Aantal meldingen bij Stichting Salvage na vier jaar van daling vorig jaar weer toegenomen: met 2,5%

De Stichting Salvage heeft vorig jaar het aantal brandmeldingen met 2,5% zien toenemen van 4.226 naar 4.332. Daarmee is het de eerste keer sinds 2010 dat het aantal Salvage-meldingen is gestegen ten opzicht van het jaar daarvoor. Bij het aantal belendingen, panden die eveneens schade hebben opgelopen als gevolg van brand, is de toename nog groter: met 14,4% van 1.906 naar 2.180. Hierdoor is het totaal aantal panden waarbij Salvage is ingeschakeld met 380 meldingen (6,2%) toegenomen: van 6.132 naar 6.512.

Uit de inventarisatie van de Stichting Salvage blijkt verder dat de hulp van de organisatie het meest wordt ingeroepen bij een ‘kleine brand’, waarbij de brandweer met één tankautospuit de brand kan blussen: 63,1% tegen 65,6 % in 2014 en 65,9% in 2013. Van een middelgrote brand (twee tankautospuiten en inschakeling van een Officier van Dienst) was in 22,7% van de gevallen sprake (was 23,3% /23,9%). Het aantal grote branden (5,1% tegen 4,9% resp. 5,6%) en het aantal zeer grote branden (2,6% tegen 2,1% resp. 2,2%) vertoonde een lichte toename. Daarnaast betrof 3,5% van de Salvage-meldingen water- en stormschade (was 3,7% resp. 2,9%), 1,4% bliksemschade, 0,5% een explosieschade en 0,6% overige schade.

In bijna driekwart (72,6%/was 72,0%) van de meldingen gevallen was sprake van werkzaamheden aan een particuliere woning, bij 15,8% (16,7%) van een bedrijfspand en bij 0,8% (1,4%) van een gecombineerde bestemming. Daarnaast ging het in 5,7% (4,5%) om een schade aan een opslagruimte/berging/schuur, aan een zorginstelling (2,7%, was 3%), onderwijs (1% net als in 2014), overheid (0,3% resp. 0,2%) en overige panden (1% resp. 1,2%). De meldingsstatistieken maken duidelijk dat er weinig verschil is tussen de verschillende dagen, al ligt het zwaartepunt op de vrijdag. Verder worden de meeste Salvagecoördinatoren opgeroepen voor branden die ontstaan tussen 16.00 en 17.00 uur en tussen 19.00 en 20.00 uur.

De Salvage-statistieken geven ook inzicht in de oorzaak van de brand, die in bijna een kwart van de gevallen (23,3%) echter onbekend blijft. Menselijk handelen ligt in 22,4% van de gevallen ten grondslag aan de band, gevolgd door kortsluiting (15,8%), haarden/kachels (10%), brandstichting (8,2%), defect of slecht werkend apparaat (5,5%), broei of zelfontbranding (4,2%), werkzaamheden (1,9%), bliksem (1,6%), hennepkwekerij (0,8%) en overig (6,2%).Overigens is de bekendheid al jaren licht groeiend (van 16% in 2011 naar 19% in 2015, maar nog altijd aan de lage kant. De waardering van gedupeerden is met het gemiddeld rapportcijfers van 8,4 wel goed te noemen.