Men’s European Football Injury Index Howden; Blessures en COVID-19 kostte voetbalclubs ruim 500 miljoen euro

Howden heeft de eerste editie van zijn “Men’s European Football Injury Index” gepubliceerd, waarin wordt onthuld hoeveel de COVID-19 pandemie de voetbalclubs heeft gekost.

Volgens het rapport werden er vorig seizoen 494 gevallen van COVID-19 gemeld in de vijf grootste Europese competities. Deze gevallen hebben ertoe geleid dat spelers gedwongen waren van het veld te blijven en in totaal 7.068 dagen misten. Deze gemiste wedstrijden kostten de voetbalclubs op hun beurt 48,2 miljoen euro.

“Dit rapport heeft voor het eerst de aanzienlijke monetaire impact gekwantificeerd die COVID-19 het afgelopen seizoen heeft gehad op de grote voetbalclubs in Europa,” aldus James Burrows, divisiedirecteur sport & entertainment bij Howden. “De pandemie heeft niet alleen bijgedragen aan een stijging van 14% van het aantal blessures in de vijf grote Europese competities, wat de clubs in totaal $ 473,6 miljoen heeft gekost, maar het heeft er ook toe geleid dat het aantal blessures eerder in het seizoen een piek bereikte.”

Howden zei ook dat in alle competities spelers gemiddeld 14,44 dagen misten telkens als ze positief testten op het coronavirus. Onder hen kende de hoogste divisie van Italië het hoogste aantal gevallen. Als een van de zwaarst getroffen landen in Europa testte 37% van de Italiaanse spelers in de Serie A tijdens het seizoen 2020/2021 positief op COVID-19, wat de Serie A-clubs alleen al 19,6 miljoen euro kost aan afwezigheid als gevolg van de pandemie.

Andere belangrijke bevindingen van het rapport zijn:

  • Het aantal blessures in de vijf grote Europese competities steeg in het seizoen 2020/2021 met 13,8% tot 3.988 (3.504 in 2019/2020);
  • De totale blessurekosten voor de clubs in de vijf grootste competities bedroegen 472,6 miljoen euro, waarbij de gemiddelde blessurekosten per competitie 94,5 miljoen euro bedroegen;
  • De Engelse Premier League kende de meeste blessures met 938 in 2021/21 en de hoogste blessurekosten met 155,9 miljoen euro, voor La Liga op de tweede plaats met 84,5 miljoen euro;
  • De positie van de speler beïnvloedt het type en de frequentie van de blessures, waarbij verdedigers het hoogste aantal opliepen met in totaal 1422, terwijl middenvelders de hoogste blessurekosten noteerden met 165,6 miljoen euro;
  • De clubs met de hoogste blessurekosten in Europa waren: Paris Saint Germain (34,2 miljoen euro), Real Madrid (28 miljoen euro) en Liverpool (17,9 miljoen euro);
  • Spelers in de leeftijdscategorie 26-30 jaar hadden met 1.551 de meeste blessures en ook de hoogste blessurekosten, in totaal 205,7 miljoen euro aan salariskosten.

Howden merkte ook op dat blessures in het seizoen 2020/2021 eerder hun piek bereikten, namelijk in oktober en november. Normaal gesproken bereiken blessures hun piek in december en januari. De makelaar schrijft dit toe aan een kort voorseizoen en een late start van het seizoen 2020/2021, met uitzondering van de Franse Ligue 1.

In het rapport wordt ook ingegaan op de poging van eerder dit jaar om de ‘Super League’ af te splitsen, waarbij wordt gesuggereerd dat de stijgende kosten van afwezigheid van spelers waarmee rijkere clubs worden geconfronteerd, een ‘mogelijke factor’’ is die daartoe bijdraagt. Howden wees erop dat, op basis van statistieken, de clubs die betrokken waren bij de voorgestelde splitsing van de competitie onevenredig slechter leden in vergelijking met de andere clubs wat betreft de kosten van afwezigheid van spelers. De makelaar suggereert ook dat dit niet alleen te wijten is aan hogere salarissen, maar ook aan hogere blessurecijfers.

.