165 ongevallen met voorrangsvoertuigen in 2018 en 2019

In 2018 en 2019 vonden er in totaal 165 ongevallen met voorrangsvoertuigen plaats. De twee belangrijkste ongevalstypen: een verkeerssituatie waarin de weggebruiker niet oplet of onverwacht gedrag vertoont (30%) en een kruispunt met verkeerslichten, waarop de voorrangsvoertuigbestuurder door rood licht rijdt, terwijl de andere weggebruiker groen licht heeft (31%). Deze cijfers komen uit het deze week verschenen onderzoeksrapport Ongevallenstatistiek voorrangsvoertuigen 2018-2019 van het Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen van het IFV. Het Kenniscentrum voert het onderzoek tweejaarlijks uit, met medewerking van bestuurders van de voorrangsvoertuigen.

De 165 ongevallen met voorrangsvoertuigen leidden tot 64 gewonden, waarvan 35 hulpverleners (17 politie, 10 brandweer, 8 ambulance) en 29 andere weggebruikers. Bij 90 ongevallen waren politievoertuigen betrokken, bij 55 ongevallen ambulances en bij 17 ongevallen brandweervoertuigen*. Bij drie ongevallen waren voertuigen betrokken van overige hulpverleningsdiensten die optische en geluidssignalen mogen voeren.

Kenmerken ongevallen

De ongevallen vonden verspreid over het jaar plaats, ruim de helft gebeurde tussen 12.00 en 18.00 uur. In bijna 70% van de ongevallen met voorrangsvoertuigen was er sprake van een flankbotsing. Driekwart van de ongevallen gebeurde binnen de bebouwde kom.   Hier deden zich ook de meest ernstige ongevallen voor. Het merendeel van de ongevallen vond plaats op een kruispunt.

Het doel van dit onderzoek is om inzicht te krijgen in het aantal ongevallen met voorrangsvoertuigen, de ernst en de kenmerken ervan. En om te zien of de genomen maatregelen om zowel het verkeersgedrag van voorrangsvoertuigbestuurders als dat van weggebruikers te verbeteren, daadwerkelijk leiden tot minder ongevallen.

Download Ongevallenstatistiek voorrangsvoertuigen 2018-2019

Ongevallenstatistiek voorrangsvoertuigen 2018-2019