Meer doden na ongevallen, late kankerdiagnoses: de werkelijke impact van corona op de zorg tekent zich langzaam af

Dat de coronacrisis alle aandacht van de ziekenhuizen opslorpte, was duidelijk. Maar wie daarvan precies de dupe werd, nog nauwelijks. Nu is er een eerste grote analyse; vijf gevolgen op een rij.

1. Meer doden na ongevallen

Een zeer ongelukkige val met de e-bike, een akelig bedrijfsongeluk, een messteek of schotwond: van de mensen die in 2020 een ernstig ongeval kregen, overleden er meer dan in voorgaande jaren, blijkt uit een grootschalige analyse van de gevolgen van corona op de zorg vanuit de Samenwerkende Kwaliteitsregistraties (SKR).

Ziekenhuizen verzamelen ieder jaar de resultaten van operaties en behandelingen, om de kwaliteit van zorg te meten. Deze cijfers, van in totaal tien miljoen patiëntengevallen, zijn nu voor het eerst samen geanalyseerd door de beroepsverenigingen van medisch specialisten, zoals ic-artsen en oncologen, om de verschillen met eerdere jaren te bestuderen en verklaringen te vinden.

In 2020 overleed 2,9 procent na een ernstig ongeval, tegenover 2,4 procent in eerdere jaren. Omdat het om 80.000 mensen gaat, zijn dit 400 overlijdensgevallen méér. Dit gaat volgens de analyses voornamelijk om mensen met mild tot ernstig hersenletsel, die minder vaak dan in andere jaren op de ic belandden.

Het ligt voor de hand dat dit komt door ruimtegebrek op de intensive cares, legt onderzoeksleider Michel Wouters uit. “Een direct causaal verband blijft lastig, maar de cijfers zijn opvallend en de traumachirurgen herkennen uit de praktijk dat mensen met een mild tot ernstig hersenletsel minder vaak opgenomen werden, terwijl dat achteraf wel nodig bleek.”

2. Minder hart- en herseninfarcten

Het is opvallend: waar het aantal behandelingen van hart- en herseninfarcten jaarlijks licht schommelde, denderde het in 2020 naar beneden: 15 procent minder hartinfarcten en 9 procent minder patiënten met een herseninfarct. De vraag is of de infarcten niet gemeld werden, of dat er ook daadwerkelijk minder waren, bijvoorbeeld omdat thuiswerken stress wegnam.

“Bij hartinfarcten kan ik me dat voorstellen”, reageert Wouters. “Maar bij herseninfarcten ligt het anders. Neurologen en cardiologen zeggen dat veel patiënten pas laat aankloppen. Bij een eerste infarct kunnen de klachten licht zijn, zoals uitval van een paar vingers of slechter zien met één oog. De artsen zien vaker mensen die pas komen na een tweede, ernstiger infarct.”

Ook opvallend: nadat het aantal infarcten sterk daalde, trokken artsen in april vorig jaar aan de bel in de media, waarna het aantal behandelingen direct toenam, vertelt Wouters. Tijd is essentieel als het om een herseninfarct gaat. “Als mensen vroegtijdig naar het ziekenhuis komen en behandeld worden, hebben ze minder kans op blijvende schade.”

Door de situatie in de overbelaste ziekenhuizen duurde het tijdens de eerste golf ook langer voordat iemand behandeld werd als die met een herseninfarct binnenkwam in het ziekenhuis. Wat mooi is, zegt Wouters, is dat toen ziekenhuizen dit doorkregen na de eerste golf, ze direct hebben ingegrepen. Tijdens de tweede golf werd die wachttijd teruggedrongen tot het normale gemiddelde.

3. Uitgestelde kankeroperaties, minder diagnoses

Tijdens de coronacrisis gingen zeker 2.000 complexe kankeroperaties niet door, met alle gevolgen van dien. Door het wegvallen van bevolkingsonderzoeken naar darm- borst- of baarmoederhalskanker, worden diagnoses later gesteld, wat soms tot gevolg had dat er meer uitzaaiingen waren.

Als het gaat om de kankerzorg, is het beeld van de aangerichte schade nog lang niet compleet, zegt Wouters, zelf chirurg en gespecialiseerd in de behandeling van melanoomkanker. Het moet volgens hem de komende tijd duidelijk worden of er meer ‘hogere stadia’ van verschillende kankersoorten ontdekt worden bij patiënten.

Als het gaat om de kankersoort waar hij zich mee bezighoudt, lijkt dat wel het geval. Tijdens de tweede golf was er een opvallende stijging in het aantal patiënten met stadium 4 melanoomkanker dat is uitgezaaid in de hersenen, van 27 naar 40 procent. De overlevingskansen voor deze mensen waren al niet groot en krompen hierdoor aanzienlijk.

4) Lang wachten op een nieuwe heup of knie

Het lijkt misschien klein leed in dit rijtje: langer wachten op een nieuwe heup of knie. Maar dat is allerminst waar, legt Wouters uit. Naar schatting 12.000 operaties werden uitgesteld. “Dit zijn de kindjes van de rekening geweest”, zegt hij.

Want uitstel van zo’n operatie heeft wel degelijk flinke gevolgen. Mensen hebben pijn waarmee ze langer moeten leven, waardoor hun kwaliteit van leven verslechtert. Ook hun perspectief op herstel verandert door uitstel van zo’n operatie. Door het lange wachten verslappen de spieren, of worden ze langer verkeerd gebruikt, waardoor het herstel na zo’n operatie minder goed is.

5) Minder transplantaties

De wachtlijsten voor transplantaties zijn al lang en nu nog langer. Zo hebben minder nierpatiënten een donornier ontvangen, 13 procent minder dan voorgaande jaren. Dit heeft negatieve gevolgen voor hun gezondheid: een transplantatie zorgt voor betere overlevingscijfers en ook voor een betere kwaliteit van leven.

Tijdens de eerste golf nam het aantal transplantaties na overlijden met de helft af, onder andere omdat er minder auto-ongelukken waren waaraan mensen die geregistreerd donor waren, overleden. Ook werden transplantaties van familieleden die bijvoorbeeld een nier af wilden staan uitgesteld, vanwege het gevaar van een corona-infectie na zo’n operatie, die een aanslag is op de weerstand.

Al deze gevolgen zijn zeer ernstig, maar gelukkig is er ook nog goed nieuws, meldt Wouters. In andere landen overleden veel mensen die een coronabesmetting opliepen na een operatie in het ziekenhuis, in Nederland is dit niet het geval. “We zijn vanaf het begin van de coronacrisis iedereen gaan testen voor operaties, en stelden bij een positieve test de operatie uit. Dat heeft geholpen.” Daarnaast, zegt Wouters, is het ondanks zo’n ongekende crisis, gelukt om de zorg veilig en kwalitatief goed te houden, wat heel bijzonder is, vindt hij.

Bron Trouw