684 verkeersdoden in 2023; forse toename onder e-bikers

 

In 2023 kwamen 684 mensen in Nederland om door een verkeersongeval. Dat zijn 61 verkeersdoden minder dan een jaar eerder, maar opnieuw meer dan tussen 2010 en 2021. Voor het vierde jaar op rij kwamen meer fietsers (270) dan inzittenden van personenauto’s (194) om in het verkeer. Dit meldt het CBS op basis van de nieuwste cijfers.Sinds het begin van deze eeuw is het jaarlijkse aantal verkeersdoden tot 2010 afgenomen. Dat komt vooral doordat minder mensen in personenauto’s verongelukten. Daarna schommelt het aantal jaarlijks, met een daling tijdens de coronapandemie. Tegelijkertijd is het aantal fietsende verkeersslachtoffers de laatste jaren toegenomen.

Jaar Totaal Personenauto Fiets Voetganger Brom-/snor-/motorfiets Overig
2000 1166 543 233 114 199 77
2001 1083 504 225 115 163 76
2002 1066 503 195 108 195 65
2003 1088 496 219 107 183 83
2004 881 420 180 77 149 55
2005 817 356 181 89 140 51
2006 811 340 216 73 125 57
2007 791 317 189 91 132 62
2008 750 317 181 62 121 69
2009 720 296 185 68 122 49
2010 640 246 162 72 101 59
2011 661 231 200 74 95 61
2012 650 232 200 68 98 52
2013 570 193 184 56 77 60
2014 570 187 185 49 78 71
2015 621 224 185 57 89 66
2016 629 231 189 51 86 72
2017 613 201 206 58 92 56
2018 678 233 228 54 80 83
2019 661 237 203 49 94 78
2020 610 195 229 41 77 68
2021 582 175 207 43 101 56
2022 745 221 290 58 96 80
2023 684 194 270 71 78 71

 

In 2023 kwamen 270 fietsers om het leven in het verkeer, 20 minder dan het jaar ervoor. In beide jaren reed minimaal 40 procent van hen op een e-bike. 194 inzittenden van een personenauto hadden een fataal ongeluk, 27 minder dan in 2022. Ook overleden 71 voetgangers, 53 mensen in een scootmobiel, 46 motorrijders, 32 brom- en snorfietsers en 16 inzittenden van een bestel- of vrachtauto als gevolg van een verkeersongeval.

4 op de 10 fietsdoden door botsing met auto

Van 2019 tot en met 2023 overleden 1 199 fietsers door een verkeersongeval. Van hen kwam 42 procent om door een aanrijding met een personen- of bestelauto. Bijna 10 procent overleed na een aanrijding met een vrachtauto of bus en 32 procent kwam om het leven zónder botsing. Ze kwamen bijvoorbeeld ongelukkig ten val. Van de verongelukte fietsers van 75 jaar of ouder had 38 procent geen botsing gehad.

Van de 1 022 verkeersdoden onder inzittenden van een personenauto had 29 procent een aanrijding met een andere personen- of bestelauto en 13 procent met een vrachtauto of bus. Bij 40 procent was een botsing met een vast object de oorzaak. Bij de om het leven gekomen voetgangers was in twee derde van de gevallen een personen- of bestelauto betrokken en bij 16 procent een vrachtauto of bus.

Aantal verkeersdoden het hoogst in Noord-Brabant

In Noord-Brabant vielen 120 dodelijke verkeersslachtoffers. Dat zijn er 21 minder dan in 2022, maar opnieuw het hoogste aantal van alle provincies. De minste verkeersdoden vielen in Flevoland (11) en Zeeland (19). Noord-Brabant heeft het meest uitgebreide wegennet van alle provincies (ruim 23 duizend kilometer), gevolgd door Gelderland en Zuid-Holland.

Per duizend kilometer weg in die provincie was het aantal verkeersdoden niet in Noord-Brabant, maar in Noord- en Zuid-Holland het hoogst. Uitgesplitst naar veiligheidsregio vielen in Haaglanden (met onder andere Den Haag en Zoetermeer) en in Amsterdam-Amstelland met 8 doden per duizend kilometer relatief de meeste doden in de afgelopen vijf jaar. In de regio’s in het noordoosten van Nederland waren dat er minder dan 4. Zeeland telde met 2,5 verkeersdoden per duizend kilometer weg de minste verkeersslachtoffers.