De angst voor het melden van gevaarlijke werksituaties is volgens FNV Bouw één van de oorzaken van het fors toegenomen aantal dodelijke bedrijfsongevallen in de bouw. De vakbond wil dat er binnen een jaar een anoniem meldpunt komt voor arbeidsmigranten om misstanden aan de kaak te stellen. “De angst- en zwijgcultuur onder arbeidsmigranten is groot in de bouw”, zegt woordvoerder Willem Dijkhuizen, die spreekt van ‘een groeiend probleem’. “Ze durven niets te zeggen als het werk onnodig gevaarlijk is of de werkdruk te hoog. Wie weet krijgen ze daarna van hun baas te horen dat ze niet meer welkom zijn.”
De toestroom van onder meer Poolse en Roemeense bouwvakkers leidt op verschillende manieren tot steeds onveiligere werksituaties. “Er is een gigantisch probleem met de communicatie. Het is levensgevaarlijk als bouwvakkers elkaar niet gelijk begrijpen. De arbeidsmigranten zouden daarnaast minder bekend zijn met veiligheidsvoorschriften en zouden minder deskundig zijn dan de gemiddelde Nederlandse bouwvakker”, aldus FNV Bouw, volgens wie de oplossing ligt bij zowel de opdrachtgevers als de overheid.
14% meer ernstige ongevallen; 56% meer doden
In de eerste helft van 2016 is het aantal ernstige ongevallen in de bouw met 14% toegenomen en aantal dodelijke ongevallen zelfs van 27 naar 42, een explosieve stijging met 56% in vergelijking met het eerste half jaar van 2015. Het aantal in onderzoek genomen klachten en signalen is 16% hoger. In de sectoren waar de crisis de grootste gevolgen had voor de productie, zoals de bouw, is nu bij het stijgen van de productie ook de toename van ongevallen te zien. Dat de bouwproductie is toegenomen zien we ook aan het aantal meldingen dat bij de Inspectie SZW is binnengekomen. Het aantal bouwprocesmeldingen (start bouwwerkzaamheden) is met 10% en het aantal meldingen van asbestsaneringen met 16% toegenomen in de eerste helft van 2016 ten opzichte van de vergelijkbare periode in 2015.
De meeste ernstige ongevallen en meest dodelijke ongevallen (42% resp. 50% van het totaal) in de bouw hebben plaatsgevonden binnen de algemene burgerlijke en utiliteitsbouw. Daarna zijn de subsectoren binnen de bouw met de meeste ongevallen het grondverzet, de elektrotechnische bouwinstallatie, het slopen, de loodgieters en het schilderen, met 4-7% van de ernstige ongevallen en 10-20% van de dodelijke ongevallen in de bouw. De bouw behoort daardoor tot de tot de top drie van de gevaarlijkste bedrijfstakken.
De meeste bouwvakkers komen in het ziekenhuis terecht, krijgen blijvend letsel of gaan dood door drie oorzaken: bij meer dan de helft van de ongevallen is de oorzaak het vallen van hoogte of gelijke hoogte (struikelen), bijna een kwart wordt getroffen door voorwerpen, producten of andere onderdelen en 15% krijgt een ernstig ongeval door contact met machines, gereedschap en voertuigen op de bouwplaats. “Extra aandacht is dus vooral nodig als het gaat om valbeveiliging en juist gebruik van steigers en trappen, het voorkomen dat er voorwerpen en bijvoorbeeld onderdelen die van steigers afvallen en machineveiligheid”. aldus de Inspectie SZW. Van alle ongevallen die zij onderzoekt, blijkt dat bij een kwart van de ongevallen dat geen invulling was gegeven aan het direct toezicht op de werkvloer. “Het is daarom van belang dat de direct leidinggevenden, zoals de uitvoerder, bouwvakkers de bouwvakker aanspreekt op zijn gedrag als ze bijvoorbeeld hun helm niet dragen of de beschermingskap van een machine afhalen omdat dat makkelijker werkt. Of dingen laten slingeren of een gat in de vloer niet goed afdichten, waardoor anderen struikelen of vallen.”
Schaalvergroting en bouwplaatsen die veranderen in een conglomeraat van leidinggevenden, werknemers, uitzendkrachten en zzp’ers, vergroten volgens de Inspectie SZW de kans op ongevallen. “Op een bouwplaats wordt naast Nederlands ook veel talen gesproken zoals Pools, Roemeens en Engels. Daardoor ontstaan misverstanden in de communicatie. We zien op de bouwplaatsen dat er steeds meer bouwvakkers rondlopen waarvoor niet duidelijk is geregeld wie er voor hun veiligheid verantwoordelijk is. Ook ontbreken goede samenwerkingsafspraken tussen de partijen,” aldus Marga Zuurbier, directeur Arbeidsomstandigheden van de Inspectie SZW . Volgens deze instantie heeft de opdrachtgever van een bouwproject ook een belangrijke rol bij het zorgen dat er veilig wordt gewerkt. “Zo is het van groot belang dat een veiligheids- en gezondsheidplan wordt opgesteld waarin de afspraken staan die zorgen dat er veilig en gezond gewerkt wordt. Tevens is van belang dat de bouwlocatie groot genoeg is om er veilig te werken.”
Om ervoor te zorgen dat opdrachtgevers een goed plan maken en de samenwerking goed regelen zijn recent de bouwprocesbepalingen voor opdrachtgevers aangescherpt door minister Asscher. Deze maand start de internetconsultatie over deze nieuwe aangescherpte regels.