Het algemene beeld dat in de 2024-editie van het jaarlijkse fraudeonderzoek in Nederland en België van Allianz Trade onderzoek nadrukkelijk naar voren komt is dat bedrijven en organisaties in toenemende mate vooral technische maatregelen nemen om fraude te voorkomen. Het resultaat hiervan is dat het aantal gevallen van waargenomen fraude(pogingen) met 10% is gedaald in de periode 2023-2024.
De keerzijde hiervan is volgens de onderzoekers dat bedrijven en organisaties zich hierdoor in toenemende mate veilig wanen. In 2023 vond 85% van de bedrijven en organisaties de eigen bescherming tegen het frauderisico (ruim) voldoende. In 2024 is dit opgelopen naar 91%. Nederlandse organisaties zijn nog tevredener dan Belgische: 95% vs 85%. “De afname van fraude(pogingen) strooit zand in de ogen. Er is sprake van schijnveiligheid, want nog altijd had 69% van de deelnemende organisaties in de onderzoeksperiode te maken met interne of externe fraude(pogingen). “Het idee dat met enkele technische maatregelen het fraudeprobleem afdoende is opgelost is onterecht. “
In- en externe fraude
De daling van het aantal gevallen van fraude (pogingen) gaat niet op voor interne fraude (door eigen medewerkers). Die bleef op hetzelfde niveau. Nog altijd wordt de meeste fraude gepleegd door eigen werknemers. 56% van de bedrijven en organisaties had te maken met interne fraude(pogingen). De meest voorkomende vormevan interne fraude betreft het ontvreemden van goederen( 55%), gevolgd door vervalsing van documenten (42%), ontvreemden van geld (34%) en betrokkenheid/samenspanning bij externe fraude (20%). Uit het onderzoek blijkt dat ontvreemden van goederen in België duidelijk meer voorkomt dan in Nederland: 63% vs 49%. In Nederland komt ontvreemden van geld meer voor: 36% vs 30%
Bij externe fraude (door derden) staat ‘factuurfraude’ nog steeds bovenaan met 45%. In Nederland komt het nog meer voor dan in België: 48% vs 40%. Daarna volgen diefstal od vernietiging van data (31%), fraude via externe partners (29%) en kopersfraude (28%), dat in België een fors aandeel geeft in alle fraudegevallen 43% vs 18%. Bij kopersfraude (fake buyer fraude) doet een oplichter zich voor als een (bestaande) klant. De nep-koper bestelt goederen en laat deze leveren op een ander adres dan dat van de klant.
Impact
In de meeste gevallen heeft fraude slechts een kleine impact op organisaties: 63% bij interne fraude en 54% bij externe fraude. Bij interne fraude heeft 24% van de fraudegevallen een substantiële impact en 5% een grote impact, Bij externe fraude zijn die percentages resp 28% en 7%. Wat opvalt is dat in België de impact van met name interne fraude groter is dan in Nederland.
Een andere onderzoeksuitkomst is dat 91% van de organisaties die in 2023/2024 te maken had met interne of externe fraude(pogingen) ook daadwerkelijk schade geleden. Van de schades is 55% hoger dan €50.000 en 16% hoger dan €200.000. Bij interne fraude leidt 2% tot schades hoger dan €1 miljoen. Bij externe fraude is dat 5% .“ De kans is relatief groot om hard geraakt te worden.”, aldus het rapport
Andere cijfers zijn: bij 9% van de interne fraudegevallen en 10% van de externe fraudegevallen had het incident geen enkele financiële impact op het aangevallen bedrijf. Bij interne fraude had 40% van de zaken een financiële impact tot 50.000 euro, 29% tussen de 50.000 en 100.000 euro, 9% tussen de 100.000 en 200.000 euro, 10% tussen de 200.000 en 500.000 euro, 2% tussen de 500.000 en 1 miljoen euro, 1% tussen de 1 en 5 miljoen euro en 1% meer dan 5 miljoen euro.
Een van de drie externe fraudegevallen had voor de getroffen bedrijven een schade tot 50.000 euro, bij 27% tussen de 50.000 en 100.000 euro, 12% tussen de 100.000 en 200.000 euro, 7% tussen de 200.000 en 500.000 euro, 4% tussen de 500.000 en 1 miljoen euro, 3% tussen de 1 en 5 miljoen euro en 2% meer dan 5 miljoen euro.
Profiel interne fraudeur: vooral mannen!
Nog meer dan in het vorige onderzoek geven organisaties en bedrijven aan dat interne fraude gepleegd wordt door mannen (2024: 75%, 2023 64%). Wie is die interne fraudeur? Vaak zijn het mannen die minder dan vijf jaar in dienst zijn. En dan vooral in de leeftijdscategorie van 26 tot 45 jaar (74%). Het gaat daarbij vaak om kleinere schadeposten. Wordt niet het aantal fraudes als uitgangspunt genomen maar de omvang van de schade, dan komen nadrukkelijk de seniors die al langer in dienst zijn in beeld. De oudere, hoger opgeleide fraudeur met vaak leidinggevende taken, kent de bedrijfssystemen en mechanismen door en door. Omdat ze vaak lang in dienst zijn genieten ze bij collega’s en superieuren groot vertrouwen. Dat verschaft hen allerlei vrijheden, waaronder toegang tot vertrouwelijke systemen en informatie.
Veel fraude door directie en management
Bijna 20% van (grote) schades door interne fraude wordt veroorzaakt door een lid van directie of management. Om totaal gaat het bij 44% van de fraude-incidenten om een senior medewerker, bij 245 om een junior medewerker, bij 14% om een managementlid, bij 9% om een interim/tijdelijke medewerker en bij 4% om een directielid. In 6% van de gevallen is de ‘dader’ onbekend.
Volgens criminoloog Donald Cressey zijn er drie belangrijke voorwaarden die de kans op interne fraude vergroten: gelegenheid, druk en rationalisatie (‘goedpraten’).
- Gelegenheid: De kans om fraude te plegen zonder betrapt te worden. Dit kan te maken hebben met zwakke interne controlemechanismen, gebrek aan toezicht of eenvoudige toegang tot geld of activa van het bedrijf.
- Druk (of motivatie): Denk aan financiële problemen vanwege schulden, gokverslaving of de wens om zich bepaalde luxe te veroorloven.
- Rationalisatie: Interne fraudeurs praten hun daad goed. Ze zien diefstal als ‘tijdelijk lenen’ of ‘het bedrijf is rijk genoeg en merkt er niks van’.
Op welke afdelingen wordt het meest gefraudeerd? Fraudeurs zijn op elke afdeling te vinden. Het hoogst scoort ‘Operations’ met 27%, daarna Finance met 24%, vervolgens Verkoop 21% en Inkoop 19%. De verschillen zijn beperkt. In het vorige onderzoek stond Finance duidelijk bovenaan.
In het onderzoek werd ook gekeken naar de aanleiding voor de fraudeur. In 36% van de gevallen lag de financiële problemen van de fraudeur hieraan ten grondslag, 27% de gelegenheid voor de fraudeur, in 21% zijn of haar uitgavenpatroon, in 18% wrok/onderlinge verhouding, 14% ontevredenheid over zijn of haar beloning en 10% verslaving. Het is niet zo dat senior medewerkers vaker ‘gelegenheid’ als aanleiding zien om fraude te plegen. Wel zien we dat senior medewerkers ‘wrok’ vaker als een aanleiding zien dan de junior medewerkers