gestaag. Sinds 2015 ligt dit aantal op gemiddeld 125 slachtoffers per jaar. In 2020 waren het er 121, van wie 14 niet in Nederland woonden.
Vergeleken met 2019 is in nagenoeg alle leeftijdscategorieën het aantal slachtoffers afgenomen. Onder jongeren tot twintig jaar is het aantal slachtoffers echter toegenomen, van 10 naar 18. Bij tieners is de toename alleen bij jongens te zien. In 2020 was 70% van de slachtoffers van moord en doodslag tussen 20 en 60 jaar oud. Vier op de tien slachtoffers waren twintigers of dertigers.
Minder moorden in de grootste steden
Een kwart van alle moorden in 2020 werd in de drie grootste steden in Nederland gepleegd: twaalf in Amsterdam, tien in Rotterdam en zeven in Den Haag. In Den Haag waren dat zeven slachtoffers minder dan in 2019, in Amsterdam waren er vijf slachtoffers minder.
In de grootste steden, Amsterdam voorop, vallen de meeste slachtoffers van moord en doodslag. In Amsterdam waren in de periode 2016–2020 2,0 op de 100.000 inwoners van de stad slachtoffer van moord of doodslag. Dit is bijna drie keer hoger dan het landelijk gemiddelde van 0,7 per 100.000 inwoners. In Rotterdam en Den Haag waren dit 1,7 slachtoffers en 1,6 slachtoffers per 100.000 inwoners.
Vrouwen vaak omgebracht door (ex-)partner
In de periode 2016–2020 had de politie bij 95% van de vrouwen die slachtoffer waren van moord en doodslag een dader in beeld. Bij bijna zes op de tien vrouwen die in deze periode werden vermoord, was de vermoedelijke dader de partner of ex-partner. Huiselijke omstandigheden, zoals een echtelijke ruzie, waren het meestvoorkomende motief. Vrouwen werden veelal in hun eigen woning met een steekwapen, door mishandeling of door wurging omgebracht.
Bij 80% van de mannen die in de periode 2016–2020 zijn vermoord, was een dader in beeld. Deze (vermoedelijke) dader was in drie op de tien gevallen een kennis of vriend van het slachtoffer, bij één op de zes ging het om een afrekening in het criminele circuit. Drie kwart van de mannen werd omgebracht met een vuur- of steekwapen.
Jonge slachtoffers hoofdzakelijk omgebracht door ouder
In de periode 2016–2020 zijn 31 kinderen jonger dan tien jaar het slachtoffer geworden van moord en doodslag, 16 jongens en 15 meisjes. Deze kinderen zijn bijna allemaal door hun vader of moeder om het leven gebracht. In dezelfde periode zijn 35 jongeren van tien tot twintig jaar vermoord. Van hen is 14% door een ouder om het leven gebracht en 37% is vermoord door een kennis of vriend. 17% van de vermoorde tieners had geen connectie met de dader en bij 9% was geen dader in beeld.
In 2020 werden bijna 600 personen door de rechter schuldig verklaard aan moord, doodslag of om pogingen hiertoe. Het is mogelijk dat meerdere personen schuldig worden verklaard aan een levensmisdrijf met hetzelfde slachtoffer. Ruim 95% van de veroordeelden is man. Drie kwart is 18 tot 45 jaar en bijna 10% van de veroordeelden is minderjarig.
Internationaal gezien weinig moorden in Nederland
In Europa behoort Nederland tot de landen waar relatief weinig moorden worden gepleegd. Het laagste aantal moorden per 100.000 inwoners hebben IJsland, Slovenië en Luxemburg. In landen van de voormalige Sovjet-Unie, zoals Rusland, Oekraïne, Letland en Moldavië is het relatieve aantal moorden het hoogst.