Insurance Europe heeft de herziening door de Europese Commissie van de Cybersecurity Act (CSA) en het aanstaande digitale omnibusinitiatief verwelkomd en ondersteunt de doelstelling om de regelgeving te vereenvoudigen, de administratieve lasten te verminderen en te zorgen voor een evenredige, risicogebaseerde aanpak.
De herziening van de CSA werd in april 2025 gelanceerd om rekening te houden met de snelle technologische veranderingen en de toenemende complexiteit van cyberdreigingen. De herziening richt zich op belangrijke gebieden, waaronder het mandaat van ENISA (het EU-agentschap voor cyberbeveiliging), het Europees certificeringskader voor cyberbeveiliging en beveiligingsrisico’s in de ICT-toeleveringsketen.
In zijn reactie op de raadpleging ondersteunt de Europese verzekeringssector inspanningen om de rapportagevereisten voor cyberbeveiliging te stroomlijnen en onnodige overlappingen en duplicaties te elimineren. Recente ontwikkelingen op het gebied van regelgeving – met name de implementatie van de Digital Operational Resilience Act (DORA) – hebben de nalevingsverplichtingen voor verzekeraars al aanzienlijk verzwaard.
Insurance Europe benadrukt dat verzekeraars moeten navigeren door een complex en gefragmenteerd juridisch landschap, inclusief horizontale regelgeving zoals de General Data Protection Regulation (GDPR), de ePrivacy-richtlijn, de Artificial Intelligence Act en, in sommige gevallen, de Cyber Resilience Act. Deze lappendeken van regels leidt er vaak toe dat hetzelfde incident aan meerdere instanties moet worden gemeld volgens verschillende regels en termijnen.
Om dit aan te pakken roept Insurance Europe op tot
- Consistente en vergelijkbare rapportageformats in verschillende jurisdicties om verschillende interpretaties te voorkomen;
- Vermijden van dubbele meldingen, met name tussen DORA-toezichthouders en ENISA;
- Duidelijke en consistente richtlijnen voor lidstaten om het ontstaan van tegenstrijdige nationale kaders te voorkomen.
Insurance Europe benadrukt de noodzaak van juridische en toezichthoudende duidelijkheid in de hele EU en merkt op dat in sommige gevallen verouderde nationale richtlijnen van kracht blijven ondanks dat deze zijn vervangen door EU-wetgeving. Dit is met name een uitdaging voor grensoverschrijdende operatoren die moeten voldoen aan uiteenlopende en soms tegenstrijdige regels.
Tot slot, met betrekking tot mogelijke wijzigingen in het mandaat van ENISA, is het van cruciaal belang ervoor te zorgen dat grotere transparantie wordt verankerd in de werkprocessen en dat meer mogelijkheden voor betrokkenheid van belanghebbenden worden gegarandeerd.

|