Nog iedere dag worden mensen ziek omdat ze in het verleden aan asbest zijn blootgesteld. Voor deze asbestslachtoffers is er een tegemoetkomingsregeling van de overheid. Vorig jaar (2024) hebben 608 mensen van de regeling gebruikt gemaakt. Aan hen is ruim 17 miljoen euro toegekend. De regeling wordt uitgevoerd door het Instituut Asbestslachtoffers (IAS). Bij de bemiddelingen met werkgevers voor een schadevergoeding loopt het IAS nog steeds aan tegen de verjaringstermijn van 30 jaar. Ondanks een aangenomen motie in de tweede Kamer wachten het IAS en slachtoffers met smart op het moment dat ook in de wet wordt opgenomen.
De meeste asbestslachtoffers komen uit de regio’s waar in het verleden veel met asbest is gewerkt. Asbest werd veel gebruikt in havens, in de bouw en in de landbouw maar ook bijvoorbeeld in (brandwerende) kleding. Onder de mensen die nu ziek worden zijn dan ook relatief veel (voormalige) timmerlieden, monteurs, machinebankwerkers, elektromonteurs, isoleerders, lassers, mijnwerkers en mensen uit de scheepsbouw. Ook is er een groep mensen die de ziekte door de blootstelling aan asbest in hun leefomgeving heeft opgelopen. Asbest werd bijvoorbeeld ook gebruikt in wegen en op boerenerven.
In gebieden rond voormalige asbestfabrieken zoals Goor en Harderwijk, zijn relatief veel mensen ziek geworden door asbest. De meeste slachtoffers die zich melden bij het IAS komen uit de regio’s Zuid-Limburg, Rijnmond, IJmond, Zeeland, Noord-Holland Noord, Salland en Twente. In deze gebieden zijn twee keer zoveel asbestslachtoffers in vergelijking met andere regio’s.
Verboden
Het gebruik van asbest is sinds 1993 in Nederland verboden. Dat er ook vandaag de dag nog mensen de diagnose mesothelioom (asbestkanker) of asbestose krijgen komt omdat je ook na lange tijd nog ziek kan worden door asbest. Mensen met deze diagnoses kunnen zich melden bij het IAS. Als aantoonbaar kan worden gemaakt dat de ziekte daadwerkelijk door asbest komt, ontvangen mensen zo snel mogelijk een financiële tegemoetkoming van de overheid (in 2024 bedroeg deze € 24.010). Emiel Rolink, directeur IAS: “De tegemoetkomingsregeling is er om maatschappelijke erkenning te geven aan het leed dat asbestslachtoffers ondervinden. Helaas hebben veel mensen nadat de diagnose asbestkanker is gesteld, nog maar kort te leven.”
De andere belangrijke taak van het IAS is bemiddeling tussen de zieke en de (voormalige) werkgever of de verzekeraar voor een schadevergoeding. Deze vergoeding is behoorlijk hoger dan de financiële tegemoetkoming van de overheid. In 2024 ontvingen 91 mensen een schadevergoeding van € 79.102, – van de werkgever bij wie ze aan asbest blootgesteld werden. Meestal lukt het niet om een schadevergoeding van een werkgever te krijgen. De asbestblootstelling heeft lang geleden plaatsgevonden, waardoor de werkgever niet meer bestaat, of deze beroept zich op verjaring. En soms lukt een bemiddeling ook niet, omdat er problemen zijn om aan te tonen dat er een dienstverband was. Of omdat de werkgever de blootstelling aan asbest betwist.
De wettelijke verjaringstermijn voor asbestzaken is 30 jaar. Dit betekent dat een werkgever zich erop kan beroepen dat de vordering is verjaard wanneer de laatste blootstelling aan asbest meer dan dertig jaar geleden heeft plaatsgevonden. Veel slachtoffers worden pas tientallen jaren na de blootstelling ziek. Daardoor geldt voor de meeste slachtoffers dat de vordering is verjaard voordat ze ziek worden. In 2024 heeft de Tweede Kamer de Motie Kisteman aangenomen, die oproept om de verjaringstermijn voor alle asbestslachtoffers te laten vervallen. Een wetswijziging is nodig om de verjaring af te schaffen.
Het IAS vindt dat er helemaal geen verjaringstermijn zou moeten gelden voor asbestslachtoffers: Rolink: “We blijven ook in 2025 strijden voor het afschaffen van de verjaring van asbestschade, zodat er voor alle slachtoffers een einde komt aan dit onrecht.”