Arbeidsongeval vaak door valgevaar

De grootste oorzaak van arbeidsongevallen is valgevaar (35%)), gevolgd door ‘in contact met arbeidsmiddel of object’ (26%), ‘door iets geraakt’ (20%) en ‘ongeluk met voertuig of rijdend werktuig’ (10%). Relatief vaak vinden ongevallen plaats met vorkheftrucks, palletwagens en ladders. Bij kleine bedrijven gebeuren vaker ongevallen dan bij grote bedrijven. Dat staat in de Monitor arbeidsongevallen van de Nederlandse Arbeidsinspectie. Afgelopen jaar heeft de inspectie 2.448 ongevalsonderzoeken afgerond. Daarbij waren 2.386 slachtoffers bij betrokken, waarvan 69 dodelijk.

De mate waarin er ernstig letsel wordt opgelopen verschilt per ongevalstype. Het overlijdenspercentage is bijvoorbeeld hoog (6%) bij ongevallen waarbij iemand een ongeluk krijgt met een voertuig of rijdend werktuig. De kans op blijvend letsel (met of zonder ziekenhuisopname) is weer hoog (33%) bij contact met een arbeidsmiddel, terwijl het overlijdenspercentage hier juist lager ligt (2%).Het gaat om 27 slachtoffers per 100.000 banen. Bij bijna één vijfde van de ongevallen is er blijvend letsel en bij 3% van de ongevallen overlijdt het slachtoffer. De meeste ongevallen per 100.000 banen vinden plaats in de sector Waterbedrijven en afvalbeheer, gevolgd door bouwnijverheid, landbouw, bosbouw en visserij. Dit patroon komt overeen met 2022 en eerdere jaren.

Arbeidsmigratie

Dit jaar gaat bijzondere aandacht uit naar ongevallen met arbeidsmigranten in de Registratie Niet Ingezetenen (hierna: RNI), personen die korter dan 4 maanden in Nederland verblijven en hier werken) zonder tijdelijk verblijfsadres en met een niet-Nederlandse achtergrond.Conclusie is dat er relatief veel arbeidsongevallen plaatsvinden met arbeidsmigranten in de RNI, namelijk 37 per 100.000 banen tegenover 26 bij de rest. Het gaat bij deze groep ook iets vaker om ernstige ongevallen. Bij de groep slachtoffers die arbeidsmigrant is in de RNI overlijdt namelijk 4%t, terwijl dit in de restgroep slechts 2 % is. Slachtoffers uit de groep arbeidsmigranten in de RNI zijn verder vaker uitzendkracht, jongere en erg kort in dienst op het moment dat het ongeval plaatsvindt

Ongevallen met arbeidsmigranten in de RNI vinden vaker plaats in de industrie (met name vervaardiging van metalen constructies en slachterijen) en de Landbouw, bosbouw en visserij. Arbeidsmigranten in de RNI krijgen vaker ongevallen waarbij zij in contact komen met een arbeidsmiddel of object (36%) dan de restgroep (26%). Het gaat daarbij vaak om ongevallen waarbij iemand in contact kwam met bewegende delen van een machine.Poolse arbeidsmigranten in de RNI krijgen relatief vaak een ongeval (49% van de ongevallen, 39% van de populatie), evenals Roemenen (16% van de ongevallen, 14% van de populatie). Verder krijgen ook Slowaakse en Kroatische arbeidsmigranten in de RNI wat vaker ongevallen (respectievelijk 3% en 2% van de ongevallen en 1 % in de populatie).

Werkgevers zijn volgens de Arbeidsomstandighedenwet verplicht arbeidsongevallen direct aan de Nederlandse Arbeidsinspectie te melden. Dat moet gebeuren als het slachtoffer opgenomen wordt in het ziekenhuis, wanneer er sprake is van blijvend letsel of als het slachtoffer overleden is aan de gevolgen van het ongeval. Ook moet de werkgever het ongeval direct melden zodra bekend is dat er alsnog sprake is van een ziekenhuisopname of van blijvend letsel dat in verband kan worden gebracht met het arbeidsongevalDe conclusies uit de Monitor arbeidsongevallen neemt de Arbeidsinspectie uit oogpunt van preventie mee in inspectieprojecten en de aanpak van arbeidsongevallen.

Download ‘Monitor arbeidsongevallen 2023’

PDF document | 37 pagina’s | 661 kB

Rapport | 26-08-2024